Ingetogen Beethoven van Kavakos De Griekse sterviolist Leonidas Kavakos treedt geregeld op in ons land. Afgelopen weekeinde deelde hij het podium met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Vasily Petrenko in een smaakvolle uitvoering van Beethovens Vioolconcert. De Matinee in het Amsterdamse Concertgebouw was goed bezocht, maar niet uitverkocht. Nog geen twee weken geleden speelde Kavakos in Rotterdam het Eerste vioolconcert van Prokofjev. Nu sloeg hij een heel andere weg in en vertolkte hij een klassiek stuk uit het repertoire. In zijn welhaast Spartaanse aanpak bracht hij Beethovens opus terug tot een kamermuzikale belevenis. Zelfs de luidste passages klonken ingetogen. Kavakos concentreerde zich volledig op de kracht achter de noten en toverde een degelijke en onopgesmukte klank uit zijn Stradivarius. Optimale steun kreeg Kavakos van de jonge Rus Petrenko. Onder diens baton smeedde het orkest de muziek tot een compact geheel en leunden de musici met korte zuchten en lichte aanzetten tegen een authentieke speelstijl aan. De kordate en trefzekere slagtechniek van Petrenko leidde nergens tot afgemeten fraseringen, maar voerde de spelers langs vloeiende spanningsbogen met ruimte voor prikkende accentjes. Net zo harmonieus hield het Radio Filharmonisch Orkest ’Grace’ van de Nederlandse componist Joep Franssens ten doop. Hij schreef het werk in opdracht van de NPS voor de Zaterdagmatinee. ’Grace’ kan uitgelegd worden als sierlijkheid en goddelijke genade. Het vol geïnstrumenteerde stuk heeft een filmisch karakter en voert de luisteraar een kwartier lang via breed uitgesponnen lijnen naar een ondefinieerbaar niemandsland, waar een kleine rol is weggelegd voor een sopraan. Yvette Bonner dook af en toe als een zeemeermin uit de warme golven op om zich van verre te laten horen. Echte filmmuziek stond op de lessenaars met de cantate ’Alexander Nevski’. In de jaren dertig van de vorige eeuw componeerde Prokofjev deze muziek bij een film van Sergej Eisenstein over de veldslagen van Alexander Nevski, de grondlegger van het Russische rijk. Petrenko ontrafelde in dit volumineuze werk ieder detail en hield op spectaculaire wijze het grote geheel in het oog. Het zwaartepunt van zijn interpretatie vormde ’De slag op het ijs’. In brommend Russisch ontfermde het Groot Omroepkoor zich over de zegevierende woorden en de alt Irina Tchistjakova bezong ’Het doodsveld’ met een massief donker stemgeluid. Indrukwekkende muziek, groots uitgevoerd. Frederike Berntsen Tg 201008