De correlatie tussen de zonneactiviteit 0 en de levensduur van het D meson Zonneactiviteit Tussenrapport A.H.J. Schuringa A. Günaydın Calandlyceum, Technasium Pieter Calandlaan 182 Postbus 96051 (postadres) 1006 EB Amsterdam Contact: Tel (A.H.J. Schuringa) (A. Günaydin) Email [email protected] (A.H.J. Schuringa) [email protected] (A. Günaydın) Datum Januari 2015/Februari 2015 Opgesteld voor Jacco de Vries, NIKHEF de Rutger Gast, docent 6 klas O&O Calandlyceum, Technasium Zonneactiviteit Tussenrapport 1 van 13 Zonneactiviteit Tussenrapport 2 van 13 1. Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. Inhoudsopgave Inleiding De zonneactiviteit & zonnecyclus Data van de zonneactiviteit Correlatiecoëfficiënt Referenties 6.1. Acknowledgements 6.2. Auteurs 7. Begrippen 8. Bijlagen Zonneactiviteit Tussenrapport 3 van 13 2. Inleiding De activiteit van de zon hangt sterk samen met de zonnecyclus. Actieve gebieden, zonnevlammen, zonnevlekken, coronale gaten of coronale massa ejecties (CME’s) kunnen de ene keer een belangrijke invloed uitoefenen op de zonneactiviteit en de andere keer juist minder. De zonnewind kan verstoord worden of beïnvloed worden door verschillende verschijnselen. Dit heeft weer invloed op de aardse magnetosfeer. De geladen deeltjes binnen de magnetosfeer van de aarde worden meer beïnvloed door het geomagnetisch veld (GMV) dan door welk ander krachtenveld dan ook. Echter kunnen de verstoringen in de zonnewind veranderingen aanrichten aan de deeltjesstromen binnen de magnetosfeer en de magnetosfeer zelf. Dit kan tot een zogenoemd geomagnetische storm leiden, waar onder andere poollicht het gevolg kan zijn. Vanuit de buitenste atmosfeer van onze moederster worden er onophoudelijk interplanetair stroom van geïoniseerde gassen en andere (geladen) deeltjes geproduceerd. Deze (geladen) deeltjes zijn meestal elektronen, protonen en neutrino's met gewoonlijk een energie tussen de 1,5 en 10 keV. Dit allemaal wordt gedefinieerd als de zonnewind. De temperatuur, dichtheid en snelheid van de zonnewind door ons zonnestelsel heen varieert en is afhankelijk van de zonneactiviteit en het voorkomen van coronale gaten. Een corona is een plasma of een aura wat de zon omringt. De corona van de zon verspreidt zich miljoenen kilometers in de ruimte en de corona is meestal het makkelijkst te zien wanneer er een totale zonsverduistering is of met een coronagraaf. Een coronaal gat is een deel van de corona van de zon. De coronale gaten veranderen constant en vervormen omdat ze niet uniform zijn. Coronale gaten zijn gebieden waar corona van de zon donkerder en kouder is en een lagere plasma-dichtheid heeft dan gemiddeld omdat er lagere energie en gas niveau’s zijn. Zonneactiviteit Tussenrapport 4 van 13 3. De zonneactiviteit & zonnecyclus De zon is een ster in het centrum van ons zonnestelsel. De zon bevat hete plasma verweven met magnetische velden. Het heeft een diameter van ongeveer 1,392,684 km en de massa van de zon beslaat 99,86% van de massa van het zonnestelsel. Chemisch bestaat drie kwart van de zon uit waterstof en de rest bestaat voornamelijk uit helium. De overgebleven 1,69% bevat zware elementen zoals: zuurstof, koolstof, neon en ijzer. De zon fuseert ongeveer 620 miljoen ton waterstof elke seconden. De afstand vanaf de zon naar de aarde is ongeveer 1 astronomische eenheid, hoewel de afstand varieert door de aphelium van de aarde. Ongeveer op deze afstand zal het licht er 8 minuten en 19 seconden over doen om de aarde te bereiken. Dit zonlicht is cruciaal voor het leven op de aarde. Door het zonlicht kan het proces fotosynthese plaatsvinden op aarde. Zoals eerder al is geschreven hangt de zonneactiviteit sterk samen met de zonnecyclus. De activiteit van de zon kan ook wel gezien worden als de versnelling van de zonnewind, licht en energierijke deeltjes die worden vrijgelaten door de zon zoals zonnevlammen en coronale warmte: evenals zonnevlekken zijn deze algemeen opgemerkte vormen van zonneactiviteit. De zonnevlekken worden waargenomen als donkere gebieden op het oppervlak van de zon. De temperatuur in het centrum van de zonnevlekken kan dalen tot wel 3700 Kelvin (3426,85 °C) vergeleken met 5700 Kelvin (5426,85°C) voor de omliggende fotosfeer . Grote zonnevlekken kunnen voor enkele dagen bestaan. Zonnevlekken zijn magnetische regio’s op de zon met een magnetische veld duizend keer sterker dan het magnetische veld van de aarde. Zonnevlekken komen gewoonlijk in paren voor. De ene kant zal een positieve of noord magnetisch veld hebben terwijl de andere kant een negatieve of zuid magnetisch veld zal hebben. Het veld is het sterkst in de donkere plekken van de zonnevlekken (de umbra) en het zwakst in de meer lichtere plekken (de penumbra). Een explosie op het oppervlak van de zon (zonnevlam) ontstaat door het plotseling vrijkomen van de energie die wordt vastgehouden in de magnetische velden. De zonneactiviteit wordt geregeld door de zonnedynamo, dit is de bron van de polaire magnetische velden en licht dicht tegen het centrum van de zon's massa, en een chaotisch dynamo, wat kleinere magnetische velden produceert. De zonneactiviteit en gerelateerde gebeurtenissen worden regelmatig vastgelegd. Het idee om het aantal zonnevlekken te berekenen werd in 1848 bedacht door de Zwitserse astronoom Rudolf Wolf. Over een periode van 150 jaar is het Wolf-getal door onderzoekers verzameld en berekend. De onderzoekers zijn erachter gekomen dat de zonneactiviteit cyclisch is en ongeveer elke 9,5 tot 11 jaar een maximum bereikt. De eerste die dit heeft opgemerkt was Heinrich Schwabe in 1843. Deze data zou heel goed van pas kunnen komen in het onderzoek: De 0 correlatie tussen de zonneactiviteit en de levensduur van het D meson. Zonneactiviteit Tussenrapport 5 van 13 4. Data van de zonneactiviteit Er is verschillende data van de zonneactiviteit verkrijgbaar van de NASA. Ook is er data van de Solar Influences Data Analysis Center (SIDC) in België en de US National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA). Hiernaast is een afbeelding van het maandelijkse gemiddelde Wolf-getal (zonnevlekgetal). Het Wolf-getal is een grootheid die het aantal zonnevlekken en het aantal groepen van zonnevlekken meet die zich op het oppervlak van de zon bevinden. Dit getal R kan worden berekend door de onderstaande formule: R = k(10g + s) waar ● k een factor is, die varieert met het beschikbare instrumentarium en de locatie (het is ook bekend als de observatoriumfactor of de personele reductiecoëfficiënt K ), ● g het aantal zonnevlekgroepen is en ● s het aantal individuele zonnevlekken is. Zonneactiviteit Tussenrapport 6 van 13 Deze data is ook verkrijgbaar in een tabelvorm. Hiermee kun je nauwkeuriger zeggen wat de zonneactiviteit op dat punt was. Hiernaast is een voorbeeld van de data in tabelvorm. Deze data is verkrijgbaar van de NASA. In de tabel staan de jaartallen (YEAR), de maanden (MON), de Wolf-getallen (SSN) en de standaardafwijkingen/standaarddeviatie (DEV). De data in tabelvorm kan worden gebruikt bij het onderzoek naar de correlatie tussen de zonneactiviteit en 0 de levensduur van het D meson. Om de beste resultaten te kunnen verkrijgen moet het verschil tussen de twee maanden qua zonneactiviteit groot zijn. Hierdoor zul je 0 het verschil in levensduur van het D meson beter kunnen concluderen. Hoe groter het verschil in zonneactiviteit, hoe beter de resultaten zullen zijn. In het onderzoek naar de correlatie tussen de 0 zonneactiviteit en de levensduur van het D meson zal er gebruik worden gemaakt van twee soorten data: de 0 zonneactiviteit en de levensduur van het D meson. De 0 data van de levensduur van het Dmeson is beschikbaar van het jaartal 2011. Deze data is verkregen door de PhD student Jacco de Vries. Het rode kader is ook van het jaartal 2011 alleen dan voor de zonneactiviteit in dat jaar verdeeld in maanden. Van deze data zal er gebruik worden gemaakt om te kijken of er een correlatie is 0 tussen de zonneactiviteit en de levensduur van het D meson. Zoals te zien is is in januari het gemiddelde Wolf-getal het laagst en in november het hoogst. Deze twee maanden zullen een belangrijk rol spelen in het onderzoek. Zonneactiviteit Tussenrapport 7 van 13 5. Correlatiecoëfficiënt In dit onderzoek wordt gekeken of er een correlatie tussen de zonneactiviteit 0 en de levensduur van het D meson bestaat. Hierbij zal er gebruik worden gemaakt van het correlatiecoëfficiënt. Het correlatiecoëfficiënt is een maat voor de sterkte tussen twee variabelen X en Y , deze waarde kan variëren tussen + 1 en − 1 , waar 1 totale positieve correlatie, 0 is geen correlatie, en -1 is totale negatieve correlatie. Het wordt vaak gebruikt in de wetenschap als maat voor de graad van lineaire afhankelijkheid tussen twee variabelen. Het was ontwikkelt door Karl Pearson van een gerelateerd idee geïntroduceerd door Francis Galton in de jaren 1880. Hieronder zijn voorbeelden van spreidingsdiagrammen met verschillende waarden van correlatiecoëfficiënt ( ρ ). Als er tussen de beide grootheden een zekere lineaire samenhang is, spreekt men van een correlatie. Er is bijvoorbeeld een correlatie tussen de grootheden gewicht en lengte bij (volwassen) mensen. Gemiddeld neemt het gewicht toe naarmate de lengte toeneemt. Zonneactiviteit Tussenrapport 8 van 13 De meestgebruikte correlatiecoëfficiënt is die van Karl Pearson. Als beide grootheden X en Y , op ratioschaal of intervalschaal zijn gemeten, wordt hun correlatie uitgedrukt in de correlatiecoëfficiënt ρ , gedefinieerd door: covX,Y σXσY , hierin is covX,Y = E[(X − EX)(Y − EY )] de covariantie van X en Y , en zijn σX en σY de standaardafwijkingen van X en Y . ρX,Y = De formule voor ρ kan ook worden uitgedrukt in termen van gemiddelde en verwachting. Sinds covX,Y = E[(X − μX)(Y − μY )] kan de formule van ρ ook geschreven worden als E[(X−μX)(Y −μY )] σXσY , hierin zijn cov en σX gedefinieerd als hierboven, is μX het gemiddelde van X , en is E de verwachting. ρX,Y = Uit een steekproef wordt een schatting van de correlatiecoëfficiënt ρ verkregen door de Pearson correlatiecoëfficiënt. Dit wordt ook wel aangeduid als Pearsons r of uitgebreider als Pearsonsproduct-momentcorrelatiecoëfficiënt, gedefinieerd door: Σi(xi−x)(yi−y)/(n−1) s(x)s(y) Er zal gebruik worden gemaakt van de Pearson correlatiecoëfficiënt in het onderzoek: de correlatie tussen de zonneactiviteit en de levensduur van het 0 D meson. De formule zal worden ingevoerd in een programma, zoals Microsoft Office Excel, samen met de resultaten van het onderzoek. Hieruit zal een getal komen met − 1 ≤ ρ ≤+ 1 . Uit dit getal kan worden geconcludeerd 0 of er een correlatie is tussen de zonneactiviteit en de levensduur van het D meson. r= Zonneactiviteit Tussenrapport 9 van 13 6. Referenties http://web.archive.org/web/20150223021947/http://nl.wikipedia.org/wiki/Absolu ut_nulpunt http://web.archive.org/web/20150223021845/http://www.astronova.nl/g.html http://web.archive.org/web/20150223022014/http://nl.wikipedia.org/wiki/Wolf-g etal http://web.archive.org/web/20150223022037/http://solarscience.msfc.nasa.gov/ feature1.shtml http://web.archive.org/web/20150223022102/http://solarscience.msfc.nasa.gov/ SunspotCycle.shtml http://web.archive.org/web/20150223022244/http://www-ssc.igpp.ucla.edu/pers onnel/russell/papers/solwind_magsphere/ http://web.archive.org/web/20150223022530/http://www.space.com/19400-sun -corona-secrets-suborbital-telescope.html http://web.archive.org/web/20150223022655/http://www.sciencedaily.com/relea ses/2010/11/101108071925.htm http://web.archive.org/web/20150223022843/http://sohowww.nascom.nasa.gov/ explore/lessons/sunspots6_8.html http://web.archive.org/web/20150223022854/http://image.gsfc.nasa.gov/poetry /workbook/sunspot.html http://web.archive.org/web/20150223023448/http://www.nasa.gov/mission_pag es/sunearth/ http://web.archive.org/web/20150223023830/http://static.artis.nl/media/cache/ 2f/4a/2f4a2a0b1be65d04e296db9583f12713.jpg 6.1. Acknowledgements LinkedIn. Rutger Robert Gast. Van http://nl.linkedin.com/pub/rutger-robert-gast/27/406/641 LinkedIn. Jacco de Vries. Van http://nl.linkedin.com/pub/jacco-de-vries/26/387/698 LinkedIn. Anton van den Berg. Van http://nl.linkedin.com/pub/anton-van-den-berg/27/a4/879 6.2. Auteurs LinkedIn. Auke Schuringa . Van https://www.linkedin.com/pub/auke-schuringa/a5/a1/196 LinkedIn. Alparslan Günaydın . Van https://www.linkedin.com/pub/alparslan-gunaydin/83/33b/128 Zonneactiviteit Tussenrapport 10 van 13 7. Begrippen Verschillende begrippen die zijn gebruikt in dit tussenrapport worden hieronder verder uitgelegd. Zonnecyclus De elfjarige cyclus van zonneactiviteit, en samenhangend daarmee de periode waarin het aantal zonnevlekken op de zon varieert. Zonnevlam Een explosie op het oppervlak van de zon, die ontstaat door het plotseling vrijkomen van de energie die werd vastgehouden in de magnetische velden. Zonnevlek Dit zijn relatief donkere gebieden op het oppervlak van de zon. De temperatuur in het centrum van de zonnevlekken kan dalen tot wel 3700 Kelvin (3426,85 °C) vergeleken met 5700 Kelvin (5426,85°C) voor de omliggende fotosfeer . Coronale gaten Een coronaal gat is en deel van de corona van de zon. De coronale gaten veranderen constant en hervormen omdat ze niet uniform zijn. Coronale gaten zijn gebieden waar de corona van de zon donkerder en kouder is en een lagere plasma-dichtheid heeft dan gemiddeld omdat er lagere energie- en gasniveau’s zijn. Zonnewind Een stroom van geladen deeltjes die ontsnappen van het oppervlak van de zon. Magnetosfeer Dit is het gebied rond een hemellichaam binnen de invloedssfeer van het magnetisch veld veroorzaakt door het hemellichaam zelf. Geomagnetisch veld Het magnetisch veld van de aarde. Binnen dit veld bevindt zich een magnetosfeer. Zonneactiviteit Tussenrapport 11 van 13 Geomagnetische storm Een tijdelijke krachtige verstoring van de magnetosfeer van de aarde als gevolg van fluctuaties in de zonnewind. Tijdens een geomagnetische storm neemt de stroom van elektrisch geladen deeltjes in de magnetosfeer en de ionosfeer sterk toe. Corona Dit is een plasma of een aura wat de zon omringt. De zon zijn corona verspreidt zich miljoenen kilometers in de ruimte en de corona is meestal het makkelijkst te zien wanneer er een totale zonsverduistering is of met een coronagraaf. Zonnedynamo Dit is de bron van de polaire magnetische velden en licht dicht tegen het centrum van de zon’s massa. 0 D meson 0 Het D meson is het subatomaire deeltje waar in dit onderzoek de data analyse aan wordt verricht. Het bestaat uit een charm-quark en - + up-antiquark en vervalt in het K meson en het π meson. Zonneactiviteit Tussenrapport 12 van 13 8. Bijlagen Hierboven zijn de zonnevlammen te zien. En daarnaast (rechter) zijn de zonnevlekken duidelijk te zien in het zwart. Hierboven is er een afbeelding van het poollicht wat onstaat door de zonnewind. Zonneactiviteit Tussenrapport 13 van 13