Stichting Kamermuziek Oud Avereest Concert in de Reestkerk op zondag 17 februari 2013 Aanvang 15.00 u. (De kerk is open vanaf 14.30 u.) door Het Gaudi Kwartet Anita Jongerman Marjolein Canté Florin Negreanu Sander van Berkel viool viool altviool cello Programma W.A. Mozart Divertimento 1 Divertimento 3 Strijkkwartet no 3 in D in F in G (1772) Pauze* F. Mendelsohn-Bartholdy Kwartet No. 2 Molto allegro vivace Menuetto: Un poco Allegretto Andante espressivo ma con moto Presto con brio I. Albéniz Tango Het volgend concert wordt gegeven op 17 maart door het Haydn Trio: Wout van den Berg fluit, Wouter Mijnders hobo en Arie Boers piano. *U wordt verzocht aan alleen per volwassene minstens€ 10 bij te dragen in de collecte. U krijgt een gratis consumptie. Informatie over alle volgende concerten krijgt u gratis na een email met alleen Ja naar [email protected] Post adres: Burg. van der Grondenstraat 35 Nieuwleusen 7711HR, tel. 0529-482104. Bankrelatie: Rabobank Vaart en Vechtstreek Dedemsvaart nr.31.29.84.316 Anita Jongerman begon haar eerste vioollessen op zesjarige leeftijd bij Tom Zeven te Heerde. Op twaalfjarige leeftijd kwam zij in de jong talentenklas in Zwolle terecht. Vanaf 2001 studeerde zij bij Johannes Leertouwer aan het conservatorium van Amsterdam waar ze in juli 2005 haar bachelor diploma behaalde. Na masterclasses in Den haag en Amsterdam voltooide Anita in juni 2007 haar opleiding aan het Utrechts Conservatorium bij Kees Hülsmann. Tegenwoordig remplaceert Anita o.a. bij het Residentie Orkest, Holland Symfonia, Orkest van het Oosten, Nedpho en Radio Kamer Filharmonie Orkest. Sinds april 2007 is zij concertmeester & artistiek leider van het Nationaal Symfonisch Kamerorkest (www.naska.nl) . In juni was Anita als soliste te gast bij het Kamerorkest Cheliabinsk uit Rusland dat een tournee maakte door Nederland. Ze soleerde in de Jaargetijden van Vivaldi en speelde verder (samen met haar zus Inge) het dubbelconcert van J.S. Bach. Anita bespeelt een Gustav Bernadel uit 1866 Parijs. Marjolein Canté begon op 5 jarige leeftijd viool te spelen. Op haar twaalfde kwam ze terecht in de Jong Talent klas van het Conservatorium van Utrecht. In 1995 won ze de eerste prijs bij het Prinses Christina Concours te Haarlem. Tussen 1994 en 1996 was Marjolein aanvoerder van de tweede violen in het Nederlands Jeugd Strijkorkest. Met het Phoenix strijktrio, behaalde ze in 1999 de eerste prijs op het Aberdeen International Youth Festival in Schotland (op dit festival was ze eveneens concertmeester van het Chamber Youth Festival Orchestra). Verder gaf ze hiermee concerten door heel Nederland (o.a. in Vredenburgh) en in Portugal, Duitsland en Schotland. Ze volgde masterclasses bij o.a. Herman Krebbers en Ilya Grubert aan het Conservatorium van Amsterdam waar ze haar diploma behaalde. Ze speelt in het Rotterdams kamerorkest en momenteel studeert ze bij Karen Turpie aan het Utrechts conservatorium. De in 1980 geboren violist Florin Negreanu is vanaf zijn prilste jeugd ondergedompeld in de muzieksfeer dankzij zijn moeder, die amateur violiste was. Toen hij acht was, begon hij te studeren aan de muziekschool van zijn geboortestad Turnu Severin bij professor Ionita, die hem de liefde en het respect voor de viool bijbracht. Daarna studeerde hij in Boekarest. In die periode schitterde hij in nationale wedstrijden waar hij verschillende prijzen behaalde. Aan Haagse en Rotterdamse conservatoria studerend breidde hij zijn repertoire aanzienlijk uit en met verschillende kamermuziek groepen en orkesten gaf hij concerten in talrijke muziekcentra in Nederland en het buitenland. Na afloop van zijn studies in 2005 is Florin Negreanu een gerespecteerd zelfstandig violist en altviolist geworden die regelmatig als concertmeester, aanvoerder 2e viool of als tutti viool/altviool met verschillende orkesten of ensembles optreedt. Sander van Berkel werd geboren in 1979 te Amersfoort. Hij begon zijn cellolessen op 7 jarige leeftijd bij Frank Linschoten. Sander van Berkel studeerde onder meer bij René Berman en Michel Dispa. Hij rondde zijn Masterstudie cello af bij Paul Uyterlinde door solo te spelen met het conservatoriumorkest van Gent, Tilburg en Maastricht. Daarna studeerde hij verder o.a. aan het Orchesterzentrum NRW Dortmund. Sander speelt op een cello gebouwd door U. Schnorr hem ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumentenfonds en met een Voirin strijkstok ook ter beschikking gesteld door het NMF. Sander gaf met diverse ensembles en orkesten concerten in o.a. Duitsland, Tsjechië, Ierland, China, Thailand, Engeland, Spanje, Colombia, Suriname en Brazilië. Ook speelt hij geregeld solo met orkesten. Mozart schreef de divertimenti in D en F in1772. Zij maken deel uit van de zo geheten Salzburger Symphonieën. Zij worden ook wel uitgevoerd als werken voor strijkorkest. Ze bestaan beiden uit drie delen: Allegro, Andante , Presto. Het divertimento leerde Mozart kennen tijdens zijn eerste reis naar Italië. Het heeft het karakter van amusements-muziek en ontsnapt daardoor aan de strenge regels die voor de klassieke muziek golden. Wolfgang schreef deze zeer aantrekkelijke muziek toen hij zestien jaar oud was en reeds Hof Kapelmeester was bij Hieronymus Coloredo, Prins Aartsbisschop van Salzburg. Het strijkkwartet in G behoort tot de zes Milanese Kwartetten omdat Wolfgang Amadeus Mozart ze daar eind 1772, begin 1773 schreef tijdens de periode waarin hij werkte aan zijn opera Lucia Silla. Zij waren uitwerkingen van een al eerder in 1770 opgezet strijkkwartet. Het heeft de delen Presto , Adagio, Tempo di minuetto Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) werd geboren in een rijke protestants-Joodse familie. Mendelssohn was gedoopt maar werd desondanks door velen als joods gezien. Zijn vader Abraham Mendelssohn was bankier en zijn grootvader was de Joods-Duitse filosoof Moses Mendelssohn. In 1812 verhuisde de familie naar Berlijn. Op zesjarige leeftijd kreeg hij pianoles van zijn moeder en op zevenjarige leeftijd van Marie Bigot in Parijs. In 1817 kreeg hij in Berlijn les in compositie van Carl Friedrich Zelter, wiens vriend Goethe hij in 1821 in Weimar bezocht. Op negenjarige leeftijd trad hij op in een openbaar kamerconcert en voor zijn dertiende had hij al verschillende composities op zijn naam, w.o. het pianokwartet opus 1. Hij componeerde zijn eerste symfonie op vijftienjarige leeftijd. In 1827 schreef hij zich in aan de universiteit van Berlijn, om daar de geschiedenis- en filosofiecolleges van Hegel te volgen. Hij kreeg pianoles van Ignaz Moscheles tijdens een bezoek. Op zijn zeventiende componeerde hij de ouverture voor de Midzomermachtsdroom van Shakespeare; de rest van de toneelmuziek werd in 1842 voltooid. Mendelssohns twee oratoria Paulus en Elias waren beïnvloed door de muziek van Johann Sebastian Bach, die in vergetelheid was geraakt en die Mendelssohn weer onder de aandacht van het publiek heeft gebracht. In 1829 gaf Mendelssohn met groot succes een uitvoering van de Matthäuspassion, de eerste uitvoering van dit werk sinds het overlijden van Bach (1750). Hij maakte veel reizen, onder andere naar Parijs en Italië. In Rome trok hij op met Hector Berlioz, die daar verbleef als winnaar van de Prix de Rome. In 1835 werd Mendelssohn de eerste muziekdirecteur, die tevens Kapellmeister van het Gewandhausorchester in Leipzig was Twee jaar later huwde hij Cécile Jeanrenaud, een nakomeling van een Franse Hugenotenfamilie. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Na een jaar als directeur van de muziekafdeling van Berlijnse kunstacademie, keerde hij in 1842 naar Leipzig, terug, waar hij het conservatorium oprichtte en daar les gaf in compositie en aan pianisten. Mendelssohn had een zwakke gezondheid en toen op 14 mei 1847 zijn vijf jaar oudere zus Fanny overleed, belandde hij in een diepe depressie. Een verblijf in Zwitserland bracht geen verbetering. Totaal overwerkt en niet meer instaat te componeren, stierf hij op 14 november van hetzelfde jaar. Met Fanny had Felix een bijzondere band, die hun hele leven in stand bleef, doordat zij hun liefde voor muziek deelden en beiden buitengewoon begaafd waren. Door haar vrouw zijn was het Fanny verboden zich in gelijke mate te ontwikkelen als Felix. Deze legde haar vaak zijn composities ter beoordeling voor vanwege haar scherpe oog en oor en haar opmerkingen nam hij ter harte zodat hij menigmaal wijzigingen aanbracht. Hij sprak over Fanny als Minerva, de Romeinse godin van de wijsheid. Het prachtige opus 13 nr. 2 schreef hij reeds in 1827.. De nazi's verboden de uitvoering van zijn muziek, omdat die in hun verblinde ogen te joods was. Jacob Salomon wiens zuster Lea trouwde met Abraham Mendelssohn, de vader van Felix, had bij zijn overgang naar het christendom Bartholdy aan zijn achternaam toegevoegd. Het was de naam van een familie-bezitting, Jacob overreedde Abraham tot dezelfde toevoeging.. Isaac Albéniz (1860-1909) werd geboren in Camprodón in Catalonië en was een muzikaal wonderkind. Als zesjarige kreeg hij in Parijs pianoles van Antoine François Marmontel, daarna in Madrid en Leipzig. Hij gaf als wonderkind concerten tot hij vijftien werd. In 1879 behaalde hij de eerste prijs voor piano en maakte een geslaagde concertreis door Europa. Onder invloed van de musicoloog Felipe Pedrell besloot hij voortaan "Spaanse muziek" te schrijven en niet langer in de stijl van Liszt en Chopin, Zijn Suite Española en Rapsodie Española voor piano en orkest zijn al typisch Spaans. Van 1906 tot 1909 werkte hij aan zijn zwanenzang en meesterwerk Iberia, vier bundels van drie "impressies" die een synthese zijn van de pianotechniek van Liszt, het impressionisme en de Andalusische volksmuziek. Hij overleed aan een nierziekte.