Belasting op tweede verblijven

advertisement
PROVINCIE WEST­VLAANDEREN
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN
VAN DE GEMEENTERAAD
GEMEENTE 8980 ZONNEBEKE
GEMEENTERAAD VAN 18 NOVEMBER 2013
Aanwezig:
Afwezig:
Verontschuldigd:
Dirk Cardoen: Burgemeester;
Dirk Sioen, Luk Hoflack, Sabine Vanderhaeghen, Ingrid Vandepitte, Johan Demonie: Schepenen;
Luc Blondeel, Franky Bryon, Thijs D'Alleine, Evelien D'Hellem, Frans Deleu, Patrick Denorme, Michiel Descheemaeker, Marie Debucquoy, Paul Durnez, Joachim Jonckheere, Johan Leleu, Koen Meersseman, Wendy Pattyn, Maxim Vermeeren, Sophie Vangheluwe, Marc Verstraete: Raadsleden;
Jan Vandoolaeghe: Voorzitter gemeenteraad;
Francis Claeys: Secretaris
Maria Vander Meiren: OCMW­voorzitter
Dossierbeheerder: Veerle Pattyn
Heffen van een belasting op tweede verblijven voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019
Bevoegdheid
Gemeentedecreet artikel 42
Naam schepen:Luk Hoflack
Bevoegd voor: Financiële dienst
Naam behandelend ambtena(a)r(en):Veerle Pattyn
Wetgeving
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie­ en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012
Artikel 42 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
Documenten en voorgeschiedenis
De financiële toestand van de gemeente vergt de heffing van belastingen
Het is aangewezen om eigenaars van een huis, dat niet bewoond is door personen die aldaar zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters per 1 januari van het jaar en die aldus geen aanvullende personenbelasting betalen in de gemeente Zonnebeke, een afzonderlijke taxatie te laten ondergaan
Financieel
−
Niet van toepassing. Het gaat om een ontvangst.
Terugkoppeling naar het Strategische Meerjarig Beleidsplan: nee
Visum
−
Visum financieel beheerder dd. 10/10/2013
Advies van de dienst en motivatie
−
Gunstig
Stemming
Aantal ja stemmen
23
Aantal nee stemmen
Aantal onthoudingen 0
0
Dirk Cardoen, Dirk Sioen, Luk Hoflack, Sabine Vanderhaeghen, Ingrid Vandepitte, Johan Demonie, Luc Blondeel, Franky Bryon, Thijs D'Alleine, Evelien D'Hellem, Frans Deleu, Patrick Denorme, Michiel Descheemaeker, Marie Debucquoy, Paul Durnez, Joachim Jonckheere, Johan Leleu, Koen Meersseman, Wendy Pattyn, Jan Vandoolaeghe, Maxim Vermeeren, Sophie Vangheluwe, Marc Verstraete
Besluitvorming
Artikel 1
Er wordt voor een termijn van 6 jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven, gelegen op het grondgebied van de gemeente, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger zijn ingeschreven.
Artikel 2
Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon­ of verblijfsgelegenheid waarvoor niemand, voor zijn hoofdverblijf, is ingeschreven in het bevolking­, het vreemdelingen­ of het wachtregister van de gemeente Zonnebeke.
Onder tweede verblijven worden onder andere verstaan :
­ (Land)huizen, bungalows, villa’s, appartementen, studio’s, weekendhuisjes, optrekjes en alle vaste woonverblijven met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.
­ Een verblijf dat tegelijkertijd als woongelegenheid en voor de uitoefening van een beroepsactiviteit wordt gebruikt.
Artikel 3
Worden niet als tweede verblijf beschouwd :
­ de lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteit
­ de tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.
Artikel 4
De belasting is verschuldigd door diegene die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf. De hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld.
Artikel 5
De tarieven worden per aanslagjaar en per tweede verblijf als volgt vastgesteld:
Aanslagjaar
Tarief per tweede verblijf
2014
600,00
2015
612,00
2016
625,00
2017
638,00
2018
651,00
2019
665,00
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse dienstjaar, door de belastingplichtige op 1 januari van het dienstjaar, verschuldigd.
Artikel 6
De belastbare elementen worden vastgesteld door het gemeentebestuur.
De belastingplichtige is gehouden om voor 1 maart van het belastingjaar aan het gemeentebestuur een aangifte te doen en de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 7
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
In geval van niet­aangifte of in geval van onvolledige of onjuiste aangifte, wordt de belasting vermeerderd met een belastingverhoging. Bij ontstentenis van kwade trouw en bij een eerste inbreuk wordt een belastingverhoging van 10 % toegepast. Bij kwade trouw en bij een tweede en volgende inbreuk binnen een periode van 3 jaar wordt een belastingverhoging van 25 % toegepast.
Artikel 8
De belasting en eventueel de belastingverhoging wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 11
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids­ en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 12
Afschrift van deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
Namens de gemeenteraad,
Secretaris
(get) F. Claeys
Voorzitter gemeenteraad
(get) J. Vandoolaeghe
VOOR EENSLUIDEND UITTREKSEL
Secretaris
F. Claeys
Voorzitter gemeenteraad
J. Vandoolaeghe
Download