PGO-model 9 - WordPress.com

advertisement
PGO-LEIDRAAD ALGEME NATUURWETENSCHAPPEN
MODULE: Materie
GROEPSLEDEN: Joost Bus, Erik Hernaamt, Kenji van Keeken, Ruben Stollman
ARIKEL (TITEL): Radioactive decay
1. Verhelder onduidelijke termen en begrippen
Nuclei – atoomkernen
N-Z curve –neutron proton verhouding
Isotoop – atoom met hetzelfde aantal protonen maar verschillend aantal neutronen
radioisotope decay – het verval van instabiele isotopen
quarks – subatomaire deeltjes
2. Definieer het centrale probleem / vraag van het artikel
Wat voor soort straling zendt een materiaal uit en waarom?
3. Analyseer het artikel / de rode draad
Eerst wordt er uitgelegd wat voor soorten straling er zijn, dan wat ze inhouden, en ten slotte wordt
er informatie gegeven over quarks en bèta-verval
4. Orden de ideeën uit de analyse van het probleem
Wanneer de kern van een atoom te veel neutronen of protonen bevat, kan het instabiel worden. Dit
noem je radioactieve isotopen. Deze radioactieve isotopen stralen radioactieve straling uit.
Er zijn 3 soorten kernstraling:
 Alfa-straling: alfadeeltjes (deeltje met 2 protonen en 2 neutronen, eigenlijk gewoon de kern
van een helium atoom)
 Bèta-straling (Beta- en Beta+): elektronen of positronen
 Gamma-straling: fotonen (energie)
Alpha (α) decay
Je verliest hierbij dus 2 protonen en 2 neutronen, dit betekent dat je een nieuw element hebt dat 2
plekken hoger staat in het periodiek systeem. Het massagetal neemt af met 4.
Dit soort straling komt vooral voor bij zware atomen (laag in het periodiek systeem)
Beta (β-) decay
Hier verandert een neutron in een proton en een elektron, de proton blijft in de kern maar de
elektron verlaat het atoom met veel energie. Ook hier krijg je een nieuw element, maar nu 1 plek
lager in het periodiek systeem.
n → p+ + eAlpha(α)decay Beta(β-)decay
Change in number of protons
-2
Change in number of neutrons -2
+1
-1
Beta (β+) decay
Hier verandert een proton via zwakke kernkracht in een positron (antideeltje van een elektron, zelfde
massa, tegenovergestelde lading) én een neutron. Dit proces heeft energie nodig, aangezien een
neutron iets zwaarder is dan een proton (E=mc2).
Energie + p+ → n + e+
5. Formuleer leerdoelen
Welke straling zend een materiaal uit, en waarom?
6. Beantwoord je leerdoelen
Zware materialen zenden eerder alfa deeltjes uit, lichtere materialen eerder bèta – omdat ze dan
stabieler zijn.
7. Schrijf een korte samenvatting van de ‘oplossing’ van dit probleem
-
Download