11.5 Stippelmot (Yponomeuta spp.) Ei De eitjes hebben een platte vorm en een geelachtige tot donkerrode kleur. Vanaf juli tot midden september worden ze in groepjes van 20 tot 80 dakpansgewijs afgezet op dunne takken of in de oksels van knoppen. De eitjes worden afgedekt met een gelatineuze secretie die na verharding een beschermend kapje vormt. rupsen in spinsel Larve De larven bijten zich twee tot drie weken na de eileg door de binnenste eischaal. De buitenste schaal van de eicluster laten ze echter intact. De jonge larven overwinteren vervolgens binnen de bescherming van het kapje. In de lente verlaten ze het kapje om zich verder te ontwikkelen op de plant. De rupsen komen voor op de plant van begin april tot midden juni. Ze zijn aanvankelijk geelgrijs, grijsbruin of grijsgroen. Volgroeide rupsen zijn 20 mm lang, crèmekleurig tot donkergrijs van kleur met zwarte plekjes en een zwarte kop. De rupsen worden beschermd door een wirwar van spinseldraden. Pop Lengte 6-8 mm; breedte 2 mm; kleur van de pop is donkerbruin met een klein stukje geelbruin. De cocon die de pop omhult is wit en ondoorschijnend geweven; 10-12 mm lang en 3 mm breed. larve adult met cocons Stippelmotten zijn wit gekleurd met rijen zwarte stippen in de lengterichting. Het aantal rijen varieert van soort tot soort. De achtervleugels zijn grijs. De kleine langwerpige motjes hebben een vleugelspanwijdte van 20-26 mm, afhankelijk van de soort. De volwassenen komen voor vanaf half juni tot en met augustus. Er is één generatie per jaar. Schadebeeld Tijdens het vierde en het vijfde stadium verslindt de larve het volledige blad, behalve de grotere nerven; m.a.w. de plant wordt geskeletteerd. Bovendien zijn de aangetaste planten volledig ingepakt met een dicht spinsel. Hierdoor valt een aantasting sterk op. Dit ligt dan ook gevoelig bij zowel publiek als terreinbeheerders. Na half juni zijn alle stippelmotjes volwassen en is er dus geen vraat meer aan de planten. Rond deze periode komt er een nieuw blad aan de struik (Sintjanslot), tegen half juli zijn de planten volledig hersteld. adult INSECTEN Adult Cyclus De levenscyclus bestaat uit 4 stadia: ei, larve, pop en imago. De larve zelf doorloopt 5 stadia (L1-L5). Er zijn 4 vervellingen. Na de laatste vervelling verpopt de rups tot een vlinder. De eileg gebeurt vanaf juli tot en met augustus. Ontluiking vindt plaats binnen de 2 tot 4 weken, daarna overwinteren de larven (L1) in het eikapsel. In de lente verlaten deze larven hun kapsel en gaan de jonge bladeren mineren (L1-L3). Tijdens het vierde en vijfde stadium gaan ze zich omgeven met spinseldraden. De larven zijn volgroeid in juni. Gedurende het spinselstadium verpoppen ze in lange, transparante, zijden cocons. zomer eileg overwintering in eikapsel als L1 adult juni - augustus mineerfase (L1 - L3) Vroege lente ideaal moment voor bestrijding jonge rupsen. pop spinselfase mei - juni tekeningen : C. D’Aubioul Waardplanten 3 soorten binnen het geslacht Yponomeuta komen algemeen bij ons voor: Y. evonymella, Y. cagnagella, en Y. padella Soort Waardplanten Yponomeuta evonymella Prunus padus, Prunus mahaleb, Corylus avellana, Frangula alnus, Sorbus aucuparia Y. padella Crataegus, Prunus spinosa, P. avium, P. cerasifera, Sorbus aucuparia Y. cagnagella Euonymus europaeus, E. japonica, E. verrucosa, E. fortunei Bestrijding Een bestrijding in tuinen en openbaar groen is doorgaans niet nodig. De plant haalt de schade later op het seizoen in, zelfs al werd de plant volledig kaalgevreten. Indien men toch wenst te bestrijden (esthetische overwegingen, publieke opinie) kan men de nesten uitknippen en verbranden, best vroeg in de lente. Biologisch kunnen de rupsen bestreden worden door behandeling met een middel op basis van Bacillus thuringiensis. Op de kwekerij kan chemische bestrijding met een selectief rupsenmiddel. Beiden dienen te gebeuren in een vroeg ontwikkelingsstadium van de rups. Natuurlijke vijanden Vogels en kleine zoogdieren (vleermuizen), roofwantsen (vooral Anthocoris-soorten), Tachinidae (sluipvliegen), Braconidae (schildwespen), Ichneumonidae (echte sluipwespen) en een soort vleesvlieg (Agria mamillata). Jan Gouwy Filip Rys Proefcentrum voor Sierteelt Afdeling Boomkwekerij Schaessestraat 18 9070 Destelbergen tel: 09/353.94.70 fax: 09/353.94.95 e-mail: [email protected] In samenwerking met: Vlaamse overheid, Beleidsdomein Landbouw & Visserij, Frans Goossens: Departement Landbouw & Visserij, ADLO Hans Casteels: ILVO - Eenheid Plant - Gewasbescherming 2006 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.