KRIS PEETERS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID ANTWOORD op vraag nr. 13 van 30 september 2011 van WILFRIED VANDAELE 1. De rondetafelgesprekken hadden plaats op 28 januari en 7 april 201, en het eindverslag bevat een 6-tal concrete acties en nog een aantal knelpunten die verder overleg vergen. De acties hebben betrekking op de kwaliteitsverbetering van het product, de valorisatie van garnalen en bijproducten, het zeven, de innovatieve vangsttechnieken, het statuut van het kustvisserssegment en het splitsen van visvergunningen. Het verlengen van de houdbaarheid van garnalen moet de kwaliteit nog verhogen. ILVOMerelbeke heeft aangetoond dat een houdbaarheid van 7 à 8 dagen bij de geanalyseerde garnalenstalen en goede proces/bewaarcondities haalbaar is. Intussen is ILVO een praktijkgericht vervolgonderzoek opgestart teneinde praktische en snel implementeerbare oplossingen te kunnen aanreiken. Daarbij wordt gewerkt aan optimalisatie van de proces- en bewaarcondities onder voor de garnalenvissers haalbare werkomstandigheden. Om de garnalenvangsten in zijn geheel beter te valoriseren dient gezocht om proteïnen, vetten en andere substanties uit de nevenproducten (kookwater, koppen, pellen,...) beter aan te wenden en te vermarkten dan momenteel via vismeel of meststoffen. Ook hier is inmiddels een project gestart met de toepasselijke naam “Crangonvalorisatie” Specifiek wordt er ook nagegaan hoe we optimaal de “kleinere garnaal” kunnen benutten, nu het zeven van garnalen verplicht is. Met ingang van 1 augustus 2011 wordt de zeefplicht op basis van de bestaande Europese verordeningverplicht. De EG-handelsnormen voorzien immers dat de grijze garnaal in twee grootteklassen te koop wordt aangeboden, namelijk de grootteklasse 1 met een carapaxbreedte van meer dan 6,8 mm enerzijds, en de grootteklasse 2 met een carapaxbreedte van 6,5 mm tot 6,8 mm anderzijds. Inmiddels zijn de zeven werkzaam in elk van de vismijnen. Wat de pulskor als alternatieve vangsttechniek betreft stelt zich de problematiek van het algemeen EU-verbod en een tijdelijke ontheffing voor zes Belgische vaartuigen. Twee ervan zouden aan de garnaalvisserij toegewezen worden. Samen met Nederland zal België pleiten voor een definitieve regeling op EU-niveau. Vaartuigen, van minder dan 70 brutoton met een motorvermogen van maximum 221 kW, waarvoor de reder kiest voor toetreding tot het kustvisserssegment krijgen bijzondere vangstvoorwaarden en kunnen in principe behoudens een paar uitzonderingen vrij vissen. Voorwaarde was tevens dat alle visreizen vanuit een Belgische haven aanvatten en in een Belgische haven eindigen en dat de zeereisduur maximum 24 uur omvatte. Voor meerdere garnaalvissers, die bepaalde seizoenen ook op vis jagen, was dit een te sterk beperkende factor en ik heb mijn administratie de opdracht gegeven hier een voorstel uit te werken waarbij de zeereisduur max. 48 uur zal bedragen. Om de eventuele omschakeling naar kleinere vaartuigen mogelijk te maken, zal het splitsten van grotere visvergunningen in meerdere kleinere, mogelijk gemaakt worden. Verder werd aandacht besteed aan de problematiek van de sportvisserij, veilplicht, aanvoerbeperking, label, traceerbaarheid, maar dit vergt verder overleg. 2. De garnaalvangsten onder Belgische vlag zijn goed voor slechts 5% vertegenwoordigen van het nationale verbruik. Immers niet minder dan de helft van de EU-vangsten van grijze garnaal wordt door de Belgen geconsumeerd. Zo gesteld heeft België geen overschottenprobleem! Vanuit Nederland leeft de vraag om de aanvoer fors te beperken via slopingsacties of zelfs via afspraken rond een vangstbeperking. Op het overleg met de sector is alvast gebleken dat de Vlaamse garnaalvissers niet te vinden zijn voor dergelijke aanvoerbeperking. 3. De Rederscentrale heeft als enig erkende Belgische producentenorganisatie (PO) in de visserijsector, na consultatie bij haar leden, het initiatief genomen om voor haar leden vanaf 1 augustus 2011 enkel de verkoop van grootteklasse 1 toe te staan. Dit is volledig in lijn met de praktijk in Nederland, Denemarken en Duitsland. Het zijn de PO’s die dergelijke beslissing kunnen nemen. De PO heeft een procedure opgestart om de uitbreiding van regels tot niet-leden aan te vragen. De leden van de PO verhandelen momenteel enkel grootteklasse 1. Het volume van grootteklasse 2 zou ongeveer 10 à 15% omvatten, doch dit kan variëren van jaar tot jaar en in functie van de seizoenen. De reders worden aangeraden wat ruimer te zeven op zee. Er worden in het geheel geen financiële compensaties voorzien. Of er financieel verlies geleden wordt is niet meteen duidelijk omdat het afhangt van het effect van deze maatregel op de verkoopsprijs van de grotere garnalen enerzijds en van de valorisatie van de kleinere garnalen en de bijproducten anderzijds. 4. Zoals reeds aangegeven in vraag 2 is het zoeken naar een betere valorisatie van kleinere garnalen en bijproducten één van de actiepunten uit de rondetafelgesprekken. Het ILVO heeft de opdracht gekregen hierover een studie uit te voeren en na te gaan welke stoffen die aanwezig zijn in kleinere garnalen maar ook in koppen en pellen, ook toepassingen kunnen krijgen buiten de voeding.