Creatief met taal Een internetproject voor de zesde klas Ontworpen door Elke Verhoeven, [email protected] Joris Schutijzer, [email protected] Gwen Van Dingenen, [email protected] Joke Vandorpe, [email protected] Inleiding | Klas | Leerdoelen | Bronnen | Evaluatie | Conclusie | Referenties | Leerlingenpagina 1. Inleiding Een taal bestaat uit een hele hoop verschillende soorten woorden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, noem maar op. Hiermee kan je eigenlijk geweldig leuke dingen doen! Je kan zinnen vormen waarvan de woorden op elkaar rijmen bijvoorbeeld. Of je kan op een mooie manier uitdrukken hoe je je voelt. Spelen met woorden kan heel leuk en leerrijk zijn. In dit project gaan we werken rond taal en poëzie. In wat hier volgt staat beschreven wat er van jullie verwacht wordt: we zullen hierbij zien dat een gedichtje bijvoorbeeld niet enkel een rijmend stukje tekst is, maar dat je er heel veel mee kan doen. 2. Klas Dit internetproject werd ontworpen voor het zesde leerjaar. Het kadert in de lessen Nederlands, en is gericht op het expressieve gebruik van de taal. Het project kan over verschillende lessen gespreid worden, afhankelijk van het tempo van de les, en de mogelijkheid tot opzoeken op internet, klasbibliotheek, … Doorheen de tekst zijn er verwijzingen naar mogelijke huistaken of opzoekingstaken buiten de school. In dit project wordt verwezen naar enkele bekende auteurs van jeugdboeken; van de leerlingen wordt verwacht dat zij toch reeds enkele kinder- of jeugdboeken gelezen hebben. 3. Leerdoelen 3.1 Verwijzing naar de eindtermen voor het basisonderwijs Hier volgt een opsomming van de eindtermen Nederlands waaraan de internetactiviteit beantwoordt. 2. SPREKEN De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze: (verwerkingsniveau = structureren:) 2.5 vragen van de leerkrachten in verband met een bepaald onderwerp beantwoorden. 2.6 van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten. (verwerkingsniveau = beoordelen:) 2.9 in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. 2.10 tijdens een discussie met bekende volwassenen over een bepaald onderwerp passende argumenten naar voren brengen. 3. LEZEN De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 3.1 voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard. De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie ordenen die voorkomt in: 3.4 voor hen bestemde school- en studieteksten en instructies bij schoolopdrachten. 3.5 voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedieën. 4. SCHRIJVEN De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) 4.6 schriftelijk antwoorden op vragen over verwerkte inhouden 4.7 de leerlingen kunnen voor het realiseren van bovenstaande eindterm bovendien: -hun teksten verzorgen rekening houdende met handschrift en lay-out -spellingsafspraken en -regels toepassen in verband met het schrijven van woorden met vast woordbeeld en woorden met veranderlijk woordbeeld -hoofdletters -interpunctietekens . , ? ! : 4.8 de leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: -spreek-, luister- en schrijfbereidheid -plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven -bereidheid tot nadenken over het eigen luister-, spreek-, lees- en schrijfgedrag -bereidheid tot het naleven van luister-, spreek-, lees- en schrijfconventies 5. VAARDIGHEDEN/STRATEGIEEN De leerlingen kunnen vaardigheden/strategieën in verband met luisteren, spreken, lezen en schrijven aanwenden die nodig zijn om de respectievelijke eindtermen te realiseren. Zij houden daarbij onder meer rekening met: - de totale luister-, spreek-, lees- en schrijfsituatie - de tekstsoort - het verwerkingsniveau zoals die aangegeven zijn in de desbetreffende eindterm. 6. TAALBESCHOUWING 6.1 De leerlingen zijn bereid binnen een concrete taalcontext te reflecteren over: - het gebruik van standaardtaal, regionale en sociale variëteiten - bepaalde taalhandelingen 6.2 De leerlingen zijn bereid te reflecteren over gebruikte luister-, spreek-, lees- en schrijfstrategieën. 6.3 De leerlingen zijn bereid om vanuit een concrete context te reflecteren over de volgende aspecten van taal: - klankniveau - woordniveau (woordvorming) - zinsniveau (woordvolgorde) - tekstniveau (eenvoudige structuren) 6.4 De leerlingen kunnen bij de bovenstaande eindtermen de geëigende termen gebruiken: - zelfstandig naamwoord (+ lidwoord), verkleinwoord, werkwoord, stam, uitgang, vooren achtervoegsel, andere woorden - onderwerp, persoonvorm, zinsdeel - kopje, alinea 6.5 De leerlingen zijn bereid om te reflecteren over taal en taalgebruik. 3.2 Beschrijving van de taak De tand O wat een toestand met Jan van den Bos: Z’n tandje zat los, ja, z’n tandje zat los! Het wiebelde wiebelde wiebelde maar – En pijn deed het niet, maar ’t gevoel was zo naar. Hij durfde niet eten, hij zat op de grond Met een woedend gezicht en z’n hand voor z’n mond. Moeder zei: Hoor ‘s, dat kan zo niet, Jantje. We binden gewoonweg een draad aan het tandje En ’t andere eind van de draad aan de deur. Dan doen we de deur dicht en uit is ’t gezeur! Nee! jammerde Jantje, nee moeder niet doen! En weg holde Jantje, heel hard naar ’t plantsoen. Hij rende en rende – en keek nog ’s om – Hij viel op z’n neus en daar lag ie dan – BOM! Hij krabbelde dadelijk weer op de been En veegde zijn bloes af en keek om zich heen. En wat lag daar naast hem, gewoon in het zand? De tand! En Jan ging naar huis, heeft z’n mond gespoeld En zei tegen moeder: Ik heb niks gevoeld. En moeder zei: ‘Fijn’ en bekeek ‘m een poosje En deed toen de tand in een luciferdoosje. En toen hij op school kwam, moest iedereen kijken. De juffrouw en Peter, en Kees en Marijke. Kijk nou toch ‘s, Joris, kijk nou toch ’s Joosje! Een gat in mijn mond en een tand in m’n doosje. Spoken in het kasteel Er staat een kasteel In Hoenderadeel Waar spoken zitten. Soms zijn het er weinig En dan weer veel, Maar altijd witte. Soms hoor je ze kermen, soms hoor je ze kreunen, soms zie je ze Tegen een manestraal leunen, Daarginds bij het vijvertje naast de liguster, En dan zegt de boswachter tegen z’n zuster: Neel, Het spookt weer op ’t kasteel. Maar eens per kwartaal Gaan ze allemaal (zo vertelt de gravin) spontaan uit zich zelf om kwart over elf de wasmand in. En de stoomwasserij Komt per auto voorbij Om de mand te halen. En de volgende nacht Wordt hij thuisgebracht; De gravin moet betalen. En dan hoor je ze ’s avonds weer kreunen en piepen. Je ziet ze weer fladderen tussen de iepen, Daarginds bij het vijvertje naast de liguster, En dan zegt de boswachter tegen z’n zuster: Neel, Het zijn er weer veel. En dan zegt zijn zuster bitter: Ja, en ze zijn wéér witter. Opdracht 2 De leerlingen gaan op zoek naar een beetje meer informatie over Annie M.G. Schmidt. Deze kunnen ze bijvoorbeeld vinden op http://www.schrijversnet.nl/schmidt.htm. Hier vinden ze ook informatie over boeken van Annie M.G. Schmidt; misschien zijn er wel leerlingen die deze boeken thuis hebben of er al gelezen hebben. Hierover kan in de klas gepraat worden. Aansluitend kan er informatie worden opgezocht over nog twee bekende jeugdboekenschrijvers: Marc De Bel en Roald Dahl. http://www.belgate.com/marcdebel/ http://www.roalddahl.com De internetsite van Marc De Bel bijvoorbeeld, is ook interactief, met de mogelijkheid om een boodschap te zetten in een gastboek. Dit kan eventueel gedaan worden door leerlingen die reeds boeken gelezen hebben van Marc De Bel. (Om maar enkele voorbeelden te geven: Blinker en de bakfietsbioscoop; Blinker en het Bag-Bag juweel; De droom van Vlerk Vos, Nikki Nikkel, De Zusjes Kriegel, De monsters van Frankenzwein, Vanilla P.,…) Volgend fragment komt uit het boek 'De FauTeN KaMPioeNe' van Marc De Bel. De bedoeling is dat de leerlingen hier de fouten verbeteren, als spellingsoefening, en als kennismaking met dit boek. HaLLo MaRC eN Mie! WaT VlieGT De TijD! HeT iS aLWeeR eeN eeuWuGHeiD GeLeeDeN DaT iK JuLie HeB GeSCHReeVeN. MaaR iK HeB HeT HieR ooK Zo VreeSeLuK DruK. HieRBij ViNDeN JuLie eeN PeeTieSieLijST. WiLeN JuLie Die Zo SNeL MoGeLuK HaNDTeeKeNiNGeN TeRuGSTuReN? IK eN De aNDeRe GaBoNeeSe aaPeN ReeKeNeN oP JuLie! WaNT Die RoTSTRooPeRS WoRDeN SteeDS BruTaLeR. GiSTRen BeTRaPTe iK eR Twee Bij De RaND VaN HeT ReeSeRVaaT. IK… Eventueel kan aanvullend volgende site, waar verwijzingen naar andere literatuur te vinden zijn, gebruikt worden: http://www.boeknet.nl Opdracht 3 De leerlingen gebruiken de volgende site als inspiratie voor hun volgende opdracht. http://www.leren.nl/rubriek/talen/nederlands/kinderboeken/ Hier vinden ze links op deze pagina een aantal titels van gedichtjes die aangeklikt kunnen worden. De leerlingen krijgen eventjes de tijd om enkele van de gedichtjes te lezen. Daarna schrijven ze in groepjes van twee of drie leerlingen zelf een gedichtje, over een vooraf gekozen onderwerp. Het is de bedoeling dat de zinnen correct Nederlands zijn, en dat de woorden op het einde van de regels (of in het gedichtje) rijmen. Op deze webpagina is er de mogelijkheid om gedichtjes door te mailen. De leerlingen mailen het gedichtje dat ze gemaakt hebben door. Ook hier is er de mogelijkheid om iets in het gastenboek te schrijven. Opdracht 4 Deze opdracht is volledig gebaseerd op een interactieve site, die de keuze laat de opgegeven opdrachten al dan niet uit te voeren. Hier bestaat de mogelijkheid tot opdrachten uitvoeren, zoeken, beluisteren, en andere. http://www.roc-ams.nl/jeugdliteratuur/ Het is aan te raden deze site een keer door te nemen alvorens deze te gebruiken in de les, omdat sommige opdrachten heel uitgebreid zijn en andere korter. Ze zijn ook niet allemaal geschikt voor deze les. Zo is bijvoorbeeld de eerste opdracht wel te doen in de klas, maar is de tweede opdracht al lang, en vraagt wat opzoekwerk. Een mogelijkheid is, om dit te zien als een soort projectwerk, waarbij de leerlingen een datum krijgen wanneer deze huistaak afgegeven moet worden, en waarbij ze eventueel de kans krijgen om op bepaalde tijdstippen te computer in de klas te gebruiken voor opzoekwerk. De derde opdracht kan in de klas worden uitgevoerd, de vierde ook, hierbij vinden de leerlingen nog verwijzingen naar andere websites die gebruikt kunnen worden. De vijfde en zesde opdracht zijn ook wel langer. Op het einde is er de mogelijkheid tot evaluatie van de site door de leerlingen, waarbij ze kritisch de verwerkte opdrachten kunnen beoordelen. 4. Bronnen Voor deze activiteit is voor een groot deel de toegang tot het internet vereist, al kunnen enkele opdrachten ook zonder worden uitgevoerd. De mogelijkheid tot e-mailen maakt sommige opdrachten wel leuker. Het is niet echt nodig dat alle leerlingen tegelijk een computer ter beschikking hebben, maar het zou wel handig zijn. Een klas- of schoolbibliotheek met jeugdboeken die als bron kunnen worden gebruikt, is ook praktisch. Verder is een verklarend woordenboek, of 'het groene boekje' wel een aanrader. De gebruikte websites op een rijtje: http://www.schrijversnet.nl/schmidt.htm http://www.roc-ams.nl/jeugdliteratuur/ http://www.leren.nl/rubriek/talen/nederlands/kinderboeken/ http://www.belgate.com/marcdebel/ http://www.roalddahl.com 5. Evaluatie Tijdens en na het project wordt er beoordeeld op: - het juiste gebruik van de Nederlandse taal: dit wordt beoordeeld op spelling, zinsconstructies en woordgebruik - de creativiteit en expressiviteit van de leerlingen bij het voorbrengen voor de klas van de gedichtjes; de creativiteit en originaliteit bij het schrijven van een gedichtje - samenwerking tussen de leerlingen, motivatie bij het opzoekwerk en eigen inbreng van de leerlingen - de mate van kritische beoordeling van de leerlingen tegenover elkaar en tegenover de opdracht Sommige van deze dingen zijn moeilijk objectief te beoordelen. Daarom kan er bijvoorbeeld gewerkt worden met een vijfpuntenschaal voor creativiteit en samenwerking. De spelling, zinsconstructies en woordgebruik worden beoordeeld zoals de leerkracht gewoonlijk andere taalopgaven verbetert. 6. Conclusie Deze taak doet vooral een beroep op de creatieve omgang met taal van de leerlingen, waarbij ook de sociale omgang met medeleerlingen een rol speelt. Door het gebruik van de websites kunnen de leerlingen de met computer leren omgaan voor hun lessen en opdrachten. Ook wordt er zelfstandig gewerkt, er wordt aangemoedigd tot het lezen van jeugdliteratuur en er wordt een beroep gedaan op de kennis die de leerlingen hier reeds over hebben. 7. Referenties Internetsites: http://www.ond.vlaanderen.be/eindtermen http://www.schrijversnet.nl/ http://www.schrijversnet.nl/schmidt.htm http://www.schrijversnet.nl/wandeling/poëzie/6.htm http://www.roc-ams.nl/jeugdliteratuur/ http://www.leren.nl/rubriek/talen/nederlands/kinderboeken/ http://www.oprit.rug.nl/vanderpoel01/verhalen/verhaal2.htm http://www.belgate.com/marcdebel/ http://www.roalddahl.com Boeken De Bel, Marc De FauTeNKaMPioeNe, Davidsfonds/Infodok, 1997 Schmidt, Annie M.G., Een visje bij de thee, Querido, 1995 Hier bijgevoegd vindt u de leerlingenpagina, met de beschrijving van de opdrachten naar de leerlingen toe. Ontwerp van een internetproject: Creatief met taal Elke Verhoeven Inhoud: 1. 2. 3. 4. Leerkrachtenpagina Beoordeling door een leerkracht Leerlingenpagina Beoordeling door een leerling Creatief met taal Een internetproject voor de zesde klas Ontworpen door Elke Verhoeven, [email protected] Joris Schutijzer, [email protected] Gwen Van Dingenen, [email protected] Joke Vandorpe, [email protected] Inleiding | Taak | Proces | Evaluatie | Conclusie | Referenties 1. Inleiding Een taal bestaat uit een hele hoop verschillende soorten woorden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, noem maar op. Hiermee kan je eigenlijk geweldig leuke dingen doen! Je kan zinnen vormen waarvan de woorden op elkaar rijmen bijvoorbeeld. Of je kan op een mooie manier uitdrukken hoe je je voelt. Spelen met woorden kan heel leuk en leerrijk zijn. In dit project gaan we werken rond taal en poëzie. In wat hier volgt staat beschreven wat er van jullie verwacht wordt: we zullen hierbij zien dat een gedichtje bijvoorbeeld niet enkel een rijmend stukje tekst is, maar dat je er heel veel mee kan doen. 2. Taak Voor de taak die jullie gaan maken, moet je heel aandachtig het bundeltje lezen dat je hier voor je hebt liggen. Daarin staat stap voor stap beschreven wat je moet doen. Blader eerst eens even enkele bladzijden verder: daar zie je een titeltje 'evaluatie' staan. Voor de opdrachten die je gaat maken, gaat de juffrouw of de meester je ook punten geven, en hier staat geschreven waar je moet op letten bij het maken van de taak. Vanaf puntje drie dat hier volgt, beginnen de opdrachten. Sommige opdrachten moet je alleen maken, andere samen met andere leerlingen. De juffrouw of de meester kan je ook nog helpen als er iets niet duidelijk is. Succes, en veel plezier! 3. Proces: Creatief met taal Opdracht 1 Op de twee volgende pagina's vind je twee gedichtjes van Annie M.G. Schmidt. Bij het eerste gedicht zijn er enkele woorden weggelaten. Bekijk het gedicht eens goed, en vul de ontbrekende woorden in. Let goed op: als ze op het einde van een regel staan moet je proberen om de woorden te laten rijmen! Het tweede gedicht is bedoeld als rollenspel: iemand leest het gedicht op een expressieve manier voor. Voor de personages die in het gedicht voorkomen, worden enkele leerlingen aangeduid die deze uitbeelden. Terwijl enkele leerlingen het gedicht lezen en uitbeelden voor de klas, let je goed op, want daarna zullen de andere leerlingen mogen zeggen wat ze er van vonden. De tand O wat een toestand met Jan van den Bos: Z’n tandje zat los, ja, z’n tandje zat los! Het wiebelde wiebelde wiebelde maar – En pijn deed het niet, maar ’t gevoel was zo . Hij durfde niet eten, hij op de grond Met een woedend gezicht en z’n hand voor z’n . Moeder zei: Hoor ‘s, dat kan zo niet, Jantje. We binden gewoonweg een draad aan het ____. En ’t andere eind van de aan de deur. Dan doen we de deur dicht en uit is ’t gezeur! Nee! jammerde Jantje, nee moeder niet doen! En weg holde Jantje, heel naar ’t plantsoen. Hij rende en rende – en keek nog ’s om – Hij viel op z’n neus en daar lag ie dan – BOM! Hij krabbelde dadelijk weer op de been En veegde zijn bloes af en keek om zich . En wat lag daar naast hem, gewoon in het zand? De ! En Jan ging naar huis, heeft z’n mond gespoeld En zei tegen moeder: Ik heb niks gevoeld. En moeder zei: ‘Fijn’ en bekeek ‘m een poosje En deed toen de tand in een lucifer . En toen hij op kwam, moest iedereen De juffrouw en Peter, en Kees en Marijke. Kijk nou toch ‘s, Joris, kijk nou toch ’s Joosje! Een gat in mijn mond en een in m’n doosje. . Spoken in het kasteel Er staat een kasteel In Hoenderadeel Waar spoken zitten. Soms zijn het er weinig En dan weer veel, Maar altijd witte. Soms hoor je ze kermen, soms hoor je ze kreunen, soms zie je ze Tegen een manestraal leunen, Daarginds bij het vijvertje naast de liguster, En dan zegt de boswachter tegen z’n zuster: Neel, Het spookt weer op ’t kasteel. Maar eens per kwartaal Gaan ze allemaal (zo vertelt de gravin) spontaan uit zich zelf om kwart over elf de wasmand in. En de stoomwasserij Komt per auto voorbij Om de mand te halen. En de volgende nacht Wordt hij thuisgebracht; De gravin moet betalen. En dan hoor je ze ’s avonds weer kreunen en piepen. Je ziet ze weer fladderen tussen de iepen, Daarginds bij het vijvertje naast de liguster, En dan zegt de boswachter tegen z’n zuster: Neel, Het zijn er weer veel. En dan zegt zijn zuster bitter: Ja, en ze zijn wéér witter. Opdracht 2 Nu gaan we een beetje meer informatie opzoeken over de schrijfster van deze gedichtjes, Annie M.G. Schmidt. Deze kan je bijvoorbeeld vinden op http://www.schrijversnet.nl/schmidt.htm. Hier vind je ook informatie over boeken van Annie M.G. Schmidt; misschien zijn er wel leerlingen die deze boeken thuis hebben of er al gelezen hebben. Als je de informatie over Annie M.G. Schmidt hebt opgezocht, gaan we eens kijken naar de website van nog twee bekende jeugdboekenschrijvers: Marc De Bel en Roald Dahl. http://www.belgate.com/marcdebel/ http://www.roalddahl.com De internetsite van Marc De Bel bijvoorbeeld, is heel leuk! Heb je al boeken gelezen van Marc De Bel? (bijvoorbeeld: Blinker en de bakfietsbioscoop; Blinker en het Bag-Bag juweel; De droom van Vlerk Vos, Nikki Nikkel, De Zusjes Kriegel, De monsters van Frankenzwein, Vanilla P.,…) Dan zal je zeker je weg vinden op deze website. Je kan bijvoorbeeld een mailtje sturen naar Marc De Bel. Volgend fragment komt uit het boek 'De FauTeN KaMPioeNe' van Marc De Bel. De bedoeling is dat je hier de fouten verbetert, als spellingsoefening, en als kennismaking met dit boek. HaLLo MaRC eN Mie! WaT VlieGT De TijD! HeT iS aLWeeR eeN eeuWuGHeiD GeLeeDeN DaT iK JuLie HeB GeSCHReeVeN. MaaR iK HeB HeT HieR ooK Zo VreeSeLuK DruK. HieRBij ViNDeN JuLie eeN PeeTieSieLijST. WiLeN JuLie Die Zo SNeL MoGeLuK HaNDTeeKeNiNGeN TeRuGSTuReN? IK eN De aNDeRe GaBoNeeSe aaPeN ReeKeNeN oP JuLie! WaNT Die RoTSTRooPeRS WoRDeN SteeDS BruTaLeR. GiSTRen BeTRaPTe iK eR Twee Bij De RaND VaN HeT ReeSeRVaaT. IK… Als je nog informatie wil opzoeken over jeugdboeken, kan je eens een kijkje nemen op de volgende site: http://www.boeknet.nl Opdracht 3 Zoek nu de volgende website op voor je volgende opdracht. http://www.leren.nl/rubriek/talen/nederlands/kinderboeken/ Hier vind je links op deze pagina een aantal titels van gedichtjes die aangeklikt kunnen worden. Je krijgt eventjes de tijd om enkele van de gedichtjes te lezen. Daarna ga je werken in groepjes van twee of drie leerlingen. Eerst kies je een onderwerp waarover je een kort gedichtje gaat schrijven. De regels moeten rijmen op het einde. Kijk ook goed na dat de zinnen juist Nederlands zijn (en dat je niet zomaar iets schrijft om het te laten rijmen). Je kan de gedichtjes op deze internetpagina gebruiken als voorbeeldjes. Je ziet op het scherm ook 'mail' staan. Als je gedichtje af is, kan je het hier intypen en doormailen. Je kan ook iets in het gastenboek schrijven! Opdracht 4 Voor deze opdracht ga je naar: http://www.roc-ams.nl/jeugdliteratuur/ Hier staan zelf een aantal opdrachten op, die je kan aanklikken. Je kan ook dingen beluisteren, opzoeken, … Je kan het allemaal eens uitproberen! Welke opdrachten je hiervan moet uitvoeren, zal de juffrouw of de meester je vertellen. Op het einde kan je zelf zeggen wat je van deze website vindt: moeilijk of gemakkelijk, leuk of niet, boeiend of saai,… 4. Evaluatie Hier vind je enkele tips over de dingen waar je moet op letten bij het uitvoeren van de opdrachten, en waar ook de juffrouw of meester op zal letten bij het geven van de punten voor de opdrachten. - Let goed op dat je geen fouten schrijft. Lees alles goed na. De juffrouw of meester zal er op letten hoe goed je meewerkt aan de opdrachten in de klas, alleen of in groepjes. De leerkracht zal er ook op letten hoe jij de andere leerlingen beoordeelt na het voorbrengen van het gedicht uit de eerste opdracht 5. Conclusie Zo, dit was het dan! Hopelijk waren de opdrachten duidelijk, en hebben jullie de smaak te pakken om al eens een gedichtenboekje of een goed jeugdboek vast te nemen, ook buiten de lessen Nederlands. Misschien heb je nu ook een beter zicht op hoe je de computer kan gebruiken om dingen op te zoeken die je kan gebruiken voor taken. Als je graag wil vertellen wat je vindt van deze takenbundel, mag je dit doormailen naar [email protected] 6. Referenties Hier volgt nog even een opsomming van de bronnen die werden gebruikt om deze takenbundel te maken. Als je dus zelf nog dingen wil opzoeken, of wil weten waar bepaalde informatie vandaan komt, kan je deze bronnen verder raadplegen. Internetsites: http://www.ond.vlaanderen.be/eindtermen http://www.schrijversnet.nl/ http://www.schrijversnet.nl/schmidt.htm http://www.schrijversnet.nl/wandeling/poëzie/6.htm http://www.roc-ams.nl/jeugdliteratuur/ http://www.leren.nl/rubriek/talen/nederlands/kinderboeken/ http://www.oprit.rug.nl/vanderpoel01/verhalen/verhaal2.htm http://www.belgate.com/marcdebel/ http://www.roalddahl.com Boeken De Bel, Marc De FauTeNKaMPioeNe, Davidsfonds/Infodok, 1997 Schmidt, Annie M.G., Een visje bij de thee, Querido, 1995