Concordantietabel voor het eerste jaar van de 2de graad TSO Richting: Plant - , dier - en milieutechnieken Eerste leerjaar Aantal lesuren 1 Structuurmodel van de materie 2 Atoombouw en periodiek systeem 3 De chemische binding 10 4 De chemische reactie 10 5 Enkelvoudige stoffen 6 Laboratoriumoefeningen 6 concordantie met “ Op weg met chemie 1” 1 u concordantie met “ Op weg met chemie 1” 2 u 12 6 Het structuurmodel van de materie ( 12 u) LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1 Een onderscheid maken stofeigenschappen. tussen voorwerp- en Materie 2 De begrippen 'homogene mengsels' en 'heterogene mengsels' omschrijven en in duidelijke gevallen herkennen. Soorten mengsels 3 Verwoorden dat zuivere stoffen welbepaalde fysische karakteristieken bezitten. Zuivere stoffen 4 Verduidelijken dat zuivere stoffen bekomen worden door toepassing van scheidingstechnieken op mengsels. Scheidingstechnieken 5 Samengestelde en enkelvoudige stoffen van elkaar onderscheiden op grond van het al dan niet afbreekbaar zijn tot andere stoffen (met andere stofeigenschappen). Enkelvoudige en samengestelde stoffen 6 Een deeltjesmodel hanteren om zich de bouw van de materie voor te stellen. Deeltjesmodel 7 Aan de hand van een deeltjesmodel enkelvoudige en samengestelde stoffen van elkaar onderscheiden Op weg met chemie 1u 8-15 Op weg met chemie 2u 10 - 14 22 - 25 24 - 27 14 26 - 27 16 28 - 29 27 – 33 30 - 37 46 – 48 58 - 60 49 61 62 - 63 77 – 79 Atoombouw en periodiek systeem LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 8 Een atoom beschrijven als samengesteld uit protonen, neutronen en elektronen en hun 'plaats' binnen het atoom omschrijven. Samenstelling van het atoom Inleiding tot het atoommodel van Bohr 9 Een element omschrijven als een atoomsoort bepaald door het aantal protonen per atoom zoals weergegeven door het atoomnummer en voorgesteld door een eigen chemisch symbool. Element en chemisch symbool 10 Het periodiek systeem der elementen beschrijven als een ordening volgens bepaalde criteria. Periodiek systeem der elementen (PSE) 11 De periodiciteit weergeven voor de elementen van de hoofdgroepen. - periodiciteit 12 De begrippen periode en groep in het PSE hanteren. - hanteren van het PSE Op weg met chemie 1u 55 – 59 96 - 103 Op weg met chemie 2u 68 – 70 120 - 128 59 74 114 138 114 - 116 138 - 140 115 139 Op weg met chemie 1u 116 Op weg met chemie 2u 140 141 133 - 141 159 - 167 De chemische binding LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 13 De elektronenconfiguratie van de edelgasatomen in verband brengen met hun stabiliteit. Stabiliteit van edelgasatomen 14 Aan de hand van eenvoudige voorbeelden het ontstaan van drie bindingstypes illustreren als een Bindingstypes: - ionbinding streven naar de edelgasconfiguratie. - covalente binding - metaalbinding 15 Een rooster omschrijven als een logische verzameling van ionen, atomen of moleculen. Roosters 16 Het verband tussen bindingstype en fysische eigenschappen bij binaire verbindingen verwoorden. Bindingstype en fysische eigenschappen Het begrip oxidatiegetal omschrijven. Oxidatiegetal 17 135 +138+139 161+164+165 167 - 169 136 162 165 – 167 139 - 140 De chemische reactie Op weg met chemie 1u LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Verwoorden dat chemische reacties processen zijn waarbij andere stoffen gevormd worden en die gepaard gaan met energieomzettingen. Vorming van andere stoffen 48 19 Een chemische reactie herschikking van atomen. Herschikking van atomen 72 - 73 20 De wet van massabehoud verduidelijken als een logisch herschikking van atomen. 21 De symbolische schrijfwijze van een eenvoudige chemische reactie interpreteren als een herschikking van atomen. Reactievergelijking interpreteren 22 Eenvoudige reactievergelijkingen voor reacties tussen enkelvoudige stoffen opstellen. opstellen 23 Het onderscheid tussen exo- en endo-energetische Energie-effecten 18 voorstellen als een verwoorden en gevolg van een Wet van massabehoud Op weg met chemie 2u 60 94 - 95 77 - 78 88 – 89 74 - 75 90 – 91 79 - 81 100 – 101 79 - 81 100 - 101 77 - 78 94 - 95 reacties aangeven. Enkelvoudige stoffen Op weg met chemie 1u 62 Op weg met chemie 2u 77 Eigenschappen 139 – 140 88 – 89 108 - 110 165 – 167 Toepassingen 87 – 89 127 – 129 146 - 148 108 – 111 LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 24 Van een enkelvoudige stof de symbolische schrijfwijze interpreteren en een juiste benaming geven. Symbolische schrijfwijze Benaming 25 Enkele eigenschappen met inbegrip van het normaal voorkomen (aggregatietoestand) van enkele enkelvoudige stoffen verwoorden. 26 Enkele toepassingen verwoorden. 27 van enkelvoudige stoffen Tabellen met R- en S-zinnen gebruiken en de betekenis van de gevaarsymbolen verwoorden. R- en S-zinnen Gevaarsymbolen 166 196 - 207 210 -211