DOSSIER NIERZIEKTEN 1 2 3 4 1 Prof. dr. Mileine ­Couttenye 2 Klara Van den Ende 3 Kurt Lauwers 4 Dr. Amaryllis Van Craenenbroeck Een afaresebehandeling duurt vier tot zes uur en is meestal niet pijnlijk, op het aanprikken na. Bloed geven voor jezelf Sinds de verhuis van de dienst nierziekten beschikt die ook over een aparte eenheid voor aferese. Bij afarese worden bepaalde bestanddelen uit het bloed van de patiënt gehaald, en soms ook vervangen door andere. Daarna gaat het bloed weer naar de patiënt. B Afarese wordt ­onder meer gebruikt om ­stamcellen uit het bloed te halen, bijvoorbeeld bij ­leukemie 24 ij een aferese-behandeling ligt de patiënt vier à zes uur op een bed met een slangetje in de linker- en de rechterarm’, legt afereseverpleegkundige Kurt Lauwers uit. ‘Via het ene slangetje vertrekt het bloed uit het lichaam, waarna het wordt omgeleid naar de aferesemachine. Vandaar komt het via het andere slangetje weer in de bloedbaan terecht. De aferesemachine werkt min of meer als een centrifuge. Ze wordt geprogrammeerd om bepaalde cellen of bestanddelen uit het bloed te halen op basis van kleurherkenning. Afhankelijk van de behandeling passeert het bloed maximaal drie keer na elkaar door de machine.’ Waarom gebeurt de behandeling op de dienst nierziekten? Dr. Amaryllis Van Craenenbroeck, nefrologe: ‘Onze dienst is vertrouwd met procedures waarbij er met bloed buiten het lichaam wordt gewerkt, aangezien dat ook bij dialyse gebeurt. Er zijn met andere woorden technische gelijkenissen tussen beide behandelingen.’ Voor wie of wat wordt de behandeling het vaakst ­toegepast? Prof. dr. Mileine Couttenye, nefrologe: ‘De meest klassieke toepassing is aferese in het kader van een stamceltransplantatie, bijvoorbeeld bij patiënten met leukemie of lymfeklierkanker. In veel gevallen komen de stamcellen dan van een donor, meestal een familielid. Vroeger werden de stamcellen uit het beenmerg gehaald. Nu kan dat uit het bloed. Voor die behandeling werken we samen met de diensten oncologie, hematologie en de stamcellenbank van het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde (CCRG). Daar worden de stamcellen na afname bewaard en soms ook bewerkt in afwachting van de transplantatie. We behandelen overigens ook patiënten van andere ziekenhuizen met deze therapie. Die afspraken kaderen binnen Iridium, een samenwerkingsverband van meerdere ziekenhuizen voor de behandeling van kanker.’ Welke ziekten worden er nog behandeld met aferese? Couttenye: ‘We behandelen bijvoorbeeld ook patiënten die door een bloedziekte foute rode bloedcellen aanmaken. Tijdens de aferese halen we die foute bloedcellen eruit en vervangen we ze door goede rode bloedcellen.’ Van Craenenbroeck: ‘Een andere toepassing is plasmaferese, waarbij het plasma van de rest van het bloed wordt gescheiden en vervangen door donorplasma of een vervangvloeistof. Dat doen we bij patiënten met afwijkingen in het plasma.’ Couttenye: ‘Soms geven we die behandeling ook voor of na een niertransplantatie, bijvoorbeeld als het lichaam de transplantatie- nier afstoot. We kunnen dan de antistoffen die de nier aanvallen, uit het plasma halen.’ Klopt het dat aferese sterk in de lift zit? Van Craenenbroeck: ‘Ja, er komen meer en meer toepassingen én almaar meer patiënten krijgen de behandeling voor een langere tijd. Zo behandelen we sinds september 2015 soms ook patiënten na een stamceltransplantatie. Het gebeurt namelijk dat de toegediende stamcellen een afweer­reactie veroorzaken tegen bepaalde organen. Die patiënten ondergaan dan een fotoferese-behandeling: dat betekent dat een bepaald type witte bloedcellen wordt afgenomen, behan- deld met licht en teruggegeven aan de patiënt. Die therapie krijgen ze vaak maanden aan een stuk. Daarnaast neemt aferese in het kader van wetenschappelijk onderzoek toe. Het UZA doet meer en meer studies naar celvaccinaties: daarbij krijgen kankerpatiënten een vaccin toegediend op basis van eigen bewerkte cellen. Ook die patiënten komen bij ons terecht om monocyten, een bepaald type witte bloedcellen, te laten afnemen.’ Hoe ervaart de patiënt de ­behandeling? Klara Van den Ende, hoofdverpleegkundige: ‘De behandeling zelf is in principe niet pijnlijk, maar sommige patiënten hebben wat last van de medicatie die ze vooraf krijgen of van het aanprikken. Patiënten of familieleden die komen doneren, zijn ook wel eens emotioneel. Ze weten dat er In de eenheid kunnen twee patiënten tegelijk behandeld worden veel van afhangt. Uiteraard geven wij met veel plezier uitleg. We kunnen twee patiënten tegelijk behandelen in onze eenheid. Er is voortdurend een verpleegkundige aanwezig, soms twee bij een wat moeilijker procedure. De artsen en verpleegkundigen volgen een specifieke opleiding voor aferese.’ Van Craenenbroeck: ‘Sinds de verhuizing hebben we overigens een aparte ruimte voor de aferese­ patiënten, wat voor iedereen aangenamer is.’ Couttenye: ‘Die eenheid beantwoordt aan de strenge kwaliteitsnormen van JACIE, een Europese accreditatie voor stamceltransplantatiecentra. De dienst behaalde het ­kwaliteits­label voor het eerst in 2012. Aangezien we met m ­ enselijk materiaal werken, gelden er enorm strikte ­procedures.’ 25