Polsslag 14, 25 november 2009 ‘Bizarre ervaringen fascineren me’ Neuropsycholoog André Aleman probeert schizofreniepatiënten met magnetische stimulatie van de stemmen in hun hoofd af te helpen. Het is niet altijd makkelijk om patiënten voor het onderzoek te vinden. ‘Een schizofreniepatiënt is soms zo lusteloos dat hij niet voor zo’n onderzoek te motiveren is.’ Je hoort stemmen in je hoofd die vertellen wat je moet doen. Ook denk je dat de politie achter je aan zit. Of je ben zo lusteloos dat je nauwelijks je bed uit kunt komen. Dit zijn ervaringen die schizofreniepatiënten elke dag meemaken. Schizofrenie treedt vaak op bij jonge mensen rond de 20 jaar. “Vroeger betekende dat dat je levenslang ziek was”, vertelt hoogleraar neuropsychologie André Aleman. “Maar nu weten we dat maar één op de acht schizofreniepatiënten langdurig wordt opgenomen. De helft van de patiënten herstelt redelijk na een of meerdere episodes van de ziekte.” Sinds zijn studietijd is Aleman (34) al geïnteresseerd in schizofrenie. “Bizar gedrag fascineert me”, vertelt Aleman. “Waarom denken mensen dat ze de FBI achter zich aan hebben en horen ze stemmen die er helemaal niet zijn?” Spoelen Aleman onderzoekt binnen het Neuro Imaging Centre van het UMCG hoe hij schizofreniepatiënten van hun stemmen kan afhelpen, die worden veroorzaakt door een overactief gebied aan de zijkant van het hoofd. Met magnetische straling probeert Aleman dit gebied tot rust te brengen, via de zogenoemde transcraniële stimulatietechniek (TMS). Voor zijn onderzoek gebruikt Aleman een apparaat met een grote plastic arm waaraan een achtvormig stuk plastic zit. In dit achtvormige stuk plastic zitten twee spoelen, die bij de patiënt tegen het hoofd worden geplaatst en die magnetische pulsen geven. “De patiënt zit zo’n twintig minuten op een stoel en voelt een zachte tik op het hoofd, maar dat doet geen pijn.” De techniek werkt goed bij depressieve mensen, en bij schizofreniepatiënten lijkt TMS ook wel te helpen tegen stemmen. “Toch weten we er nog weinig van”, vertelt Aleman. “De grootste studie met TMS is tot nu toe bij vijftig patiënten gedaan. Dat waren altijd mensen bij wie de medicijnen niet werken tegen de stemmen, dus dat is meteen een lastige groep. Tegelijk wil deze groep patiënten graag meedoen met experimentele therapie.” Pocketformaat Aleman deed zelf, met psycholoog Ans Vercammen en psychiaters van het UMCG, een studie met 36 schizofreniepatiënten, die goed waren ingesteld op medicijnen. Twaalf personen kreeg TMS aan de linkerkant van het hoofd, twaalf aan beide kanten en twaalf kregen wel het apparaat tegen hun hoofd, maar dat stond niet aan. Hieruit bleek dat TMS goed werkt tegen stemmen bij een aantal patiënten in de twee behandelde groepen, maar er was ook verbetering in de placebogroep. “We weten niet hoe lang de therapie werkt. Ik denk dat je elke twee tot drie maanden op herhaling moet komen, maar er zijn geen langetermijnstudies naar gedaan. Misschien kunnen patiënten in de toekomst wel TMS-apparatuur thuis krijgen in pocketformaat.” Paracetamolletje Een groot voordeel van de TMS-methode, is dat een sessie van 20 minuten weinig bijwerkingen heeft. “Een op de tien personen heeft wel wat hoofdpijn na de behandeling, maar dat is met een paracetamolletje goed te bestrijden. Medicijnen die schizofreniepatiënten slikken hebben veel ergere bijwerkingen, zoals misselijkheid en dikker worden.” Om te ervaren wat zijn proefpersonen beleven, heeft Aleman de stimulatie op zichzelf uitgetest. Ook heeft hij in de nauwe ruimte van een MRI-scanner gelegen. “Ik denk dat het goed is om te weten hoe je onderzoeksmethode voelt bij de proefpersonen. Maar alles binnen je eigen grenzen. Als je claustrofobisch bent, zou ik niet in een MRI gaan liggen.” Tekst: Mariëtte Bliekendaal