datum: 23-3-2016 projectnummer: 1676.0116 Quickscan beoordeling verplaatsing theater De Lievekamp Oss AANLEIDING Het centrum van Oss kampt als gevolg van diverse (elkaar versterkende) ontwikkelingen met een toename van leegstand. Voor behoud van een vitaal en aantrekkelijk centrum zet de gemeente in op het compacter maken van het centrum van Oss én op het toevoegen van nieuwe functies aan het centrum. Gelijktijdig met het centrumvraagstuk speelt binnen de gemeente Oss een vraagstuk over de toekomst van de cultuurinstellingen aan de Raadhuislaan. Het vastgoed waarin bibliotheek, Muzelinck (centrum voor de kunsten) en theater De Lievekamp zijn gevestigd raakt, na bijna 50 jaar, verouderd. Gecombineerd met forse investeringen kan het vastgoed nog maximaal 15 jaar mee. Daarna voldoen de panden niet meer aan de toekomstige eisen die aan dit type voorzieningen wordt gesteld. De gelijktijdig spelende vraagstukken (centrum vitaal houden en verouderd vastgoed cultuurinstellingen) kunnen in potentie unieke kansen creëren en zijn voor de gemeente Oss aanleiding geweest voor een onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid van verplaatsing van een of meerdere cultuurfuncties aan de Raadhuislaan naar het centrum van Oss. Eerder heeft DTNP voor de gemeente Oss middels een quickscan een beoordeling gemaakt de toegevoegde waarde van de bibliotheek voor het centrum van Oss. De gemeente Oss heeft in aanvulling daarop aan DTNP opdracht gegeven op dezelfde wijze een beoordeling te maken voor theater De Lievekamp en voor centrum voor de kunsten Muzelinck. Voorliggende quickscan betreft een beoordeling van de verplaatsing van het theater. De beoordeling voor Muzelinck is in een separate notitie opgenomen. Deze notitie bestaat uit twee delen: A) achtergronden bij het functioneren van theaters, en B) de beoordeling van een mogelijke verplaatsing van het theater in Oss vanuit het perspectief van het theater, het centrum van Oss en het (mogelijk) achterblijvende vastgoed aan de Raadhuislaan. Financiële aspecten zijn geen onderdeel van deze notitie. A) ACHTERGRONDEN Landelijke ontwikkelingen podiumkunsten en theaters van afgelopen jaren1 1 Vraag en aanbod in de podiumkunstensector waren lange tijd (2005-2011) stabiel of zelfs groeiend. In de periode 2011-2013 verminderden beide echter drastisch: o Het aantal podiumkunstvoorstellingen daalde landelijk met 14% in de periode 20112013 (van 59.000 naar 50.600) en lag in 2013 zelfs 8% onder het aantal voorstellingen in 2005. o Het aantal bezoeken aan podiumkunstvoorstellingen daalde met circa 8% in de periode 2011-2013 en lag in 2013 circa 4% lager dan in 2005. Boekmanstichting (2015), ‘De Staat van Cultuur 2’ De daling van het aantal voorstellingen concentreert zich vooral bij kleinere podia, klassieke genres (o.a. klassieke muziek, opera, toneel, ballet) en regio’s met een van oudsher beperkter aanbod. De daling van het aantal bezoeken aan voorstellingen betreft vooral klassieke podiumkunsten (o.a. klassieke muziek, opera, toneel, ballet) en voorstellingen van vrije theaterproducenten (zoals Stage Entertainment). De daling is het grootst in de grotere gemeenten (100.000+). Het aantal bezoeken aan populaire podiumkunsten (o.a. popconcert, film, cabaret) bleef stabiel. Oorzaken van de daling van het aantal producties en bezoekers in de podiumkunstensector zijn onder andere de economische recessie, en de afname van het aantal en de omvang van subsidies. Sinds 2013 (economisch herstel) is de daling aan het stagneren en neemt het aantal bezoeken en voorstellingen weer beperkt toe (+1 à 2%). Functies van een theater Educatieve functie: mensen (en primair en voortgezet onderwijs in het bijzonder) kennis laten maken met podiumkunsten. Maatschappelijke functie: mensen aan te zetten tot zelfreflectie door hen in contact te brengen met andere culturen en opvattingen. Culturele functie: een podium (letterlijk) bieden aan sociaal-culturele amateurinitiatieven. Ontspanningsfunctie: het bieden van vermaak (‘een avondje uit’). Recreatieve ontmoetingsfunctie: een plek waar mensen elkaar (kunnen) ontmoeten. Zakelijke ontmoetingsfunctie: een plek voor congressen en andere zakelijke bijeenkomsten. Bezoekers van een theater Bezoekers van een theatervoorstelling kunnen grofweg in drie categorieën worden ingedeeld: o Kernpubliek: komen vaak (10 of meer voorstellingen per jaar), zijn gemiddeld ouder en hoger opgeleid, en hebben een relatief sterke voorkeur voor vernieuwende, onconventionele en maatschappijkritische voorstellingen; o Belangstellenden: komen minder vaak dan het kernpubliek, maar bezoeken ook regelmatig het theater (minder dan 10 keer per jaar), laten zich bij hun keuze voor een voorstelling meer leiden door publieke opinie en media-aandacht, en zijn meer gericht op vermaak; o Incidentele bezoeker: komt slechts sporadisch in het theater en bezoekt het theater vooral als toevallige passant of vanwege een specifieke (aansprekende) voorstelling (bijvoorbeeld een amateurvoorstelling). Aanvullend zijn er bezoekers aan het theater die niet voor een voorstelling komen, maar voor een ander (zakelijk) evenement. Theaterbezoek vindt in belangrijke mate ’s avonds plaats. Dit geldt uiteraard niet voor kindervoorstellingen en congressen. Ondanks de vele verschillende functies van een theater en de brede programmering wordt een theater op relatief weinig verschillende wijzen gebruikt: o Een kaartje kopen aan de kassa (zeer kort en doelgericht bezoek); o Het bezoeken van een theatervoorstelling (middellang en zeer doelgericht bezoek); Droogh Trommelen en Partners (DTNP) 2 van 6 o Het deelnemen aan een zakelijk evenement (middellang tot lang en zeer doelgericht bezoek). Onderzoek naar combinatiebezoek tussen theaters en andere publieksgerichte functies (o.a. winkels, horeca, diensten, ambachten, cultuur) is nauwelijks beschikbaar. Op basis van bezoekmoment en bezoekmotief (doelgericht, vermaak, intern georiënteerde activiteit) en gelet op ervaringen bij andere culturele instellingen kan echter de conclusie worden getrokken dat een bezoek aan het theater nauwelijks wordt gecombineerd met een bezoek aan een andere publieksfunctie. Alleen combinaties met horeca zijn te verwachten. o Voorafgaand: ergens eten voordat een voorstelling wordt bezocht; o Tijdens: in de theaterfoyer een drankje tijdens de pauze; o Aansluitend: na de voorstelling een drankje in de foyer of in een nabijgelegen café. B) BEOORDELING VERPLAATSING Situatie Oss Theater De Lievekamp beschikt over twee theaterzalen: o De grote theaterzaal van theater De Lievekamp is een lijsttoneel met vlakke vloer en heeft 673 stoelen; o De kleine zaal (Rabozaal) is een vlakkevloertheater en beschikt over 243 stoelen op een inschuifbare tribune. Bij een ingeschoven tribune biedt de zaal ruimte voor maximaal 450 personen en is daarmee onder andere flexibel inzetbaar voor congressen. De grote theaterzaal is met 673 stoelen een middelgroot theater en heeft daarmee een streekfunctie. o De grote zalen van de schouwburgen in Nijmegen, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven hebben tussen de 900 en 950 stoelen. Zij behoren daarmee tot de grotere theaters 2 van Nederland ; o De grote zaal van het theater in Uden is vergelijkbaar aan het theater van Oss (685 stoelen). De zaal in Veghel is substantieel kleiner (520 stoelen); o In de regio zijn verder veel kleinere zalen te vinden met circa 250 stoelen of minder. Theater De Lievekamp trekt jaarlijks ruim 90.000 bezoekers, verspreid over 200 à 250 voorstellingen per seizoen. Dit komt neer op gemiddeld 400 bezoekers per voorstelling. Het aantal bezoekers van voorstellingen in De Lievekamp heeft, net als landelijk, de afgelopen jaren een neerwaartse ontwikkeling laten zien. In 2008 lag het aantal bezoeken nog op circa 135.000. Tot aan het seizoen 2013/2014 daalde het aantal tot circa 90.000 bezoeken. Doordat ook het aantal voorstellingen terugliep, bleef de gemiddelde bezettingsgraad per voorstelling op vergelijkbaar niveau. De afgelopen twee jaar is de daling in het aantal voorstellingen en het aantal bezoekers een halt toegeroepen en zelfs weer omgebogen tot een positieve ontwikkeling. Beide groeiden het afgelopen jaar met ongeveer 10%. Voor een gezonde exploitatie heeft het theater enkele jaren terug fors gereorganiseerd, zet het theater in op een intensiever en breder gebruik van haar zalen (o.a. door congressen, Theater van de Stad) en heeft het haar marketing gewijzigd. 2 Ter referentie: de allergrootste theaters van Nederland zijn nog een stuk groter. Voorbeelden zijn Circustheater te Scheveningen (circa 1.800 stoelen), Nieuwe Luxor te Rotterdam (1.535 stoelen), Beatrixtheater te Utrecht (1.533 stoelen), Orpheus te Apeldoorn (1.300 stoelen) Droogh Trommelen en Partners (DTNP) 3 van 6 Het pand van het theater voldoet niet meer aan de hedendaagse eisen en is gedateerd. Vernieuwing is noodzakelijk, onder andere voor een gezondere exploitatie (meer stoelen voor populaire voorstellingen), om voldoende interessant te blijven voor theaterproducties (meer stoelen betekent ook een hogere omzet voor de productie) én om hedendaagse producties überhaupt technisch te kunnen faciliteren (grotere lijstopening, hogere toneeltoren). Drie perspectieven voor de beoordeling van de verplaatsing van theater De Lievekamp Een mogelijke verplaatsing van het theater naar het centrum zal effecten hebben op het theater zelf, op het centrum van Oss en op de achterblijvende cultuurinstellingen (en hun vastgoed). Op elk van deze aspecten wordt hieronder kort ingegaan, waarbij aandacht is voor zowel het scenario waarin het theater verplaatst naar het centrum, als het scenario waarin het theater op de huidige locatie gevestigd blijft. Uitgangspunt voor verplaatsingsvraagstuk theater De Lievekamp Het theater is op dit moment in hetzelfde pand gevestigd als Muzelinck (en de bibliotheek). Met name het theater en het centrum voor de kunsten (kunnen) profiteren van elkaars nabijheid, doordat zij (intensief) van elkaars ruimtes gebruik kunnen maken. Dit biedt beide instellingen mogelijkheden voor een flexibelere programmering, en biedt tevens financiële voordelen. Beide cultuurinstellingen hebben aangegeven hun samenwerking (op meer dan alleen vastgoed) verder te willen verstevigen en uitbreiden. Uitgangspunt voor de beoordeling is dan ook dat beide cultuurinstellingen bij elkaar gevestigd blijven (hetzij in het centrum, hetzij aan de Raadhuislaan). Deze beoordeling richt zich wel specifiek op het theater. 1. Perspectief theater Verplaatsing van het theater naar het centrum heeft als voordeel voor het theater dat de zichtbaarheid van het theater kan verbeteren. Het centrum is dé plek van Oss waar consumenten al in grote aantallen naar toe gaan, omdat het de locatie is met het meest complete en diverse voorzieningenaanbod. Van de aanwezigheid van deze consumenten kan het theater voordeel ondervinden. Niet door direct combinatiebezoek (ik ben toch in de stad, dus laat ik ook het theater bezoeken), maar wel door indirect combinatiebezoek: het theater is goed zichtbaar, nestelt zich daardoor meer in het hoofd en kan zichzelf en haar evenementen/voorstellingen zichtbaarder maken. Het theater kan zodoende een grotere lokale bekendheid krijgen. Een locatie in het centrum heeft echter ook nadelen ten opzichte van de huidige locatie aan de Raadhuislaan. Doordat in het centrum veel horeca is gevestigd, bestaat de kans dat bezoekers voor en (vooral) na een voorstelling niet de horeca van het theater gebruiken voor een hapje en drankje, maar dat juist zelfstandige horecavoorzieningen in de directe omgeving worden bezocht. Een deel van de exploitatie van het theater vervalt dan. Aanvullende nadelen voor het theater zijn dat ‘bevoorrading’ vooral in de nacht plaatsvindt en gepaard gaat met geluidsoverlast (lastig voor theaterproducties en storend voor omgeving) en dat de parkeervoorzieningen in het centrum naar verwachting minder gunstig zijn (betaald, mogelijk op grotere afstand) dan de huidige situatie (veel gratis parkeren Droogh Trommelen en Partners (DTNP) 4 van 6 achter het theater). Dit leidt tot een verminderd bezoekcomfort en mogelijk zelfs tot minder bezoekers. Aan de Raadhuislaan is het ook mogelijk een theater te realiseren dat aan de hedendaagse eisen voldoet (nieuwbouw dan wel verbouw). Van de nadelen waar het theater mee te maken krijgt bij verplaatsing naar het centrum (horeca-exploitatie, bevoorrading, parkeren) krijgt het theater geen last als het op haar huidige locatie gevestigd blijft. 2. Perspectief centrum Centrumgebieden veranderen als gevolg van wijzigend consumentengedrag (o.a. internet) snel. Centrumgebieden zoals het centrum van Oss moeten zich steeds meer ontwikkelen naar en profileren als multifunctioneel verblijfsgebied. Ze worden nog meer het ‘hart’ van de stad dan ze al waren. Publieksfuncties in alle vormen en maten, commercieel of niet, zijn bij uitstek geschikt als functies in centrumgebieden. Specifiek voor de situatie in Oss geldt dat het centrum het als middelgroot centrum lastig heeft. Leegstand neemt toe en traditioneel programma voor herinvulling daarvan (o.a. winkels) neemt af. Middelgrote centra zijn te klein voor een dagje winkelen, maar bieden gelijktijdig veel meer dan alleen de vaak benodigde boodschappen. Sterk is Oss in een goede bereikbaarheid en parkeren. Consumenten komen relatief vaak naar het centrum en komen vooral uit de eigen stad en gemeente. Om het centrum meer diversiteit te bieden, passend bij de bezoekers van het centrum en hun bezoekgedrag, kan toevoeging van het theater en het centrum voor de kunsten waardevol zijn. Doordat het vastgoed van het theater snel aan het verouderen is, ontstaat er een unieke kans voor het centrum. Het theater kan de komende 50 jaar het centrum van Oss verrijken en versterken. Als er voor wordt gekozen om het theater aan de Raadhuislaan gevestigd te houden, doet deze unieke kans zich pas weer over een lange tijd voor. Centrumgebieden zijn niet alleen het hart van de stad, ze vormen ook het visitekaartje voor een stad. Hoe aantrekkelijker een centrum, hoe hoger een stad wordt gewaardeerd, onder andere wat betreft woon- en leefklimaat. Het toevoegen van het theater aan het centrum straalt positief uit naar de rest van het centrum, en daarmee naar de rest van de stad. Daarnaast zorgt toevoeging van het theater aan het centrum voor meer reuring in het centrum, vooral in de avond. Dit komt de levendigheid en sociale veiligheid van het centrum ten goede. Het leidt daarmee tot een prettiger woonklimaat in het centrum zelf. Dit past bij de huidige tijd, waarin enerzijds meer behoefte ontstaat aan binnenstedelijk wonen, en anderzijds binnenstedelijk wonen een noodzaak wordt om leegstand in (rand)delen van het centrum te voorkomen. Ten slot kan het centrum ook op economisch vlak profiteren van de komst van het theater. Bezoekers aan het theater combineren hun bezoek beperkt met andere functies, maar wel met horeca. Horeca in het centrum van Oss kan voorafgaand (diner) aan en na afloop van (naborrelen) een theatervoorstelling profiteren van theaterbezoekers. Voor het theater is dit overigens nadelig voor hun exploitatie (zie eerder). Droogh Trommelen en Partners (DTNP) 5 van 6 Het behouden van het theater op de huidige locatie heeft geen directe negatieve effecten voor het functioneren van het Osse centrum. Het is niet zo dat het centrum als gevolg van die keuze extra wordt verzwakt. Wel wordt dan in een tijd dat het centrum van Oss onder toenemende druk staat, een unieke kans (die zich maar één keer per 50 jaar voordoet) gemist voor versterking, verduurzaming en verrijking van het centrum. 3. Perspectief achterblijvend cultuurinstellingen Verplaatsing van het theater (en het centrum voor de kunsten) leidt op de eerste plaats tot het beschikbaar komen van het huidige theater. Dit pand is gedateerd en bovendien zeer monofunctioneel. Het zal van alle drie de cultuurinstellingen aan de Raadhuislaan het moeilijkst herinvulbaar zijn. Voor een tweede theater in Oss is geen ruimte. Rekening moet worden gehouden met langdurige leegstand en/of amovatie van het pand. Door de bereikbaarheid, ligging en zichtbaarheid is de locatie wel kansrijk voor andere functies. Zoals eerder in deze notitie is aangegeven, zijn Muzelinck en theater nauw met elkaar verweven (in ieder geval wat betreft het gebruik van vastgoed). Het verplaatsen van het theater leidt min of meer automatisch tot het verplaatsen van Muzelinck, waardoor ook dat pand beschikbaar komt. Daardoor komen meerdere aan elkaar vastzittende panden leeg te staan. Dat leidt (in deze situatie) tot betere kansen voor herontwikkeling (sloop en eventueel nieuwbouw) van het achterblijvende vastgoed. Er is tenslotte niet meer een ‘gat’, maar een heel complex dat leeg komt. Droogh Trommelen en Partners (DTNP) 6 van 6