De invloed van variaties van zonneactiviteit op het klimaat Rob van Dorland, KNMI HOVO cursus klimaat UU, 26 oktober 2009 Onderwerpen lezing Rol van de zon op het klimaat Effect van variaties van zonneactiviteit op klimaatverandering: De veranderlijke zon Mechanismen klimaatinvloed Aanwijzingen invloed zon Verdeling stralingsenergie aarde Inkomende zonne-energie in equinox situatie Geografische verdeling warmteoverschot Warmtemotor en circulatie Algemene circulatie Solar Induced Climate Change, (Scientific Assessment, 2006) Solar variability influencing climate: Prof. dr. C. de Jager, KNIOZ (SRON) Solar forcing of climate: evidence from the past: dr. G.J.M. Versteegh, KNIOZ, Univ. Bremen The solar-terrestrial link from a climate point of view: dr. R. van Dorland, KNMI Probleem Analyse Welke zonneparameters zijn relevant voor klimaatverandering? Wat zijn de fysisch/chemische mechanismen? Hoe gevoelig is het klimaat systeem voor veranderingen op de zon? Gevoeligheid voor stralingsperturbaties Versterkende mechanismen Mondiale versus regionale respons VERANDERING OP KORTE TERMIJN – ZONNEVLEKKEN Leven uren tot dagen, soms weken; magnetische velden met sterkten van ca. 10.000 maal aardmagnetisch veld (De Jager, 2006) OMRINGEND AKTIEF GEBIED Leeft maanden. Lussen: elektrische stromen van miljarden Ampères; verhitting door dissipatie van magnetisme; daardoor UV straling (De Jager, 2006) Nabij vlek: zonnevlam. Duur: minuten. Heet plasma van ca. 50 miljoen graden. Gemiddelde energie-uitstoting ≈ een miljard Hirojima bommen (De Jager, 2006) Ook geassocieerd: Coronale Massa Emissie. Gemiddelde energie per CME: ca. tien miljard Hirojima bommen (De Jager, 2006) Solar Cycles Schwabe cycle (sunspots, ~11 years) Hale cycle (magnetic, ~22 years) Gleissberg cycle (~86 years) Suess and de Vries cycles (~206 years) Hallstadt cycle (~2300 years) Zonnevlekken getallen Wolf (gestreept) en Groep (getrokken) Historische reeksen H M O H = Homerisch minimum - - - Korte05 _ Solanki04 S W Mogelijke beïnvloeding klimaat door zonneactiviteit: 1. Variaties in totaal uitgestraalde energie 2. UV variaties 3. Variaties kosmische straling Korte termijn variaties Verandering lichtkracht tussen minimum en maximum: ca 0.08% leidt tot mondiaal gemiddelde temperatuurfluctuaties van hooguit 0.05 graden Verandering UV-straling tussen minimum en maximum leidt tot ozonveranderingen van enkele procenten in stratosfeer en genereert vooral circulatieveranderingen Fluctuatie kosmische straling resulteerde in veranderingen bewolking tussen 1984-1991 (minder dan 1 cyclus): analysemethode is bekritiseerd Metingen: a) zonnevlekken b) magnetische activiteit c) kosmische straling d) lichtkracht e) temperatuur bron: Lockwood & Froehlich, 2007 Ozonvariaties stratosfeer (Max. – min.) Veranderingen in Circulatiepatronen (Max. – Min.) Waarnemingen ondersteunen het beeld van circulatieveranderingen: zuidwaartse verschuiving van depressiebanen (Brown & John, 1978) DE HELIOSFEER: Meer of minder gevuld met gemagnetiseerd zonneplasma; door magnetische afscherming beïnvloedt dit de intensiteit van op aarde ontvangen kosmische straling Zonnevlekken en Magnetische index (aa) Cosmische Straling – Bewolking (Svensmark & Friis-Christensen, 1997) Evaluatie Svensmark Hypothese Indirecte mechanismen: TSI + UV variaties TSI -> Oceaan temperatuur subtropen UV -> ozon -> windverandering stratosfeer -> verandering subtropisch hogedrukgebied TSI+UV -> stabiliteit -> bewolking subtropen Variaties kosmische straling (CRI) CRI -> verandering ionenconcentratie hoge atmosfeer -> ozonverandering stratosfeer -> verandering windpatronen troposfeer Invloed zon uit lineaire regressie Langetermijn zonneforcering Maunder Minimum - nu Magnetische activiteit van de zon - zichtbaar in de aa-index (magneetveld nabij aardoppervlak) Magnetische activiteit van de zon/heliosfeer fluctuaties in kosmische straling - kosmogene isotopen Vergelijking variabiliteit zon-achtige sterren (vooral Ca emissies) Modellering lichtkrachtvariaties: zonnevlekken getallen en lengte van zonnevlekkencyclus Oude reconstructies: ΔS0 = 0.15 - 0.4% Nieuwe reconstructies: ΔS0 = 0.11 - 0.2% Langetermijn zonneforcering Lean, 2005 Attributie temperatuurreconstructies aan zonneforcering Richting een nieuw Maunder Minimum? Komende decennia Vanuit de astrofysica komen steeds meer signalen dat de zon in de komende decennia inactief zal blijven Gevolg: afkoeling, maar hoeveel? Sceptici: nieuwe Kleine IJstijd in aantocht Wetenschap: een mondiale afkoeling van circa 0.2°C (maximaal 0.5°C) over enkele decennia Vanwege de geschatte menselijke invloed van circa 0.2°C per decennium wordt in dit geval een tempering van de temperatuurstijging verwacht Conclusies Kwantificering van het klimaateffect door langetermijn variaties van zonneactiviteit is/blijft problematisch. Volgens de huidige inzichten is de bandbreedte van de mondiale temperatuurtrend van MM tot nu 0.05 - 0.5°C (beste schatting: 0.2°C) Waarschijnlijk kan een deel (circa 0.1°C) van de waargenomen temperatuurstijging in de 1e helft van de 20e eeuw worden toegeschreven aan zonneactiviteit. Hoewel (de magnetische) zonneactiviteit in de 20e eeuw het hoogste niveau bereikte van de laatste 10,000 jaar, is de activiteit in de laatste 50 jaar nagenoeg constant. De waargenomen temperatuurstijging sinds 1976 kan dan ook niet verklaard worden m.b.v. zonneactiviteit. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat kosmische straling een significante invloed op de temperatuur heeft.