Huisregel dat mannen alleen met een vrouw feest kunnen bezoeken

advertisement
Huisregel dat mannen alleen met een vrouw feest kunnen bezoeken, is in
strijd met de wet
Volledig oordeel
Oordeel
2010-19
Datum: 11 februari 2010
Dossiernummer: 2009-0399
op het verzoekschrift van 13 oktober 2009 van
Stichting Anti-discriminatie Bureau Regio Haarlem
gevestigd te Haarlem, verzoekster
vertegenwoordigd door F. Janss, klachtbehandelaar
tegen
....
gevestigd te . . . ., verweerster
vertegenwoordigd door . . . ., bestuurder
1 Procesverloop
1.1 Bij het voornoemde verzoekschrift heeft verzoekster de Commissie Gelijke Behandeling, hierna: de Commissie, gevraagd
te onderzoeken of verweerster (verboden) onderscheid op grond van geslacht en/of homoseksuele gerichtheid maakt, door in
de huisregels op te nemen dat tijdens feesten die verweerster organiseert mannen alleen worden toegelaten indien zij
vergezeld zijn van een vrouw.
1.2 Verweerster heeft schriftelijk verweer gevoerd. De Commissie heeft het verweerschrift ontvangen op 28 oktober 2009.
1.3 Verzoekster is in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het verweerschrift en is tevens verzocht nadere
informatie te sturen. De Commissie heeft de reactie van verzoekster ontvangen op 12 november 2009. Verweerster is in de
gelegenheid gesteld hierop te reageren, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Tot slot heeft verzoekster desgevraagd op 1
februari 2010 een afschrift van haar statuten gestuurd, welke ter kennisname aan verweerster zijn gestuurd. Het onderzoek is
op 2 februari 2010 gesloten.
1.4 De Commissie heeft de zaak, conform artikel 31, eerste lid, van het Besluit werkwijze Commissie gelijke behandeling,
vereenvoudigd behandeld. Dit betekent dat geen zitting is gehouden en het oordeel is uitgesproken op basis van de door
partijen overgelegde schriftelijke informatie.
2 Feiten
2.1 Verzoekster is een stichting die ingevolge artikel 2 van haar statuten ten doel heeft het voorkomen en bestrijden van
discriminatie op grond van onder andere geslacht en homoseksuele gerichtheid. Verzoekster tracht dit doel onder meer te
bereiken door het in en buiten rechte optreden tegen discriminatie.
2.2 Verweerster exploiteert een horecabedrijf in de vorm van een beachclub. Zij organiseert onder andere feesten. Voor deze
feesten hanteert verweerster huisregels die staan vermeld op haar website. Hierin is – voor zover relevant - het volgende
vermeld: “heren verplicht met dames”.
3 Beoordeling van het verzoek
3.1 Ter beoordeling ligt de vraag voor of verweerster (verboden) onderscheid op grond van geslacht en/of homoseksuele
gerichtheid maakt, door in de huisregels op te nemen
“heren verplicht met dames”.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid
3.2 Verzoekster is een stichting die in overeenstemming met haar statuten de belangen behartigt van degenen in wier
bescherming de gelijkebehandelingswetgeving beoogt te voorzien. Op grond van artikel 12, tweede lid, onderdeel e, van de
Algemene wet gelijke behandeling (AWGB), heeft verzoekster een zelfstandige bevoegdheid om een verzoek om een oordeel
aan de Commissie voor te leggen. Verzoekster is daarom ontvankelijk in haar verzoek.
Ten aanzien van de vraag of sprake is van onderscheid
3.3 Artikel 7, eerste lid, onderdeel a, AWGB verbiedt, in samenhang met artikel 1 AWGB, het maken van onderscheid op
grond van geslacht en homoseksuele gerichtheid onder meer bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen of
diensten in de uitoefening van een beroep of bedrijf en bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten ter zake.
Het toelatingsbeleid van een horecagelegenheid valt onder de reikwijdte van deze bepaling (vergelijk CGB 31 juli 2008,
2008-104).
3.4 Ingevolge artikel 1 AWGB wordt onder onderscheid zowel direct als indirect onderscheid begrepen. Het begrip direct
onderscheid ziet op onderscheid dat rechtstreeks verwijst naar of gebaseerd is op één van de door de
gelijkebehandelingswetgeving beschermde gronden. Onder indirect onderscheid moet worden verstaan onderscheid op grond
van een neutraal criterium, voorschrift of handelen dat personen bijzonder treft in verband met een of meer door de
gelijkebehandelingswetgeving beschermde gronden.
Onderscheid op grond van geslacht
3.5 Verzoekster stelt dat verweerster onderscheid op grond van geslacht maakt door in de huisregels op te nemen “heren
verplicht met dames”.
3.6 Verweerster heeft toegelicht dat zij huisregels hanteert om de goede sfeer te kunnen waarborgen. Een evenredig aandeel
mannen en vrouwen draagt bij aan de goede sfeer, aldus verweerster. Het is haar ervaring dat in een omgeving waarin
mannen zijn oververtegenwoordigd eerder een agressieve sfeer ontstaat. Om die reden is in de huisregels opgenomen dat
mannen vergezeld moeten zijn van een vrouw. Verweerster stelt dat dit echter niet betekent dat vrouwen altijd toegang
krijgen tot een feest. Omdat het zelden voorkomt dat op een feest vrouwen zijn oververtegenwoordigd, is niet expliciet
opgenomen in de huisregels dat vrouwen vergezeld moeten zijn van een man. De huisregel dat mannen vergezeld moeten zijn
van een vrouw is overigens een dode letter, aangezien in de praktijk iedereen wordt toegelaten, aldus verweerster. De regel
wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegepast. Verweerster acht de regel niettemin wenselijk, omdat zij de regel wil
kunnen toepassen indien hiervoor aanleiding is.
3.7 De Commissie beperkt haar beoordeling tot de vraag of verweerster met de huisregel: ‘’heren verplicht met dames’’, in
strijd handelt met de AWGB. Zij doet geen onderzoek naar de vraag of, en zo ja hoe vaak, deze huisregel daadwerkelijk
wordt toegepast.
Met de huisregel “heren verplicht met dames” wordt relevantie toegekend aan het geslacht van de bezoeker, in die zin dat
mannelijke bezoekers vergezeld dienen te zijn van een vrouw. Hierdoor wordt direct onderscheid gemaakt op grond van
geslacht.
Dit is overigens eveneens het geval indien verweerster in de huisregels zou opnemen dat vrouwen vergezeld dienen te zijn
van een man. Dat de huisregel “heren verplicht met dames” naar zeggen van verweerster in de praktijk zelden of nooit wordt
toegepast, doet niet aan af aan de conclusie dat deze huisregel direct onderscheid op grond van geslacht maakt.
3.8 Direct onderscheid op grond van geslacht is verboden, tenzij een wettelijke uitzondering van toepassing is. Verweerster
heeft aangevoerd dat de huisregel wordt toegepast om de goede sfeer te kunnen waarborgen. De Commissie stelt vast dat
geen van de wettelijke uitzonderingen betrekking heeft op een aldus gemotiveerd onderscheid. Nu ook overigens niet gesteld
of gebleken is dat één van de wettelijke uitzonderingen van toepassing is, heeft verweerster verboden direct onderscheid op
grond van geslacht gemaakt door in de huisregels op te nemen ’’heren verplicht met dames’’.
Onderscheid op grond van homoseksuele gerichtheid
3.9 Verzoekster heeft tevens aangevoerd dat verweerster met de huisregel “heren verplicht met dames’’ indirect onderscheid
op grond van homoseksuele gerichtheid maakt. Deze huisregel houdt immers in dat heteroseksuele mannen wel met hun
partner een feest van verweerster kunnen bezoeken en homoseksuele mannen niet, aldus verzoekster. Verweerster betwist dat
de regel onderscheid op grond van homoseksuele gerichtheid tot gevolg heeft, aangezien de regel zowel voor homoseksuele
als heteroseksuele mannen geldt. Immers ook heteroseksuele mannen dienen vergezeld te zijn van een vrouw, aldus
verweerster.
3.10 De Commissie stelt vast dat verweerster met de huisregel geen direct onderscheid op grond van homoseksuele
gerichtheid maakt. De regel dat mannen vergezeld moeten zijn van een vrouw geldt immers voor alle mannen, ongeacht of zij
hetero- of homoseksueel zijn.
3.11 De Commissie is met verzoekster van oordeel dat de regel “heren verplicht met dames” wel homoseksuele mannen treft,
omdat deze regel inhoudt dat heteroseksuele mannen wel met hun partner een feest van verweerster zouden kunnen bezoeken
en homoseksuele mannen niet. De Commissie oordeelt dan ook dat verweerster met deze huisregel indirect onderscheid op
grond van homoseksuele gerichtheid maakt. Dat de regel volgens verweerster in de praktijk zelden of nooit wordt toegepast,
doet daar niet aan af.
3.12 Ingevolge artikel 2, eerste lid, AWGB, is indirect onderscheid niet verboden indien hiervoor een objectieve
rechtvaardiging is. Of in een concreet geval sprake is van een objectieve rechtvaardiging moet worden nagegaan aan de hand
van een beoordeling van het doel van het onderscheid en het middel dat ter bereiking van dit doel is ingezet.
Het doel dient legitiem te zijn, in de zin van voldoende zwaarwegend dan wel te beantwoorden aan een werkelijke behoefte.
Een legitiem doel vereist voorts dat er geen sprake is van een discriminerend oogmerk.
Het middel dat wordt gehanteerd moet passend en noodzakelijk zijn. Een middel is passend indien het geschikt is om het doel
te bereiken. Het middel is noodzakelijk indien het doel niet kan worden bereikt met een middel dat niet leidt tot onderscheid,
althans minder bezwaarlijk is, en het middel in evenredige verhouding staat tot het doel. Pas als aan al deze voorwaarden is
voldaan levert het onderscheid geen strijd op met de AWGB.
3.13 Zoals overwogen in 3.6 hanteert verweerster huisregels, waaronder de regel ’’heren verplicht met dames’’, om de goede
sfeer te kunnen waarborgen. Verweerster heeft toegelicht dat de praktijk leert dat de aanwezigheid van vrouwen agressie
tegen homoseksuele mannen in toom houdt. De Commissie is van oordeel dat het kunnen waarborgen van een goede sfeer
beantwoordt aan een werkelijke behoefte van verweerster en dat het streven hiernaar geen discriminerend oogmerk heeft. Het
doel is derhalve legitiem.
3.14 Ten aanzien van de passendheid en de noodzakelijkheid van het middel, te weten: het opnemen van de huisregel ‘’heren
verplicht met dames’’, merkt de Commissie het volgende op. De Commissie is van oordeel dat, alhoewel huisregels in het
algemeen kunnen bijdragen aan een goede sfeer, verweerster zelf heeft aangegeven dat zij de regel ‘’heren verplicht met
dames’’ in de praktijk zelden of nooit toepast. Het middel lijkt derhalve niet passend en is naar het oordeel van de Commissie
evenmin noodzakelijk, nu er een alternatief voor handen is dat niet leidt tot onderscheid. Verweerster kan immers huisregels
opnemen die zien op het gedrag van de bezoekers om de goede sfeer te kunnen waarborgen.
3.15 Gelet het bovenstaande is geen objectieve rechtvaardiging aanwezig voor het gemaakte indirecte onderscheid op grond
van homoseksuele gerichtheid. De Commissie oordeelt dan ook dat verweerster met de huisregel “heren verplicht met
dames” verboden indirect onderscheid op grond van homseksuele gerichtheid maakt.
4 Oordeel
De Commissie Gelijke Behandeling spreekt als haar oordeel uit dat . . . . verboden direct onderscheid op grond van geslacht
en verboden indirect onderscheid op grond van homoseksuele gerichtheid maakt met de huisregel “heren verplicht met
dames”.
Aldus gegeven te Utrecht op 11 februari 2010 door mr. Ch.M. van der Bas, voorzitter,
in tegenwoordigheid van mr. A. Swarte, secretaris.
Download