2.2.4. oefenCAT 1314

advertisement
OEFENCAT
Hematologie & Oncologie
Sonja Zweegman & Inge Konings
2014
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
Après le bain un peu d’exercise
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
1
In een volledig gezond persoon zijn de cellen van myeloide oorsprong in het beenmerg verschillend ten opzichte
van de myeloide cellen in het perifere bloed. Welke cellen bevinden zich in het beenmerg en welke in het
perifere bloed?
a. Van hematopoietische stamcel tot uitgerijpte cellen zoals granulocyten in het beenmerg, van myelocyt
tot uitgerijpte cellen zoals granulocyten in het perifere bloed
b. Van hematopoietische stamcel tot uitgerijpte cellen zoals granulocyten in het beenmerg, uitgerijpte
cellen zoals granulocyten in het bloed
c.
Van promyelocyten tot uitgerijpte cellen zoals granulocyten in het beenmerg, van metamyelocyten tot
uitgerijpte cellen zoals granulocyten in het perifere bloed
d. Er is helemaal geen verschil qua uitrijpings-stadia tussen beenmerg en het perifere bloed
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
2
De absolute incidentie van kanker is het hoogst in de
leeftijdsgroep:
a) 15 – 49 jaar
b) 50 – 74 jaar
c) 75+ jaar
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
3
Een patiënt die genezen is na behandeling voor een acute leukemie 8 jaar geleden, komt op uw
ochtendspreekuur in de huisartsenpraktijk vanwege koorts tot 38.5 °C axillair. Hij vertelt dat hij sedert
2 dagen “snotterig” is en dat zijn kinderen die week ervoor dezelfde klachten hadden. Hij maakt een
“niet zieke” indruk. Hij vertelt zich zorgen te maken. Hoe dient u als arts te handelen?
a. U zegt dat dit niets meer te maken heeft met de behandeling die hij destijds kreeg en u
adviseert hem over 2 dagen terug te komen als hij nog koorts heeft
b. U zegt dat “de leukemie waarschijnlijk terug is” en stuurt hem direct naar de eerste hulp
c.
U zegt dat als een acute leukemie eenmaal weg is die nooit meer terug komt en stelt
hem gerust
d. U behandelt de patiënt met twee breedspectrum antibiotische middelen
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
4
Welke behandelingsmodaliteit wordt op dit moment
het MINST toegepast?
Behandeling met:
a) monoklonale antilichamen
b) antihormonen
c) genetisch gemanipuleerde dendritische cellen
d) Antimetabolieten
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
5
Een patiënt met bloedgroep O Rh-positief krijgt abusievelijk bloedgroep B Rh-negatief bloed. U heeft dienst als
arts-assistent interne geneeskunde en wordt gebeld door de verpleegkundige die vraagt wat ze moet doen.
U meldt haar dat:
a. B-Rh-negatief bloed universeel donorbloed is en stelt haar gerust
b. ze direct de bloedtransfusie moet stoppen en dat ze moet bellen als de patiënt klinisch
c.
achteruit gaat
u er onmiddellijk aan komt
d. ze direct de bloedtransfusie moet stoppen, de bloeddruk moet meten en dat u eraan komt.
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
6
Adjuvante chemotherapie van borstkanker met hormonale
en/of chemotherapie wordt gegeven om:
a)
b)
c)
25-7-2017
eventuele micrometastasen te doden
de tumor kleiner te maken opdat de borst niet meer
geamputeerd hoeft te worden
te kunnen afzien van nabestraling
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
7
Een 80-jarige vrouw komt bij de huisarts in verband met moeheid, hematomen en koorts. Bij lichamelijk
onderzoek ziet u een bleke vrouw met koorts (38.7 °C axillair) en hematomen en petechiën over het gehele
lichaam. De huisarts hoort afwijkingen over de thorax die passen bij een pneumonie. Het bloedbeeld toont:
Hb 4.3 mmol/l, Trombo's 15 x 10*9/l, Leuco's 244 x10*9/l.
De meest waarschijnlijke diagnose is:
a.
pernicieuze anemie
b.
acute myeloide leukemie
c.
chronisch lymfatische leukemie
d. chronisch myeloide leukemie
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
8
De moeder van een jongen van 2 jaar oud ziet bij haar zoon
een witte pupil van het linker oog. Via de huisarts wordt hij
snel doorverwezen naar de oogarts, die stelt door middel van
funduscopie de diagnose retinoblastoom.
Is een eenzijdig retinoblastoom erfelijk?
a. Is nooit erfelijk
b. Kan erfelijk zijn
c. Is altijd erfelijk
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
9
Een jonge Italiaanse vrouw is bekend met een milde vorm van α-thalassemie. Zij wordt verliefd op een
Italiaanse man en wordt zwanger van hem. Bij de aanstaande vader is nooit laboratoriumonderzoek verricht.
Wat is het meest ernstige dat kan gebeuren en wat is het juiste onderzoek om een indicatie te krijgen over
de kans hierop?
a. De aanstaande moeder krijgt tijdens de zwangerschap hemolytische crisen waardoor de foetus in
gevaar komt. U verricht prenatale diagnostiek bij het kind.
b. Het kindje krijgt een hydrops foetalis. U verricht gendiagnostiek bij de moeder en de vader.
c.
Het kindje krijgt een HbH ziekte. U verricht prenatale diagnostiek.
d. Het kindje krijgt een HbH ziekte. U verricht gendiagnostiek bij de moeder en de vader.
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
10
Bij een 35-jarige vrouw wordt een invasief ductaal
adenocarcinoom van de linker borst vastgesteld, diameter 1,5
centimeter, graad III, oestrogeen- en progesteronreceptor
negatief, Her2Neu-receptor positief. Zij ondergaat een
lumpectomie, waarbij de tumor radicaal verwijderd wordt. Bij de
sentinel node procedure worden 2 lymfklieren verwijderd zonder
metastasen.
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
10
Wat adviseert u volgens de Nederlandse richtlijn als adjuvante
behandeling?
a. radiotherapie, chemotherapie, trastuzumab
b. chemotherapie, hormonale therapie
c. radiotherapie, chemotherapie en hormonale therapie
d. radiotherapie en hormonale therapie
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
11
Een man van 51 jaar onderging enkele maanden geleden een uitgebreide resectie van zijn maag en
duodenum en het eerste deel van het jejunum in verband met een maligniteit. Hij is nog vaak misselijk en eet
slecht. Hij ontwikkelt een anemie met een laag aantal reticulocyten. Daarnaast is er een milde trombocytose.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?
a. Een ijzergebreksanemie waarvoor u orale behandeling start met ferrofumaraat
b. Een ijzergebreksanemie waarvoor u intraveneuze behandeling start met ijzer
c.
Een vitamine B12 deficientie waarvoor u vitamine B12 suppletie oraal start
d. Een vitamine B12 deficientie waarvoor u vitamine B12 suppletie intramusculair start
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
12
De chemotherapeutische behandeling van kanker kan ook
op de lange termijn tot complicaties leiden, zoals:
a.
b.
c.
d.
25-7-2017
hartfalen
diarree
mucositis
neuropathie
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
13
Een 40 jarige vrouw die enkele jaren geleden een ileumresectie onderging in verband met de ziekte van Crohn,
wordt toenemend bleek. Bij het lichamelijk onderzoek vindt u, behoudens een litteken ter plaatse van de operatie,
9
geen afwijkingen. U verricht laboratoriumonderzoek. Het Hb is 6.5 mmol/l, het trombocytenaantal is 105x10 /l en
9
het leucocytenaantal is 2.8x10 /l. U belt het laboratorium en vraagt een MCV dat verhoogd blijkt te zijn: 120.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose en hoe moet u de patiënt behandelen?
a. U denkt dat er een foliumzuurdeficiëntie is, start suppletie en verwacht een stijging van het Hb naar
hoger dan 7.5 mmol/l na enkele dagen
b. U denkt dat er een vitamine B12 deficiëntie is, start intramusculaire suppletie en verwacht een
toename van het aantal reticulocyten na enkele dagen
c.
U denkt dat er een vitamine B12 deficiëntie is, start orale suppletie en verwacht een stijging van het Hb
naar hoger dan 7.5 mmol/l na ongeveer 3 weken
d.
U denkt dat er een foliumzuurdeficiëntie is, start orale suppletie en verwacht een stijging van het aantal
reticulocyten na enkele dagen
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
14
Bij een 20-jarige jongeman wordt een non-seminoma testis
vastgesteld met uitzaaiingen in longen en lymfklieren. Hij is wat
benauwd en heeft rugpijn. Er wordt gestart met chemotherapie.
Het doel van deze behandeling is om:
a.
b.
c.
d.
25-7-2017
verdere uitzaaiingen te voorkomen en stabiele ziekte te
bereiken
hem te genezen
de kwaliteit van leven te verhogen
de metastasen te verkleinen zodat operatie mogelijk is
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
15 (vervolg casus 14)
De gegeven chemotherapie bestaat uit 4 zogenaamde BEPkuren: Bleomycine, Etoposide, cisplatin. Hij krijgt anti-emetica
om zo min mogelijk last te hebben van misselijkheid en/of
braken.
Welk middel is het meest emetogeen?
a) bleomycine
b) etoposide
c) cisplatin
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
15
Een 66-jarige man presenteert zich bij u als huisarts met grote hematomen die ontstaan zonder voorafgaand
trauma. Hij vertelt de laatste week zeer moe te zijn en “de trap niet meer op te kunnen zonder halverwege even te
stoppen”. Tot recent fietste hij nog 40 km per dag samen met zijn vrouw. Er zijn geen anamnestisch aanwijzingen
voor bloedverlies of hemolyse. Hij heeft geen koorts gehad de afgelopen dagen. Bij het lichamelijk onderzoek ziet u
een bleke man met hematomen met een rustige ademhalingsfrequentie. Verder vindt u geen afwijkingen bij het
lichamelijk onderzoek.
U vertrouwt de situatie niet en laat bloedonderzoek verrichten. Aan het einde van de middag belt het laboratorium u
9
met de uitslagen. Er is een ernstige anemie (Hb 4 mmol/l), ernstige trombopenie (trombocyten 3 x 10 /l) en een
9
uitgesproken leucocytose (leucocyten 150 x 10 /l).
Aan welke levensbedreigende gevaren staat de patiënt nu direct bloot en welke stappen moet u nu ondernemen?
a.
Bloedingen en kortademigheid op basis van een anemie. U verwijst de patiënt direct naar de eerste hulp
van het ziekenhuis.
b.
Ernstige bloeding en verwardheid en kortademigheid op basis van hyperviscositeit. U maakt een
afspraak bij de hematoloog voor de volgende ochtend.
c.
Bloedingen en een longontsteking. U verwijst de patiënt direct naar de eerste hulp van het ziekenhuis.
d. Een ernstige bloeding en verwardheid en kortademigheid door hyperviscositeit. U verwijst de patiënt
direct naar de eerste hulp van het ziekenhuis.
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
17
Een patiënt van 54 jaar presenteert zich met een sinds maanden bestaand en progressief vol gevoel links boven
in de buik. Hierdoor at hij steeds kleinere porties en verhoogde hij het aantal “tussendoortjes”. Hij denkt dat zijn
gewicht vrij stabiel is gebleven. Verder voelt hij zich gezond en heeft geen klachten. Bij het lichamelijk onderzoek
vindt u een sterk vergrote milt 14 cm onder de ribbenboog palpabel. Het lichamelijk onderzoek is verder normaal,
er is met name geen lymfadenopathie en u vindt geen hematomen of petechiën.
Welke perifere differentiatie past het best bij bovenstaande klinische beeld?
a.
een verhoogd leucocytenaantal met linksverschuiving van de myeloide reeks
b.
een verlaagd leucocytenaantal met 10% neutrofielen
c.
een verhoogd leucocytenaantal met overwegend myeloblasten
d.
een verhoogd leucocytenaantal met overwegend lymfoblasten
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
18
De WHO-ladder van de pijnbestrijding wordt veel gebruikt in de
palliatieve zorg.
Tot de tweede trap van de neuropatische pijnladder behoort
a.
b.
c.
d.
25-7-2017
codeïne
paracetamol
morfine
amitriptyline
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
19
Bij een gezonde man van 46 jaar wordt bij een keuring een normocytaire anemie met een
Hb van 6.8 mmol/ L gevonden.
De rest van het hemogram is normaal. In de bloedstrijk zijn er een paar targetcellen. Wat
heeft hij waarschijnlijk?
a.
b.
c.
d.
heterozygote ß-thalassemie
α-thalassemie met deletie van 3 of 4 genen
heterozygote hemoglobinopathie C
homozygote sikkelcelanemie
.
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
20
Een 50-jarige man met een gemetastaseerd melanoom naar
onder andere de lever en hersenen gaat steeds verder
achteruit. Hij herkent zijn naasten niet meer, ligt hele dagen op
bed en eet en drinkt nauwelijks meer. Pijn lijkt hij niet te
hebben. Zijn familieleden dringen aan op euthanasie en tonen
de euthanasieverklaring die patiënt enkele maanden eerder
heeft opgesteld en ondertekend.
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
20 vervolg
Wat is de juiste handelwijze?
a.
b.
c.
d.
aangezien patiënt hier zorgvuldig over heeft nagedacht en
voorbereid, kunt u meegaan in het verzoek
doordat patiënt niet meer helder is, is palliatieve sedatie een betere
optie
uitleggen aan de familie dat u niet in kan gaan op dit verzoek
aangezien patiënt zijn wensen niet meer goed zelf kenbaar kan
maken
uitleggen aan de familie dat u hier liever niet op in wil gaan omdat u
principiële bezwaren heeft tegen euthanasie, maar dat u een andere
arts zal vragen
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
21
Bij een patient van 50 jaar wordt de diagnose chronische myeloide leukemie gesteld naar aanleiding van
bloedonderzoek bij een keuring. De volgende combinatie van bloeduitslagen maakte het mogelijk deze
diagnose te stellen
a.
Een leucocytose met in de perifere differentiatie van het bloed overwegend lymfocyten en een t (9;22)
b.
Een leucocytose met in de perifere differentiatie van het bloed linksverschuiving van de myeloide reeks,
een trombocytose en een JAK2 mutatie
c.
Een leucocytose met in de perifere differentiatie van het bloed linksverschuiving van de myeloide reeks en
een t (9;22)
d.
Een leucopenie met in de perifere differentiatie overwegend blasten van myeloide oorsprong en een
t(9;22)
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
22
De bestraling waarbij de tumor met smalle stralenbundels
vanuit vele, verschillende kanten uitwendig wordt bestraald
heet:
a)
b)
c)
d)
25-7-2017
electieve radiotherapie
stereotactische radiotherapie
brachytherapie
hyperthermie
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
23
Bij een patiënt met een acute leukemie die verward is, wordt dit meestal veroorzaakt door
a. IgM monoclonaal proteïne
b. hypercalciemie
c.
leucocytose
d. IgG monoclonaal proteïne
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
24
De meest voorkomende solide tumor bij mannen boven de 75
jaar is een
a)
b)
c)
d)
25-7-2017
prostaatcarcinoom
longcarcinoom
slokdarmcarcinoom
coloncarcinoom
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
Toegift……..
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
25
Als u bij een patiënt met een multipel myeloom op basis van
pijnklachten en een parese van het rechter been verwacht dat er
in de lumbale wervelkolom druk van multipel myeloom weefsel is
op het ruggenmerg of zenuwbanen, is het meest informatief
onderzoek:
a.
b.
c.
d.
neurologisch onderzoek
PET/CT-scan
Röntgenfoto’s
MRI
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
26
Het ovariumcarcinoom wordt ook wel ‘silent killer’ genoemd.
Wat is hiervan de reden?
De tumor :
a)
b)
c)
d)
is vaak zeer agressief en progressief
is vaak al gemetastaseerd wanneer er klachten optreden
kan met milde chemotherapie bestreden worden
is vaak alleen met chirurgisch ingrijpen aan te tonen
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
27
Bij een koude rilling die optreedt na het beëindigen van een
transfusie met rode
cellen is er waarschijnlijk GEEN
sprake van:
a. allergische transfusiereactie
b. incompatibele transfusie in het ABO systeem
c. toxische reactie
d. rhesus-D antagonisme
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
28
Tumoren kunnen door productie van stoffen bepaalde
symptomen veroorzaken.
Bij welke van de volgende tumoren komt SIADH voor (=
syndrome of inappropriate antidiuretic hormone secretion)?
a)
b)
c)
d)
25-7-2017
kleincellig longcarcinoom
melanoom
coloncarcinoom
niercelcarcinoom
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
29
Een foliumzuur-tekort ….
a.
b.
c.
d.
25-7-2017
wordt zelden veroorzaakt door een dieetfout
wordt voorkomen door vleesrijke voeding
ontstaat na enkele jaren verminderde “toevoer”
gaat niet samen met neuropathie
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
30
Ruim een derde van de patiënten die de diagnose kanker krijgen
hebben last van verhoogde distress. Uit onderzoek blijkt dat de kans
op deze distress verhoogd kan worden door een aantal
risicofactoren. Welk antwoord is geheel juist?
a) Laag inkomen, familieproblemen
b) Risicogedrag als roken en intensief zonnen, jonge leeftijd
c) Beperkte sociale steun, recente psychiatrische
voorgeschiedenis
d) Lage opleiding, eerdere ingrijpende levensgebeurtenissen
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
31
Bij een gezonde man van 46 jaar wordt bij een keuring een
normocytaire anemie met een Hb van 6.8 mmol/L gevonden.
De rest van het hemogram is normaal. In de bloedstrijk zijn er een
paar targetcellen. Wat heeft hij waarschijnlijk?
a.
b.
c.
d.
25-7-2017
heterozygote ß-thalassemie
α-thalassemie met deletie van 3 of 4 genen
heterozygote hemoglobinopathie C
homozygote sikkelcelanemie
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
32
Welke eiwit wordt gefosforyleerd als reactie op DNA schade?
a)
b)
c)
d)
25-7-2017
RAS
APC
BCL-2
P53
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
33
Een patiënt is op vakantie op Texel en belt u.
Hij spreekt een taal die u niet beheerst,
maar u begrijpt dat hij koorts heeft en hoest.
Bij nakijken vindt u vergrote klieren en een
hepatosplenomegalie. Hij heeft een doosje bij zich met
prednison. Welke van de 4 genoemde ziekten heeft hij het meest
waarschijnlijk:
a. chronische lymfatische leukemie
b. myelofibrose
c. chronische myeloide leukemie
d. myelodisplasie
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
34
Een 58-jarige vrouw is bij u bekend met een coloncarcinoom met
levermetastasen. Er is een hemicolectomie links verricht en aansluitend
behandeld met palliatieve chemotherapie.
Twee maanden geleden werd de chemotherapie gestaakt, omdat er op de
CT-scan sprake was van progressie van de levermetastasen. In verband met
pijnklachten in de leverstreek gebruikt ze morfine retard (MS Contin®) 2 x 30
mg.
Haar echtgenoot belt nu omdat hij zich zorgen maakt. Patiënte gaat
achteruit. Zij is toenemend misselijk en braakt. Omdat de pijnklachten wat
zijn toegenomen, is drie dagen geleden de dosering van de morfine retard
opgehoogd naar 2 x 60 mg.
Patiënte is niet icterisch. De peristaltiek is spaarzaam, maar klinkt normaal.
Er zijn geen aanwijzingen voor ascites. Bij rectaal toucher voelt u zachte
ontlasting in de ampul.
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
34 vervolg casus
Wat is het middel van eerste keuze voor de symptomatische
behandeling van de misselijkheid en het braken?
a. Metoclopramide (Primperan®)
b. Haloperidol (Haldol®)
c. Dexamethason
d. Ondansetron (Zofran®)
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
EINDE
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
42
Welke patiënt heeft naar verwachting de slechtste
prognose?
Een patiënt met een ossaal gemetastaseerd
a) niercelcarcinoom
b) prostaatcarcinoom
c) mammacarcinoom
d) coloncarcinoom
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
44
Bij een 64-jarige man wordt een tumor geconstateerd op de
overgang van slokdarm naar maag.
Het pathologisch biopt zal meest waarschijnlijk betreffen:
a)
b)
c)
d)
25-7-2017
plaveiselcelcarcinoom
GIST (gastro-intestinale stromaceltumor)
adenocarcinoom
leiomyoom
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
46
Wat is de functie van een lymfklierdissectie van de oksel bij de
behandeling van het mammacarcinoom?
a) verkrijging van weefsel voor de hormoonreceptorbepaling
b) stadiëring en verbetering van het cosmetisch resultaat van
de mamma operatie
c) stadiëring en behandeling ter voorkoming van een recidief in
de oksel
d) het voorkomen van lymfoedeem postoperatief
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
50
Welke bepaling is beslissend voor het wel of niet starten van
een behandeling met cetuximab of panitumumab bij een patiënt
met gemetastaseerd coloncarcinoom?
Dit is de expressie of bepaling van:
a)
b)
c)
d)
25-7-2017
de vascular endothelial growth factor receptor (VEGFR)
de somatostatine receptor (SSTR)
het carcinoembryonaal antigeen (CEA)
de ras-mutatiestatus
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
54
Waarom ontstaan zoveel verschillende soorten van maligniteiten
in het
Li-Fraumeni syndroom?
a) Het p53 eiwit is essentieel voor het bewaken van het intacte
genoom van veel verschillende soorten cellen
b) Het p53 eiwit stimuleert proliferatie in veel verschillende
soorten cellen.
c) Het RAS eiwit stimuleert celdeling via een krachtige, door veel
cellen gebruikte route: de RAS-MAPK pathway
d) Het ATR gen is essentieel voor het in gang zetten van een
apoptoserespons in veel celsoorten.
25-7-2017
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
58
De histologische graad van een maligne tumor is een maat
voor een klinisch relevante parameter.
Welke?
a)
b)
c)
d)
25-7-2017
De mate van uitbreiding van de tumor
Het differentiatietype van de tumor
De pathogenese van de tumor
De agressiviteit van de tumor
Oefencat 24-05-2013
VU University Medical Center
Amsterdam The Netherlands
Download