Sociologie voor de praktijk

advertisement
Hoofdstuk 10
Rechtvaardigheid, conflict en
emancipatie
Sociologie voor de praktijk
1 van 16
Emancipatie
•
Sociale beweging
–
–
Groepering die op grond van
gemeenschappelijke waarden en
overtuigingen probeert door middel
van collectieve actie maatschappelijke
ontwikkeling te beïnvloeden
Machtsvorming
Sociologie voor de praktijk
2 van 16
Emancipatie
•
Emancipatiebeweging
–
–
–
(deel van) Sociale beweging
op weg naar rechtvaardiger situatie
Vanuit onrechtvaardiger omgeving
Van minder naar meer macht
Sociologie voor de praktijk
3 van 16
Rechtvaardigheid:
verdelingsvraagstuk rechten en plichten
•
Grieken
–
•
Feodale tijd: standenmaatschappij
–
–
•
Talenten en plichten
‘Dat wat is, is rechtvaardig’
Erfrecht als feodale institutie
Revolutie Frans, Russisch, Chinees
–
Vrijheid, gelijkheid, broederschap:
tegen privileges
Sociologie voor de praktijk
4 van 16
Rechtvaardigheid:
verdelingsvraagstuk rechten en plichten
•
Liberalisme
–
•
Dubbel rechtvaardigheidsbegrip:
iedereen formeel gelijk, beloning naar
verdiensten op de markt
Socialisme
–
–
Tegen ongelijke startposities
Behoeftecriterium
Sociologie voor de praktijk
5 van 16
Rechtvaardigheid nu.
Welke criteria?
•
Nu stapeling
rechtvaardigheidsbegrippen
1.
2.
3.
4.
5.
Verworven rechten
Formele gelijkheid
Verdienste
Behoefte
Capaciteitscriterium
(verantwoordelijkheid)
Sociologie voor de praktijk
6 van 16
Rechtvaardigheid nu.
Welke criteria?
•
Spanning
–
–
•
verworven rechten en behoefte
tegenover
formele gelijkheid, verdienste en
capaciteit
Van verzorgingsstaat
naar zorgzame samenleving
–
–
–
Meer capaciteit
Van rechtmatigheid naar meer
doelmatigheid
Individualisering
Sociologie voor de praktijk
7 van 16
Achterstelling:
structureel in het nadeel
•
Per criterium
1.
2.
3.
4.
5.
Verworven rechten, voordeel bezit
(huis bijv.)
Formeel gelijk, tegen discriminatie
Verdienste, voordeel opleiding
Behoefte, voorzieningen nodig
Capaciteit of vermogen,
gebrek aan reden voorziening
Sociologie voor de praktijk
8 van 16
Achterstelling:
structureel in het nadeel
•
Minoriteit en dominant
–
–
–
Minoriteit heeft weinig invloed,
weinig geïnstitutionaliseerde
machtsuitoefening
Minoriteit en minderheid
tegenover dominant en meerderheid
Doel emancipatiebeweging is
maatschappelijke gelijkberechtiging
minoriteit
Sociologie voor de praktijk
9 van 16
Ontwikkeling
emancipatiebeweging
•
Minoriteit
–
–
Gesocialiseerd in heersende
ideologie en referentiekader
Gebruik zaakwaarnemers
Sociologie voor de praktijk
10 van 16
Ontwikkeling
emancipatiebeweging
•
1e fase: bewustwording en
afhankelijkheid
–
–
–
–
Bewustwording onrechtvaardigheid
Streven gelijkberechtiging:
eigen referentiekader nodig
Hoe? Door overtuigen van de
dominant, spontane acties
Resultaat: acceptatie, assimilatie
of open conflict
Sociologie voor de praktijk
11 van 16
Ontwikkeling
emancipatiebeweging
•
2e fase: conflict en eigen identiteit
–
–
–
Verzet en distantie,
gehele sociale orde onrechtvaardig
Doel van gelijkberechtiging naar
bevrijding
Versterken eigen identiteit,
zelfstandig referentiekader,
verwerping orde,
revolutionair, contracultuur
Sociologie voor de praktijk
12 van 16
Ontwikkeling
emancipatiebeweging
–
–
–
Beïnvloeding door geweld, verbreding
met charismatische leiders, organisatie
Probleem:
niet te radicaal voor eigen achterban
Reactie dominant:
• Acceptatie of…
• Tegengaan door:
belachelijk maken, benadrukken algemeen
belang, beperken publiciteit,
criminalisering, repressieve tolerantie,
fysieke repressie
Sociologie voor de praktijk
13 van 16
Ontwikkeling
emancipatiebeweging
•
3e fase: mars door de instituties
–
–
–
–
Acceptabel alternatief geworden
Eigen kracht ervaren,
legitieme machtsvorming
Verwerft maatschappelijke positie en
bevoegdheden voor
geïnstitutionaliseerde
machtsuitoefening
Hervormingsbeweging
Sociologie voor de praktijk
14 van 16
Ontwikkeling
emancipatiebeweging
–
Reactie dominant
• Minoriteit faalt posities te verwerven
• Inkapselen van minoriteit
• Verplaatsen macht
Sociologie voor de praktijk
15 van 16
Ontwikkeling
emancipatiebeweging
•
Fasen en fracties
–
–
–
–
Gematigden tegenover radicalen
Niet vanuit Verelendungstheorie
verzet
Emancipatieparadox:
niet strijd vanuit brede beweging maar
voorhoedeorganisaties die je dwingen
‘vrij te worden’
‘Zieligheidssyndroom’
Sociologie voor de praktijk
16 van 16
Download