Openbaring van de Heer (A) BEGROETING V Hartelijk welkom op deze zondag, waarop we gedenken dat weer een tip van de sluier werd opgelicht van dat bijzondere mensenkind, ons van God gegeven. Omwille van Hem zijn wij hier samengekomen, van Hem die ons op het spoor brengt van Vader, Zoon en heilige Geest. ofwel V Moge Gods licht ons hier bijeenbrengen, moge Gods Geest ons vergezellen in het luisteren naar de Schrift, moge Jezus, de Christus, ons inspireren, zo bidden wij in de naam van God: Vader, Zoon en heilige Geest. INLEIDING L Sla uw ogen op naar het licht! Met deze woorden nodigt de liturgie van de Openbaring des Heren ons ertoe uit oog te krijgen voor het licht, dat met Kerstmis onder ons geboren is en dat een licht voor allen wil zijn. Dus ook voor ieder van ons. BEKERINGSMOMENT 1 V Van groot tot klein, van hoog tot laag, van oost tot west: God is om ons bewogen. Bidden wij om vergeving wanneer wij dat geheim verduisterden. L Heer, neem weg van ons alle zucht naar eigenbelang en open ons hart voor allen die U ter harte gaan… V Heer, ontferm U over ons. L Christus, maak ons ruimhartig, opdat wij niemand afschrijven vanwege kleur of taal, want allen zijn wij uw zonen en dochters… V Christus, ontferm U over ons. L Heer, vergeef ons alle kortzichtigheid en leer ons elkaar zien met uw ogen… V Heer, ontferm U over ons. V De Heer verwarme de kilheid van ons hart, verlichte het duister van onze zonden en moge ons geleiden naar het eeuwig leven. ofwel V Wij laten ons vaak verblinden door het valse licht, overal aanwezig, steeds verlokkend. Bidden wij de goede God om ontferming: L Heer, Gij wijst ons de goede weg van de ontmoeting met U, vergeef ons onze ontrouw… V Heer, ontferm U over ons. 2 L Christus, Gij wijst ons de weg van het getuigenis, vergeef ons die keren dat wij ons voor U schamen… V Christus, ontferm U over ons. L Heer, Gij wijst ons de weg van de inzet voor uw zaak, vergeef ons gebrek aan daadkracht… V Heer, ontferm U over ons. V Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze fouten vergeven en ons eens geleiden tot eeuwig leven. OPENINGSGEBED V Eeuwige God, uit uw hemel zonder grenzen komt Gij tastend aan het licht in een naam, in een gezicht: Jezus van Nazaret. Wij bidden U, dat de velen die U zoeken, U mogen vinden in Hem en dat Hij voor ons allen mag zijn: een leidsman en een gids ten leven voor vandaag en alle dagen tot in uw eeuwigheid. ofwel V Heer, onze God, over alle grenzen heen hebt Gij uw heerlijkheid geopenbaard. De wijzen uit het Oosten hebben uw ster gezien; de volken der aarde hebben uw licht aanschouwd. Wij vragen U: Laat uw Zoon onze leidsman zijn 3 op onze pelgrimstocht naar U. Laat allen, die nog geloven, uitzien naar uw licht en de weg vinden naar uw koninkrijk. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de heilige Geest leeft en heerst, God, door de eeuwen der eeuwen. ofwel V Eeuwige, die alle menselijke wijsheid ver te boven gaat, in uw wonderlijk licht wilt Gij ons tasten en zoeken tot rust brengen. Wij danken U vandaag voor uw verschijnen onder ons in de kleinheid van een mensenkind en bidden U: dat wij in Hem U mogen ontwaren als de morgenster, het licht dat voor ons uitgaat alle dagen van ons leven en tot in eeuwigheid. ofwel V Heer, Gij hebt uw Zoon geopenbaard aan alle volken toen Wijzen in de sterren naar een teken zochten om naar hun koning toe te gaan. Wij hebben U reeds in het geloof gevonden en vragen dat wij U eens in volle heerlijkheid aanschouwen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de heilige Geest leeft en heerst, God, door de eeuwen der eeuwen. LICHTRITUS V 4 Vandaag herdenken wij die magiërs uit het oosten die op weg durfden gaan een ster achterna. Zij gingen op zoek naar licht-van-God-uit en vonden een kind. L Stad van God, sta op en zie het licht dat over u is opgegaan. Volkeren komen op u af om licht waarvoor het donker wijkt – verschenen is het eeuwig licht in die dagen. V Ons ervan bewust dat dat licht-van-God-uit een licht voor alle volkeren wil zijn, ontsteken wij de paaskaars. INLEIDING OP DE LEZINGEN L In Jezus openbaart God zich aan de wereld. Deze gedachte wordt vandaag in de Schriftlezingen ontvouwd. In de eerste lezing profeteert Jesaja dat de glorie des Heren opgaat over Jeruzalem en dat alle volkeren daar op afkomen. In de tweede lezing heeft Paulus het over de openbaring van Gods genade: in Christus zijn joden en heidenen samen erfgenamen van Gods belofte. In het evangelie voert Matteüs oosterse wijzen ten tonele: heidenen die zich laten leiden door de lichtende ster en het kind als hun koning aanbidden. EERSTE LEZING L Uit de profeet Jesaja. (60,1-6) Sta op en schitter, want uw licht is gekomen, de glorie van de Heer komt over u. En zie, de duisternis bedekt de aarde, en donkerte de volken, 5 maar over u gaat de Heer lichtend op, zijn heerlijkheid verschijnt over u. En volken komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op en kijk om u heen, allen verzamelen zich en komen naar u toe; uw zonen komen uit de verte, uw dochters worden op de heup gedragen. U zult het zien en stralen van vreugde, uw hart zal trillen en zwellen: de schatten van de zee worden naar u toe gebracht, de rijkdom van de volken komt naar u toe. Een vloed van kamelen zal u bedekken, dromedarissen van Midjan en Efa; alle bewoners komen uit Seba, met goud en wierook beladen; zij verkondigen de lof van de Heer. TUSSENZANG (Psalm 72) Mijn God, verleen de koning uw wijsheid, de koningszoon uw rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien en welvaart alom tot het einde der maanden. Alle volken der aarde huldigen U, Heer. Regeren zal hij van zee tot zee, vanaf de rivier tot de grens van de aarde. Vorsten van Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken, Arabische heersers en Etiopen betalen hem cijns. Hem huldigen alle vorsten der aarde en alle volkeren dienen hem. Alle volken der aarde huldigen U, Heer. De arme die steun vraagt zal hij bevrijden, de ongelukkige zonder hulp. Hij zal zich ontfermen over misdeelden, 6 de zwakken schenkt hij weer levensmoed. Alle volken der aarde huldigen U, Heer. TWEEDE LEZING L Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs. (3,2-3a.5-6) Zusters en broeders, U hebt toch gehoord van het beheer van Gods genade, die Hij mij met het oog op u gegeven heeft; aan mij is door openbaring de kennis van het geheim meegedeeld, zoals ik al in het kort heb beschreven. Nooit is het in eerdere generaties aan de mensenkinderen bekendgemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: dat de heidenen mede-erfgenamen zouden zijn, leden van hetzelfde lichaam en deelgenoten van de belofte in Christus Jezus door middel van het evangelie. ALLELUJA (Mt 2) Alleluja. Wij hebben zijn ster in het oosten gezien en komen de Heer onze hulde brengen. Alleluja. EVANGELIE V Uit de blijde boodschap van onze Heer Jezus zoals die voor ons werd opgetekend door Matteüs. (2,1-12) 7 Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes, kwamen er uit het oosten magiërs in Jeruzalem aan. Ze vroegen: 'Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.' Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. Ze zeiden hem: 'In Betlehem in Judea. Want zo staat het geschreven bij de profeet: Betlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.' Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Hij stuurde hen naar Betlehem met de woorden: 'Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind. Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.' Toen ze de koning gehoord hadden, gingen ze weg. Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria. Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten te voorschijn en gaven Hem goud, wierook en mirre als geschenk. En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren 8 om niet naar Herodes terug te keren, namen ze de wijk en gingen ze langs een andere weg naar hun land terug. VOORBEDE V De Eeuwige heeft zich geopenbaard in zijn zoon Jezus, een licht voor de hele wereld. Daarom richten wij ons vol vertrouwen tot God. L Wij danken U, God, voor de komst van Jezus. Laat Hem bekend worden aan alle volken als licht voor een nieuwe samenleving… Laat ons bidden. L Wij danken U, God, voor de liefde van Jezus. Laat die liefde de volkeren bijeen brengen en de gerechtigheid bevorderen… Laat ons bidden. L Wij danken U, God, voor alle wijze mensen om ons heen, soms klein en bijna ongezien. Laat hun wijsheid voor ons een voorbeeld zijn om onszelf niet te verheffen, maar de ander uitmuntender te achten dan onszelf… Laat ons bidden. L Wij danken U, God, voor de ontroering ons geschonken in onze dopelingen… voor de vreugde in het leven van hen die gaan huwen… voor het onverwoestbaar vertrouwen op U bij onze zieken… voor de ontroering bij het sterven van hen, die hun leven in uw hand durfden leggen… Laat ons bidden. V God, voor alles wat U ons geschonken hebt, voor het feit dat wij ons altijd tot U mogen keren, danken wij U uit de grond van ons hart. 9 Door Christus, onze Heer. ofwel V Keren we nu ons hart tot God en bidden we. L Voor allen die onbevangen op zoek zijn naar de waarheid; voor hen die zó open zijn dat zij steeds een nieuwe horizon ontdekken; voor de profeten van deze tijd, die Gods Geest aan het werk zien waar niemand het vermoedt: dat zij in staat mogen zijn de verstarring in kerk en wereld te doorbreken… Laat ons bidden. L Voor allen die niet op zoek zijn, omdat zij de waarheid in pacht menen te hebben; voor hen die krampachtig vasthouden aan hun vermeende zekerheden; voor de doemdenkers in onze dagen, die overal slechts achteruitgang zien: dat zij delen in de verlossing en God ervaren als degene die steeds nieuwe wegen gaat… Laat ons bidden. L Voor onszelf, hier aanwezig: dat wij niet zelfingenomen, maar ontvankelijk zijn; dat wij oog hebben voor wie ons nodig heeft, een gewillig oor zijn voor allen die een beroep op ons doen; dat er ruimte is voor hen die anders zijn, een plek van geborgenheid voor allen die vreemdeling of vluchteling zijn… Laat ons bidden. L En voor onze overledenen, 10 die wij in deze viering speciaal gedenken… Laat ons bidden. V Eeuwige God, voor kleine mensen zijt Gij bereikbaar. Maak ons klein, open en ontvankelijk genoeg om uw zegeningen te genieten, maar – boven alles – houd ons gaande, op zoek naar U, op weg naar elkaar. GEBED OVER DE GAVEN V Eeuwige God, allen zonder onderscheid gaan U ter harte, grenzeloos is uw trouw in Jezus, kind van de belofte. Mogen wij, die Hem hier in brood en wijn gedenken, de liefde leren die allen omvat, de trouw en de ontferming, die zonder einde zijn en zonder maat. Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen tot in uw eeuwigheid. ofwel V Heer, wij zijn hier gekomen om U met onze gaven hulde te brengen. Neem deze offerande van brood en wijn aan en openbaar U aan ons in Christus, onze Heer. ofwel V God, ontvang in deze gaven al wat U toekomt van onze hand: onze dank om uw woord dat onder ons geschied is. Schenk ons al wat wij nodig hebben van U: 11 barmhartigheid, liefde en licht dit uur en alle dagen. ofwel V Wij bidden, Heer, zie met welgevallen naar de gaven van uw kerk, die nu geen goud meer zijn of vreemde kostbaarheden, maar Christus Jezus zelf. Brood en wijn zijn nu het teken van zijn offer en van de genade die Gij ons geeft. Door Christus, onze Heer. PREFATIE (van de openbaring des Heren) De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. En brengen wij dank aan de Heer, onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig. Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden, zullen wij U danken, altijd en overal. Vandaag hebt Gij het mysterie van onze redding geopenbaard: Christus, het licht van alle volkeren. Toen Hij in ons sterfelijk lichaam is verschenen, hebt Gij ons alle nieuw gemaakt door de ongekende glans van zijn onsterfelijkheid. Daarom, met alle engelen, machten en krachten, met allen die staan voor uw troon, loven en aanbidden wij U en zingen (zeggen) U toe vol vreugde: 12 Heilig, heilig, heilig, de Heer… VREDESGEBED V Herodes was bang voor een Messiaanse vredevorst. Vrede als bedreiging, niet te geloven! Wij bidden om de geest van deze man van vrede, die leefde van ontmoeting en vergeving. Dat hij ons mag leiden in ons verlangen naar zuster- en broederschap over alle grenzen heen. Dat zijn vrede met ons allen mag zijn, vandaag en voor altijd. Die vrede des Heren zij altijd met u… Geef elkaar dan ook een teken van die vrede. UITNODIGING TOT DE COMMUNIE V Goud, wierook en mirre, eenmalige gaven voor een koningskind. Brood en wijn, bron van leven voor elke dag, zo geeft de Heer zich aan ons. Gelukkig zijn wij, die aan deze tafel van de Heer mogen deelnemen. Zie dan dit gebroken brood, het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld… NA DE COMMUNIE L Ik wil mijn ster voor je uitzenden - zegt God tot ze blijft stilstaan boven de plaats waar je Mij kunt ontmoeten. Ik hoop dat je hart 'wijs' genoeg is om die ster te volgen, 13 want het is geen gemakkelijke weg. Veel mensen zullen je niet begrijpen, omdat je andere waarden belangrijker vindt dan zij. Blijf toch maar volhouden en weet dat elke plaats waar mensen het 'brood van het leven', van de pijn en van de vreugde delen, 'Betlehem' wordt genoemd. Je zult er vrede ervaren en je kunnen verwarmen aan het vuur van mijn liefde en tederheid! ofwel (…) L 'Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde'. Heel zijn leven wachtte Bertus al op die ene ster, zodat hij, leek en liefhebber op het gebied van sterrenkunde, heel even het driekoningengevoel zou hebben van de wijzen uit het Oosten, toen, eeuwen geleden. Maar hoe hij ook reikhalsde en uitkeek naar, nergens zo'n ster te bekennen. Maar toen, driekoningendag, op het eind van de middag, de school uit en in de vrieskou overal het geluid van ijle kinderstemmen, toen werd er gebeld en Bertus deed open en zag en hoorde drie kinderen met een ster, zingend als koningen verkleed: 'Wij zijn driekoningen met een ster, wij zijn driekoningen, komen van ver, zoeken een kind in de donkere nacht dat ons de vrede op aarde bracht.' Bertus gaf ze alledrie een mandarijn en een marsje en toen ze allang weg waren, zong nog steeds dat lied in zijn hoofd over een ster, over een kind in het holst van de nacht, over vrede op aarde. 14 Zou dat de ster zijn geweest – die breekbare van bordpapier – waarnaar hij heel zijn leven al gereikhalsd had? Nee, zo had Bertus het nog nooit bekeken… SLOTGEBED V Eeuwige God, als een vuur zijt Gij verschenen, als een ster gaat Gij ons voor in Jezus van Nazaret, uw veelgeliefde Zoon. Wij danken U, dat Gij ons in deze mens zó nabij bent gekomen. Doe ons blijvend vasthouden aan Hem, die voor ons is als een vuur dat verwarmt, als een licht dat richting wijst voor vandaag en alle dagen tot in uw eeuwigheid. ofwel V God, in hemels licht hebt Gij u aan ons geopenbaard. Blijf ons verlichten en voorgaan, wees ons nabij. Dan zal geen macht op aarde ons tot vertwijfeling brengen of vrees, want als Gij ons leidt, is onze thuiskomst veilig. Door Christus, onze Heer. ofwel V Gij, Bron van alle licht, wij danken U voor de gaven waarmee Gij ons voedt en ons leven verlichten wilt, Jezus, uw vleesgeworden woord. Laat heel de wereld de warmte en de kracht ervaren 15 die er genezend en bevrijdend van Hem uitgaat, vandaag en alle dagen van ons leven tot in eeuwigheid. ofwel V Heer, trek voor ons uit overal en altijd, met het licht vanuit den hoge. Geef ons een zuiver inzicht in de viering van het mysterie waarbij Gij ons betrekt, zodat wij een leven leiden dat U waardig is. Door Christus, onze Heer. ZENDING EN SLOTZEGEN V De drie Wijzen in het verhaal gingen op weg en vertrouwden op een sterrenbeeld. Ook wij zoeken onze weg, geleid door Gods woord als een licht, niet áán de hemel, maar ván de hemel. Dat het ons tot vreugde mag zijn en tot zegen, in de naam van Vader, Zoon en heilige Geest. En gaan wij van hier heen in vrede… 16