Internationale uitwisseling van informatie J.A.R. van Eijsden 1. Inleiding In een themanummer over BEPS mag het onderwerp ‘internationale uitwisseling van informatie’ uiteraard niet ontbreken. Er is nagenoeg geen ander fiscaal thema dat momenteel zo in de belangstelling staat als de uitwisseling van inlichtingen.[2] In deze bijdrage zal ik de meest in het oog springende internationale ontwikkelingen de revue laten passeren. Daarnaast plaats ik enkele kanttekeningen bij de toenemende transparantie op het gebied van belastingen en de rechtsbescherming van belastingplichtigen. Het artikel eindigt met een conclusie. 2. Internationale ontwikkelingen met betrekking tot de uitwisseling van informatie 2.1. Bronnen van internationale gegevensuitwisseling Internationale gegevensuitwisseling vindt in het algemeen plaats op basis van een bilaterale of multilaterale regeling. Voorbeelden van dergelijke regelingen zijn: belastingverdragen (die gemodelleerd zijn aan de hand van het OESO-modelverdrag of het VN-modelverdrag), Tax Information Exchange Agreements (TIEA’s;[3] ook hier is een OESO-modelverdrag voor),[4] het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (het WABB-verdrag), de Richtlijn betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen, de Richtlijn betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en de Spaarrenterichtlijn . Daarnaast vindt uitwisseling van informatie plaats op basis van de Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA), eenzijdige Amerikaanse wetgeving, en de daarop gebaseerde Inter Governmental Agreements (IGA’s). Een regeling die grote verwantschap toont met FATCA is de ‘Standard for automatic exchange of financial account information’ van de OESO en de daarbij horende Competent Authority Agreement (CAA) en de Common Reporting Standard (CRS). Aan een aantal van deze regelingen, met name die waarbij de afgelopen tijd belangrijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden, wordt hierna meer in detail aandacht besteed. Uitwisseling van informatie kan plaatsvinden op verzoek, spontaan of automatisch. Waar informatie-uitwisseling op verzoek lange tijd de norm was, voert tegenwoordig automatische gegevensuitwisseling de boventoon.[5] Dat zal ook blijken uit wat hierna volgt. 2.2. Art. 26 OESO-modelverdrag en het Commentaar daarbij Art. 26 van het OESO-modelverdrag (hierna: MV) heeft betrekking op de uitwisseling van informatie (‘exchange of information’) en vormt de basis voor bepalingen over dit onderwerp in talloze belastingverdragen.[6] Voor de uitleg van deze bepalingen is het Commentaar bij art. 26 MV (hierna: het Commentaar) van groot belang. Recent is art. 26 MV en het Commentaar daarbij gewijzigd. Deze wijzigingen zijn op 17 juli 2012 goedgekeurd door de OECD Council. Gelet op de beperkte ruimte in dit artikel zal ik slechts enkele van de belangrijkste wijzigingen in art. 26 zelf en het Commentaar bespreken.[7] Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 1. Een van de voorwaarden om tot uitwisseling van informatie over te gaan, is dat de betreffende informatie ‘forseeably relevant’ moet zijn. Deze voorwaarde wordt in het Commentaar nader verduidelijkt (par. II.1 , onderdeel 5). Zo is in het Commentaar toegevoegd: “In the context of information exchange upon request, the standard requires that at the time a request is made there is a reasonable possibility that the requested information will be relevant; whether the information, once provided, actually proves to be relevant is immaterial.” Als de aangezochte staat toch twijfelt over de vraag of de informatie voorzienbaar relevant is, dienen beide staten in overleg te treden. 2. In het Commentaar (par. II.1 , onderdeel 5.1) wordt expliciet ingegaan op ‘fishing expedition’: “At the same time, paragraph 1 does not obligate the requested State to provide information in response to requests that are ‘fishing expeditions’, i.e. speculative requests that have no apparent nexus to an open inquiry or investigation.” Van een fishing expedition is echter nog geen sprake als in het informatieverzoek niet is opgenomen ‘the name or address (or both) of the taxpayer under examination or investigation’. Dan moet de verzoekende staat echter wel informatie toevoegen waaruit de identiteit van de belastingplichtige afgeleid kan worden. 3. Het is niet per se verboden om informatie bij een belastingdienst van een andere staat te vragen die betrekking heeft op een groep belastingplichtigen (‘group requests’). Als die groep belastingplichtigen echter niet individueel identificeerbaar is, zal het in het algemeen moeilijker zijn om aannemelijk te maken dat het niet om een fishing expedition gaat (par. II.1 , onderdeel 5.2). “In such cases it is therefore necessary that the requesting State provides a detailed description of the group and the specific facts and circumstances that have led to the request, an explanation of the applicable law and why there is reason to believe that the taxpayers in the group for whom information is requested have been non-compliant with that law supported by a clear factual basis.” Par. II.1 , onderdeel 8.1, sub a) en b) van het Commentaar bevat een tweetal duidelijke voorbeelden waarin sprake is van een fishing expedition. In het Commentaar wordt ook ingegaan op het fenomeen ‘joint audit’ (par. II.1 , onderdeel 9.1). Het begrip ‘joint audit’ wordt door de OESO als volgt gedefinieerd: Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 “A joint audit can be described as two or more countries joining together to form a single audit team to examine an issue(s)/transaction(s) of one or more related taxable persons (both legal entities and individuals) with cross-border business activities, perhaps including cross-border transactions involving related affiliated companies organized in the participating countries, and in which the countries have a common or complementary interest (…).”[8] Een joint audit moet onderscheiden worden van een ‘simultaneous audit’ of ‘examination’ waarbij gelijktijdig onderzoek wordt gedaan door ambtenaren van een aantal belastingdiensten, maar wel door ieder op zijn eigen grondgebied. Van deze mogelijkheden voor het doen van onderzoek wordt steeds meer gebruik gemaakt.[9] 2.3. Richtlijn inzake administratieve samenwerking op het gebied van belastingen Op 15 februari 2011 is een nieuwe Europese richtlijn tot stand gekomen met betrekking tot de uitwisseling van informatie op het gebied van belastingen tussen lidstaten van de Europese Unie (hierna: de Administratieve-samenwerkingsrichtlijn).[10] Deze richtlijn is per 1 januari 2013 in werking getreden en bevat een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de oude Bijstandsrichtlijn . Gelet op de beperkte ruimte in dit artikel bespreek ik hierna slechts enkele van de belangrijkste wijzigingen. 1. De belangrijkste wijziging is dat automatische uitwisseling van gegevens voor een aantal inkomensen vermogenscategorieën verplicht is per 1 januari 2015. Volgens de preambule bij de Administratieve-samenwerkingsrichtlijn is automatische uitwisseling van informatie ‘het meest doeltreffende middel (…) om een correcte vaststelling van de belastingschuld in grensoverschrijdende gevallen te bevorderen en fraude te bestrijden’. Daartoe is in art. 8 opgenomen dat automatische uitwisseling van informatie voor de volgende categorieën verplicht is vanaf 1 januari 2015 met betrekking tot belastingtijdvakken vanaf 1 januari 2014: - arbeidsinkomen; - directiehonoraria; - levensverzekeringsproducten; - pensioenen; en - eigendom van en inkomsten uit onroerende zaken. Per 1 januari 2017 wordt deze opsomming uitgebreid met de categorieën dividenden, vermogenswinsten en royalty’s (zie echter hierna). Op grond van art. 8 lid 4 doen de lidstaten de Europese Commissie vóór 1 juli 2016 jaarlijks statistieken over de omvang van de automatische uitwisseling van inlichtingen toekomen. Op grond van art. 8 lid 6 , vindt de automatische uitwisseling van informatie ten minste éénmaal per jaar plaats binnen zes maanden na afloop van Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 het belastingjaar. Op 12 juni 2013 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan tot aanpassing van de Administratieve-samenwerkingsrichtlijn.[11] De achtergrond daarvan is het bestrijden van belastingontwijking. Gezien art. 19 van de richtlijn, dat een meestbegunstigingsbepaling bevat, en gelet op de verplichtingen die de lidstaten hebben jegens de Verenigde Staten op grond van FATCA (zie hierna onder 2.4.) voelde de Europese Commissie zich gedwongen de automatische uitwisseling van inlichtingen verder uit te breiden.[12] Om deze reden werd voorgesteld de automatische uitwisseling van inlichtingen uit te breiden tot a. dividenden; b. vermogenswinsten; c. alle andere inkomsten die worden gegenereerd met betrekking tot de activa die op een financiële rekening worden aangehouden; d. alle bedragen ter zake waarvan de financiële instelling de tot betaling verschuldigde of de debiteur is, inclusief aflossingsbetalingen en e. rekeningtegoeden. Gelet op de ontwikkelingen in de OESO (zie hierna onder 2.4.) met betrekking tot een ‘global standard for the automatic exchange of information’ werd in oktober 2014 opnieuw een aanpassing van de Administratieve-samenwerkingsrichtlijn gepresenteerd.[13] Dit voorstel hield nauwe tred met de ‘OECD Model Competent Authority Agreement and Common Reporting Standard’ en week dan ook aanzienlijk af van het voorstel zoals dat op 12 juni 2013 was ingediend. Op 9 december 2014 werd de aangepaste Administratieve-samenwerkingsrichtlijn aangenomen.[14] In het begeleidende persbericht werd opgemerkt: “The directive brings interest, dividends, gross proceeds from the sale of financial assets and other income, as well as account balances, within the scope of the automatic exchange of information.”[15] Het is de bedoeling dat de aangepaste richtlijn per september 2017 in werking treedt. Inmiddels ligt er een volgend voorstel voor de aanpassing van de Administratievesamenwerkingsrichtlijn. Het is de bedoeling dat ook de inhoud van rulings automatisch wordt uitgewisseld tussen de lidstaten. Dit voorstel wordt in onderdeel 2.5. besproken. 2. In art. 11 en 12 van de Administratieve-samenwerkingsrichtlijn zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op joint en simultaneous audits (zie ook onderdeel 2.2.). Jeffrey Owens, voormalig directeur van het Centre for Tax Policy and Administration (CTPA) bij de OESO, merkte in dit kader op: “While such audits mean that a taxpayer’s position across borders will quickly become transparent, joint audits can also benefit companies as much as they do governments. If you have a joint audit, it helps you to resolve issues on a real-time basis and it reduces the risk of double taxation because you have all the partners in the room (…).”[16] In dit kader zij nog opgemerkt dat de Nederlandse en Duitse fiscus momenteel bij wijze van pilot joint audits uitvoeren naar de belastingaangifte van een aantal grote ondernemingen.[17] Nederland en Duitsland lopen hiermee voorop in de EU. Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 2.4. FATCA, CAA en CRS[18] 2.4.1. FATCA In 2010 hebben de Verenigde Staten de Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) ingevoerd, met als doel het probleem van geheime buitenlandse bankrekeningen structureel aan te pakken. Er zijn twee soorten Inter Governmental Agreements (IGA’s) opgesteld om te kunnen voldoen aan de eisen van FATCA. De meeste landen hebben voor model 1 gekozen. Onder model 1 moeten financiële instellingen een hele reeks aan financiële gegevens met betrekking tot ingezetenen van de Verenigde Staten aan hun eigen belastingdienst toesturen, die deze gegevens vervolgens verstrekt aan de Verenigde Staten. Nederland heeft ook voor dit model gekozen.[19] Onder model 2 is iedere financiële instelling gehouden separaat een overeenkomst te sluiten met de Verenigde Staten over de uitwisseling van gegevens. Bij de uit te wisselen gegevens gaat het onder andere om de naam van de rekeninghouders, hun belastingnummer, het totale saldo van hun bankrekeningen, het bedrag aan ontvangen rente en dividenden en informatie over verzekeringsuitkeringen. Financiële instellingen die niet aan hun informatieverplichtingen voldoen, zijn een bronheffing verschuldigd van 30% over door hen in de Verenigden Staten ontvangen inkomsten. Overigens heeft de IGA een wederkerig effect: de Verenigde Staten leveren ook informatie uit over inwoners van Nederland met een bankrekening aldaar. De Wet houdende goedkeuring van het op 18 december 2013 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en de tenuitvoerlegging van de FATCA (Trb. 2014, 22 en 128 ) is in het Staatsblad gepubliceerd en op 9 april 2015 in werking getreden.[20] Het hier bedoelde FATCA-verdrag betreft de IGA tussen Nederland en de Verenigde Staten. Nu de goedkeuringswet is aangenomen, treedt het FATCA-verdrag in werking op de datum waarop Nederland de Verenigde Staten schriftelijk in kennis heeft gesteld van het feit dat Nederland alle interne procedures heeft afgerond voor de inwerkingtreding van het FATCAverdrag. Wanneer dat het geval is, is nog niet bekend.[21] 2.4.2. CAA en CRS Op 13 februari 2014 heeft de OESO een ‘Standard for automatic exchange of financial account information’ gepubliceerd. Deze standaard bestaat uit een model ‘Competent Authority Agreement’ (CAA) en een model ‘Competent Reporting Standard’ (CRS). In de preface van deze ‘global standard’ wordt opgemerkt: “Under the standard, jurisdictions obtain financial information from their financial institutions and automatically exchange that information with other jurisdictions on an annual basis. The standard consists of two components: a) the CRS, which contains the reporting and due diligence rules and b) the Model CAA, which contains the detailed rules on the exchange of information. To prevent circumventing the CRS it is designed with a broad scope across three dimensions: Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 - The financial information to be reported with respect to reportable accounts includes all types of investment income (including interest, dividends, income from certain insurance contracts and other similar types of income) but also account balances and sales proceeds from financial assets. - The financial institutions that are required to report under the CRS do not only include banks and custodians but also other financial institutions such as brokers, certain collective investment vehicles and certain insurance companies. - Reportable accounts include accounts held by individuals and entities (which includes trusts and foundations), and the standard includes a requirement to look through passive entities to report on the individuals that ultimately control these entities.” Op 21 juli 2014 is de volledige versie van de wereldwijde standaard voor automatische uitwisseling van financiële gegevens voor belastingdoeleinden gepubliceerd, inclusief het commentaar dat in februari 2014 nog ontbrak. In oktober 2014 heeft Nederland tezamen met 50 andere landen die deels ook lid zijn van de OESO de multilaterale CAA ondertekend en zich daarmee gecommitteerd aan de automatische informatie-uitwisseling volgens de CRS. In navolging van deze landen zijn inmiddels 90 landen overeengekomen op basis van CRS automatisch informatie uit te gaan wisselen.[22] Wat betreft het tijdpad van inwerkingtreding van de hier bedoelde regels verwijs ik naar recente opmerkingen van Lu-Shen Qua: “Vanaf 1 januari 2016 moet informatie over alle nieuwe rekeningen worden bijgehouden. Onder een self-certification systeem. Informatie over bestaande ‘high-value’-rekeningen moet per 31 december 2015 worden geïdentificeerd t/m 31 december 2016. Bestaande ‘low-value’-rekeningen en rekeninginformatie die van belang is voor de groep van landen die de CRS als eerste invoeren, dienen per 31 december 2015 te worden geïdentificeerd t/m 31 december 2017. September 2017 zal informatie worden uitgewisseld over nieuwe rekeningen en ‘high-value’-rekeningen die in 2015 bestaan en in september 2018, zal informatie worden uitgewisseld over ‘low-value’-rekeningen en relevante informatie voor de groep van landen die CRS als eerste toepassen.”[23] 2.5. Voorstel voor de automatische uitwisseling van rulings Op 18 maart 2015 heeft de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van de Administratievesamenwerkingsrichtlijn gepubliceerd.[24] De lidstaten van de Europese Unie zullen verplicht worden om automatisch inlichtingen uit te wisselen over hun fiscale rulings.[25] Het gaat daarbij om ‘advanced cross-border rulings’ (‘voorafgaande grensoverschrijdende rulings’) en ‘advanced pricing arrangements’ (‘voorafgaande prijsafspraken’). Het voorstel bevat de volgende definitie van ‘voorafgaande grensoverschrijdende rulings’: Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 ‘voorafgaande grensoverschrijdende ruling’, een akkoord, een mededeling dan wel enig ander instrument of enige andere handeling met soortgelijk effect, ook indien afgegeven in het kader van een belastingcontrole, die/dat: a) is uitgereikt door of namens de overheid of de belastingautoriteit van een lidstaat, of een territoriaal of staatkundig onderdeel daarvan, aan een persoon; b) betrekking heeft op de interpretatie of de toepassing van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling inzake de uitvoering of handhaving van de nationale belastingwetgeving van de lidstaat of zijn territoriale of staatkundige onderdelen; c) betrekking heeft op een grensoverschrijdende transactie of op de vraag of er op grond van de activiteiten van een rechtspersoon in de andere lidstaat sprake is van een vaste inrichting, en; d) tot stand is gekomen voorafgaand aan de transacties of aan de activiteiten in de andere lidstaat op grond waarvan mogelijkerwijs sprake is van een vaste inrichting, of aan de indiening van een belastingaangifte voor het tijdvak waarin de transactie of reeks transacties dan wel de activiteiten plaatsvonden. Met betrekking tot ‘voorafgaande prijsafspraken’, wordt in het richtlijnvoorstel de volgende definitie gehanteerd: ‘voorafgaande prijsafspraak’, een akkoord, een mededeling dan wel enig ander instrument of enige andere handeling met soortgelijk effect, ook indien afgegeven in het kader van een belastingcontrole, die/dat is uitgereikt door of namens de overheid of de belastingautoriteit van een of meer lidstaten, met inbegrip van een territoriaal of staatkundig onderdeel daarvan, aan een persoon, waarbij voorafgaand aan grensoverschrijdende transacties tussen verbonden ondernemingen een passende reeks criteria is vastgesteld om de verrekenprijzen voor die transacties te bepalen of waarbij de toerekening van winsten aan een vaste inrichting is vastgesteld. Hieruit blijkt een bijzonder brede uitleg van beide begrippen. Voor Nederland heeft dit gevolgen voor de bestaande APA/ATR-praktijk. De Advanced Tax Rulings (ATR’s) en Advanced Pricing Arrangements (APA’s) vallen zonder twijfel onder de ruime definitie van het richtlijnvoorstel. Dit resulteert er derhalve in dat Nederland, indien het voorstel in ongewijzigde vorm wordt aangenomen, informatie over haar APA’s en ATR’s automatisch dient uit te wisselen met de competente belastingautoriteiten van de andere lidstaten en met de Europese Commissie.[26] Maar ook akkoordverklaringen en fiscale vaststellingsovereenkomsten met betrekking tot een grensoverschrijdende situatie vallen naar mijn mening onder de ruime reikwijdte van ‘voorafgaande grensoverschrijdende rulings’ en ‘voorafgaande prijsafspraken’. Welke gevolgen dit heeft – indien het voorstel wordt aangenomen – op de wijze waarop in de lidstaten met fiscale geschillen zal worden omgegaan, moet worden afgewacht. Het voorstel schrijft voor dat automatische informatie-uitwisseling tussen lidstaten minimaal elke drie maanden dient voor te komen. Daarnaast dienen lidstaten, volgens het huidige voorstel minimaal elk jaar een overzicht van de uitgewisselde rulings en afspraken naar de Europese Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 Commissie te sturen. Op deze wijze wil de Europese Commissie controle kunnen uitoefenen op de effectiviteit van de regels inzake de automatische informatie-uitwisseling. Tenslotte dient nog te worden opgemerkt dat de richtlijn verplichte automatische uitwisseling van informatie wil invoeren met betrekking tot ‘voorafgaande grensoverschrijdende rulings’ en ‘voorafgaande prijsafspraken’ die in de afgelopen tien jaar, bezien vanaf het moment van inwerkingtreding van het gewijzigde voorstel nog van kracht waren. Gezien het feit dat de Europese Commissie het wijzigingsvoorstel per 1 januari 2016 van kracht wil laten gaan, zou dit betekenen dat Nederland alle ATR’s/APA’s of soortgelijke overeenkomsten die op 1 januari 2006 zijn ondertekend en nog steeds toepassing vinden, automatisch dient uit te wisselen met de betreffende lidstaten en de Europese Commissie. Dit gaat erg ver en brengt intensieve, administratieve lasten met zich mee voor de betreffende belastingautoriteiten. Op 24 april 2015 is de kabinetsappreciatie van het richtlijnvoorstel gepubliceerd.[27] Het kabinet is in algemene zin positief, maar vindt het voorstel tot automatische uitwisseling van rulings niet proportioneel: “Het voorstel is te complex, bezwarend en onduidelijk om hieraan uitvoering te kunnen geven met hoge uitvoeringskosten tot gevolg. Het kabinet ziet verschillende mogelijkheden om de proportionaliteit van het voorstel te verbeteren.” Het kabinet heeft vooral bezwaren tegen de terugwerkende kracht van tien jaar en zou ook graag zien dat het MKB buiten schot blijft. 2.6. Intrekking spaarrenterichtlijn De Spaarrenterichtlijn zal worden ingetrokken. Dat blijkt uit het persbericht dat de Europese Commissie op 18 maart 2015 publiceerde (waarbij ook het voorstel tot automatische uitwisseling van rulings het daglicht zag), alsmede uit de gepubliceerde concept-richtlijn tot intrekking van de spaarrenterichtlijn.[28] In het persbericht werd opgemerkt: “De Commissie stelt voor om de spaarrichtlijn in te trekken, omdat deze inmiddels achterhaald is door ambitieuzere EU-wetgeving die een zo breed mogelijk toepassingsgebied vereist van de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen, met inbegrip van aan spaargelden gerelateerde inkomsten (IP/13/530). Door de intrekking van de spaarrenterichtlijn zal een gestroomlijnd kader voor de automatische uitwisseling van financiële inlichtingen worden gecreëerd en worden voorkomen dat er rechtsonzekerheid of extra administratieve lasten ontstaan voor de belastingdiensten en het bedrijfsleven.”[29] De intrekking moet per 1 januari 2016 worden geëffectueerd, afgezien van enig overgangsrecht, onder andere voor Oostenrijk. Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 3. Transparantie – wat is daar mis mee? Jeffrey Owens merkte enkele jaren geleden op: “Over the next decade, there’s going to be one word that’s going to dominate the tax debate, particularly the international tax debate, and that word is transparency.”[30] Owens heeft gelijk gekregen. Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat de mogelijkheden om informatie uit te wisselen over de landsgrenzen nu reeds groot zijn en alleen maar zullen toenemen. Meer transparantie is het gevolg. En dat beantwoordt weer aan een maatschappelijk breed gedragen wens.[31] Maar valt er op die toegenomen transparantie dan helemaal niets af te dingen?[32] Laat er geen misverstand over bestaan: transparantie is een goede zaak. Het is niet goed als allerlei zaken op fiscaal gebied verborgen blijven voor de buitenwereld en daarmee oncontroleerbaar zijn. Maar dat betekent niet dat transparantie altijd tot het gewenste effect leidt. En het betekent ook niet dat transparantie geen keerzijde heeft. In het kader van de uitwisseling van informatie kan bijvoorbeeld de vraag gesteld worden wat er gebeurt met die bulk gegevens die elke belastingdienst ontvangt. Kunnen de belastingdiensten het aan om al deze informatie te controleren en te vertalen naar een correcte belastingheffing? Of wordt de informatie opgeslagen in een database en wordt er verder niets meer mee gedaan? Hebben de belastingdiensten überhaupt de capaciteit en de middelen om al deze informatie te verwerken? Op papier leidt de internationale gegevensuitwisseling tot grotere transparantie, maar of dat in werkelijkheid ook zo is, valt nog te bezien. Daarnaast blijft de vertrouwelijkheid van de gegevens een belangrijk aandachtspunt. Ook al wordt hieraan in de diverse internationale regelingen aandacht besteed, voorkomen moet worden dat bedrijfsgevoelige informatie op straat komt te liggen of dat andere fundamentele rechten van belastingplichtigen (zoals het verdedigingsbeginsel of het nemoteneturbeginsel) geschonden worden. En als de transparantie de grenzen van het recht overschrijdt, bijvoorbeeld omdat een niet-toegestane gegevensuitwisseling plaatsvindt, kan een belastingplichtige zich daar dan tegen verzetten? Lynn Berger sluit haar eerder genoemde artikel als volgt af: “Zoals Swartz en Bok laten zien, is transparantie dus verre van neutraal, en lang niet altijd effectief: het begrip is vaag genoeg om op allerlei verschillende manieren in te kleuren. (…). (…) eigenlijk is transparantie dus een valse belofte, en daarmee een recept voor teleurstelling.” Kortom, transparantie is goed, maar het is zeker geen wondermiddel. En het kan ook te ver gaan. Daarom dient ook internationale gegevensuitwisseling niet zonder meer kritiekloos geaccepteerd te worden. 4. Rechtsbescherming De ruimte in dit artikel is te beperkt om op het onderwerp ‘rechtsbescherming’ in te gaan. Belangrijkste conclusie is echter dat het met de rechtsbescherming in relatie tot de internationale uitwisseling van gegevens ronduit slecht gesteld is. Naar mijn mening is dat een slechte zaak en dient daar verandering in te komen. Gelet op de recente ontwikkelingen, in ieder geval in Nederland, lijkt dat een ijdele hoop.[33] Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 5. Conclusie Hiervoor heb ik aandacht besteed aan de ontwikkelingen op het gebied van de (inter)nationale uitwisseling van inlichtingen. Waar nog niet zo lang geleden informatie-uitwisseling op verzoek de norm was, speelt nu de automatische uitwisseling van informatie de eerste viool. Er wordt reeds allerlei informatie automatisch uitgewisseld maar dat zal de komende tijd alleen maar toenemen. In dit kader zal afgewacht moeten worden of het voorstel tot automatische uitwisseling van rulings (in ongewijzigde vorm) zal worden aangenomen door de lidstaten van de Europese Unie en zo ja, welke gevolgen dat zal hebben voor de behandeling van belastinggeschillen. Uit het voorgaande is ook duidelijk geworden dat de hoeveelheid informatie die tussen belastingautoriteiten uitgewisseld wordt enorm is. Dat leidt tot een toename van de transparantie. Daar is op zichzelf niets op tegen, maar die transparantie kent ook schaduwkanten. Dat wringt te meer nu blijkt dat het met de rechtsbescherming in het kader van de internationale gegevensuitwisseling niet goed gesteld is. Naar mijn mening zou daar verandering in moeten komen, ook al zie ik dat niet direct gebeuren. Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 Voetnoten [1] Arjo van Eijsden is werkzaam bij Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Rotterdam en geeft aldaar leiding aan de Tax Policy & Controversy praktijk. [2] Voor meer uitvoerige beschouwingen over het onderwerp ‘uitwisseling van inlichtingen’ verwijs ik graag naar A.C.M. Schenk-Geerts, Internationale gegevensuitwisseling en de rechtsbescherming van de belastingplichtige , Deventer: Kluwer 2007, L.M.J. Sangster, Internationale fiscale gegevensuitwisseling , Deventer: Kluwer 2009, G. J.M.E. de Bont & E.C.J.M. van der Hel-van Dijk, Exchange of information and cross-border cooperation between tax authorities , Netherlands, IFA-cahier 98b, 2013, p. 549-566 en P. Kavelaars, ‘Internationale informatieuitwisseling in het belastingrecht’, in: B.J. Schueler & R.J.G.M. Widdershoven, (et al.), Europeanisering van het algemeen bestuursrecht , Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2014, VAR-reeks, p. 149-168. [3] Tax Information Exchange Agreements (TIEA’s) hebben uitsluitend betrekking op de uitwisseling van inlichtingen en komen tot stand als tussen de betreffende staten geen belastingverdrag gesloten is dat een adequate inlichtingenbepaling bevat. In beginsel worden in een TIEA uitsluitend afspraken gemaakt over uitwisseling van inlichtingen op verzoek. Een uitzondering op deze regel wordt bijvoorbeeld gevormd door de TIEA tussen Aruba en Mexico dat ook over spontane gegevensuitwisseling gaat. Op de website van de OESO is meer informatie over TIEA’s te vinden. Uit die informatie blijkt ook dat er tot op heden 518 TIEA’s zijn afgesloten. Zie nader: www.oecd.org/ctp/exchange-of-tax-information/taxinformationexchangeagreementstieas.htm [4] Zie de link in noot 2 voor de vindplaats van dit model. [5] Zie bijv. ‘An Action Plan to strengthen the fight against tax fraud and tax evasion’, European Commission, Brussels, 6.12.2012, COM(2012) 722 final, waarin wordt opgemerkt: “The Commission will continue to strongly promote the automatic exchange of information as the future European and international standard of transparency and exchange of information in tax matters.” [6] Waarbij oudere belastingverdragen uiteraard nog niet zijn gebaseerd op de meest recente versie van art. 26 MV. Het belastingverdrag met België (2001) bevat bijvoorbeeld nog een beperkt informatie-uitwisselingsartikel, terwijl het belastingverdrag met Duitsland dat per 1 januari 2016 in werking treedt, wel op het nieuwe art. 26 MV is gebaseerd. [7] Zie ook: P. Kavelaars, a.w., onderdeel 3. Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 [8] Joint Audit Report, september 2010, OECD, p. 7. [9] Zie uitvoeriger, met relevante verwijzingen, G.J.M.E. de Bont & E.C.J.M. van der Hel-van Dijk, a.w., p. 554-559. [10] Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG. Zie voor een overzicht van de belangrijkste onderdelen van deze richtlijn: http://ec.europa.eu/taxation_customs/taxation/tax_cooperation/mutual_assistance/direct_tax_directive/index_en.ht m [11] Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de belastingen, Europese Commissie, Brussel, 12.6.2013 COM(2013) 348 final. [12] Zie daarover het vraag- en antwoordmemo naar aanleiding van het voorstel tot aanpassing van de richtlijn: Brussels, 12 June 2013, Automatic exchange of information: frequently asked questions http://europa.eu/rapid/pressrelease_MEMO-13-533_en.htm [13] Council of the European Union, Press Release, St 14185/14, Presse 516, Luxembourg, 14 October 2014. [14] Council Directive 2014/107/EU of 9 December 2014 Amending Directive 2011/16/EU as regards mandatory automatic exchange of information in the field of taxation. [15] Council of the European Union, Press Release, St 16644/14, Presse 633, Brussels, 9 December 2014. [16] Zie: G. Chanel, ‘The impact of information exchange on international tax’, Ernst & Young T Magazine 2012, iss. 10, p. 35, te vinden op: http://taxinsights.ey-vx.com/archive/archive-articles/the-impact-information-exchangeinternational-tax.aspx [17] 13e Halfjaarsrapportage van de Belastingdienst, MvF 20 maart 2014, DGB/2014/1469. Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 [18] Zie voor een recent overzicht de bijdrage van Lu-Shen Qua tijdens het symposium: ‘Informatie van over de grens’, gehouden op 5 februari 2015 in het Tropenmuseum te Amsterdam; zie: R.H.M.J. Offermanns, a.w., onderdeel 3. [19] Zie nader: R.J. Meindersma & B.B. de Mik, Nederland omarmt FATCA, NTFR 2014/6 . [20] Zie: V-N 2015/19.9 . [21] De IGA geldt ook voor Caribisch Nederland. Daarnaast sluiten de overige landen van het Koninkrijk eveneens IGA’s. [22] Zie: V-N 2015/15.5 . [23] Zie noot 17. [24] Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied, Brussel, 18.3.2015, COM(2015) 135 final. Zie over dit voorstel: F. Vanistendael, ‘Automatic exchange of tax rulings in the EU’, TA-WTD 2015/76-16 en A.M. Parker & A. Solanski, ‘European Commission Directive on Exchange of Tax Rulings: A ‘Revolutionary’ Move to Be Embraced or Feared by Taxpayers?’, BNA TAX , Vol. 23, no. 23, p. 1483. [25] Let wel: niet de rulings zelf, maar de inhoud van de rulings (denkelijk in de vorm van een samenvatting) moet worden uitgewisseld. [26] In dit kader zij opgemerkt dat ook het Europees Parlement inzage wil hebben in rulings. Een speciale onderzoekscommissie van het Europees Parlement heeft de Nederlandse autoriteiten recent een lijst gevraagd met rulings die de fiscus sinds 1991 heeft afgegeven. Zie: ‘Europees Parlement wil inzage tax rulings’, Het Financieele Dagblad 29 april 2015. [27] Brief d.d. 24 april 2015 van de Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met als bijlage een fiche, die werd opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC), getiteld ‘Mededeling en richtlijnen Fiscale transparantie ter bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking’. Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 [28] Voorstel voor een Richtlijnvan de Raad tot intrekking van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad, Brussel, 18.3.2015, COM(2015) 129 final. [29] Europese Commissie – Persbericht, Strijd tegen ontwijking van vennootschapsbelasting: Commissie presenteert pakket fiscale transparantiemaatregelen, Brussel, 18 maart 2015. [30] G. Chanel, t.a.p. [31] Zo merkt Lynn Berger in ‘de Correspondent ’ van 4 oktober 2013 op: ‘Transparantie is hard op weg hét toverwoord van de vroege eenentwintigste eeuw te worden. Het geldt als wondermiddel tegen corruptie, misleiding en inefficiëntie – want wie gezien wordt gedraagt zich netjes, zo is het idee – en is daarmee volgens velen het beste recept voor legitimiteit en vertrouwen.’ [32] Zie mijn blog ‘Transparantie, is daar iets mis mee?’, te vinden op: www.ey.com/NL/nl/Services/Tax/EY-tax-blogttransparantie [33] Zie nader: K.R.C.M. Jonas & J.A.R. van Eijsden, ‘De kennisgeving vooraf bij internationale uitwisseling van informatie verdwijnt. En daarmee de rechtsbescherming ook!’, WFR 2013/1180 , alsmede: L.E.C. Neve, ‘Kennisgeving informatieuitwisseling, plicht en fundamenteel recht’, NTFR-A 2013/27. Zie ook: G. D. Sprague, Esq., ‘Exchange of Information Limitations – Rights without Remedies?, 10 September 2014’, www.bna.com/exchange-information-limitationsn17179894683/ © 2015 - Wolters Kluwer Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3 Ernst & Young LLP Accountancy | Belastingen | Transacties | Advies Over Ernst & Young Ernst & Young is wereldwijd toonaangevend op het gebied van accountancy, belastingen, transacties en advies. Onze 135.000 mensen delen wereldwijd dezelfde waarden en staan voor kwaliteit. Wij maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en de samenleving te helpen hun mogelijkheden optimaal te benutten. Arjo van Eijsden is verbonden aan Ernst & Young Belastingadviseurs LLP Tel: 088-4078411 E-mail: [email protected] Voor meer informatie: www.ey.nl Disclaimer Dit bericht is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Voor mogelijke onjuistheid en/of onvolledigheid van de hierin verstrekte informatie aanvaardt Ernst Verschenen in: Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht 2015 nr. 139 (juni). - p. 104-110, een uitgave van Kluwer Fiscale en Financiële Uitgevers te Deventer & Young geen aansprakelijkheid, evenmin kunnen aan de inhoud van dit bericht rechten worden ontleend. © Ernst & Young 2015 2014 Internationale uitwisseling van informatie / J.A.R. van Eijsden. - TFO 2015/139.3