Oogheelkunde Patiënteninformatie Refractiechirurgie: geen bril of lenzen meer na een lasercorrectie U ontvangt deze informatie, omdat wij u graag meer vertellen over lasercorrecties en kunstlensimplantaties. Deze ingrepen om bijziendheid, cilinderafwijking of verziendheid te corrigeren, mogen zich in een steeds toenemende populariteit verheugen. In deze informatie kunt u lezen over de huidige stand van zaken. Overigens is deze informatie louter oriënterend, want binnen Reinier de Graaf verrichten wij geen refractiechirurgie. Het succes van de excimerlaser Ruim een halve eeuw zijn oogartsen op zoek geweest naar een operatie die de oogsterkte verandert, zodat hulpmiddelen als een bril of contactlenszen niet meer nodig zijn. Het meest bekend waren de ‘krasjes’ die met een diamantmes in het hoornvlies gemaakt werden, een redelijk betrouwbare, maar inmiddels verouderde techniek. De grote doorbraak, waardoor refractiechirurgie nu voor een groot publiek interessant is geworden, was de introductie van de excimerlaser in de jaren tachtig. Deze laser bundelt een ultraviolette lichtstraal, waarmee we een dun laagje van het hoornvlies afslijpen. Nieuwere lasers werken met steeds smallere laserstralen, die een paar duizend keer per behandeling worden afgevuurd en door een computer precies naar de juiste plaats op het hoornvlies worden gedirigeerd. Ieder pulsje verdampt op een plek van een vierkante millimeter een laagje hoornvlies van minder dan een micrometer dikte. Een eye tracker meet de positie van het oog en stuurt de laserstraal op tijd bij, zodat deze bij kleine oogbewegingen toch op de juiste plaats arriveert. Door deze verbeteringen in de techniek is het resultaat steeds beter te voorspellen. Twee soorten excimerlaserbehandelingen We kennen twee soorten excimerlaserbehandelingen: PRK (LASEK) en LASIK. PRK of LASEK Bij de PRK-behandeling (of LASEK-behandeling: Laser Assisted SubEpithelial Keratomileusis) laseren we direct op het buitenoppervlak van het hoornvlies. Vooraf wordt alleen het dunne oppervlakkige laagje, het zogenaamde epitheel, losgeweekt en verwijderd. Na de laserbehandeling krijgt u een contactlens op het hoornvlies gelegd, als een pleister op de wond die gemaakt is in het oppervlakkige epitheel. Na een paar dagen is dit wondje geheeld en kan de contactlens verwijderd worden. Pagina 1/5 LASIK In de jaren negentig werd een variant op deze techniek ontwikkeld, die voor de echte doorbraak van de excimerlaserbehandeling zorgde: LASIK (LASer In-situ Keratomileusis). Hierbij verdeelt een speciaal mesje het hoornvlies in een voorste en achterste deel, waarna het voorste deel als een flapje opzijgelegd kan worden. De laserbehandeling vindt dan plaats op het achterste deel, dus dieper in het hoornvlies dan bij PRK. Als het flapje daarna als een soort contactlens teruggelegd wordt, plakt het vanzelf weer vast aan de onderlaag. De LASIK-behandeling geeft u minder ongemak in de eerste dagen na de behandeling, omdat er geen wondje in het epitheel gemaakt wordt zoals bij PRK. De LASIK-techniek is iets ingewikkelder, maar leidt sneller tot het definitieve resultaat. Pagina 2/5 Wat u van een excimerlaserbehandeling kunt verwachten De behandeling zelf duurt niet lang. Meestal worden beide ogen tegelijk behandeld. Uw ogen worden met druppels verdoofd, waardoor u geen pijn voelt. Het klemmetje dat de oogleden spreidt en het zuignapje dat het oog fixeert bij LASIK geven wel een drukgevoel op het oog, dat u even als onaangenaam kunt ervaren. De meeste mensen vinden de ingreep een beetje eng, maar zeggen achteraf dat het enorm meeviel. Bij de PRK-techniek zijn de ogen de eerste twee dagen meer of minder pijnlijk. Sommige mensen voelen alleen alsof er een vuiltje in de ogen zit en hebben niet veel last. Anderen kunnen twee dagen lang de ogen niet open krijgen en moeten sterke pijnstillers gebruiken. Welke gezichtsscherpte is het resultaat? Zowel voor PRK als LASIK geldt dat de afhankelijkheid van een bril of contactlens zeker kleiner wordt. Er is altijd een lichte over- of ondercorrectie, zodat maar een minderheid van de patiënten precies op sterkte nul (emmetropie) uitkomt. Mensen met een lichte restafwijking zijn meestal heel tevreden, omdat zij zonder correctie goed zien. Ze zien even goed als andere mensen die geen bril of lenzen dragen; bij diegenen is bij meting meestal ook een kleine afwijking te vinden. Echter, mensen die een bril of lenzen dragen, laten hun afwijking altijd volledig corrigeren en zijn daardoor gewend scherper te zien dan mensen met een lichte afwijking die geen bril nodig hebben. Dus de gezichtsscherpte zonder correctie na de lasering is vaak lager dan de scherpte met correctie vooraf. Het is zelfs zo dat de scherpte mét optimale correctie na lasering vaak lager is dan vooraf, al gaat het dan om een veel lagere correctie. Een getal voorbeeld: zicht zonder zicht met correctie correctie voor 10% 130% (S-5,00) 90% 115% (S-0,75) lasering na lasering Praktisch gezien gaat deze patiënt dus van 130 naar 90 procent gezichtsscherpte, omdat hij geen bril meer gebruikt. Maar de verlossing van de ongemakken van bril of lenzen maakt dit meestal ruim goed. Soms zijn patiënten achteraf niet tevreden over de kwaliteit van het zien, ook al is de scherpte 100 procent. Dit kan komen doordat zij in het donker lastige schitteringen (halo’s) zien. Alle personen boven de veertig jaar die in de verte goed scherp zien, krijgen problemen met het zien dichtbij, dus ook diegenen die een laserbehandeling ondergaan hebben. Mensen van boven de veertig met een lichte bijziendheid moeten vooraf weten dat zij na de behandeling niet meer de bril kunnen afzetten om makkelijk te lezen zonder correctie. Pagina 3/5 Mogelijke complicaties Bij iedere operatie zijn complicaties mogelijk, maar bij lasercorrecties is de kans daarop klein. 5 tot 10 procent van de correcties leidt tot een te grote positieve of negatieve reststerkte. Deze kan met een tweede behandeling verholpen worden. Meestal vindt die plaats na enkele maanden, als blijkt dat het om een stabiele afwijking gaat en daarom duidelijk is op welke sterkte de laser moet worden ingesteld. Na PRK kan het hoornvlies in lichte mate vertroebelen, dit noemen we haze. Bij hogere correcties kan het hoornvlies plooien in de flap en moeten deze plooien gladgestreken worden in een of meer herbehandelingen. Het snijden van de flap kan in zeldzame gevallen gecompliceerd verlopen. Na de behandeling kan zich onder de flap een ontsteking ontwikkelen (bij PRK is dit veel zeldzamer dan bij LASIK). Deze ontsteking geneest meestal met speciale oogdruppels, maar soms moet in een herbehandeling de flap gespoeld worden. De LASIK-flap kan nog maanden tot jaren na de operatie bij een ongeval loslaten. Meestal is hij dan weer op zijn plaats terug te fixeren. Al deze complicaties zijn zeldzaam. In nog veel zeldzamere gevallen is er zodanige schade aan het hoornvlies dat dit vervangen moet worden door een hoornvliestransplantatie. In dat geval zijn er veel ongemakken en kan het definitieve resultaat minder goed zijn. Blindheid door excimerlaserbehandeling is niet mogelijk. Belangrijk Het is belangrijk om u te realiseren dat een klein deel van de behandelde patiënten (ongeveer 10 procent) een of meer herbehandelingen nodig heeft voordat na verloop van tijd een goed resultaat wordt bereikt. Bedenkt ook dat complicaties met blijvende gevolgen heel zeldzaam, maar niet uitgesloten zijn. Kunstlensimplantatie Sommige mensen kunnen niet op een veilige manier met een excimerlaser behandeld worden. Hun oogsterkte is zo hoog of hun hoornvlies zo dun, dat het na de behandeling te dun zou worden om op lange termijn zijn stabiele vorm te behouden. Een alternatief voor deze mensen is het inbrengen van een ‘eeuwige contactlens’. Dit is een kunstlensje dat niet op- maar in het oog wordt geplaatst, achter het hoornvlies en aan de voorzijde van de iris. Deze techniek is een uitvloeisel van de vooruitgang in de behandeling van cataract of grijze staar, waarin kunstlenzen gebruikt worden om de eigen ooglens te vervangen als deze vertroebelt. Kunstlensimplantatie is iets complexer dan lasercorrectie, omdat de ogen meestal niet tegelijk behandeld worden en u niet met druppels verdoofd wordt, maar met een injectie of narcose. Daarom is vaak een iets uitgebreider onderzoek naar uw algemene gezondheid nodig. Het gebeurt op een echte operatiekamer, omdat de eisen aan steriliteit in dit geval hoger zijn. De oogbol wordt Pagina 4/5 geopend met een sneetje van 5 millimeter boven het hoornvlies. Het lensje wordt ingebracht en met kleine klemmetjes aan de iris gehaakt. Daarna wordt het wondje dicht gehecht. De resultaten, over- en ondercorrectie en dergelijke zijn goed vergelijkbaar met de lasercorrectie zoals u die hiervoor heeft kunnen lezen. Bij een herbehandeling kan de lens vervangen worden tijdens een nieuwe operatie of wordt het laatste restje correctie met de laser gedaan. Complicaties bij kunstlensimplantatie Ook bij kunstlensimplantatie is de kans op complicaties klein. De kunstlens kan operatief verwijderd worden, dus de ingreep kan, in tegenstelling tot de lasercorrectie, grotendeels ook weer ongedaan gemaakt worden. Omdat het een ingreep is waarbij de oogbol geopend wordt, zijn bepaalde complicaties mogelijk die niet bij laserbehandeling kunnen optreden: bacteriële infectie (wat zelden leidt tot verlies van het oog), vertroebeling van de ooglens (grijze staar, cataract), beschadiging van de oogbol door een verdovende injectie en de algemene risico’s van een narcose. Geen refractiechirurgie in Reinier de Graaf Binnen de maatschap Oogheelkunde van Reinier de Graaf verrichten wij geen refractiechirurgie. Meer informatie Deze patiënteninformatie is oriënterend van karakter. Vanwege de snelle ontwikkelingen in de refractiechirurgie, kan de tekst mogelijk niet meer volledig up-to-date zijn. Voor volledige informatie over laserbehandeling en kunstlensimplantatie en voor een advies op maat, rekening houdend met uw wensen en de mogelijkheden van uw ogen, kunt u zich het beste wenden tot een kliniek die refractiechirurgie aanbiedt. Reinier de Graaf is partner van het Oogzorgnetwerk Versie: augustus 2015 Pagina 5/5