Zelfstudieopdracht 2 (135547)

advertisement
Zelfstudieopdracht 2
Maag Darm
Stap 1
Diverticulitis: ontsteking van een of meer divertikel (bol- of zakvormige
uitstulping van de wand van een hol orgaan, b.v. darm of blaas) >
ziektebeeld
Ischemische colitis: ontstekingsverschijnselen volgend op een lokale
circulatiestoornis in de dikke darm.
Sondevoeding: zeer en energierijke vloeibare voeding geschikt
(gemaakt) om via een neussonde of via een voedingsdistel
(gastrostomie) te worden toegediend.
Laparotomie: buiksnede, het openen van de buikholte.
Colonstoma: kunstmatige opening van de dikke darm.
Colitis ulcerosa: colitis (ontsteking van de dikke darm) gecompliceerd
door het ontstaan van gemakkelijk bloedende slijmvliezen. > ziektebeeld
EVV’er: eerst verantwoordelijke verpleegkundige
EPD: Elektronisch Patiënten Dossier
ERAS: Enhanced Recovery After Surgery
Bronnen: www.nursing.nl , Klein geneeskundig woordenboek (P.A.A.
Klok, H.E. Klok-Donker, C.W.M. Eerlink-Klok)
Stap 2
Mevrouw Andriessen, 52 jaar oud, na een laparotomie een colonstoma
gekregen. Uiteindelijk gebleken dat mevrouw colitis ulcerosa heeft.
Mevrouw maakt, door alles wat haar overkomen is, een heel
aangeslagen indruk, mevrouw is bang en erg geschrokken en vraagt zich
af hoe het allemaal verder moet.
Centrale vraag:
-
Stap 3
Conservatief beleid medicatie en sondevoeding
Darmklachten
Diarree
Diverticulitis
Ischemische colitis
Slechte eetlust
Colonstoma
Colitis ulcerose
Laprotomie
IC
EVV’er
Electronisch patiëntendossier
Taak en functiegericht verplegen
Patiëntgericht verplegen
Aangeslagen indrukken
Eras
Begeleidingstraject
Bang en geschrokken
Complexe patiënt
Stap 4
Mens
Fysiologisch:
 Darmklachten
 Diarree
 Diverticulitis
 Ischemische colitis
 Slechte eetlust
 Colitis ulcerosa
Psychologisch:
 Aangeslagen indrukken
 Bang en geschrokken
Sociaal-cultureel:
 Werkzaam als docent economie
Ontwikkelingsbepaald:
 Eras
 Begeleidingstraject
Spiritueel:
-
Omgeving
 IC
Gezondheid/ziekte
 Diverticulitis
 Ischemische colitis
 Colitis ulcerosa
Verpleging
 Conservatief beleid medicatie en sondevoeding
 Colonstoma
 Laprotomie (is niet verpleegkundig)
 IC
 EVV’er
 Electronisch patiëntendossier
 Taak en functiegericht verplegen
 Patiëntgericht verplegen
 Eras
 Begeleidingstraject
 Complexe patiënt
Stap 5,6 & 7:
De student kan het ziektebeeld Diverticulitis uitwerken aan de hand
van bijlage 1 .
Divertikels zijn kleine uitstulpingen van de darmwand in de buikholte.
Divertikels stulpen naar buiten uit. Ze ontstaan waarschijnlijk op zwakke
plekken in de darmwand die onder verhoogde druk gaan
uitstulpen. Divertikels zijn volkomen onschuldig en zullen ook nooit
kwaadaardig worden. Divertikels ontstaan vooral in het laatste bochtige deel
van de dikke darm. Bij sommige mensen ontstaan ze echter in het begin en
middengedeelte van de dikke darm. Ze ontstaan meestal alleen bij mensen
die ouder zijn dan 50 jaar. Verreweg de meeste divertikels ontstaan in de
dikke darm. Soms komen ze ook voor in de slokdarm (bv. Zenker divertikel)
en in de dunne darm (bv. Meckel divertikel).
Wat is diverticulitis?
Divertikels zijn volkomen goedaardig en onschuldig. Divertikels worden vaak
per toeval ontdekt omdat ze meestal weinig of geen klachten veroorzaken.
Divertikels kunnen gaan ontsteken als ontlasting in de uitstulping blijft hangen.
Dit wordt diverticulitis genoemd.
Welk (deel van een) orgaansysteem is door de aandoening ‘getroffen’?
Het getroffen orgaansysteem betreft het maag-darm systeem, het
systeem dat instaat voor de vertering en opname van voedingsstoffen
voor het lichaam. Dit orgaansysteem is opgebouwd uit:









Mond
Farynx
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm en endeldarm
Lever
Galblaas
Alvleesklier
Diverticulitis is een ontsteking van de divertikels als ontlasting in de
uitstulping blijft hangen.
Wat zijn de normale functies van het aangedane (deel van het)
orgaansysteem? Je darmen spelen een belangrijke rol bij de spijsvertering. Hieronder
wordt per onderdeel van het darmstelsel de functie besproken.
Dunne darm
De functie van de dunne darm is het verteren van voedsel en het
opnemen van voedingstoffen uit je voedsel. Dit doet hij door
verteringssappen aan het voedsel toe te voegen. Met zijn dubbele
spierlaag kneedt de dunne darm het voedsel waardoor het goed mengt
met de verteringssappen. En op deze manier stuwt je darm de
voedselbrij ook voort in de richting van de dikke darm (peristaltische
bewegingen). Het enorme oppervlakte van de dunne darm zorgt voor de
grote opnamecapaciteit van voedingstoffen. Voedsel verblijft ongeveer
vier tot acht uur in de dunne darm. Het voedsel wat onverteerbaar is en
dus overblijft, komt in de dikke darm terecht.
Dikke darm
Wanneer de voedselresten in de dikke darm aankomen zijn de
voedingstoffen er al uitgehaald door de dunne darm. Er zit nog wel veel
vocht in de voedselbrij. De functie van je dikke darm is het onttrekken
van vocht aan de ontlasting. Ook de dikke darm stuwt de voedselbrij, we
spreken inmiddels van ontlasting, voort middels peristaltische
bewegingen. Deze bewegingen worden versterkt door eten. Daarom is
het eten van een ontbijt zo belangrijk. Door ’s ochtends wat te eten
wordt de dikke darm in beweging gezet en de spijsvertering geactiveerd.
Endeldarm
De endeldarm vormt de opslagplek voor de ontlasting totdat deze vol zit.
Als je endeldarm vol zit, gaat er een seintje naar je hersenen waardoor je
aandrang krijgt om naar het toilet te gaan. De ontlasting verblijft
ongeveer 24 uur in je endeldarm voordat je het uitpoept.
Anus
Je ontlasting verlaat je lichaam via je anus. Je anus bestaat uit
kringspieren die ervoor zorgen dat je endeldarm afgesloten is. Je anus
vormt een barrière voor ziekteverwekkers die in je endeldarm klachten
kunnen veroorzaken, maar bovendien zorgt je anus ervoor dat lucht en
ontlasting je lichaam kan verlaten.
www.gezondheidsplein.nl
In welk opzicht verschilt de bouw van het aangedane orgaansysteem
met die van het gezonde orgaansysteem? Wat is de oorzaak van het disfunctioneren van het betreffende
orgaansysteem?
Mogelijke oorzaak van divertikels
Waarschijnlijk ontstaan divertikels op zwakke plekken in de darmwand
die onder verhoogde druk gaan uitstulpen. Mogelijk speelt een
vezelarme voeding een rol bij het ontstaan van divertikels. Vezels zitten
bijvoorbeeld in groente, fruit, volkoren brood of muesli. Bij te weinig
vezels in de voeding kan de ontlasting harder worden. Harde ontlasting
blijft daardoor langer in de darm en de stoelgang gaat moeizamer. Dit
wordt ook wel verstopping of obstipatie genoemd. Ook te weinig
lichaamsbeweging kan leiden tot verstopping. Door harde ontlasting
ontstaat er een verhoogde druk in de darm. Deze verhoogde druk kan de
vorming van divertikels tot gevolg hebben.
Mogelijke oorzaak van diverticulitis
Divertikels kunnen gaan ontsteken wanneer er ontlasting achterblijft in
de uitstulping. Bacteriën kunnen zich dan snel vermenigvuldigen,
waardoor de kans op een ontsteking groter wordt.
De kans dat ontlasting blijft hangen in divertikels is met name aanwezig
als de ontlasting hard en droog is. Bij een soepele, zachte ontlasting blijft
vrijwel nooit ontlasting achter in de uitstulpingen.
Welke functieverandering kan je daaruit afleiden? (Dat wil zeggen:
bepaal de pathofysiologie van het ziektebeeld.)
Hoe kunnen de klachten en symptomen van het ziektebeeld vanuit de
gegevens bij 2, 3 en 4 verklaard worden? Welke onderzoeken kan een arts (laten) verrichten om – uitgaande van
de klachten van een patiënt- om tot de juiste diagnose te komen ? Divertikels worden vaak per toeval ontdekt. Als u ernstige klachten hebt die
kunnen duiden op diverticulitis verwijst de huisarts u door naar een maag-,
darm-en leverarts (MDL-arts) of internist voor verder onderzoek.
Divertikels en diverticulitis worden doorgaand vastgesteld met behulp
van één van onderstaande onderzoeken:
Echografie van de onderbuik
Een echografie is een beeldvormend onderzoek waarbij gebruik gemaakt
wordt van geluidsgolven. Tijdens een echografie van de onderbuik ligt u
op een onderzoekstafel. Uw huid wordt van tevoren ingesmeerd met
een soort gel die geluidsgolven goed geleidt. De arts beweegt het
echoapparaat over de huid van uw onderbuik. Het echoapparaat is een
apparaat dat geluidsgolven uitzendt en de teruggekaatste geluidsgolven
weer opvangt. Deze teruggekaatste geluidsgolven worden vervolgens
weergegeven op een beeldscherm. Met dit onderzoek kan de arts de
wand van de dikke darm bekijken. Op deze manier kan de ernst van de
ontsteking worden beoordeeld. Bij ernstig ontstoken divertikels wordt
een echografie soms aangevuld met een CT-scan.
CT-scan
Een CT-scan (Computertomografie) is een onderzoek met
röntgenstralen. Via een ader in de arm spuit de arts contrastvloeistof in.
Organen zijn dan duidelijk zichtbaar op de röntgenafbeeldingen. Tijdens
het onderzoek gaat u heel langzaam door een kokervormige scanner. De
scanner maakt een hele serie gedetailleerde foto’s. Deze afbeeldingen
zijn allemaal dwarsdoorsneden van het lichaam. Er wordt een CT-scan
van de buik gemaakt als de arts denkt dat u acute, ernstig ontstoken
divertikels in de dikke darm hebt waarbij soms ook een abces kan
ontstaan. Een abces is een holte gevuld met pus. Met dit onderzoek
wordt dan meteen ook gekeken of er sprake is van een gaatje in de
darmwand (perforatie).
Colonoscopie en sigmoïdoscopie
Dit onderzoek wordt meestal alleen uitgevoerd als er aanhoudende
klachten zijn en om andere darmaandoeningen uit te sluiten. Tijdens dit
onderzoek bekijkt de arts de binnenkant van uw dikke darm. Dit gebeurt
met een speciaal kijkinstrument: de endoscoop. Dit is een dunne,
flexibele slang. Deze slang wordt via de anus in de darm geschoven. Aan
het uiteinde van de slang zitten een lampje en een camera. Deze zorgen
ervoor dat de arts de binnenkant van de darm goed kan bekijken. Bij een
colonoscopie wordt de hele dikke darm onderzocht inclusief de
endeldarm. Bij een sigmoïdoscopie wordt de endeldarm en het laatste
deel van de dikke darm onderzocht.
Wat zullen de bevindingen zijn bij deze onderzoeken? Welke maatregelen kunnen genomen worden om de klachten tegen te
gaan? (Dat wil zeggen: welke therapie kan er met behulp van
bijvoorbeeld leefregels, medicijnen of ingrepen bedreven worden?) Normaal gesproken is het niet nodig om divertikels te behandelen. Bij
divertikels is het wel belangrijk om te zorgen dat uw ontlasting soepel
blijft. Als uw ontlasting soepel is, is de kans kleiner dat ontlasting
achterblijft in de uitstulpingen. Dit is een risicofactor voor het ontstaan
van ontstekingen. Onder ‘tips en adviezen’ vindt u leefregels en
voedingsadviezen die u hierbij kunnen helpen. Op die manier kunt u het
ontstaan van nieuwe divertikels en ontstekingen zoveel mogelijk
voorkomen.
De huisarts zal u adviseren om vezelrijk te eten of extra vezels te nemen,
bijvoorbeeld zemelen en muesli. Eventueel kan de huisarts medicijnen
voorschrijven die de ontlasting zacht houden. Er wordt momenteel nog
meer onderzoek gedaan naar het positieve effect van een vezelrijk dieet
bij divertikels.
Behandeling van diverticulitis
De behandeling van diverticulitis bestaat uit een dieet en soms
medicijnen. In ernstige gevallen is een ziekenhuisopname of operatie
nodig.
Voeding
Als u ontstoken divertikels hebt, kunt u in principe normaal blijven eten.
Bij ernstig ontstoken divertikels adviseert de arts soms een vloeibaar
dieet. Hierdoor kan de darm tot rust komen en kunnen de ontstekingen
beter genezen. Meestal kan na enkele dagen overgestapt worden naar
een licht verteerbare voeding. Raadpleeg uw arts of een diëtist als u
vragen hebt over de voeding of voor een persoonlijk voedingsadvies
Medicijnen
Bij hevige ontstekingen en koorts schrijft de arts soms een antibioticum
voor. Ook krijgt u vaak een middel om de ontlasting zachter te maken en
kunt u pijnstillers krijgen om buikpijn en krampen te verminderen.
Opname in het ziekenhuis
Bij ernstige klachten en bij dreigende complicaties is een opname in het
ziekenhuis soms nodig. Het is belangrijk dat u bedrust houdt en u krijgt
via een infuus een antibioticum en eventueel voeding toegediend. Zodra
de ontsteking wat rustiger is, mag u langzaam de voeding uitbreiden.
Raadpleeg uw arts of een diëtist als u vragen hebt over de voeding of
voor een persoonlijk voedingsadvies
Operatie
Soms leidt diverticulitis tot ernstige complicaties zoals een (dreigende)
perforatie of een buikvliesontsteking. Een operatie waarbij een stuk van
de dikke darm wordt verwijderd is dan noodzakelijk. De uiteinden van
de dikke darm worden vervolgens aan elkaar gehecht. In enkele
gevallen krijgt u een tijdelijk stoma. Dit is een kunstmatige uitgang voor
de ontlasting. Het uiteinde van de dikke darm wordt dan via een opening
in de buik naar buiten gebracht. De ontlasting verlaat via deze
kunstmatige uitgang het lichaam. Het wordt opgevangen in een speciaal
luchtdicht zakje. Meestal worden de darmuiteinden na enkele maanden
weer aan elkaar gehecht en het stoma opgeheven.
Punctie
Een andere ernstige complicatie van een diverticulitis kan de vorming
van een abces in de buik zijn. Dit is een ophoping van pus. Hiervoor is
vaak geen operatie noodzakelijk maar kan volstaan worden met een
drainage procedure. Hiertoe wordt via een naald een slangetje in de
holte met pus gebracht waardoor deze schoongespoeld kan worden.
Welke van deze maatregelen zijn preventief, welke curatief (=genezend)
en welke palliatief (=klachten reducerend) en waarom? Hoe ziet de toekomstverwachting van een patiënt met deze aandoening
eruit? (Dat wil zeggen: hoe is de prognose?) De student kan Ischemische colitis in verband brengen met
diverticulitis en colitis ulcerosa.
Ischemische colitis is een beschadiging van de dikke darm die het gevolg
is van een onderbreking in de bloedtoevoer. Ileus > afsluiting van de
dunne darm door een gezwel
Ischemische colitis kan het gevolg zijn van een plotselinge (acute) of
(vaker) langdurige (chronische) belemmering van de bloedstroom in de
slagaders die de dikke darm van bloed voorzien. Bloedstolsels kunnen
een acute afsluiting veroorzaken, terwijl afzettingen van vetachtig
materiaal (atherosclerose) kunnen leiden tot een chronische afsluiting.
Er ontstaat schade aan het slijmvlies en de binnenste lagen van de wand
van de dikke darm. De omvang van de schade hangt af van de duur en
de ernst van de afsluiting. De beschadiging veroorzaakt zweren (ulcera)
in het slijmvlies van de dikke darm. Ischemische colitis treft voornamelijk
mensen van 50 jaar of ouder.
SYMPTOMEN EN DIAGNOSE
Meestal heeft de patiënt last van buikpijn. De pijn wordt meestal aan de
linkerkant gevoeld, maar kan overal in de buikholte voorkomen. De
patiënt heeft frequente dunne ontlasting, waarin vaak donkerrode
klonten voorkomen. Soms wordt helderrood bloed zonder ontlasting
uitgescheiden. Vaak heeft de patiënt lichte verhoging (meestal onder
37,7 °C).
De arts kan op basis van de symptomen vermoeden dat er sprake is van
ischemische colitis, vooral bij een patiënt die ouder is dan 50 jaar. Een
buik die bij zachte druk gevoelig is, is een verdere aanwijzing voor
ischemische colitis. Coloscopie of een klysma met bariumpap is nodig
om ischemische colitis te onderscheiden van andere vormen van
ontsteking, zoals infecties of een chronische darmontsteking.
PROGNOSE EN BEHANDELING
Patiënten met ischemische colitis worden in het ziekenhuis opgenomen.
Aanvankelijk krijgt de patiënt geen vloeistoffen en voedsel via de mond,
zodat de darm tot rust kan komen. In plaats daarvan worden
intraveneus vloeistoffen, elektrolyten en voedingsstoffen toegediend.
Vaak worden antibiotica gegeven om een infectie te voorkomen die kan
volgen op de ontsteking. Meestal worden de antibiotica binnen een paar
dagen gestaakt en wordt het eten hervat. Meer dan 50% van de
patiënten met ischemische colitis herstelt binnen één tot twee weken.
Wanneer de onderbreking van de bloedtoevoer echter ernstiger of
langduriger is, moet mogelijk het aangetaste deel van de dikke darm
operatief worden verwijderd.
www.merckmanuel.nl
De student kan het ziektebeeld Colitis ulcerosa uitgebreid uitwerken
aan de hand van bijlage 1.
Welk (deel van een) orgaansysteem is door de aandoening ‘getroffen’?
Het getroffen orgaansysteem betreft het maag-darm systeem, het
systeem dat instaat voor de vertering en opname van voedingsstoffen
voor het lichaam. Dit orgaansysteem is opgebouwd uit:









Mond
Farynx
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm en endeldarm
Lever
Galblaas
Alvleesklier
Colitis Ulcerosa is een chronische ontstekingsziekte van de mucosa
(slijmvlies) van het colon (darmen) en het rectum (de endeldarm). Colitis
ulcerosa is dus vooral gericht om het darmsysteem.
www.gezondheidsplein.nl
Wat zijn de normale functies van het aangedane (deel van het)
orgaansysteem? Je darmen spelen een belangrijke rol bij de spijsvertering. Hieronder
wordt per onderdeel van het darmstelsel de functie besproken.
Dunne darm
De functie van de dunne darm is het verteren van voedsel en het
opnemen van voedingstoffen uit je voedsel. Dit doet hij door
verteringssappen aan het voedsel toe te voegen. Met zijn dubbele
spierlaag kneedt de dunne darm het voedsel waardoor het goed mengt
met de verteringssappen. En op deze manier stuwt je darm de
voedselbrij ook voort in de richting van de dikke darm (peristaltische
bewegingen). Het enorme oppervlakte van de dunne darm zorgt voor de
grote opnamecapaciteit van voedingstoffen. Voedsel verblijft ongeveer
vier tot acht uur in de dunne darm. Het voedsel wat onverteerbaar is en
dus overblijft, komt in de dikke darm terecht.
Dikke darm
Wanneer de voedselresten in de dikke darm aankomen zijn de
voedingstoffen er al uitgehaald door de dunne darm. Er zit nog wel veel
vocht in de voedselbrij. De functie van je dikke darm is het onttrekken
van vocht aan de ontlasting. Ook de dikke darm stuwt de voedselbrij, we
spreken inmiddels van ontlasting, voort middels peristaltische
bewegingen. Deze bewegingen worden versterkt door eten. Daarom is
het eten van een ontbijt zo belangrijk. Door ’s ochtends wat te eten
wordt de dikke darm in beweging gezet en de spijsvertering geactiveerd.
Endeldarm
De endeldarm vormt de opslagplek voor de ontlasting totdat deze vol zit.
Als je endeldarm vol zit, gaat er een seintje naar je hersenen waardoor je
aandrang krijgt om naar het toilet te gaan. De ontlasting verblijft
ongeveer 24 uur in je endeldarm voordat je het uitpoept.
Anus
Je ontlasting verlaat je lichaam via je anus. Je anus bestaat uit
kringspieren die ervoor zorgen dat je endeldarm afgesloten is. Je anus
vormt een barrière voor ziekteverwekkers die in je endeldarm klachten
kunnen veroorzaken, maar bovendien zorgt je anus ervoor dat lucht en
ontlasting je lichaam kan verlaten.
www.gezondheidsplein.nl - www.dehlianthus-haalem.nl
In welk opzicht verschilt de bouw van het aangedane orgaansysteem
met die van het gezonde orgaansysteem? Wat is de oorzaak van het disfunctioneren van het betreffende
orgaansysteem?
De precieze oorzaak van colitis ulcerosa is niet bekend. Er zijn wel
factoren bekend die mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van
ontstoken darmen:
 Het afweersysteem. Je afweersysteem beschermt je normaal
gesproken tegen indringers zoals bacteriën en virussen, maar kan
ook in de war raken en je eigen lichaam aanvallen. We spreken
dan van een auto-immuunreactie.
 Bacteriën. De bacteriën die van nature aanwezig zijn in je
verteringsstelsel kunnen van invloed zijn op het ontstaan van
colitis ulcerosa.
 Erfelijkheid. Het lijkt erop dat een erfelijke factor een rol speelt bij
colitis ulcerosa. Als iemand in je familie deze ziekte heeft, dan is
de kans licht verhoogd dat je het zelf ook hebt of krijgt.
 Stress. Stress kan zorgen voor ergere klachten, maar lijkt geen
invloed te hebben op het ontstaan van de ziekte.
Welke functieverandering kan je daaruit afleiden? (Dat wil zeggen:
bepaal de pathofysiologie van het ziektebeeld.) Hoe kunnen de klachten en symptomen van het ziektebeeld vanuit de
gegevens bij 2, 3 en 4 verklaard worden? Welke onderzoeken kan een arts (laten) verrichten om – uitgaande van
de klachten van een patiënt- om tot de juiste diagnose te komen?
Er kunnen bij Colitis ulcerosa twee onderzoeken worden uitgevoerd:
 Colonscopie
 Sigmoïdoscopie
Colonscopie
Een colonoscopie is een kijkonderzoek van de dikke darm. Met een
colonoscopie kan de internist of MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) de
binnenkant van uw endeldarm, dikke darm en het laatste deel van uw
dunne darm bekijken. Het onderzoek wordt gedaan met behulp van een
kijkinstrument: de endoscoop. De endoscoop is een flexibele slang. Aan
het uiteinde van de slang zit een klein lampje en een camera. Het lampje
zorgt ervoor dat de arts de binnenkant van uw darm goed kan bekijken.
De camera is verbonden met een beeldscherm waarop de arts het
onderzoek kan volgen. Met de colonoscopie kunnen vrijwel alle
afwijkingen aan uw dikke darm worden opgespoord.
Een colonoscopie is een inwendig onderzoek. Dit heeft voor- en nadelen.
Een belangrijk voordeel van de colonoscopie is dat de arts direct kleine
ingrepen kan uitvoeren. In veel gevallen is een colonoscopie daarom het
onderzoek van eerste keus.
Simgmoïdoscopie
Een sigmoïdoscopie is een kijkonderzoek van de endeldarm en het
laatste deel van de dikke darm.
Een sigmoïdoscopie wordt uitgevoerd met een kijkinstrument: de
endoscoop. Een endoscoop is een flexibele slang. Aan het uiteinde van
de slang zitten een klein lampje en een camera. Het lampje zorgt ervoor
dat de arts de binnenkant van uw darm goed kan bekijken. De camera is
verbonden met een beeldscherm waarop de arts het onderzoek kan
volgen. De beelden kunnen worden bewaard waardoor de arts de
beelden na het onderzoek nog eens rustig kan bekijken.
Met een sigmoïdoscopie kan een arts vrijwel alle darmafwijkingen in het
laatste deel van uw darm opsporen.
Een sigmoïdoscopie is een inwendig onderzoek. Dit heeft voor- en
nadelen. Een belangrijk voordeel is dat de arts direct kleine ingrepen kan
uitvoeren. In veel gevallen is de sigmoïdoscopie daarom het onderzoek
van eerste keuze.
Wat zullen de bevindingen zijn bij deze onderzoeken? Welke maatregelen kunnen genomen worden om de klachten tegen te
gaan? (Dat wil zeggen: welke therapie kan er met behulp van
bijvoorbeeld leefregels, medicijnen of ingrepen bedreven worden?) Als
de diagnose colitis ulcerosa is gesteld, kan begonnen worden met de
behandeling. Er zijn twee behandelmethoden mogelijk:
 Medicijnen.
 Operatie.
Er bestaat geen bewijs dat specifieke voeding of een specifiek dieet
invloed hebben op colitis ulcerosa. Het is natuurlijk wel belangrijk om
gezond en gebalanceerd te eten.
Medicijnen bij colitis ulcerosa
Een behandeling met medicijnen kan colitis ulcerosa niet genezen. Er
wordt naar gestreefd om de symptomen te verminderen en de
ontstekingen te remmen. Hierdoor kun je klachtenvrij worden.
Medicijnen die gebruikt kunnen worden zijn:
 Diarreeremmers. Deze medicijnen remmen je diarree. Ze helpen
verder niet tegen de ontstekingen.
 Ontstekingsremmers. Deze medicijnen remmen de ontstekingen
in de darmen.
 Antibiotica. Als je een bacteriële infectie hebt die je symptomen
van colitis ulcerosa verergert, dan kan dit worden tegengegaan
met antibiotica.
 TNF-blokkers. Deze medicijnen remmen TNF, een stof die
belangrijk is bij het ontstaan van een ontsteking.
 Immunosupressiva. Deze medicijnen onderdrukken het
afweersysteem, waardoor er minder ontstekingsreacties ontstaan.
Operatie bij colitis ulcerosa
Als medicijnen niet genoeg helpen dan kan je arts een operatie
voorstellen. Hierbij kan het ontstoken deel van de darm verwijderd
worden. Dit heeft grote gevolgen voor je leven. Als een deel van de
darm verwijderd wordt, dan kan er tijdelijk een stoma aangelegd
worden om je darmen rust te geven. Na enige tijd mag je eigen darm alle
taken weer overnemen. Als je dikke darm volledig verwijderd is, dan kun
je een permanent stoma krijgen. Soms kan er van het einde van je dunne
darm een pouch gemaakt worden. Een pouch is een kunstmatige
endeldarm. Als je een pouch krijgt, hoeft er geen stoma aangelegd te
worden en kan de ontlasting via de natuurlijke weg het lichaam verlaten.
Welke van deze maatregelen zijn preventief, welke curatief (=genezend)
en welke palliatief (=klachten reducerend) en waarom? Geen van de behandelingen is preventief, de medicatie die kan worden
toegewezen is palliatief, colitis ulcerosa kan niet worden genezen met
medicatie, en medicatie is dan dus klachten reducerend.
De operatie die eventueel kan worden uitgevoerd is even eens palliatief,
een operatie sluit niet uit dat de colitis ulcerosa ergens anders ontstaat
Hoe ziet de toekomstverwachting van een patiënt met deze aandoening
eruit? (Dat wil zeggen: hoe is de prognose?) -
De student kan inhoudelijk uitleggen wat het verschil is tussen taak- en
functiegericht verplegen en patiëntgericht verplegen.
Taakgericht zorg
Cliëntgericht zorg verlenen
verlenen
Cliënt
 vooral aandacht
 Ook aandacht voor psychische en
voor lichamelijke
sociale aspecten
aspecten.
 Cliënt is actief en
 Cliënt is passief
medeverantwoordelijk
‘verzorgend’
object
Verzorgen
 Verzorgende
 Situatie en beleving van de cliënt zijn
handelingen staan
belangrijk.
voorop
 Een verzorgende is verantwoordelijk
 Alle verzorgenden
voor de totale verzorging van de
verrichten
cliënt.
bepaalde
 Zorgverlening vindt methodisch en
handelingen bij
planmatig plaats
alle cliënten
 Weinig aandacht
voor procesmatige
van zorgverlening
Zorgorganisatie
 Centrale
 Opleiding in groepen of teams
werkverdeling
 Toewijzen van cliënten aan contact
toewijzing van
verzorgenden
taken aan
 Werkoverleg en cliëntbesprekingen
verzorgenden
 de contact verzorgenden beschikken
 Weinig overleg
over informatie en overleggen met
voor de verzorging
andere disciplines
 Afdelingshoofd
beschikt over alle
informatie en
overlegt met
andere disciplines
Rapportage
 Rapportage is
 Rapportage is doel- en cliënt gericht
taakgericht
 Een zorgdossier per cliënt met een
 Verschillende
zorgplan
schriftjes en
 Dossier ligt in principe bij de cliënt
mappen
 Dossiers worden
centraal bewaard
Leidinggeven
 Afleidingshoofd
 Afdelingshoofd schept voorwaarden
geeft direct leiding
 Afdelingshoofd wijst cliënten toe
 Afdelingshoofd
 Afdelingshoofd is bezig met personele
delegeert taken
zorg
 Afdelingshoofd is
gericht op
coördinatie
cliëntenzorg
http://www.btsg.nl/infobulletin/zorgconcept.html
De student kan benoemen hoe een verpleegkundige een patiënt
emotioneel kan ondersteunen (bij angst etc.)
-
De student kan de interventies benoemen van diverticulitis,
ischemische colitis en colitis ulcerosa en angst aan de hand van
carpenito (verpleegkundige diagnoses).
Verpleegkundige diagnosen
 Chronische pijn bij darmontsteking
 Diarree bij darmontsteking
 Obstipatie bij onvoldoende vezelrijk eten
 Risico op huidbeschadiging (rond de anus) bij diarree en
irriterende stoffen.
 Risico op inadequate coping bij chronisch karakter aandoening en
ontbreken van afdoende behandeling
 Ondervoeding bij beperkt dieet, misselijkheid, diarree en
buikkrampen die met eten samenhangen of pijnlijke zweren van
het mondslijmvlies.
 Risico op ineffectief omgaan met de eigen gezondheid bij
onvoldoende kennis over aandoening, diagnostische tests,
prognose, behandeling en symptomen en klachten bij
complicaties.
De student kan aan de hand van de casus het eras protocol uitleggen.
http://www.heelmeester.nl/folders/eras.htm
De student kan de taak van een verpleegkundige noemen in de
overdracht naar een andere afdeling of bij ontslag.
De student kan uitleggen hoe een begeleiding traject verloopt
Endocrinologie
Stap 1
Hypothyreoïdie: te trage werking van de schildklier waardoor de gele
lichaamsstofwisseling langzaam verloopt.
Hyperthyreoïdie: een te sterke werking van de schildklier, gepaard
gaand met verschijnselen van een (sterk) verhoogde stofwisseling.
Poliklinische behandeling: Poliklinische behandeling bestaat uit
behandelcontacten die regelmatig plaatsvinden. Bijvoorbeeld een keer
per week of per twee weken. Er zijn verschillende vormen van
behandeling mogelijk:
 psychotherapie door middel van spel en gesprek
 individuele behandeling/begeleiding
 groepspsychotherapie
 gezinstherapie
 ouderbegeleiding
 soms wordt de behandeling ondersteund door medicatie.
Bronnen: www.ggzcentraal.nl , Klein geneeskundig woordenboek (P.A.A.
Klok, H.E. Klok-Donker, C.W.M. Eerlink-Klok)
Stap 2
Centrale vraag:
Wat moet een voorlichtingen folder met betrekking tot Hypothyreoïdie
en Hyperthyreoïdie uit bestaan. (schildklieraandoeningen)
Stap 3 en 4
Schildklieraandoening
Interne geneeskunde
Hypo- en hyperthyreoïdie
Klinisch en poliklinisch
Angstig
Problemen van zorgvragers
(alinea voorbeeld mevr. Janssen)
Sterk afvallen
Veel honger
Nerveus
Schildklier stilgelegd
Vertrouwen in het lichaam kwijtraken
Gevolgen van de aandoening inpassen in het leven
Adequate voorlichtingsfolder
Verschillende verschijnselen bij hypo- en hyperthyreoïdie
Te waarnemen symptomen bij hypo- en hyperthyreoïdie
Opname en behandelingsmogelijkheden
Angst verminderen
Patiëntenvoorlichtingscoördinator
Afdelingshoofd
Organisatie afdelingen
Verschillende disciplines
Stap 5



De student kan de ziektebeelden Hypo- en hyperthyreoïdie
uitwerken aan de hand van bijlage 1 .
De student weet wat er in een voorlichtingsfolder moet staan en
hoe je deze moet indelen.
De student kan minimaal één behandelmethode van Hypo- of
hyperthyreoïdie uitwerken (minimaal 1 per aandoening).
Belangrijk!!
Organisatie afdeling en verschillende disciplines
Verschillende opname- en behandelingsmogelijkheden beschrijven
Verschillende verschijnselen/ symptomen
Download