Joodse bron PROGRAMMATOELICHTING Eeuwenlang was Rusland regelmatig het toneel van antisemitisme en Jodenvervolging. Met de oprichting van de Sovjet-Unie in 1917 werd die situatie niet beter. Hoewel de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog het gruwelijk dieptepunt van deze vervolging vormde, stond ook de communistische regering vaak vijandig tegenover de Joden. Het belette een aantal componisten echter niet om soms Joodse elementen in hun composities op te nemen, waarmee ze bevestigden dat de Joodse cultuur een belangrijk onderdeel was van de Russische samenleving. Jiddische melodieën Malkin Zwarte Bloemen Vadim Tsibulevsky, viool/leiding Channa Malkin, sopraan Sergei Edelmann, piano WO 4 MEI, 21.00 U MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ WWW.ORKEST.NL WWW.ORKEST.NL Sergei Prokofjev was zich daar nog niet erg van bewust tijdens het componeren van zijn Ouverture op Hebreeuwse thema’s. Hij had zijn vaderland tijdens de revolutie van 1917 verlaten en zich voorlopig in de Verenigde Staten gevestigd. Daar ontmoette hij eind 1919 enkele van zijn Joodse medeleerlingen van het conservatorium in Sint Petersburg. Zij waren met hun ensemble Zimro op tournee om geld in te zamelen voor de oprichting van een conservatorium in Jeruzalem. Van hen kreeg Prokofjev het verzoek een stuk te schrijven in Jiddische sfeer. Als steuntje in de rug gaven ze hem een boekje met een aantal Joods-Russische volksmelodietjes. Nog diezelfde avond speelde hij de liedjes; hij zette zich aan het componeren en voltooide het stuk al de volgende dag. Korte tijd later vond de succesvolle première plaats van de Ouverture op Hebreeuwse thema’s. Prokofjev had zich uitstekend van zijn taak gekweten: in de beide thema’s van de ouverture maakte hij gebruik van die typisch Jiddische melodieën en harmonieën die het stuk soms het karakter van klezmermuziek geven. In de Sovjet-Unie werd dit stuk vrijwel volledig genegeerd vanwege het Joodse karakter. Nog in de jaren zeventig, voor één van de weinige publieke uitvoeringen, mocht het werk niet als Hebreeuws op de affiches aangekondigd worden, maar slechts als ‘Ouverture.’ Slachtoffers van fascisme en oorlog Dmitri Sjostakovitsj maakte de keuze om gebruik te maken van Joodse volksmuziek heel bewust: ‘Deze muziek heeft altijd een grote indruk op mij gemaakt. Ik raak er nooit op uitgekeken. Het heeft zoveel gezichten. Het kan vrolijk zijn terwijl het tragisch is. Het is bijna altijd een lach door de tranen heen. Deze eigenschap van de Joodse muziek komt heel dicht bij de ideeën die ik ook over muziek heb.’ In een aantal van zijn composities liet hij zich dan ook inspireren door Joodse volksmuziek, soms door het karakter van een zelf verzonnen thema, maar ook door volksmelodieën letterlijk over te nemen. Zijn Strijkkwartet nr. 8 schreef Sjostakovitsj in 1960 tijdens een verblijf in Dresden. Naar eigen zeggen was dit werk, gecomponeerd in een uiterst zwarte en depressieve periode in zijn leven, zijn meest persoonlijke strijkkwartet. Het simpelste bewijs hiervoor is te vinden in zijn muzikale handtekening, bestaande uit de noten d-es-c-b, die als een telkens terugkerend motief het werk doordrenkt. Het staat voor de initialen van zijn naam in het Duits: Dmitri Schostakowitsch, waarbij de Duitse h staat voor de noot b. Het strijkkwartet zit vol met citaten uit eigen werk, die tezamen een aanklacht zouden vormen tegen totalitaire regimes zoals communisme en fascisme. De componist gaf het werk de ondertitel ‘Ter herinnering aan de slachtoffers van fascisme en oorlog.’ De directe aanleiding was de stad Dresden, die in 1960 nog vrijwel volledig in puin lag na de bombardementen van 1945. Als herinnering aan zijn persoonlijke leed, hem door het communistische bewind aangedaan, citeert Sjostakovitsj zijn opera Lady MacBeth, die in 1936 vernietigend werd besproken door de autoriteiten. Ook klinken citaten uit zijn Symfonie nr. 5, de symfonie waarmee hij zich rehabiliteerde door toe te geven aan de muzikale eisen van het regime. In het tweede deel gebruikt hij een Joods thema afkomstig uit zijn Pianotrio nr. 2, een duidelijke verwijzing naar het leed van de Joodse gemeenschap in de Tweede Wereldoorlog. jaren daarvoor hem diep had aangegrepen, was hij het vrolijke deel van zijn karakter niet zonder meer kwijtgeraakt. Het Pianokwintet kent diepe dalen, maar ook uitbundige momenten. Vaak zijn die lach en traan onverbrekelijk met elkaar verbonden en lopen vloeiend in elkaar over. Precies dat wat Sjostakovitsj zo bewonderde in de Joodse muziek. Met een beetje fantasie is halverwege het scherzo zelfs een zweem van een Joods melodietje te horen. Vijfendertig tranen Tussen de twee werken van Sjostakovitsj klinkt de liederencyclus Zwarte bloemen van Josef Malkin. Hiermee komt de Joodse bron van dit programma heel dicht bij. Schrijfster Ida Vos maakte de Tweede Wereldoorlog van nabij mee. Van de Joodse schoolklas uit haar jeugd in Den Haag zijn in de oorlog 35 kinderen omgekomen. Ida Vos was één van de slechts vier overlevenden. Als herinnering aan die klasgenootjes schreef zij in 1975 evenzovele gedichten die zijn verschenen onder de titel Vijfendertig tranen. Het zijn veelal korte verzen die vertellen over het verdriet, de angst en de tragedie van de Jodenvervolging. De uit Georgië afkomstige violist en componist Josef Malkin koos twaalf van de verzen van Vos en maakte er twaalf liederen van, aanvankelijk voor sopraan en orkest, later ook in een versie voor een klein ensemble. De gedichten van Vos zijn aangrijpend in hun eenvoud en directheid. Ook de liederen van Malkin zijn eenvoudig van structuur en melodie, maar door hun kleinheid minstens even indringend als de tekst die er aan ten grondslag ligt. Vooraf klinkt een instrumentale inleiding op basis van een gedicht van Malkin zelf. De première van deze liederen werd gezongen door de dochter van de componist. Sindsdien is zij een warm pleitbezorgster van deze bijzondere compositie. Diepe dalen, uitbundige momenten Twintig jaar daarvoor waren de omstandigheden voor Sjostakovitsj heel anders. De rehabilitatie na de veroordeling van Lady MacBeth was een feit; hij mocht zich de populairste componist van het land noemen. Het Pianokwintet uit 1940 was een voorlopige bekroning van die populariteit. Het was geheel in de stijl die de autoriteiten graag zagen en de ontvangst was dan ook zeer lovend. Sjostakovitsj kreeg er zelfs de Stalin Prijs voor. Hoewel de verguizing van enkele Tekst: Kees Wisse Programma Reserveer nu uw volgende concert op www.orkest.nl WO 4 MEI 2016, 21.00 UUR geen pauze (einde concert ca. 22.15 uur) MUZIEKGEBOUW AAN ‘T IJ Hartmut Haenchen dirigeert Sjostakovitsj 8 Ensemble uit het Nederlands Philharmonisch Orkest Vadim Tsibulevsky, viool/leiding Channa Malkin, sopraan Sergei Edelmann, piano SERGEI PROKOFJEV (1891 -1953) Ouverture op Hebreeuwse thema’s in c, op. 34 (1919) DMITRI SJOSTAKOVITSJ (1906 -1975) Strijkkwartet nr. 8 op. 110 in c (1960) Largo Largo Allegro molto Largo Allegretto JOSEF MALKIN (1950) Zwarte bloemen (2008) Versie voor sopraan en klein ensemble Als zwarte zaailingen (instrumentaal) Voorjaar Vlinder Stil Hollandsche Schouwburg Samen Het draaiorgel Slaapliedje Klasgenoten Moeder en kind Ik ga mee! Kom terug! Bloemen voor jou ZA 21 MEI 2016, 20.15 UUR ZO 22 MEI 2016, 14.15 UUR DI 24 MEI 2016, 20.15 UUR HET CONCERTGEBOUW Nederlands Philharmonisch Orkest Hartmut Haenchen, dirigent HÄNDEL - Music for the Royal Fireworks SJOSTAKOVITSJ - Symfonie nr. 8 Grootse muziekstukken zijn er geschreven over de verschrikkingen van de oorlog en de vreugde als er uiteindelijk vrede werd gesloten. Een feest met vuurwerk en muziek wilde George, koning van GrootBrittannië en van het Duitse Hannover, toen in 1749 in Aken vrede werd gesloten. Georg Friedrich Händel, Londens topcomponist, moest de muziek leveren. Het werd het spetterende Music for the Royal Fireworks. Tegenhanger daarvan is de Symfonie nr. 8 die Dmitri Sjostakovitsj midden in de Tweede Wereldoorlog schreef. Voor dit spectaculaire programma keert voormalig chef-dirigent Hartmut Haenchen terug op het concertpodium bij het Nederlands Philharmonisch Orkest. DMITRI SJOSTAKOVITSJ (1906 -1975) Pianokwintet in g, op. 57 (1940) Prelude: Lento Fugue: Adagio Scherzo: Allegretto Intermezzo: Lento Finale: Allegretto Hartmut Haenchen Biografieën Vadim Tsibulevsky, viool/leiding De uit Azerbeidjan afkomstige violist Vadim Tsibulevsky maakte al op tienjarige leeftijd zijn debuut in Bakoe. Twee jaar later won hij een regionaal violistenconcours hetgeen hem in staat stelde leerling te worden van de Centrale Muziekschool voor Begaafde Kinderen in Moskou. Hij vervolgde zijn opleiding aan het conservatorium van Moskou waar hij concertmeester van het conservatoriumorkest werd. Hij verhuisde naar Israël waar hij lid werd van het Israëlisch Kamerorkest dat toen onder leiding van de befaamde violist Shlomo Mintz stond en studeerde onder Yair Kless. In 1996 werd hij concertmeester van het Belgische kamerorkest I Fiammingi. Regelmatig was Vadim Tsibulevsky als solist te horen in recitals en op festivals in Europa, Rusland en Israël. Hij speelde onder meer met bekende musici als Shlomo Mintz, Philippe Entremont en David Golub. Ook trad hij op als gastconcertmeester bij onder meer deFilharmonie in Antwerpen, het Brussels Philharmonic en het Philharmonisch Orkest van Bergen in Noorwegen. Sinds 2001 is Vadim Tsibulevsky als 1e concertmeester verbonden aan het Nederlands Philharmonisch Orkest. Channa Malkin, sopraan Nog maar tien jaar oud was Channa Malkin toen zij in 2000 optrad tijdens het traditionele nieuwjaarsconcert van het Nederlands Blazers Ensemble. Zes jaar later stond zij op het toneel bij De Nationale Opera als Barbarina in Le nozze di Figaro van Mozart. Nog datzelfde jaar soleerde ze met het Koninklijk Concertgebouworkest onder Mariss Jansons. Haar eigenlijke zangstudie moest toen nog beginnen. Dat deed ze in Utrecht onder Charlotte Margiono waar ze in 2012 haar diploma behaalde. Inmiddels heeft Channa Malkin naam gemaakt, zowel in opera, concert als liedkunst. Daarbij schuwde ze wereldpremières niet zoals de cantate Yizkor en de liederencyclus Zwarte bloemen, gecomponeerd door haar vader Josef Malkin. Ook zong zij de rol van Eve in de opera In the beginning van Carlijn Metselaar. Voor het Nederlands Philharmonisch Orkest is Channa Malkin geen onbekende. In juni 2014 vertolkte ze met het orkest de vrouwenrollen in een kindervoorstelling van Griegs Peer Gynt in Het Concertgebouw. Sergei Edelmann, piano Al jaren behoort Sergei Edelmann tot de top van de Oost-Europese klavierleeuwen. De Oekraïense pianist kreeg zijn eerste pianolessen van zijn vader, eveneens een vermaard pianovirtuoos. Hij maakte furore als solist in alle landen van de Sovjet-Unie. Na zijn emigratie naar de Verenigde Staten lag ook het Westen voor hem open. In 1983 behoorde hij tot de laureaten van de Koningin Elisabethwedstrijd. In de jaren die volgden, gaf hij talloze recitals en concerten met onder meer het Dallas Symphony Orchestra, het London Symphony Orchestra, het Orchestre de Paris en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hij ontmoette grote dirigenten als Yoel Levi, Valery Gergiev en Maxim Sjostakovitsj, zoon van de componist. Over zijn onlangs verschenen cd met enkele van Chopins werken schreef de pers: ‘De muziek werd met uiterste virtuositeit en diepgang door deze ervaren meester op de piano gespeeld.’ Radio-opnamen Omroep Max Het concert van 4 mei wordt live uitgezonden op NPO Radio 4 in het Max Avondconcert. Kijk voor meer informatie op www.maxavondconcert.nl. Luister gratis onze playlist op 24classics.com Wilt u vast een voorproefje van het concert dat u gaat bezoeken? Luister via 24classics.com of de 24classics-app gratis naar onze playlist Orkest met een steeds wisselende selectie van de werken die wij dit seizoen spelen. Zit u op de winnende stoel? Elke bezoeker van onze concerten kan zitten op de winnende stoel. Met uw plaatsbewijs maakt u kans op twee gratis concertkaarten. Kijk op de donderdag na het concert op www.orkest.nl of uw stoel het winnende nummer heeft.