Project Erasmus 2001 Erasmus 2001 is een grootstedelijke project van de stad Rotterdam. Het Project Erasmus 2001 brengt 'best cultural practices' op het gebied van culturele diversiteit in beeld en tracht deze in te bedden in een netwerk van Europese steden. Met deze netwerken worden cultureel geïnspireerde verbanden gesmeed als een tastbare invulling van de Erasmiaanse begrippen 'tolerantie' en 'verdraagzaamheid' in het besef dat een vrijblijvende tolerantie niet langer past. Het Rotterdamse straatbeeld is de afgelopen decennia zichtbaar veranderd. Rotterdam telt nu ruim 160 verschillende nationaliteiten. Over enkele jaren zal meer dan de helft (56%) van het aantal borelingen ouders hebben van niet Nederlandse afkomst. Bijna alle verstedelijkte gebieden in Nederland herbergen grote groepen allochtonen. Zelfs voor een dorpsgemeenschap met een asielzoekerscentrum is de ontmoeting met andere culturen een feit. De omgang met het verschil in culturen en het zoeken naar vormen van samenleven is anno 2001 voor een ieder in Nederland een actuele vraag. Dat cultuurverschillen soms kunnen knellen, blijkt dagelijks uit de gebeurtenissen: soms zijn deze schokkend mondiaal, soms onbegrijpelijk lokaal. De sociale cohesie in Nederland en elders in Europa staat onder druk als gevolg van een mondiale verscherping van de relatie tussen culturele tradities. Daarbij lijkt de vrees reëel voor een opdeling van de wereld in 'haves' en 'haves not'. Een tweedeling, die angstig parallel loopt met een scheiding der geesten tussen 'wij' en 'zij'. Meer dan voorheen vraagt culturele verscheidenheid om tolerantie en verdraagzaamheid. Begrippen, die Desiderius Erasmus (1466 - 1536) in zijn tijd uitdroeg in een sterk verdeeld Europa, aan ene kant verscheurd door religieuze twisten en aan de andere kant hoop puttend uit culturele vernieuwingen, zoals de uitvinding van de boekdrukkunst. Nu is er weer verdraagzaamheid geboden om verschillen te overbruggen of zelfs om respectvolle confrontaties aan te gaan. In plaats van te verzinken in een vrijblijvende tolerantie en onverschilligheid, moeten we op zoek naar nieuwe vormen van culturele wederkerigheid. Dat is in een notendop de opdracht, die aan het Project Erasmus 2001 gesteld is: het stimuleren van nieuwe vormen van sociale cohesie, geïnspireerd vanuit een kunstzinnig en cultureel perspectief. Of anders gezegd: Erasmus 2001 stimuleert met 'best cultural practices' de rol en waarde van kunst en cultuur als motor van nieuwe vormen van sociale cohesie. Daarvan kent Rotterdam verschillende voorbeelden met uiteenlopende praktijken. Zoals Theater Zuidplein, dat als podium nadrukkelijk op zoek is naar een nieuwe rol in een multietnische wijk. Of het project Freehouse, waarbij beeldende kunst als vliegwiel fungeert in kleinschalige sociaal-economische processen en daarmee een vitaliserende werking heeft in een wijk met sociale achterstand. Of het belang van de etnische voetbalclub als drager van primair wijkgebonden vormen van integratie en samenhang. Deze praktijkvoorbeelden herbergen allen vormen van interculturele uitwisseling en zijn de lichtpunten in een proces van sociale cohesie en wederzijds begrip. Door praktijken als deze te verbinden met vergelijkbare voorbeelden uit andere Nederlandse en Europese steden ontstaat een internationale stedenband, die inspireert en kracht bijzet aan een interculturele dialoog en daarmee bijdraagt aan tolerantie en verdraagzaamheid. In het Project Erasmus 2001 zijn negen verschillende praktijken actief. Deze praktijken worden elk afzonderlijk in beeld gebracht. Het Project Erasmus 2001 mondt uit in een publicatie over het perspectief op de multicultuur: een vervlechting van reflecties op en illustraties van de stedelijke agenda culturele diversiteit, zoals opgetekend in het project Erasmus 2001. Pagina 1 19-7-2017 De Negen praktijken of netwerken Bibliotheek van de Toekomst De Bibliotheek Rotterdam is wat betreft collectie en beleid in een aantal opzichten toonaangevend in Nederland en Europa. De collectie (boeken en tijdschriften, video's en cd roms), met bijna 1,5 miljoen banden, bevat boeken in bijna 30 verschillende talen. Turkse en Arabische boeken vormen de grootste collecties, maar er zijn o.a. ook collecties in het Bahasa Indonesia, Vietnamees, Bosnisch, Servisch en Kroatisch, Farsi, Hindi en Urdu en er is zelfs een kleine collectie Amharische boeken. Van al deze buitenlandse collecties wordt de Chinese collectie het meest uitgeleend. De Bibliotheek Rotterdam is een belangrijke culturele plek in de stad. 25% van de Rotterdammers is lid. Uit de regio Rijnmond komt 60% van de inwoners, van velerlei nationaliteiten, regelmatig. Het publiek van de bibliotheek is divers, maar vormt nog geen echte afspiegeling van de Rotterdamse samenleving. Eén van de doelstellingen van de Bibliotheek Rotterdam voor de komende jaren is dan ook het doen stijgen van het gebruik van de bibliotheek door nieuwe Rotterdammers. De Bibliotheek Rotterdam staat voor een transformatieproces. Naast een fysieke verbouwing van de centrale bibliotheek en uitbreiding van de 22 wijkbibliotheken, wordt er gebouwd aan een virtuele bibliotheek: de Bibliotheek van de Toekomst. Centraal staat de vraag hoe de virtuele bibliotheek zou kunnen aansluiten op de fysieke bibliotheek en hoe beiden optimaal toe te snijden op een cultureel divers publiek. Veel aandacht moet gaan naar de manier waarop de fysieke en de digitale bibliotheek georganiseerd moeten worden: op een manier die zo vanzelfsprekend is dat geen of een minimum aan verwijzing nodig is. De Bibliotheek van Rotterdam zou geen zoek-, maar een vindplek moeten zijn. Reflectie, uitwisseling van ervaringen met experts in het buitenland, onderzoek onder het publiek en een internationale prijsvraag voor architecten , maken deel uit van het project. De Bibliotheek van de Toekomst zal zich presenteren in een publieksdag 'De Dag van de Bibliotheek' die mogelijk plaats zal vinden in april 2002 of gekoppeld wordt aan een andere belangrijke datum voor de bibliotheek. Worlds of Music De Hogeschool voor Muziek en Dans (waaronder het Rotterdams Conservatorium) beschikt sinds 1991 als enige conservatorium ter wereld over een afdeling Wereldmuziek, geïntegreerd in de faculteit Jazz, Pop en Wereldmuziek. Naast de klassieke muziekopleiding en Jazz en pop, worden onder de noemer van wereldmuziek vijf stijlen gedoceerd: Latin, flamenco, Indiase muziek, Argentijnse tango en Turkse muziek. Het Rotterdams Conservatorium herbergt komend studiejaar 792 studenten, waarvan 130 studenten zich hebben ingeschreven bij de afdeling Wereldmuziek. 91 eerste fase en 5 tweede fase; bovendien zijn 34 studenten aan de vooropleiding begonnen. In deze afdeling zijn 55 (57%) van de hoofdvakstudenten van buitenlandse afkomst. (Voorlopige cijfers, gebaseerd op voorinschrijving) Het Conservatorium heeft als doelstelling met de afdeling Wereldmuziek een muzikale weerspiegeling te vormen van het multiculturele karakter van de stad Rotterdam. Niet de etno-marketing, hoewel het programma gezien de toename van niet Nederlandse studenten wel de aandacht trekt, maar de pluriformiteit en diversiteit van de muziekstijlen in de Pagina 2 19-7-2017 wereld vormt het uitgangspunt. Evenzogoed als er geen monocultuur bestaat, klinkt er in de wereld ook geen unisone muziek. Dit inzicht betreft muzikaal gezien het instrumentarium, de toonsoort, de klank en de wijze van muzikale overdracht (notenschrift, orale tradities), maar raakt ook de geschiedenis en de ontwikkeling van de muziek. In samenwerking met de afdeling Wereldmuziek besteedt het Project Erasmus 2001 aandacht aan dit laatste onderdeel. Door uitbreiding van het curriculum met het vak interculturele muziekgeschiedenis (of: de antropologie van de muziek) wordt het inzicht in de culturele achtergrond van de pluriformiteit en diversiteit van de muziek verdiept. De uitwerking van dit onderdeel komt tot stand in overleg met Europese zusterfaculteiten uit steden als: Lissabon, Dartington, Londen. Helsinki en Wenen. Na voorstudie wordt het studievak interculturele muziekgeschiedenis ontwikkeld in een driedaagse werkconferentie van 28 februari tot 2 maart 2002 (voorlopige datum). Naast studieuze onderdelen zal deze driedaagse worden omkleed met publieksactiviteiten als openbare masterclasses en muziek uitvoeringen in samenwerking met de podia uit Rotterdam. Vermeldenswaard is nog de ontwikkeling van de studierichting 'Werelddans'. Waar mogelijk wordt deze ontwikkeling in dit project betrokken. Diversiteit in de eerste lijn. Huisartsen, crisisopvang centra en het maatschappelijk werk zijn in de meeste gevallen de eerste vinger aan de pols van culturele veranderingen. De acute nood is in de eerste lijn gezondheidszorg vaak zo hoog dat een behandeling wel moet en een uitwisseling van culturen noodzaak is, die niet uit de weg gegaan kan worden. Maar in hoeverre is de gezondheidszorg toegerust op nieuwe culturen: begrijpt de huisarts/ psycholoog zijn patiënt, kan de patiënt zijn ziektebeeld verwoorden, vormt kennis van diversiteit en interculturele communicatie wel voldoende onderdeel van de opleiding, wat voor culturele codes worden overgedragen in het maatschappelijk werk. Treden er onder invloed van deze nieuwe kennis en ervaring geen veranderingen in de geneeskunde en psychologische praktijk en stelt deze kennis ook geen nieuwe eisen aan het maatschappelijk werk? Deze thematiek wordt in eerste instantie nader uitgewerkt in een kring van Rotterdamse huisartsen. Op basis van hun ervaringen worden nieuwe kringen samengesteld uit de sfeer van de psychologie/psychiatrie en het maatschappelijk werk. Deze kringen worden waar mogelijk aangevuld met allochtone artsen, psychologen en maatschappelijk werkers. Vervolgens is de idee deze kringen uit te bouwen naar een nationaal en internationaal netwerk. De ervaringen uit 'de eerste lijn' worden opgetekend in een dagboek en via de media verspreid (bijvoorbeeld in de vorm van het Hollands Dagboek in het NRC). In tweede instantie wordt beoordeeld in hoeverre deze kennis kan worden toe geleid naar nascholing en supervisie van de gezondheidswerkers. Freehouse: kunst als interventie in kleinschalige sociaal-economische processen "Tuesday till Saturday from 11.00 to 17.30 hrs, on Friday open till 21.00 hrs. Skin Tight is a shop including a workshop to manufacture clothes. Although the products are mainly for a special audience, they try to open it to the public as much as possible by leaving the door open etc. It was the first special latex shop in Rotterdam, established since the 9th of July 1993 and has always been situated at this place… Origin of the shopkeeper: Dutch; Category: retail; Group: clothes”. Pagina 3 19-7-2017 Een fragment uit een intensief en fijnmazig onderzoek naar kleinschalige bedrijvigheid in de Rotterdamse wijk het Oude Westen. Het Oude Westen is een bedrijvige en cultureel zeer diverse wijk. 80% van de bewoners uit het Oude Westen zijn van niet Nederlandse afkomst. Het onderzoek wordt als 'Monsterboek' gepresenteerd, waarin de informatie over de wijk 'gelaagd' wordt aangeboden. Daarmee ontsluit dit Monsterboek meerdere informatie tegelijk: het is een soort alternatieve 'gouden gids' en een 'fun shopping gids' met een rijkdom aan kleinschalige bedrijvigheid met diverse culturele achtergronden, maar het biedt ook inzicht in het functioneren van de wijk, hoe de winkeliers over de wijk denken en wat hun toekomstverwachtingen zijn en het biedt informatie en kennis over collega-winkeliers. Dit Monsterboek, met de bijna uitputtende informatie over de wijk het Oude Westen vormt de basis van het project Freehouse. Freehouse, geïnitieerd door beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk is een onafhankelijke organisatie die zich als doel stelt de culturele productie in een gebied te ontwikkelen en te stimuleren. Onder culturele productie wordt verstaan het geheel aan activiteiten waarmee mensen uiting geven aan hun cultuur en waarmee zij greep trachten te krijgen op hun omgeving als ook de wijze waarop zij deze in beeld brengen. Freehouse ziet kleinschalige bedrijvigheid als een onlosmakelijk onderdeel van deze culturele productie en als een belangrijke bijdrage voor de leefbaarheid van een gebied. In Freehouse werken kunstenaars samen met winkeliers en kleine middenstanders, met als doel de culturele productie in de wijk te stimuleren en verder te ontwikkelen tot mogelijk nieuwe en meer vitale economische structuren. Bovendien stimuleert de wijze van aanpak samenwerking tussen de winkeliers in de wijk onderling en hoopt het project hiermee de samenhang in de wijk te bevorderen. Freehouse bestaat uit een internationaal netwerk van kunstenaars met vergelijkbare ervaringen uit Houston, Durban, New York en Marseille. Deze groep kunstenaars hebben in een eerste fase (juli 2001) in een bijeenkomst in Rotterdam hun kennis van vergelijkbare culturele projecten uitgewisseld. In het vervolg daarop (oktober 2001) worden winkeliers, variërend van de kapper, goudsmid tot pianohandelaar uit het Oude Westen actief betrokken bij de aanpak van Freehouse om vervolgens met de kunstenaars samenwerkingsvormen te realiseren, die moeten leiden tot nieuwe en culturele producten en ambachten, die opnieuw in de markt kunnen worden gezet. Interculturele Regionale Omroep Geldt Radio en TV Rijnmond nu als de vox populi van de ‘echte’ Rotterdammers of hoort Radio en TV Rijnmond het medium te zijn van alle Rotterdammers: ‘nieuw’ en ‘echt’. Is de toekomst van de regionale omroep een etnisch witte omroep met daarnaast een groot aantal etnisch verzuilde ‘toegangs’ omroepen of een multiculturele omroep, in de letterlijke betekenis van het woord. De discussie over rol van de regionale media in de multiculturele samenleving, speelt al enige tijd in Nederland en zeker in Rotterdam. Voortdurend worden er initiatieven genomen: regionaal en landelijk. Zo gaat per 2002, geïnitieerd door het ministerie van OCW, in de vier grootste steden van Nederland de Migranten TV van start. Vier maal per week is er een half uur televisie over algemene migranten vraagstukken naast specifieke aandacht voor thema’s uit de Turkse, Marokkaanse en de Surinaams/Antilliaanse gemeenschap. Daarnaast besteedt TV Rijnmond drie keer een kwartier gericht aandacht aan de genoemde etnische gemeenschappen. Toch laat het landschap van de regionale media het beeld achter van een archipel. Veel van elkaar los gezongen initiatieven: wel veelkleurig, maar geen samenhang of integratie. De feiten spreken in deze ook voor zich. De Rotterdamse media wordt overheerst door de regionale omroep: Radio en TV Rijnmond. Naast RTV Rijnmond bestaan er 67 kleine Radio en TV zenders, in de ether of op de kabel. Pagina 4 19-7-2017 90% is toegesneden op een specifieke etnische gemeenschap, 5% multicultureel, maar dan hoofdzakelijk vanuit een religieus perspectief en 5% is traditioneel ‘Rotterdams’ (zie: SLOR, augustus 2001). RTV Rijnmond besteedt naast algemeen culturele programma’s, 10% van de zendtijd specifiek aan etnische of multiculturele onderwerpen in de vorm van een integrale programmering. Van het totale personeel – in vaste dienst en freelancers – heeft 8% een niet Westerse allochtone achtergrond. Deze cijfers zijn natuurlijk algemeen bekend. Zij zijn ook niet zozeer RTV Rijnmond aan te rekenen. Deze asymmetrie in de regionale media geldt voor veel steden. Maar zo langzamerhand komen de regionale omroepen wel in een dilemma terecht. De veelal door de regionale omroepen uitgedragen norm van journalistieke professionaliteit en herkenbaarheid, leidt ontegenzeggelijk tot kwaliteit, maar ook tot eenkennigheid. Daarbij worstelen de media met de inkleuring van hun organisaties met als barrières een beperkte uitstroom van opgeleide allochtone journalisten en een moeizame verandering in het personeelsbeleid. Anderzijds dreigt de bevolkingsopbouw de omroep eveneens te achterhalen. Met nu al een aandeel van 45% van de Rotterdamse bevolking, veranderen ‘nieuwe’ Rotterdammers steeds meer in ‘echte’ Rotterdammers. Duidelijk is dat het in het belang van een regionale omroep is in de toekomst te veranderen. Dat is ook het belang dat het Project Erasmus 2001 inbrengt. Tezamen met RTV Rijnmond worden er het komende halfjaar een aantal concrete initiatieven genomen op weg naar een interculturele regionale omroep: het opstarten van samenwerkingsprojecten met migrantenomroepen uit Rotterdam, het aangaan van experimenten op het gebied van multiculturele radio- en TV-programma’s en het uitwisselen van internationale best practices. Op voorspraak van RTV Rijnmond wordt in oktober 2001 daartoe een beperkt en effectief stedelijk overleg bijeen geroepen. Eutopia Een rugzak vol nieuwe wereldideeën Ze zijn al vaker uitgedaagd: de nieuwe intellectuele Nederlanders. Op het moment dat publicisten als Paul Scheffer en Paul Schnabel kritische kanttekeningen plaatsen bij de multiculturele samenleving, worden de intellectuelen onder de nieuwe Nederlanders direct aangesproken op hun visie. Of wanneer het gedrag van Marokkaanse jongeren en de uitspraak van Imam el Moumni uit Rotterdam openlijk ter discussie staan, kan een standpunt uit allochtone kringen niet achter blijven. Nog sterker geldt dat nu, nu de verhouding tussen de moslimgemeenschap en de Nederlandse samenleving zich verscherpt, als gevolg van de aanslagen in de Verenigde Staten, er niet alleen woordvoerders op moeten staan, maar zeker ook onafhankelijke allochtone denkers. De tijd is er rijp voor, dat een nieuwe allochtone elite het palet van de Nederlandse intelligentsia uitbreidt met een veelkleuriger perspectief. In die zin komt het initiatief van een groep allochtone publicisten om in samenwerking met de Rotterdamse Kunststichting (RKS) een nieuw tijdschrift uit te geven op een juist moment. Dit nieuwe tijdschrift gaat 'Eutopia' (werktitel) heten. De eerste uitgave vindt plaats in januari 2002. Waarom een tijdschrift? Een tijdschrift biedt de allochtone intelligentsia een podium om te publiceren en spoort tegelijkertijd aankomende intellectuelen aan. Bovendien, is dit ook het voorland geweest van menig hedendaagse intellectueel in Nederland. Een tijdschrift fungeert als een uitvalsbasis: het vervult de functie van de virtuele ruimte waarop denkers en schrijvers elkaar ontmoeten, hun opvattingen toetsen en deze voorleggen aan een breder publiek. Een tijdschrift vormt een spreekbuis: het is het tactiele web van contacten, kennis en intellectuele verbindingen. Het biedt de mogelijkheid om gelijktijdig nationaal en internationaal te zijn en in die meningsvorming zowel stedelijk als kosmopoliet. Pagina 5 19-7-2017 Maar Eutopia wil meer zijn dan een tijdschrift. De uitgave van Eutopia is tevens gekoppeld aan het debat van Zaal de Unie. Daarmee wordt het virtuele concreet en het tactiele zichtbaar. Discussies, opvattingen en meningen krijgen gezichten en woorden. Dat zet het netwerk van Eutopia kracht bij. Maar er ligt nog uitdaging in deze koppeling: het van begin af aan internationaliseren van het netwerk en de reikwijdte van het tijdschrift Eutopia. De grote Europese kranten hebben een netwerk van Europese intellectuelen aan zich verbonden, die zich manifesteren in het publieke Europese debat. Een internationale uitstraling van Eutopia op papier en in debat is voor het Project Erasmus 2001 het aangrijpingspunt. Want een tijdschrift over interculturele verhoudingen op de schaal van één etnische cultuur, staat bij voorbaat op achterstand. Diversiteit en het verenigingsleven. David Putnam wijst in zijn boek 'Bowling Alone' op het gevaar van de geïndividualiseerde samenleving. Natuurlijk zijn zelfbeschikking en individualiteit gewenste gevolgen van de moderniteit. Maar er is ook een tegenbeeld: maatschappelijke en politieke instituten raken meer en meer uit beeld, opvattingen als solidariteit en tolerantie verliezen aan draagkracht; het stedelijk leven: op straat of in de wijk, doet eerder een appèl op je zelfstandigheid dan op gezamenlijkheid. Dreigen de peilers onder de sociale cohesie niet weg te zakken, Putnam vreest daarvoor. Hij constateert dat zelfs het verenigingsleven als primaire vorm van sociale binding uiteenvalt. De titel van zijn boek is in die zin sprekend: Bowling alone, in tegenstelling tot vroeger, wordt deze typische Amerikaanse gezelligheidssport, door steeds meer mensen alleen bedreven. Het belang van het verenigingsleven wordt in Nederland ook door de overheid onderkend. Rotterdam wijdt zelfs een tentoonstelling aan de geschiedenis van het Verenigingsleven. Maar ook het stedelijke programma De Wijkaanpak is doordrenkt met kleinschalige samenbindende voorbeelden, als bijvoorbeeld: Opzoomeren, Thuis op Straat , Buurtbemiddeling, Huis aan Huis gesprekken, etc. Naast de Wijkaanpak wordt ook de sport ingezet als troef om nieuwe vormen van sociale cohesie te realiseren: vanwege het brede karakter, maar zeker vanuit de idee dat sport verbroedert, cultureel verkleurt. Opmerkelijk is nu dat de praktijk van de sporthallen en de speelvelden vaak het tegenovergestelde beeld laten zien. Culturele versmelting laat zich niet eenvoudig plannen. Binnen de sportclub is het vrijwilligerskader overwegend wit gekleurd en worden de bestuurskamers nog vaak gedomineerd door de oude garde. Maar ook de doorstroming naar de velden en de sportteams is soms zorgelijk: allochtone meisje ontbreken bijna volledig op het speelveld en de opbouw van de teams verloopt vaak langs etnische lijnen. In sommige gevallen zijn er zelfs etnische sportclubs opgericht. Gelukkig is de aandacht voor dit thema ook groot. Er bestaat inmiddels veel materiaal. De Dienst Sport en Recreatie heeft de afgelopen twee jaar voetbalclubs als Spartaan 20 en Zwart Wit 28 uit Charlois, Rotterdam gevolgd op hun acculturatie proces. Maar ook het Verwey Jonker Instituut onderzoekt het resultaat van een cultureel sportbeleid. Bij uitstek een onderwerp dat vraagt om vergelijking van internationale best practices. Inmiddels bestaat er al een bescheiden internationaal netwerk met steden in landen als Engeland, Frankrijk, België en Spanje. Naast de Dienst Sport en Recreatie is ook Kwakoe festival uit de Bijlmer in Amsterdam een partner en is Papendal op dit terrein actief. De verhalen van het graf Van de in Rotterdam verblijvende allochtonen wordt het merendeel in het thuisland begraven. Dat geldt zeker voor de moslimgemeenschap en de migranten in Nederland met Pagina 6 19-7-2017 een tijdelijke status. Hoeveel overleden allochtonen in Nederland worden begraven is niet bekend. Navraag leert dat zo'n 80% van de moslimgemeenschap er voor kiest om in geboortegrond ter aarde te worden gesteld. Voor moslims geldt dat men binnen 24 uur begraven moet worden; in de Nederlandse traditie is dat binnen 72 of 96 uur. Door wetgeving en aanpassing van de verordeningen is dat in een aantal steden waaronder Rotterdam inmiddels mogelijk, maar dus niet overal in Nederland. Toch, de idee dat in Nederland een graf - althans buiten de Joodse begraafplaatsen om - niet voor eeuwig is gedolven en het vaak onaffe afscheid van de eigen geboortegrond, doen vele allochtonen besluiten om in het thuisland te willen worden begraven. Deze keuze heeft veel consequenties. Soms moet men, als men niet of onvolledig verzekerd is, geld zoeken om de vliegreis en de begrafenis te betalen. Geld wat soms bij familie over de wereld verspreid bijeen wordt geschraapt. Vanwege de hoge kosten kunnen hooguit een of twee familieleden mee. De familie, vrienden en bekenden nemen hier op rituele wijze afscheid. Dit ritueel wordt vaak in het thuisland door de achtergebleven familieleden nog een keer herhaald, alvorens de overledene te begraven. Maar eigenlijk lijkt het alsof men twee keer wordt begraven. Dit 'twee keer begraven' komt soms ook voor bij etnisch gemengde huwelijken. Van de overledene wordt dan vanuit twee verschillende culturele tradities afscheid genomen. Naar verwachting zullen deze verschijnselen met de 2e, 3e en 4e generatie allochtonen gedeeltelijk oplossen. Echter de keuze of je op je geboortegrond of in Nederland wilt worden begraven zegt iets over hoe je je hier hebt thuis gevoeld, hoe je je emotioneel met het land hebt kunnen verbinden. De schrijver Fouad Laroui verwoordt dit gevoel in zijn laatste boek 'Judith en Jamal': "Nu een vraag aan de metafysici: wanneer Abal-Khaïl sterft, wanneer hij in het ruim van een Airbus terug zal worden gebracht naar zijn geboortegrond, zal de dichter dan zeggen: 'Hij heeft geleefd'? Zijn ogen op oneindig heeft Abal-Khaïl eerder gedroomd dan geleefd, hij heeft gedroomd, terwijl hij intussen robotachtige bewegingen maakte aan de lopende band in de Renaultfabrieken (…). Hij blijft dromen. 'Volgend jaar in Beni-Mellal', het profane gebed dat hem helpt verder te leven in dit onbegrijpelijke land". De keuze voor de plaats van het graf is ook heel beslissend. De dood kent geen weg terug, geen twijfel. In deze laatste instantie zal een ieder nog eenmaal principieel zijn keuze willen aangeven, waartoe hij of zij feitelijk behoorde. In de verhalen van het graf klinken de eigen vormen van persoonlijke, emotionele en culturele gebondenheid door. Waar Marrie Bot in de uitgave Rouwrituelen de manier waarop de mensen ter graven worden gedragen heeft beschreven, willen we hier het requiem van de 1e generatie allochtonen optekenen door te luisteren naar de verhalen van hun graf. Tezamen met het Historisch Museum en het Wereldmuseum Rotterdam en onder redactie van (nader aan te zoeken schrijver) wordt gewerkt aan een bijzondere vorm deze verhalen in beeld te brengen en vast te leggen. #21 Theater Zuidplein: multicultureel theater Theater Zuidplein is gelegen in de deelgemeente Charlois in het Zuiden van Rotterdam. 'Op Zuid' is het zeer divers samengestelde zuidelijke deel van Rotterdam. Van de bevolking is circa 60% allochtoon, waaronder betrekkelijk grote groepen vluchtelingen en migranten. In totaal leven in Rotterdam 168 verschillende nationaliteiten. Culturele instellingen zijn meestal gehuisvest in het cultureel kwartier van de stad. Voor Theater Zuidplein is dat geenszins het geval. Het theater staat het midden in een etnisch zeer diverse omgeving. Maar bijzonder is dat er meerdere van dergelijke theaters in Europa zijn. Theaters die Pagina 7 19-7-2017 overeenkomen in hun cultureel diverse woonomgeving en potentieel etnische doelgroepen kennen met vergelijkbare problemen. Het tweede kenmerk is dat deze theaters ieder voor zich - en ogenschijnlijk uiteenlopend - een strategie hebben ontwikkeld om zich opnieuw te profileren, maar nu in een etnische omgeving. Deze theaters bevinden zich in steden als Parijs, Wenen, Estarreja (Portugal), Stockholm, Oslo, Barcelona, Londen en Antwerpen. Een aantal van deze theaters is sinds het voorjaar van 2000 verenigd onder de naam Comedia. Met subsidie van de Europese Gemeenschap komen zij bijeen om informatie en ervaringen uit te wisselen op het gebeid van culturele diversiteit. Er wordt gewerkt aan een website, waarin opgenomen zal zijn een glossary met trefwoorden in meerdere talen over multiculturaliteit. De leden van Comedia zijn alle lid van IETM, de Informal European Theatre Meeting, een organisatie die twee maal per jaar plenair bij elkaar komt in steeds wisselende steden van Europa. IETM telt inmiddels ruim 400 leden (theaters, festivals, documentatiecentra, gezelschappen, fondsen) uit meer dan 30 landen. In opdracht van de Gemeente Rotterdam heeft Theater Zuidplein in 1998 het profiel gewijzigd. Het is de bedoeling dat op termijn ongeveer de helft van de programmering zal bestaan uit aanbod voor de culturele minderheden in deze stad, te beginnen bij de grootste culturele doelgroepen. Om dat te bereiken heeft Theater Zuidplein twee programmaraden in het leven geroepen, samengesteld naar vertegenwoordiging uit de gehele bevolking. Daarmee programmeert het publiek en niet langer de programmeur van het theater. Dit betekent een omslag van een aanbodtheater naar een vraagtheater. De programmaraden bestaan uit gemiddeld 15 personen elk. De leden van de raden zijn afkomstig uit heel Rotterdam. De gevolgen van deze veranderingen zijn duidelijk zichtbaar. Van het publiek is anno 2001 30 % van niet Nederlandse afkomst. Van het totale jaaraanbod (circa 300 voorstellingen) wordt 30% geprogrammeerd vanuit cultureel diverse achtergrond of direct voor een cultureel divers publiek. 10% van het totale programma wordt zelfs rechtstreeks door allochtonengroepen georganiseerd. Als belangrijke onderligger voor deze veranderingen is de diversiteit van het personeelsbestand en daarmee de publieke uitstraling van het theater. Het aandeel allochtone medewerkers is in enkele jaren gegroeid van 3% naar 20%. Of deze getallen opmerkelijk zijn? Dat is misschien de vraag. Voor het Project Erasmus 2001 zijn deze ontwikkelingen wel reden om de positie van het Theater Zuidplein meer in beeld te brengen en door middel van een Europees netwerk te versterken. In 2002 wordt rond de Europese associatie IETM/Comedia in Rotterdam de 2e Europese bijeenkomst georganiseerd. Naast de directe leden worden ook de Nederlandse en Europese geassocieerde leden uitgenodigd, alsmede vertegenwoordigers van de Nederlandse/en belangrijkste Europese zelforganisaties. In een driedaagse bijeenkomst (22 t/m 24 februari 2002) wordt een divers programma georganiseerd, zowel inhoudelijk als cultureel. Over de geschiedenis en de rol van het multicultureel theater, over de impact die dit op theater als kunstvorm heeft en de wijzigingen in de publieksmarketing. Maar ook een presentatie van een glossary met daarin een internationale vergelijking van begrippen als integratie, acculturatie, intercultuur, kunst en cultuur en een weergave van cultureel gevoelige symbolen (als hond bijvoorbeeld), of van kleine gebaren en lichaamstaal. En natuurlijk worden er in deze dagen ook voorstellingen gespeeld. Nog onder de aandacht : Multiculturele Woningbouw In 2001 is rond de deelgemeente Hoogvliet/Rotterdam een Internationale Pagina 8 19-7-2017 Bouwtentoonstelling van start gegaan, met als doel de hedendaagse ontwikkelingen op het gebied van stedenbouw, volkshuisvesting en stadsvernieuwing in beeld te brengen en in de praktijk zichtbaar te maken. Een van de thema's van IBT Hoogvliet is bouwen voor de diversiteit. Daarbij gaat om het vraagstuk planning en sturing door middel van bouwprogramma's, bouwen voor etnische doelgroepen, architectuur in een cultureel perspectief en de verhouding openbare ruimte, stedelijke verdichting en groenvoorzieningen. Vanuit het Project Erasmus 2001 is het voorstel gedaan een Conferentie Multiculturele Woningbouw te organiseren. Mode Mode misschien wel als een van de meest soepele en gevoelige kunstuitingen, die zich relatief eenvoudig richt naar de bewegingen van de culturele verscheidenheid. Onderzocht wordt of in samenwerking met het Wereldmuseum Rotterdam, het Centraal Museum Utrecht, de Willem de Kooning Academie en de organisatoren van Modemas of of er draagvlak bestaat voor de organisatie van een intercultureel modefestival. Modemas, was voorheen een eigentijdse Amsterdams modefestival in de vorm van een moderne mix van kleding, beeld en vormgeving. Een dergelijke Modemas, maar dan vanuit een intercultureel perspectief, lijkt als uniek kunstfestival naadloos aan te sluiten bij Rotterdam. Religie, etniciteit en burgerschap Religie verdeelt of religie overstijgt. Religie behoort tot de traditionele onderscheidende kenmerken van een etnische cultuur. Vrijheid van godsdienst betekent vaak acceptatie van elkanders culturele identiteiten. Religie is voor velen een schuilplaats tegen de modernisering van de samenleving, soms kunnen geloofsovertuigingen ook op gespannen voet komen te staan met heersende, libertaire ideologieën. In samenhang met de voortzetting van Preken voor andermans Parochie de organisatie van een internationaal debat over religie, staat en etniciteit. Dick de Ruijter, Rotterdam, juli 2001 Pagina 9 19-7-2017