Paarden - Voorjaarsdagen

advertisement
Ko l i e kc h i r u r g i e b i j h e t pa a r d
Gerco Bosch, DVM PhD, specialist chirurgie
Departement Gezondheidszorg Paard, Faculteit
Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht
Gelukkig zijn veel oorzaken van
koliek redelijk onschuldig en niet
levensbedreigend, ook al kunnen de
pijnuitingen en koliekverschijnselen
heftig zijn. De meeste van deze
kolieken kunnen behandeld worden
met een pijstillers (NSAIDs), darmverslappers (buscopan) en een
tijdelijk aangepast voer- en bewegingsregime. Helaas kan in sommige gevallen van koliek
de oorzaak ook veel ernstiger zijn, waardoor soms
operatief ingrijpen noodzakelijk is.
Er zijn verschillende redenen om tot een operatie over
te gaan. Soms zijn er bij onderzoek van het paard
duidelijke aanwijzingen dat de oorzaak van de koliek
ernstig is, bijvoorbeeld doordat bij rectaal onderzoek
een duidelijke liggingsverandering van en darmdeel
gevoeld kan worden of doordat er bij een echo van de
buik duidelijke afwijkingen te zien zijn. Ook als het niet
duidelijk is wat de koliekoorzaak is kan er besloten
worden dat een operatie geïndiceerd is, bijvoorbeeld
als het paard onvoldoende verbetert na het geven van
pijnstillers of als bloedwaardes zoals pH en lactaat
duidelijk achteruit gaan. De kleur van eventueel
afgenomen buikvocht kan ook een duidelijke indicatie
geven dat een operatie geïndiceerd is. Overgaan tot
operatie dient altijd een weloverwogen keuze te zijn,
want een buikoperatie bij het paard is, net als bij de
mens, een zware operatie, die niet onnodig uitgevoerd
dient te worden.
Koliekoperaties vinden in principe altijd plaats bij een
paard in rugligging, waarbij de buik in de mediaanlijn
geopend wordt. Het hele maag-darmkanaal wordt
gecontroleerd op de juiste ligging en eventueel aanwezige abnormaliteiten. Als er een liggingsverandering van een darmdeel aanwezig is dan wordt deze
gereponeerd, wat overigens zeker bij de dikke darm
erg lastig kan zijn, omdat deze vele tientallen liters
inhoud kan bevatten. Soms is het nodig om de inhoud
via een enterotomie (een snede in de damwand ) te
verwijderen voordat de afwijkende ligging gecorrigeerd kan worden. Bij uitgebreide liggingsveranderingen of bij afknelling van een darmdeel kan het betrokken darmdeel zodanig aangetast zijn dat het niet meer
levensvatbaar is. Het betreffende darmdeel zal dan
verwijderd moeten worden. Het paard kan een groot
deel van zijn dunne darmen missen; 6 tot 8 meter van
de totale 25 meter dunnen darm kan zonder al te veel
problemen verwijderd worden. Alhoewel er ook wel
Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2010
gevallen bekend zijn, waarbij succesvol meer dan 10
meter dunne darm verwijderd is. Ook de dikke en
blinde darm kunnen gedeeltelijk verwijderd worden
als dit noodzakelijk is, alhoewel dit technisch meestal
lastiger operaties zijn. Helaas is het vaak technisch ook
onmogelijk om het aangedane darmdeel te verwij­
deren doordat het betreffende darmdeel te groot is of
doordat het probleem zich bevindt op een plek die
voor de chirurg niet toegankelijk is. In deze gevallen is
de enige mogelijkheid het paard te euthanaseren.
Bij paarden die al langer chronische koliekklachten
hebben kan eventueel overwogen worden om een
laparoscopie (kijkoperatie) uit te voeren. Het grote
voordeel hiervan is dat het paard niet onder algehele
anesthesie hoeft. Nadeel is dat vaak de oorzaak van de
koliek niet laparoscopisch op te lossen is. Het zou dus
kunnen dat na een laparoscopie alsnog een operatie in
rugligging onder algehele anesthesie noodzakelijk is.
Na een koliekoperatie hebben de meeste paarden
intensieve nazorg nodig in de vorm van permanente
infusen, medicamenteuze ondersteuning en uitgebreide management maatregelen. Er komen na koliekoperaties relatief veel postoperatieve complicaties voor.
Waarschijnlijk de meest gevreesde hiervan is een “paralytische ileus”, het niet op gang komen van het
maagdarm kanaal. Als deze toestand enige tijd bestaat
zal het paard reflux van maaginhoud krijgen. Omdat
paarden niet kunnen braken, zal het paard frequent
gesondeerd moeten worden om de maag leeg te
halen. Er kan met diverse medicamenten gepoogd
worden de darmaktiviteit te stimuleren. Als een para­
lytische ileus echter langer dan enkele dagen bestaat,
wordt de kans op herstel klein. Andere complicaties
die regelmatig voorkomen na koliekoperaties zijn
onder andere hoefbevangenheid, acute of chronische
buikvliesontsteking en wondinfecties die eventueel
op de langere termijn kunnen leiden tot een hernia
ventralis (breuk in de buikwand).
Het herstel na een koliekoperatie duurt lang; het paard
kan sowieso 2-3 maanden niet gereden worden en
voor de totale revalidatie dient dan ook 5-6 maanden
uitgetrokken te worden. Dankzij nieuwe chirurgische
technieken en ondersteunende middelen is er technisch steeds meer mogelijk in de koliekchirirgie. Toch
blijft de prognose gereserveerd. Globaal kan voor een
operatie gezegd worden dat er een kans van 50-60%
op herstel is. Tijdens de operatie kan afhankelijk van de
bevindingen in de buikholte de prognose natuurlijk
naar boven of naar beneden bijgesteld worden.
Gelukkig is het lang niet altijd nodig om een paard met
koliek te opereren. Maar als uiteindelijk toch tot een
operatie overgegaan moet worden, vormt iedere
patiënt een chirurgische uitdaging, waarbij de kans op
succes en teleurstelling vaak dicht bij elkaar liggen.
1
CHAPTER 3
Paarden: vrijdag 23 april
Download