Sedimentatie en grondsoorten B66 tm B68 Sedimentatie Verweringsmateriaal dat wordt neergelegd na transport. Hierdoor ontstaat afzettingsgesteente. 3 soorten gesteenten Afzettingsgesteente: gelaagdheid en fossielen 3 soorten gesteenten Stollingsgesteente: ontstaat bij het stollen van magma/lava 3 soorten gesteenten Metamorf gesteente: Als stollings- of afzettingsgesteente on invloed van hoge druk/temperatuur een gedaanteverwisseling ondergaat. Een bodem bestaat uit verschillende grondsoorten Grondsoorten Zand Tussen de 0,06 en 2mm groot Veel ruimte tussen de korrels Laat water goed door Zandgronden zijn daarom droge gronden Grondsoorten Klei Kleiner dan 0,002 mm Zeer kleine poriën Houdt water goed vast Afgezet door rivier/zee, soms voor gletsjers Grondsoorten Löss Groter klei, kleiner dan zand Zeer kleine poriën Houdt water goed vast Afgezet door wind Grondsoorten Veen Platenresten die niet zijn gaan rotten doordat ze onder water terecht kwamen Werkt als een spons Houdt water zeer goed vast (drassig) Laat je veen drogen, dan krijg je turf Bodem en bodemvorming Bodem De bodem is de bovenste, voor planten bruikbare, laag van de aarde, die bestaat uit losse afzettingen en verweringmateriaal. Er vindt inspoeling van voedingsstoffen plaats uit de humuslaag. Het ontstaan van een bodem Onder invloed van het klimaat Hoe hoger de temperatuur, hoe groter de hoeveelheid verschillende planten, schimmels en bacteriën, hoe rijker de bodem. Als er meer water valt dan er verdampt zie je veel inspoeling. Bodemprofiel Lagen onderscheiden zich door kleur, samenstelling en dichtheid. A-horizont: Uitspoelingshorizont (bijv. humus) B-horizont: Inspoelingshorizont (bijv. oerbank) C-horizont: moedermateriaal Horizonten