Opdrachten bij historisch redeneren (oorzaken en gevolgen) Hieronder worden een aantal historische gebeurtenissen getoond. Probeer bij elke gebeurtenis een oorzaak en twee gevolgen te noemen. Een gevolg op korte termijn (KT) en een gevolg op lange termijn (LT). Oorzaak Gebeurtenis Gevolg Frans-Duitse oorlog 1870-1871 KT LT Conferentie van Berlijn (18841885) KT LT Weltpolitik van Wilhelm II KT LT Moord op Frans Ferdinand in Sarajevo KT LT Het gebruik van nieuwe moderne wapens in de 1e WO (mitrailleurs, vliegtuigen, tanks e.d.) KT LT Inzet van vrouwen in de oorlogsindustrie tijdens de 1e WO. KT LT Opstanden in Duitsland in November 1918. KT LT Het verklaren van historische gebeurtenissen is echter vaak niet zo simpel als het lijkt. Bij de verklaring spelen vaak diverse oorzaken een rol. Niet elke oorzaak speelt een even belangrijke rol en sommige oorzaken zijn weer het gevolg van andere oorzaken. Er zijn oorzaken die op lange termijn een rol spelen en er zijn directe oorzaken (directe aanleiding). Hieronder staat een opsomming van mogelijke oorzaken voor het uitbreken van de 1e wereldoorlog. Het is de bedoeling dat jullie die in de onderstaande diamant gaan plaatsen. De belangrijkste oorzaak (oorzaken) staan bovenaan, oorzaken die minder belangrijk waren komen meer onder in de diamant. Natuurlijk moeten jullie straks kunnen uitleggen waarom je deze keuzes hebt gemaakt. Kies uit. 1. Nationalisme 2. Bondgenootschappen 3. Weltpolitik van Wilhelm II 4. Moord op Frans Ferdinand 5. Bewapeningswedloop 6. Militairen gaan grotere rol spelen in politiek 7. Frans-Duitse oorlog 1870-1871 8. Wraakgevoelens bij Franse bevolking 9. Politiek van Blut und Eisen van Bismarck Ontstaan van de 1e Wereldoorlog De verklaring voor het uitbreken van de 1e wereldoorlog lag in ons schema bij Duitsland. Lees het volgende artikel en nuanceer dit beeld. De verklaring voor het uitbreken van de 1e wereldoorlog lag in ons schema bij Duitsland. Lees het volgende artikel en nuanceer dit beeld. Wie is er schuldig aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog? Precies honderd jaar na dato worstelen historici nog steeds met deze vraag. Het vingerwijzen is dit jaar natuurlijk extra actueel en de eerste politicus (de Engelse minister van onderwijs) heeft zich al gemengd in dit historische debat. De moord op Franz-Ferdinand De schuldvraag werd al gesteld voordat de oorlog uitbrak. De lange geschiedenis van de schuldvraag begint dus al tijdens de Julicrisis, de diplomatieke crisis die ontstaat na de moord op aartshertog Franz-Ferdinand, troonopvolger van de Oostenrijkse keizer, op 28 juni 1914. Het is niet moeilijk te bedenken wie wie toen de schuld gaf: de Duitsers en Oostenrijkers gaven Servië en Rusland de schuld van de crisis en voor de escalatie ervan en de Fransen, Russen en Engelsen gaven de Duitsers en Oostenrijkers de schuld. Mede hierdoor raakten ze met elkaar in oorlog. Vlak na de oorlog kregen de verliezers alle schuld in de schoenen geschoven door, inderdaad, de overwinnaars. Duitsland moest de ‘Alleinschuld’ erkennen en vervolgens miljarden herstelbetalingen doen. De linkse filosoof en journalist Karl Kautsky gaf (uiteraard) het kapitalisme de schuld en in de jaren twintig probeerde de Engelse premier Lloyd George de verantwoordelijke politici te verdedigen door te wijzen op de collectieve schuld. Iedereen was gezamenlijk schuldig, dus eigenlijk was niemand dat individueel: “Europe slithered into war”. Nog voor de Tweede Wereldoorlog verschenen de eerste serieuze studies naar de oorzaken van de Grote Oorlog, bijvoorbeeld van de Italiaanse journalist, politicus en historicus Luigi Albertini. Een veel genuanceerder beeld ontstond. Albertini wees juist op de verantwoordelijkheden van politici en hield zich verre van abstracties zoals imperialisme, nationalisme en militarisme. Duitsland bleef de hoofdschuldige in zijn ogen. Duitsland schuldig aan de Eerste Wereldoorlog? Na de Tweede Wereldoorlog trokken de Duitsers zelf het boetekleed aan. Volgens Fritz Fischer had Duitsland twee wereldoorlogen veroorzaakt, de Eerste en de Tweede (‘Griff nach der Weltmacht’, 1961). Als bewijs voerde hij onder andere aan dat de Duitsers al in december 1912, tijdens de zogenaamde Kroonraad, tot een oorlog hadden besloten. Vanwege de militaire achterstand op Frankrijk en Rusland (die samen een alliantie tegen Duitsland hadden gesmeed) liever vandaag dan morgen. Weer lag de focus volledig op één land: Duitsland. Wellicht logisch vlak na de verschrikkingen van de Holocaust en Duitsland was in ieder geval schuldig aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Sindsdien verschenen er steeds meer studies en boeken naar de rol van andere landen. En wat bleek? In elk land waren er politici, diplomaten en militairen die op oorlog uit waren. De Fischerthese werd langzaam ondermijnd. De Franse president Pioncaré en de ambassadeurs Paléoloque en Delcassé bijvoorbeeld wilden niets liever dan Duitsland een lesje leren. Delcassé was zo anti-Duits dat hij weigerde om een voet op Duitse bodem te zetten. En Engeland bleek niet zo geobsedeerd als verondersteld door de Duitse vlootbouw. Engeland was anti-Duits omdat het Frankrijk en vooral Rusland te vriend wilde houden. Frankrijk en Rusland vormden een grotere bedreiging voor het Britse Imperium dan Duitsland dat bijna geen kolonies had. Bovendien was Servië niet het kleine, onschuldige slachtoffer van Oostenrijkse agressie. In Servië was een corrupte regering aan de macht gekomen met behulp van een terroristische organisatie die hierdoor vrij spel had verkregen. Tijdens de Balkanoorlogen aan het begin van de twintigste eeuw veroverden de Serven gebieden waar ze de meest gruwelijk denkbare oorlogsmisdaden pleegden tegen de plaatselijke bevolking en na de Tweede Balkanoorlog weigerde Servië zijn soldaten terug te trekken uit Albanië, tegen alle internationale afspraken in. Pas nadat Oostenrijk met een mobilisatie dreigde, bond Servië in. De jonge mannen die Frans Ferdinand en zijn vrouw vermoordden kregen hun wapens, inlichtingen en training uit Belgrado. De schuldvraag: Duitsland of alle landen? Clark weerlegt in zijn boek alle argumenten die zijn aangevoerd om Duitsland als schuldige aan te wijzen. De Kroonraad was bijvoorbeeld niet meer dan een reactie op de Engelse waarschuwing dat Engeland niet zou toestaan dat Duitsland Frankrijk zou verpletteren op het continent. De Duitse blanco cheque aan Oostenrijk-Hongarije, begin juli 1914, was geen aansporing tot oorlog omdat Oostenrijk-Hongarije reeds op eigen houtje had besloten Servië desnoods alleen militair aan te pakken. Bovendien wilde Duitsland niet zo snel mogelijk oorlog maar, en dat is geen onbelangrijke nuance, Duitsland wilde zo snel mogelijk oorlog als Rusland en Frankrijk oorlog wilden. Clark neemt het ook op voor Oostenrijk-Hongarije. Zo zou – volgens eerdere historici – de moord op de ‘impopulaire’ Franz-Ferdinand de stok zijn waarmee Wenen eindelijk Servië kon slaan. Clark laat zien dat keizer Frans Jozef en zijn volk wel degelijk rouwden om de kroonprins en dat de stok eerder de druppel was die de spreekwoordelijke emmer deed overlopen. Het bewijs dat Belgrado achter de moord zat, was overtuigend genoeg om de Serviërs hierop aan te spreken. In grote lijnen komt het erop neer dat alle landen een risicovol buitenlands beleid voerden rond 1900. Clark vindt zelfs dat er geen sprake is van beleid. Individuen bepaalden wat er gebeurde en er werd ad hoc gereageerd op gebeurtenissen en crises. Er waren geen plannen, wel veel vooroordelen, verkeerde inschattingen en misverstanden. Daarnaast waren de bondgenootschappen minder in beton gegoten dan aangenomen. Zo hadden Duitsland en Rusland vlak voor de oorlog nog een vriendschappelijke bijeenkomst die voor grote bezorgdheid zorgde in Parijs en de posities van Engeland en Italië bleven sowieso onzeker (Engeland zou zich op het laatste moment solidair verklaren met Frankrijk en Rusland maar Italië liet Duitsland en Oostenrijk barsten). Het Von Schlieffenplan Dan het Von Schlieffenplan, het Duitse aanvalsplan in 1914 dat voorzag in een bliksemoorlog tegen Frankrijk om daarna alleen met Rusland af te kunnen rekenen. De Duitsers wordt wel verweten dat zij maar één plan hadden waarmee ze de neutraliteit van België schonden en dat voor de Duitsers mobilisatie meteen oorlog betekende. De Duitsers hadden wel degelijk meer oorlogsplannen, maar die werden terzijde geschoven omdat de militaire realiteit was dat oorlog met Rusland of Frankrijk altijd oorlog met beide landen zou betekenen. Wat België betreft: Engeland en Frankrijk waren ook bereid de Belgische neutraliteit te schenden in het geval van een oorlog met Duitsland. Wel moet gezegd worden dat de Duitsers zich aan een tijdsschema moesten houden. Maar op het moment dat Duitsland mobiliseerde was er toch geen weg meer terug. Oostenrijk-Hongarije had Servië al de oorlog verklaard en Rusland zou dan Oostenrijk aanvallen. Doelbewust schuldig of verkeerde inschattingen? Wie mogen we dan de schuld geven? Ook andere auteurs (zoals de Nederlandse Hans Andriessen) leggen de schuld voor het uitbreken van de oorlog nu steeds meer bij de geallieerden. Engeland, Frankrijk en Rusland waren aan het samenspannen tegen Duitsland. Engeland reageerde iedere keer hooghartig en als door een adder gebeten op elk Duits voorstel in de koloniale sfeer. Frankrijk en Rusland voerden militaire druk uit met stijgende militaire uitgaven, Frans geld voor Russische spoorlijnen in Polen en een driejarige dienstplicht in Frankrijk. Ook reageerden Frankrijk en Rusland meteen met militaire maatregelen begin juli (in tegenstelling tot Duitsland) én Rusland mobiliseerde zelfs eerder dan Oostenrijk-Hongarije zijn leger. Daarbij gaven beide landen Servië een blanco cheque om een conflict te zoeken met Oostenrijk-Hongarije. Wat Servië ook zou doen, zij zouden Belgrado steunen. Rusland kon dan afrekenen met Oostenrijk (op de Balkan) en Frankrijk met aartsvijand Duitsland. Het ‘arme’ Duitsland maakte zich vooral schuldig aan verkeerde inschattingen, zoals bij de Marokkocrisis (1905-1911). Toen Frankrijk meer zeggenschap over dit West-Afrikaanse land opeiste, stond Duitsland volledig in zijn recht te protesteren (er was afgesproken Marokko neutraal te houden). Het wist alleen niet dat Frankrijk Engeland en Italië al van tevoren had afgekocht met koloniale deals. Engeland mocht in Egypte zijn gang gaan en Italië mocht Libië ongestoord afpakken van het Ottomaanse Rijk. Niet alleen werd Duitsland iedere keer bewust voor gek gezet, de oorlog tussen Italië en het Ottomaanse Rijk leidde tot de Balkanoorlogen en die leidden tot een groot Servisch rijk dat het gemunt had op Oostenrijk-Hongaars grondgebied. De moord op Franz-Ferdinand deed de lont in het Europese kruitvat ontbranden. Nu je het artikel gelezen hebt maak je een nieuw oorzaak gevolg schema vanuit een andere invalshoek