De Polen van Tengeru Chris Smith Langs de weg naar Tengeru staan de jacaranda’s in bloei. De paarse bloesems lijken op donkere overdrijvende wolken. De rode aarde onder bomen is besprenkeld met bloemblaadjes. Tengeru ligt op de hellingen van de Meru, een vulkaan in Noord-Tanzania. Vanaf de berg stromen riviertjes, die het water voor de koffieplantages leveren. Het is een relatief dicht bevolkt gebied en er lopen veel mensen langs de weg. In Afrika lopen altijd en overal veel mensen. Vandaag zijn er nog meer mensen. Het is marktdag in Tengeru. Alles doet feestelijk aan: het paars van de jacaranda, de rode tomaatjes, de groene bananen tussen de gekleurde omslagdoeken van de marktvrouwen en het scharlaken overhemd van de fietsenmaker. Ik ben op weg naar een Poolse begraafplaats, die een aantal kilometers voorbij de markt aan een onverharde weg ligt. Bij toeval zag ik een jaar geleden een bordje met het opschrift Cemetery of Polish War Refugees, Tengeru, 1942-1952. Ik werd geïntrigeerd door dit bord. Waarom en hoe kwamen Poolse vluchtelingen uit de Tweede Wereldoorlog in Tanzania terecht? Hoe kwam het dat er zelfs een Poolse begraafplaats bij Tengeru is? Tanganyika was in 1942 -zoals Tanzania toen werd genoemd- een Engels protectoraat maar lag ver verwijderd van de slagvelden van Europa en Azië en was niet direct betrokken bij de wereldoorlog. Het verhaal van de Poolse vluchtelingen van Tengeru is één van de tragedies die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in de wereld voordeden. Het begon in 1940 nadat de Sovjet-Unie en Duitsland Polen waren binnen gevallen en het land verdeelden als onderdeel van het geheime verdrag tussen Hitler en Stalin. Op last van Stalin werden een miljoen Polen - mannen, vrouwen, kinderen - opgepakt en gedeporteerd naar Centraal-Azië. Daar werden de volwassenen in concentratiekampen te werk gesteld. Onder zware omstandigheden ploeterden de gevangenen in de besneeuwde en bevroren bossen van Siberië en op de katoenvelden van Kazachstan. Onverwacht werd in 1941 amnestie verleend toen de Duitsers de Sovjet-Unie binnenvielen en in korte tijd grote delen van het land veroverden. Nieuwe troepen waren voor het gedecimeerde Sovjet-leger van levensbelang en met hulp van Britse diplomatie werden honderdduizenden Poolse gevangenen vrijgelaten op voorwaarde dat de mannen zouden worden ingezet in de 1 strijd tegen de Duitsers. Dit Poolse legertje, ter grootte van een divisie, werd gehuisvest in het westen van Kazachstan en kwam onder bevel van generaal Wladyslaw Anders te staan, waardoor het wel het Anders Leger werd genoemd. Met wintertemperaturen ver onder nul kwamen de nieuwbakken soldaten in het hart van Centraal-Azië echter niet verder dan hun barakken. Veel vrouwen en kinderen verbleven nog in de kampen. Al snel bleek dat de Sovjets hen in Centraal-Azië letterlijk in de kou lieten staan en een wanhopige exodus volgde, waarbij honderdduizenden Polen onder zware omstandigheden naar India en Iran vluchtten. Daar aangekomen, besloot Engeland meer dan twintigduizend vluchtelingen onder te brengen in kampen in Afrika. Zo kwamen bijna vijfduizend Poolse vluchtelingen terecht in het dorpje Tengeru in het hart van Afrika. Daar, te midden van koffieplantages, zouden ze de oorlogsjaren doorbrengen. Na de oorlog verhuisden velen naar Amerika, Engeland en Australia, maar zo’n duizend bleven achter om van het gastland hun vaderland te maken. Niet iedereen overleefde de jaren in Tengeru en zij werden begraven op de begraafplaats, waar ik een jaar geleden langs reed. Nu ben ik er weer en na een paar kilometers zie ik een bord met Cmentarz Wyomancow Polskich. Het hek is dicht maar een man komt uit een portiershuisje. “Ik ben Simon, de opzichter,” zegt hij en opent het hek. Hij pakt mijn hand, eerst moet ik naar een klein museum. Aan de muren hangen foto’s. Op een herdenkingsteen staat: ‘If I forget them, you God in heaven, forget about me‘. Vluchtelingen worden vergeten nadat ze in kampen zijn weggestopt. “De eerste vluchtelingen kwamen in 1942,” vertelt Simon. “Eerst woonden de mensen in eenvoudige hutten met daken van bananenbladeren, net als wij, Tanzanianen,” lacht hij. “Daarna werden huizen, een ziekenhuis en een kerk gebouwd en zelfs een tehuis voor weeskinderen.” Veel kinderen hadden hun ouders verloren in de kampen van Azië. Zeshonderd van hen kwamen in Tengeru terecht. Een van hen was Stanley. Als klein kind werd hij met zijn ouders naar Siberië gedeporteerd. Daar stierf een broertje. Tijdens de vlucht overleden twee zusjes in Oezbekistan waar zijn vader in het leger terechtkwam. Zijn moeder verdween eveneens en Stanley belandde in een kamp voor wezen in Tasjkent, vanwaar hij uiteindelijk naar het weeshuis van Tengeru werd gestuurd. Ik loop over het kleine kerkhof. De frangipane bloeit wit. Ook de graven zijn wit. De meesten hebben een kruisje, sommigen een Davidster. Ik spel namen: Szcepanik Feliksa, zevenenveertig jaar, Odulinkski Helina, slechts één jaar oud. Na zoveel omzwervingen vonden ze hier de vrijheid om te sterven. Ik denk aan mijn eigen kampjaren in Indië en mijn bezoek aan het ereveld in Birma waar mijn vader, zevenentwintig jaar oud, werd begraven. Waarom ben ik hier? Waarom bezoek ik opnieuw een begraafplaats die zoveel herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog oproept? Het is stil. Geen vogel zingt. Er hangt een diepe stilte, de stilte van vrede, zoals een Poolse vluchteling in zijn dagboek scheef. Het vluchtelingencentrum werd in 1952 gesloten. De overlevenden vertrokken, de gestorvenen bleven achter op de kleine begraafplaats. De grond tussen de graven is bezaaid met witte frangipane bloemen. De plek is een klein paradijsje ondanks het verdriet van dood dat ieder kerkhof oproept. Wanneer ik naar de uitgang loop, zegt Simon: “Komt u op 1 november terug? Dan worden de overledenen herdacht.” “Misschien,” zeg ik, “misschien.” Wanneer ik wegrijd over de beschaduwde weg met hoge bomen, beginnen bosduifjes te koeren. Een witte ibis scheert over een koffieplantage waarachter de blauwe hellingen van Mt. Meru zichtbaar zijn. Terug bij de dorpsmarkt schalt vrolijke Afrikaanse muziek. Ik ben weer in het heden van Tengeru wiens huidige bevolking waarschijnlijk geen idee heeft dat hier zestig jaar geleden duizenden Polen hebben gewoond. De Polen van Tengeru. Gebruiksvoorwaarden Het werk van schrijvers en dichters op Nederland Schrijft mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan. 3