Monofilament - LMN Zuid

advertisement
MONOFILAMENT ALS SCREENINGSINSTRUMENT VOOR PERIFERE NEUROPATHIE
Perifere neuropathie, vaak voorkomend bij diabeten, kan sensorisch, motorisch, autonoom of een combinatie ervan
zijn.
Bij sensorische neuropathie is er sprake van een verminderde tast-, pijn- en temperatuurwaarneming.
Een monofilament is een degelijk en praktisch bruikbaar diagnostisch instrument om de sensorische neuropathie te
detecteren.
WAT IS HET?
Het monofilament (10 gr) is een gestandaardiseerd instrument om de gevoeligheid van de voeten te beoordelen.
Het bestaat uit een soepele nylondraad met een gestandaardiseerde dikte. Als men met deze draad verticaal op de
huid drukt, veroorzaakt men een druk van 10 gr.
Als er geen waarneming is voor deze druk, dan is het beschermend pijngevoel te laag.
Deze test kan gedaan worden op verschillende plaatsen van de voet (zie tekening) behalve op gebieden met eelt.
Men controleert de gevoeligheid met behulp van het monofilament best minstens jaarlijks en bij klinische
waarschuwingstekens.
WERKWIJZE?
1.
Voorbereiding
-
Voeten van de patiënt zijn gewassen.
Handen arts/verpleegkundige wassen en ontsmetten.
Druk de draad loodrecht op de hand van de patiënt, tot deze een C-vorm aanneemt.
Zo ervaart de patiënt hoe het monofilament aanvoelt.
2.
Uitvoering screening
-
Vraag aan de patiënt de ogen te sluiten.
-
Vraag de patiënt te verwittigen wanneer hij de aanraking voelt.
-
Het contact tussen huid en monofilament mag slechts 1 à 2 seconden duren.

Selecteer de 6 onderzoekspunten volgens bovenstaande tekening.

Breng het monofilament loodrecht tegenover het huidoppervlak aan.
Duw met voldoende kracht tot het filament buigt in de vorm van een ‘C’.
Maak gebruik van een 3-seconde durende sessie:
-
aanraking met de huid
-
het filament plooit
- neem weg van de huid
Gebruik het monofilament in een toevallige volgorde, zonder van links naar rechts te bewegen.
De persoon mag niet de verwachting hebben dat u een bepaald gebied van de voet zal aanraken.
Plaats het filament langs en niet op het gebied van een ulcus, necrose, eelt of litteken.

U vraagt de patiënt te verwittigen wanneer hij de aanraking voelt.
Download