Kent u het lied `Voorwaarts Christenstrijders`

advertisement
Jezus is uw Christus
Preek over Zondag 12
Lezen (in de preek): Lucas 2:25-32, 36-38 en Lucas 18:9-14
Lelystad, 24 augustus 2008
R.J.Vreugdenhil
Bij deze preek is een
Powerpointpresentatie,
Op te vragen per mail
Kent u het lied ‘Voorwaarts Christenstrijders’?
Dat is een soort soldatenmars. ‘We gaan er tegenaan’.
Een lied vol christelijk activisme.
Wij hebben dat wel een beetje.
Dat actieve. Dóen. Je inzetten.
Volgende week hebben we het startweekend, want we gaan er met z’n allen weer voor.
Past dat wel bij christen-zijn?
Daarover wil ik met u lezen in de bijbel en nadenken.
JEZUS IS UW CHRISTUS:
geen activisme, maar leven van ontvangen.
1. kennis en wijsheid
2. verzoening en heiliging
3. leiding en toekomst
Ik neem u mee naar een paar Joodse mensen in de tijd van Jezus.
We lezen eerst in Lucas 2, vers 25-32 en 36-38.
Simeon en Hanna.
Twee bijzondere mensen, maar deel van een grotere groep mensen in die tijd. Mensen
die uitkeken naar wat God had beloofd. Dat noemt Lucas als belangrijkste typeringen:
ze zagen uit naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken. Ze zagen uit naar
de bevrijding van Jeruzalem. Ze wérkten daar niet aan (activistisch), maar ze baden
daar om. Juist met een besef van zelf-niet-kunnen. Vasten, alles laten liggen en het
alleen maar van God verwachten.
Kijken naar wat God gaat doen.
We lezen nu Lucas 18:9-14.
De Farizeeër gaat ook naar de tempel, net als Hanna en Simeon. Maar bij hem is het
precies andersom. Hij kijkt niet verlangend uit naar wat God gaat doen. Hij vraagt:
Heer, wilt u even goed kijken naar wat ík gedaan heb.
Ik heb dit, ik ben dat. Ik ben actief geweest voor u.
Deze man is echt een activist voor God.
Zet ze eens naast elkaar.
Simeon en Hanna met hun houding van verwachten: Heer, doet ú wat u beloofd hebt!
De Farizeeër met zijn houding van activisme: Heer, kijk eens wat ik allemaal doe.
De Farizeeër met zijn eigen IK in het middelpunt.
Simeon en Hanna met de Messias centraal.
De Messias. Dat is het Hebreeuwse woord voor Christus, Gezalfde.
Die Messias, die Christus, wordt niet letterlijk genoemd in Lucas 2.
317490507
1
Maar de uitdrukkingen die Lucas gebruikt zijn duidelijk genoeg: dit is Messiasverwachting.
Simeon en Hanna verwachtten de Messias, de Christus, die God in het Oude
Testament door de profeten beloofd heeft.
[Simeon verwacht de vertroosting voor Israël - dat komt uit Jesaja 40:1, Troost, troost
mijn volk; hij zingt over ‘een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen’ - dat komt
uit Jesaja 49:6, ‘ik zal je maken tot een licht voor alle volken’.]
Het is Messias-verwachting tegenover activisme.
Het is geloof in de Christus tegenover ‘ik doe het zelf’.
Het is ‘Hij, God zal het voor ons doen’ tegenover ‘ik zal eens even’.
Hij komt, hij zal het doen, en wij kunnen alleen maar ontvangen.
Dat is geloven in de Christus: de Christus van God ontvangen omdat je het met je
eigen ik niet kunt.
Zoals ook die tollenaar uit Lucas 18. Hij wist dat hij niets van zichzelf kon laten zien
aan God. Hij kon alleen maar zich klein maken en vragen: Heer, wilt ú het doen.
Zo ontving hij het leven.
De Christus ontvangen tegenover het zelf doen.
Ik geloof dat je dat ook kunt zien in de ontwikkeling in het Oude Testament.
Het volk van de HEER heeft goede wetten gekregen.
Maar ze gaan daar steeds meer tegenin. Er is een bloeitijd onder de koningen David en
Salomo, maar daarna zakt het volk weg.
De HEER stuurt zijn profeten om het volk terug te roepen. Bekeer je, doe de goden
weg, kom terug naar de HEER, dien hem zoals hij het wil.
Maar Israël doet het niet, kan het op het laatst ook niet meer.
Ze luisteren niet naar de profeten.
Dan zie je in de profetieën steeds duidelijker worden dat de HEER definitief zal
straffen. Sommige profeten moeten vooral het oordeel aankondigen.
Maar dwars daar doorheen wordt in de profetieën ook steeds sterker de belofte van
God: ik zelf zal ingrijpen. Van mijn volk Israël kan ik niets meer verwachten, maar ik
zal zelf zorgen voor een nieuwe toekomst.
Ik stuur de Messias, de Christus, de nieuwe Priester-Koning.
Door hem zal ik doen wat het volk niet kan en niet wil.
Een mooi voorbeeld lees je in Ezechiël 34, in de beeldspraak van de herder.
Ezechiël 34:2, Wee de herders van Israël, want jullie verwaarlozen de kudde.
Daarom, vers 10: ik zal de herders straffen.
Maar dan meteen er achteraan, vers 11: Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf
voor ze zorgen. De HEER doet wat Israël niet gedaan heeft.
En hij doet dat door zijn Messias, zijn Christus.
Vers 23: ik zal een andere herder over ze aanstellen, één die ze wèl zal weiden: David,
mijn dienaar. (David, de grote koning, als naam voor de toekomstige grote Koning, de
Messias)
Dat is één voorbeeld van zo’n Messias-profetie uit het Oude Testament.
317490507
2
Wat Israël niet meer deed, niet wilde en ook niet meer kon, dat doet de HEER nu zelf,
door zijn Christus.
Geloven in de Christus van God, dat is leren dat je het niet zelf kunt doen; niet meer
zelf activistisch je ervoor inzetten, maar vol verwachting kijken naar wat de Christus
van God voor je doet.
Simeon en Hanna verwachtten die Christus.
Ze mochten hem zien, Jezus, zoontje van Jozef en Maria.
Hij heeft de beloften van het Oude Testament waargemaakt. Door hem heeft God
ingegrepen. Hij heeft gedaan wat mensen niet konden. Wat je met al je activisme nooit
voor elkaar kunt krijgen, deed híj, Jezus de Christus.
Die Jezus is nu de levende Heer in de hemel.
Die Jezus is nu ook voor u, voor jou en voor mij de Christus van God.
Hij vraagt ook nu van ons die houding van ontvangen, verwachten, weten dat je het
niet zelf kunt, dus vol verwachting kijken naar hem.
Geen activisme, ook niet het gevoel: ik zou het moeten, maar het lukt me toch nooit maar alles verwachten van Jezus, de Christus van God voor u.
Jezus is uw Christus: u kunt het niet zelf en u hoeft het niet zelf - ontvang wat hij doet
voor u en in u.
Ik werk dat kort uit in die drie punten. Wat je van de Christus mag ontvangen is
1. Kennis en wijsheid, want hij is de Profeet van God.
Kennis, dat is niet de kennis waardoor je je examen haalt op school.
Het is de kennis van waar het echt om gaat in het leven.
De wijsheid om dingen te beoordelen, op hun waarde te schatten.
Paulus schrijft in 1 Korintiërs 2:2, toen ik naar Korinte ging om het evangelie te
preken, ‘had ik besloten u geen andere kennis te brengen van die over Jezus Christus,
de gekruisigde’. Geen andere kennis dan de kennis van de Christus.
Dat betekent niet dat elke preek alleen maar over het kruis ging.
Maar in alles wat Paulus preekte, was dat kruis van de Christus wel het middelpunt en
het uitgangspunt.
Verderop schrijft hij dan: dit is Gods verborgen en geheime wijsheid die hij aan óns
heeft doorgegeven.
Hij sluit af met: ‘onze gedachten zijn die van Christus’.
De wijsheid om te leven, om dingen te beoordelen, te doorzien, te weten wat
belangrijk is en wat niet - die wijsheid leer je van Jezus, de Zoon van God.
Hij is uw Christus: u hoeft niet actief zelf op zoek naar de zin van het leven. Je hoeft
niet zelf de wijsheid te bemachtigen om vanuit eigen wijsheid het leven aan te kunnen.
Je mag de kennis en wijsheid ontvangen die God je geeft door Jezus je Christus.
Die wijsheid mag je dan ook doorgeven: als profeet zijn naam belijden.
Niet als jouw eigen wijsheid - er is dus iets grondig mis als christenen overkomen als
‘die eigenwijze mensen die altijd denken dat zij alles weten’ - maar als wijsheid die je
ontvangen hebt van je hoogste Leraar, de Christus.
317490507
3
2. Verzoening en heiliging, want Jezus is de Priester-Christus.
Lees het bijbelboek Hebreeën. Daar wordt uitgelegd: in het Oude Testament moest er
eindeloos geofferd worden. Het volk Israël was nooit klaar met het brengen van offers
voor hun zonden. Altijd was er weer schuld.
Toen kwam Jezus, de Christus.
Hij bracht het offer van zijn eigen lichaam, aan het kruis.
Dat was eens en voor altijd - en voor allen - genoeg.
U en jij hoeft geen offers meer te brengen. Je hoeft zelf niets te doen om Gods liefde te
verdienen. Je mag verzoening ontvangen.
Je mag geloven: nog steeds neemt Jezus het voor mij op bij zijn Vader.
Hij is je Christus: hij doet het voor je.
Zelfs de heiliging van je leven, dat je je hele leven als een dankoffer aan God offert dat hoef je niet op eigen kracht te doen. Hij geeft zijn Geest in je.
Zo kun je het: jezelf offeren aan God.
Niet activistisch - ik zal m’n best doen voor hem.
Maar ontvangend: ik krijg van hem de liefde om mijzelf aan hem te geven.
3. Leiding en toekomst, want Jezus is de Christus-Koning
Ik denk weer aan Ezechiël 34, over die herders en die ene goede herder die God zal
aanstellen. ‘Mijn dienaar David zal hun vorst zijn (Ez.34:24).
Deze koning geeft goede leiding. De schapen kunnen op hem vertrouwen.
Hij wijst je de goede weg. Laat je door hem meenemen. Vertrouw op zijn
bescherming.
Je hoeft niet zelf te vechten voor een stukje bestaan in deze wereld.
Je hoeft niet krampachtig je best te doen om er zelf iets van te maken.
Ontvang zijn leiding. Geloof dat hij je beschermt en bewaart. Hij brengt je veilig naar
de toekomst waar God je wil hebben.
Ontvang van hem ook de kracht om te vechten tegen alles wat jou een andere kant op
wil trekken.
Zo mag je leven met Jezus die uw en jouw Christus is.
Hij voor u. U mag het ontvangen van hem.
Geen activisme, maar een ontvangende houding.
Lees dus goed antwoord 32. Waarom wordt u een christen genoemd? Niet: omdat ik
als profeet zo trouw zijn naam belijd en als priester mezelf zo goed offer aan hem;
omdat ik sterk vecht als koning - zo verdien ik het om christen te heten.
Nee, ik word christen genoemd omdat ik door geloof aan de Christus vastzit.
Ik ontvang zijn zalving. Zoals een wijnrank aan de wijnstok vastzit en de levenssappen
ontvangt.
Zo mag u christen zijn: alles steeds ontvangen van Jezus uw Christus.
AMEN
317490507
4
Liturgie-suggesties:
Gezang 68 en 69
Gezang 106:3
317490507
5
Download