Werkblad Module 1 les 2 – Tuinles 1 Welkom in de proeftuin! Deze

advertisement
Werkblad Module 1 les 2 – Tuinles 1
Welkom in de proeftuin! Deze tuin is een voorbeeld van educatief en eetbaar groen:
Je kunt er iets leren en je kunt veel uit eten. In dit eerste tuinbezoek richt je je vooral op:
 Hoe is de structuur van de tuin? (het tuinontwerp, de plattegrond)
 Hoe is de tuin ingericht? (welke planten, bomen en struiken heeft men gekozen)
Eerst even een aantal algemene zaken:
 Loop door de tuin en probeer aan de hand van de onderstaande vragen de ontwerpprincipes die je in de voorbereidingsles op de computer hebt geleerd te herkennen.
 Neem een fotocamera mee of maak foto’s met je mobiele telefoon.
 Houd een lijstje bij van de foto’s die je maakt en met welke reden je die foto
maakte.
 De foto’s verwerk je in een PowerPoint over het idee achter het tuinontwerp.
 Je werkt in tweetallen of kleine groepjes.
 Je mag vrij rondlopen in de tuin en zelf de volgorde van de opdrachten bepalen.
 Ga niet allemaal op één plek staan; sla even een opdracht over als je daarvoor op
een plek moet zijn waar al een groepje bezig is.
 Stel gerust vragen aan de begeleiders die in de tuin rondlopen.
Opdrachten
0. Algemeen
a) Wat is je eerste indruk van de tuin. Wat maakt hem anders dan andere tuinen die je
kent?
b) In de tuin is geprobeerd zoveel mogelijk biodiversiteit te creëren. Waaraan zie je dat.
Maak een foto op een plek waar je dat goed ziet.
1
1. Randen en grensvlakken
a) Maak op een apart stuk papier een schets van de tuin (plattegrond). Laat vooral de vorm
van de tuin zien; je hoeft niet in te tekenen wat waar groeit.
b) In de tuin zijn veel randen gecreëerd. Maak een foto op een plaats waar je dat goed
ziet.
c) Die randen zijn met een bedoeling gemaakt. Wat is het voordeel en waar zie je dat?
Maak daar een foto van.
2. Ruimtelijke relaties
a) De tuin is ingedeeld in een aantal zones. De hoofdzone (zone 1) groeien de planten en
zijn de voorzieningen die het vaakst en de meeste aandacht nodig hebben.
De zone die de minste krijgt (zone 5) ziet er op het eerste oog vrij verwilderd uit.
Maak hieronder een snelle schets waarin je door arcering (streepjes, stippeltjes, enz.)
aangeeft welk deel tot welke zone behoort. Dus: stukken van de tuin die volgens jou veel
aandacht nodig hebben, geef je de kleur van zone 1, de zone die nauwelijks aandacht
nodig heeft de kleur van zone 5. Denk goed na over de tussenliggende zones.
2
b) Maak een foto van de zone die de meeste aandacht nodig heeft. Waar blijkt dat uit?
c) Maak een foto van de zone die de minste aandacht nodig heeft. Waar blijkt dat uit?
d) Binnen de perken zijn sectoren gemaakt. Bij elk deeltje van de tuin is goed gekeken
naar de omgeving en de voorwaarden. Bijvoorbeeld: waar is veel schaduw / zon / nat /
droog / koud / warm / veel wind / weinig wind.
Maak een foto van een stukje van de tuin (sector) waar duidelijk rekening is gehouden met
een zonnig plekje (warmte).
e) Maak een foto van een stukje van de tuin (sector) waar duidelijk rekening is gehouden
met beschutting (wind). Hoe heeft men dat gedaan?
f) Hoe is er gebruik gemaakt van hoogte in de tuin? Tip: let op de grondhoogte, niet op de
hoogte van planten of bomen. Maak ook een foto van zo’n plek.
g) Wat heeft hoogte met droog en nat te maken? Hoe zie je dat?
3
3. Polyculturen
In de tuin worden veel eetbare producten verbouwd. De meeste voedingsgewassen worden
op grote akkers verbouwd met daarop maar ‘’en soort gewas, ‘monocultuur’ noemt men
dat. In de proeftuin gebeurt dat anders, daar gaat men uit van ‘polycultuur’.
a) Wat is het voordeel van het gebruik maken van polycultuur?
b) Geef een voorbeeld van polycultuur in de tuin en maak er een foto van. (Tip: zoek een
voorbeeld van planten die samenwerken of elkaar versterken en daarom vlak bij elkaar
zijn gepoot.)
4. Elementen die meerdere functies hebben
De tuin bestaat uit elementen; dat kunnen planten of bomen zijn, maar ook voorzieningen
zoals de composthoop. Het mooist is dat één element meerdere functies heeft, dus goed is
op meerdere vlakken.
a) Een belangrijke functie van veel planten in de tuin is: ‘voedsel opleveren’. Maak een
lijstje van eetbare producten uit de tuin.
Tip: Je zult niet alles herkennen als ‘eetbaar’; vraag tips aan de begeleiders in de tuin.
4
b) Maak een foto van één eetbaar gewas uit de tuin (neem een bijzondere) en verzamel er
meer gegevens over.
c) Zoek een voorbeeld van een ander element dat meerdere functies vervult in de tuin.
Maak er een foto van en beschrijf de functies hieronder. Maak onderscheid tussen de vier
functies die je in de eerste les geleerd hebt: productie, informatie, draagfunctie en
regulatiefunctie.
5. Belangrijke functies die door meerdere elementen verzorgd worden
Als de natuur in balans is, onderhoudt de tuin zichzelf. Bij de inrichting van de tuin is hier
rekening mee gehouden door zoveel mogelijk elementen op te nemen die het evenwicht
moeten bewaken. Het liefst dient één element meerdere functies.
Geef voorbeelden bij de volgende functies (zoek een plant of voorziening die die functie
dient en vertel erbij welke functies die plant nog meer dient). Maak bij elk voorbeeld een
foto en een beschrijving.
a) Voorbeeld van plant die belangrijk is voor de waterhuishouding van de tuin.
b) Voorbeeld van plant die belangrijk is voor de voedselvoorziening van andere planten in
de tuin.
c) Voorbeeld van plant die belangrijk is voor de bescherming tegen ziekten en/of plagen in
de tuin.
5
Download