Artikel: Toepasselijkheid algemene voorwaarden in internationaal

advertisement
In deze bijdrage staat de toepasselijkheid van algemene voorwaarden centraal wanneer u
internationaal zaken doet. Verder zal ik ingaan op enkele actualiteiten op het gebied van
rente en buitengerechtelijke incassokosten en recente regelgeving met betrekking tot
betalingstermijnen.
Algemene voorwaarden
Wanneer u als ondernemer veel internationaal zaken doet, werkt u misschien ook wel met
algemene voorwaarden. Uw klant in het buitenland waarschijnlijk ook. Wanneer dat zo is,
kan er een conflict ontstaan over welke algemene voorwaarden nu van toepassing zijn. Voor
de vaststelling van de toepasselijkheid van algemene voorwaarden dient in veel gevallen
eerst een andere, voorafgaande, vraag te worden beantwoord. Eerst zal namelijk moeten
worden bepaald aan de hand van welk recht moeten worden beoordeeld of de algemene
voorwaarden van toepassing zijn.
Van belang zijn dan de regels van internationaal privaatrecht waarbij de aangezochte rechter
een oordeel moet geven of eventueel Nederlands recht van toepassing is of een ander
rechtstelsel. Overeenkomsten die zijn gesloten vóór 17 december 2009 vallen onder de
toepasselijkheid van het EVO-verdrag. Overeenkomsten na die datum worden beoordeeld
aan de hand van het verdrag Rome I. Daarnaast gelden regels van eenvormig privaatrecht,
anders gezegd: verdragen en regelingen waarin het materiële, inhoudelijke recht is bepaald.
Een voorbeeld is het Weens Koopverdrag. Dit zichzelf van toepassend verklarend verdrag
geldt bij internationale transacties tussen ondernemingen die in twee verdragsluitende
lidstaten zijn gevestigd.
Een voorbeeld. Een Nederlandse onderneming verkoopt een machine aan een Duitse klant.
Die machine veroorzaakt schade. De Nederlandse verkoper heeft echter bij de verkoop zijn
algemene voorwaarden van toepassing verklaard met daarin een uitsluiting of beperking van
aansprakelijkheid opgenomen.
Omdat het om een koopovereenkomst gaat en tenminste één van de partijen in Nederland
gevestigd is, geldt het Weens Koopverdrag. Tenzij dit uitdrukkelijk is uitgesloten. Het Weens
Koopverdrag geldt immers op het moment dat één van beide partijen in een verdragsluitende
staat woonachtig of gevestigd is. In dat geval wordt het Weens Koopverdrag ook gebruikt ter
beantwoording van de vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn.
Toepasselijkheid: gelden de voorwaarden?
Onze Hoge Raad heeft al enkele malen uitgemaakt, dat in dat soort situaties het antwoord
op de vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn, besloten ligt in het Weens
Koopverdag zelf. Artikel 8 van het Weens Koopverdrag geldt dan, een artikel dat overigens
lijkt op artikel 3:32 uit ons Nederlands Burgerlijk Wetboek.
Terhandstelling: welke taal?
Door de Duitse Hoge Raad (het Bundesgerichtshof) is in 2001 een arrest gewezen, waaruit
voortvloeit dat algemene voorwaarden in de taal van de wederpartij ter hand gesteld moeten
worden aan die wederpartij, althans in een taal die haar bekend is. Veel Nederlandse
rechters volgen deze redenering.
In mijn voorbeeld geldt dan, dat wanneer de Nederlandse verkoper zijn voorwaarden niet in
de Duitse taal of in een taal die zijn Duitse klant kon begrijpen van toepassing heeft verklaard
én ter hand heeft gesteld, hij er waarschijnlijk niet veel aan zal hebben.
Een veel voorkomende situatie is dat algemene voorwaarden van toepassing worden
verklaard en in die algemene voorwaarden een rechtskeuze wordt gemaakt en tegelijk het
Weens Koopverdrag wordt uitgesloten. Het Weens Koopverdrag mag worden uitgesloten,
maar of dat rechtsgeldig is gebeurd, wordt gek genoeg beantwoord aan de hand van het
Weens Koopverdrag zelf.
De meningen onder de geleerden zijn nog enigszins verdeeld, maar het lijkt er toch sterk op,
dat wanneer je als rechter oordeelt dat het Weens Koopverdrag in de laatst beschreven
situatie rechtsgeldig is uitgesloten en de beoordeling door een rechter geschiedt aan de
hand van het Weens Koopverdrag zelf, daarmee automatisch wordt gezegd dat de algemene
voorwaarden van toepassing zijn, inclusief de uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid
dus!
In het geval van mijn voorbeeld van de Nederlandse verkoper geldt dan, logisch
doorgeredeneerd, dat Nederlands recht van toepassing zou moeten zijn.
De toepasselijkheid van algemene voorwaarden in internationale handelstransacties is en
blijft een ingewikkeld vraagstuk.
Het advies aan mijn klanten is eigenlijk altijd om bij de keuze voor geschillenbeslechting de
bevoegde rechter en de keuze van het toepasselijk recht altijd expliciet in de offerte of
overeenkomst zelf op te nemen. En in een taal die de wederpartij begrijpt of in de eigen taal
van de wederpartij. Alleen dan komt u bij de rechter en het recht van uw keuze uit.
Van belang is dan wel, dat u de regelgeving over de algemene voorwaarden uit het
Nederlands Burgerlijk Wetboek ook opvolgt en, kort gezegd, de toepasselijkheid van
algemene voorwaarden voorafgaand of bij het sluiten van de overeenkomst afspreekt en ter
hand stelt.
Veel partijen die internationaal zaken doen zijn - helaas - door schade en schande wijs
geworden. Veel van mijn klanten komen steeds vaker voorafgaand aan het sluiten van de
overeenkomst eerst om advies vragen. Die “verandering van mindset” zie je gelukkig steeds
vaker. Waarom ga je als ondernemer - als het contract al is gesloten en er geschillen
ontstaan - dan pas naar een specialist toe en niet voorafgaand aan het sluiten van de deal?
Voorkomen is als zo vaak beter dan genezen. En hoewel het enigszins preken voor eigen
parochie is, zien toch steeds meer klanten in dat het verstandig is om in het geval van
internationale transacties eerst advies te vragen. Niet alleen over het contract zelf en de
eventuele toepasselijke algemene voorwaarden, maar ook over het verkrijgen van
zekerheiden en het verkleinen van risico’s en aansprakelijkheden.
Rente en kosten
Het voorgaande ging slechts over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. Maar
wanneer naar de inhoud van algemene voorwaarden wordt gekeken, is er ook nog veel te
verbeteren. Ik zie maar al te vaak bepalingen opgenomen die beter of scherper geformuleerd
kunnen worden. Zo ook op het vlak van de rente en de kosten.
Ervan uitgaande dat u op de juiste wijze uw algemene voorwaarden heeft gebruikt, kunt u
naar Nederlands recht zonder problemen een renteclausule opnemen van 1,5% per maand
in het geval van betalingsverzuim van uw klant. Zelfs percentages van 2% per maand zijn
toelaatbaar, maar daar ligt wel, zo is onze ervaring, de grens.
In teveel algemene voorwaarden zie ik renteclausules staan zoals “euribor + 2%”, “de
wettelijke rente” en andere varianten. Het mag, maar duidelijk is het niet.
Niet alleen gaat van een hoge boeterente een sterkere preventieve prikkel uit, maar als het
uiteindelijk tot buitengerechtelijke of gerechtelijke incasso komt, kunt u maar beter een
beroep doen op een clausule met een hoger percentage. Zorg er in ieder geval voor dat het
rentepercentage wat u contractueel afspreekt via uw algemene voorwaarden gelijk is aan of
hoger ligt dan de rente die uzelf als leverancier moet betalen.
Ook ter zake de buitengerechtelijke incassokosten stel ik vast dat er vele verschillende
soorten bepalingen zijn. Met de nieuwe wetgeving over de regulering van incassokosten die
per 1 juli 2012 is ingegaan heeft de wetgever een duidelijk onderscheid gemaakt tussen B2C
en B2B transacties. Voor B2B transacties geldt, dat contractsvrijheid nog steeds voorop
staat.
Dat neemt niet weg dat de incassokosten, zo lijkt de heersende leer toch te zijn, nog steeds
redelijk moeten zijn en redelijkerwijs gemaakt moeten zijn. Dit betekent niet alleen dat u uw
debiteurentraject daarop moet inrichten en bij het uit handen geven van uw vordering niet
over een nacht ijs moet gaan, maar anderzijds ook een redelijk percentage aan kosten in uw
algemene voorwaarden mag of misschien zelfs wel moet opnemen. De kosten van externe
incasso wilt u toch leggen bij de partij die ze veroorzaakt heeft of niet?
Een percentage van 15% is niet ongebruikelijk. In vele branches wordt dit percentage
gehanteerd. Niet alleen in individuele algemene voorwaarden van crediteuren, maar ook in
branchevoorwaarden. Overigens heeft de Minister bij de toelichting op de nieuwe wet
aangegeven, dat een percentage van 15% niet ongebruikelijk of onredelijk is.
Betaaltermijn
Daarnaast komt er vanuit Europa de laatste tijd zeer veel en zeer verschillende wetgeving op
ons af. Als gevolg van recente regelgeving is er op 16 maart 2013 een wetswijziging
doorgevoerd in Nederland die van belang is voor uw betalingspraktijk en ons incassopraktijk.
De wijziging voor wat betreft B2B transacties en houdt het volgende in.
Vanaf de datum van inwerkingtreding van de wijziging gelden met betrekking tot
overeenkomsten die zijn gesloten na 16 maart 2013 de volgende punten:
1. Als er contractueel niets geregeld is tussen partijen, vervalt een factuur uiterlijk 30
dagen na de dag van ontvangst van de factuur;
2. Er mag een langere betaaltermijn worden afgesproken, maar met een maximum van
60 dagen;
3. Een betalingstermijn van langer dan 60 dagen is alleen toegestaan als kan worden
aangetoond dat dit voor geen van beide partijen (en dus met name voor de
schuldenaar) nadelig is.
De wijzigingen zijn vastgelegd in de artikelen 6:96 BW met de toevoeging van de een nieuw
lid 4. Daarin is vastgelegd dat bij handelstransacties en overschrijding van een
betalingstermijn een bedrag van € 40,00 als minimumbedrag aan kosten in rekening kan
worden gebracht. Daarvan kan niet ten nadele van de schuldeiser worden afgeweken.
Verder bevat artikel 6:119a BW (de wettelijke handelsrente) een tweetal nieuwe leden te
weten 4 en 5. In lid 4 is het volgende opgenomen:
“De termijn bedraagt niet meer dan 30 dagen na ontvangst van de prestatie, tenzij partijen
uitdrukkelijk een langere termijn overeenkomen en deze termijn niet kennelijk onbillijk is
jegens de schuldeiser, mede gelet op: ..”.
Lid 5 bepaalt:
“Partijen kunnen een langere termijn van ten hoogste 60 dagen overeenkomen, tenzij zij
uitdrukkelijk een langere termijn van betaling in de overeenkomst opnemen en deze termijn
niet kennelijk onbillijk is jegens de schuldeiser, mede gelet op: …”.
Onze voorlopige conclusie is, dat wanneer partijen niets zijn overeengekomen het verzuim
automatisch intreedt als er 30 dagen na ontvangst van de factuur niet is betaald en dan ook
automatisch € 40,00 interne invorderingskosten verschuldigd zijn en incassokosten volgens
de staffel als bedoeld in artikel 6:96 BW.
Partijen mogen een langere betalingstermijn tot 60 dagen overeenkomen. Ook bijvoorbeeld
in algemene voorwaarden, maar is dit aantastbaar als een van partijen hierdoor benadeeld
wordt. Partijen kunnen ook een langere betalingstermijn dan 60 dagen overeenkomen, maar
hoogstwaarschijnlijk kan dit niet in de algemene voorwaarden. Anders zie ik niet in waarom
er verschillen in redactie is tussen lid 4 en 5 van artikel 6:119 a BW. Bovendien heeft de
schuldenaar wat uit te leggen met betrekking tot de billijkheid van een langere termijn.
Hiermee lijkt de situatie, waarin er tussen partijen een soort van stilzwijgende, automatische
betalingstermijn van bijvoorbeeld 90 dagen gaat gelden “omdat dat nu eenmaal zo
gebruikelijk was of is” tot het verleden te behoren. De bouwsector is met lange
betalingstermijnen van 90 tot 120 dagen daar geen uitzondering op.
Kortom, als u (internationaal) zaken doet en u wenst daadwerkelijk terug te kunnen vallen op
uw algemene voorwaarden, wees u dan bewust van de valkuilen die ik heb geschetst. Kom
een geschillenregeling met daarin een rechtskeuze en een forumkeuze uitdrukkelijk overeen
in de overeenkomst zelf. Maak uw klant ook in zijn eigen taal of in een taal waarin u
gewoonlijk met hem communiceert duidelijk dat uw voorwaarden van toepassing zijn.
Daarnaast geldt, dat u de inhoud van uw voorwaarden up to date moet houden. Dat geldt
overigens niet alleen voor rente en kosten, maar ook voor uitsluiting van aansprakelijkheden,
leveringscondities (bijvoorbeeld de laatste Incoterms 2010) en andere gebruikelijke in de
algemene voorwaarden geregelde onderwerpen.
Download