Verlies en rouw: Diagnostiek, risicofactoren, en behandeling van gecompliceerde rouw Ouderenpsychologie: Betere Ouderenzorg? Deskundige psychologen! Paul A. Boelen Universiteit Utrecht Arq Psychotrauma Expert Groep www.PaulBoelen.nl Inhoud Wat is rouw? Wat is gecompliceerde rouw? Rouw in de DSM? Risico- en beschermende factoren • Cognitief gedragsttherapeutische visie • • • • Ohio couple married 73 years die within 28 hours of each other Helen and Joe Auer, who weathered the Great Depression, a world war and had 10 children, die just over a day apart Helen and Joe Auer’s love story spanned seven decades, surviving the Great Depression, a world war, and 10 children. When Helen died last Wednesday, Joe leaned over to give his wife of 73 years a final kiss goodbye, and whispered to her: “Call me home”, the Cincinnati Enquirer reported. Just 28 hours later, Joe joined her. Misvattingen (wat is rouw niet)? 1. Er treden vaste, uniforme reacties op 2. Verliesverwerking verloopt aan de hand van stadia/fasen 3. Een verlies dient altijd 'doorgewerkt' te worden 4. Een rouwproces moet ertoe leiden dat de band met de overledene verbroken wordt 5. Positieve emoties zijn afwezig 6. Het evenwicht wordt na 1 - 1,5 jaar hervonden. Wat is rouw (wel)? • De kern van rouw: • “separatie-pijn” • Verscheurende pijn over het gescheiden zijn van de ander • Je kind uit het oog verliezen bij de Bijenkorf. • Heimwee naar je partner • Het kind zelf bij de Bijenkorf • Separatie-pijn komt tot uiting in: • Gevoel = verlangen, missen • Gedachten = “het kan niet waar zijn” / “ik kan niet zonder …” • Gedrag = zoeken • Gewaarwordingen = verwarring, menen de ander te zien Theorieen over rouw Fasenmodel (o.a. Kubler Ross): I: Shock en ongeloof II: Verlangen en zoeken III: Doorwerken van het verlies IV: Voltooien van de verwerking Kritiek: ieder rouwproces is uniek; ieder mens rouwt anders en ieder mens heeft andere reacties op een verlies. De duur van een rouwproces is bij ieder mens anders. Theorieen over rouw Takenmodel 1. Rationeel en gevoelsmatig accepteren van het verlies. confrontatie met de realiteit 2. Het ervaren en toelaten van emotionele pijn. niet bang zijn voor emoties 3. Aanpassen van jezelf en je leven veranderingen aanbrengen 4. Oppakken van de draad van het leven doorgaan met het leven Theorieen over rouw Duale Proces Model Wat is Gecompliceerde Rouw (2) ? Onderzoek vanaf mid 1990s: Onderscheid tussen mensen die wel of niet vastlopen: 1. Mate van voortgang in het proces Bij GR: geen voortgang/achteruitgang 2. Duur van de rouwreacties Bij GR: aanhoudende rouwreacties, zonder verandering 3. Mate van lijdensdruk Bij GR: men heeft zoveel “last” van de rouw dat functioneren (thuis, school, sociaal) langdurig, ernstig is verslechterd. Criteria voor “Prolonged Grief Disorder” A Oorzakelijk criterium: De persoon heeft het overlijden van een belangrijke ander meegemaakt. B Separatie-wanhoop: Intens verlangen en “zoeken” naar overledene en intens lijden a.g.v. onvervuld wens tot hereniging met overledene C Overige emotionele reactie (tm. 5): • Gevoel dat deel van zz. is gestorven. • Moeite met accepteren van het verlies • Vermijding van realiteit van het verlies • Onvermogen anderen te vertrouwen. • Bitterheid en boosheid • Moeite met “doorgaan” met het leven. • Verdoofdheid/vervlakking • Leven voelt leeg/zonder betekenis • Verbaasd, gechoqueerd gevoel D Tijd: Diagnose kan niet gesteld worden alvorens 6 maanden na overlijden verstreken zijn. E Beperkingen: Sxs lijden tot ernstige beperkingen in functioneren. “Persisterende Complexe Rouw Stoornis” A. Confrontatie met overlijden van een dierbare met wie een hechte relatie bestond B. Ten minste 1 van onderstaande symptomen van acute rouw tot ten minste 12 maanden na het verlies: – – – – Intens verlangen Intens verdriet en Emotionele pijn Preoccupatie met de overleden dierbare Preoccupatie met gebeurtenissen die tot dood hebben geleid Specificatie C. Ten minste 6 van onderstaande symptomen tot tenminste12 maanden na het verlies: “Met traumatisch verlies” Reactief verdriet om het verlies – Moeite met accepteren van het verlies – Ongeloof of vervlakking Verlies door moord of zelfdoding – Bitterheid of boosheid in relatie tot het verlies Met aanhoudende pijnlijke – Maladaptieve gedachten over het verlies (bijvoorbeeld zelfverwijt) preoccupaties m.b.t. de – Vermijding van de realiteit van het verlies Sociale / identiteitsverstoring traumatische aard van de dood – De wens om te sterven om bij de overledene te kunnen zijn (incl. de laatste momenten van de – Moeite om andere mensen te vertrouwen overledene, de mate van lijden en – Zich alleen voelen of onthecht van andere mensen verminkende verwondingen of, het – Gevoel dat het leven leeg, betekenisloos is sinds verlies – Verwarring over de eigen rol in het leven, of verminderd gevoel van identiteit kwaadwillige of opzettelijke – Verminderde interesse in activiteiten karakter van de dood) D. Symptomen gaan gepaard met intens lijden en/of disfunctioneren E. Symptomen zijn niet in overeenstemming met leeftijdsspecifieke of culturele normen Misvattingen PTSS: Definitie van trauma (DSM-5) Blootstelling aan: • Feitelijke of dreigende dood • Ernstige verwonding of • Seksueel geweld Op een (of meer) van de volgende manieren: 1. Zelf ondergaan van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) 2. Persoonlijk getuige zijn geweest van de gebeurtenis(sen) terwijl zij anderen overkwamen 3. Vernemen dat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) een naast familielid of goede vriend(in) is (zijn) overkomen. Bij de feitelijke of dreigende dood van een familielid of vriend(in) moet de gebeurtenis gewelddadig zijn of een ongeval betreffen 4. Ondergaan van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan de afschuwwekkende details van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) (zoals bij hulpverleners die stoffelijke resten moeten verzamelen; politieagenten die herhaaldelijk worden geconfronteerd met de details van kindermisbruik) 13 Hoort “PCBD” (gecompliceerde rouw) in de DSM? tm DSM-5 Hoort “Gecompliceerde Rouw” in de DSM? • Voorwaarde 1: gecompliceerde rouw ≠”normale rouw” • Voorwaarde 2: gecompliceerde rouw ≠ stoornissen die er erg op lijken • Voorwaarde 3: concept gecompliceerde rouw heeft toegevoegde waarde (“incremental validity”) • Voorwaarde 4: opnemen GR in DSM-5 heeft meer voordelen dan nadelen. Complexe rouw ≠ “Normale” rouw” Normale rouw Gevoelens Verdriet Gedachten Positiever over leven, toekomst Gedrag Herinneringen Controle Complexe rouw Blijvend verlangen – pijn – depressie – angst – schuld Negatief over leven, toekomst Gerichtheid op verleden Gerichtheid op verleden en toekomst en op verlies (aanpassing) (zoekgedrag) Positief, troostend De persoon heeft controle over de pijn Traumatisch, pijnlijk De pijn heeft controle over de persoon GR ≠ stoornissen die erop lijken Gevoelens Gedrag GR/PCRS PTSS Depressie Verlangen Angst Somberheid Gemis Vervlakking Wanhoop Geen positief affect Zoekgedrag Moeite zich te oriënteren op de buitenwereld Gedachten “Ik kan niet verdragen dat hij/zij er niet meer is” “Het leven is betekenisloos” Vermijding van angstwekkende situaties/stimuli Passiviteit Anhedonie Waakzaamheid “De wereld is gevaarlijk” “Mensen zijn niet te vertrouwen” “Ik heb geen controle over dingen die gebeuren” “Ik ben een waardeloos mens” “De wereld is oneerlijk” “De toekomst is hopeloos” 17 Concept GR heeft toegevoegde waarde Gecompliceerde rouw hangt samen met slechte “kwaliteit van leven” en gezondheidsproblemen later in de tijd (zelfs als je controleert voor overlap GR en depressie en posttraumatische stress)! Mensen met gecompliceerde rouw herstellen onvoldoende met behandeling voor depressie; Vraagt dus om specifieke behandelaanpak Concept GR meer voordelen dan nadelen Nee ! Want zo’n label zegt dat sommige mensen abnormaal rouwen! Ja ! Je moet label zorgvuldig gebruiken om mensen aan te wijzen die hulp nodig hebben (en niet om hen voor “gek” te verklaren) Leidt tot stigmatisering! Geldt voor veel “aandoeningen”. Reden om te zeggen dat het niet bestaat? “Gecompliceerde rouw” lijkt enorm op gewone rouw Ja, de verschijnselen wel, maar duur en intensiteit niet. Leidt tot “pathologisering” en “medicalisering” van normale rouw! Bij zorgvuldig gebruik leidt predicaat tot “normalisering” van problematisch rouw. Conclusie 1 • GR/PCRS is “voortdurende acute rouw”; • Aanhoudende “scheidingspijn” is centraal verschijnsel; • Veel bewijs voor constructvaliditeit van GR; • GR/PCRS in DSM is zinvol; Helpt bij onderzoek naar prevalentie, risicofactoren en behandeling • Label GR/PCRS betekent niet dat iemand “gek” is. Vraagstuk Hoe goed zijn de DSM-5 labels? • PCRS en PTSD zijn complexe, heterogene beelden – 37.650 manieren waarop men aan criteria PCBD kan voldoen; – 636.120 combi’s voor PTSD in DSM-5 Vraagstuk Hoe vaak komen stoornissen voor? 43% complicated grief at 2,53,5 y. Vraagstuk Wat is beloop van reacties door de tijd? (En wat zijn subgroepen rouwenden?) Vraagstuk! • Verlies en andere stoornissen? Onverwacht verlies bij 60+? 7 x % depressie 8 x % alcoholverslaving 37 x % ptss Conclusie 2 • De meeste mensen (ca. 60%) hebben (wel verdriet maar) geen emotionele problemen na verlies • Kleine groep (ca. 30%) is flink ontwricht – maar herstelt binnen jaar • Complexe rouw/PCRS in algemene bevolking na verlies in eerste graad: <10% • Goed epidemiologisch onderzoek moet nog gebeuren Risicofactoren en beschermende factoren Omstandigheden rondom dood • Natuurlijk vs. niet natuurlijke dood; • Niet-natuurlijke dood? • Plots • Betrokkenheid van anderen (dader, mede slachtoffers) • Veel juridische, praktische gevolgen • “Natuurlijke dood” kan ook traumatisch zijn. Risicofactoren en beschermende factoren Verwantschapsrelatie • Dood van kind of partner leidt tot heftige reacties (vanwege sterke hechtingsrelatie) Socio-demografische variabelen • Sekse (man, vrouw) • Leeftijd (hoe jonger hoe beter) Sociale reacties • Gepercipieerde/ervaren steun belangrijker dan feitelijke steun; • Stigmatisering Risicofactoren en beschermende factoren Persoonlijkheidsvariabelen • Gevoeligheid voor depressie, angst (neuroticisme) • Vertrouwen in jezelf en andere mensen (hechtingstijl) Conclusie 3 • Diverse risico- en beschermende factoren beïnvloeden verliesverwerking; • Mix van situationele factoren, karakter, en manieren van omgaan beïnvloeden de rouw. • Sommige factoren zijn niet veranderbaar. • Manieren van omgaan met het verlies zijn (potentieel) wel veranderbaar; • Begeleiding en therapie richten zich daarop Rouwbegeleiding en “rouwtherapie” • Rouwbegeleiding = ondersteuning door geschoold vrijwilliger bij “normale” rouw; • Rouwtherapie= psychotherapie voor gecompliceerde rouw en andere psychische problemen na verlies. Cognitieve gedragstherapie: Theorie • Acute rouw wordt chronisch doordat: – Het verlies onvoldoende raakt ingebed in het autobiografisch geheugen (“levensverhaal”) – De persoon extreem negatieve cognities ontwikkelt – De persoon vermijdingsgedrag vertoont Clinical Psychology: Science & Practice, 2006 Mismatch tussen interne en externe realiteit Interne realiteit Externe realiteit i. Hechtingsrelatie met dierbare ii. Eigen rollen/identiteit Dood van dierbare iii. Visie op veiligheid, voorspelbaarheid wereld i. Hechtingsreacties (verlangen, zoeken); ii. Ontreddering, verdriet, wanhoop; iii. Shock, posttraumatische stress Mismatch tussenBehandeling: interne en * Exposure therapie: doorwerken “implicaties” verlies externe realiteit * Continueren van gebruikelijke rollen en activiteiten * Schrijfopdrachten (afscheidsbrief) * Rouwrituelen Interne realiteit Externe realiteit i. Hechtingsrelatie met dierbare ii. Eigen rollen/identiteit Dood van dierbare iii. Visie op veiligheid, voorspelbaarheid wereld i. Hechtingsreacties (verlangen, zoeken); ii. Ontreddering, verdriet, wanhoop; iii. Shock, posttraumatische stress Blijvende, onwrikbare, negatieve denkpatronen “Ik kan voor niemand meer iets betekenen” “Het leven is zinloos, betekenisloos” Verlangen, gemis, oriëntatie verleden In de toekomst zal ik mij nooit meer goed gaan voelen “Ik had dood moeten voorkomen” “Ik ben medeplichtig” Zelfverwijt, schuld “Dader … is schuldig aan zijn haar dood” Woede, haat, wraak Behandeling: Blijvende, onwrikbare, negatieve * Cognitieve herstructurering denkpatronen * Onderzoeken van geldigheid en bruikbaarheid van negatieve overtuigingen * Voorspellingen toetsen met “gedragsexperimenten” “Als ik werkelijk tot mij door laat dringen dat hij/zij nooit meer terugkomt, dan word ik gek” “Als ik mijn verdriet toelaat, dan verlies ik de controle” Angst, vermijdingsged rag Angstige, fobische vermijding “Als ik mijn verdriet toelaat word ik gek” “als ik werkelijk tot mij door laten dringen dat zij NOOIT, NOOIT NOOIT meer terugkomt, dan verlies ik de controle” “Ik kan mijn verdriet niet verdragen” Vermijding Situaties, voorwerpen, mensen, plaatsen Onderdrukken gedachten, herinneringen Blijven malen (rumineren) Waarom? Wat als ..? Depressieve, passieve vermijding verlie s “Ik ben niet in staat om …” “Het zal mij geen voldoening geven om …” “Ik heb het niet verdiend om …” Passief zijn Stoppen werk, sociale, recreatieve activiteiten Conclusie 4 • Cognitief gedragstherapeutisch (CGT) model biedt zicht op factoren die acute rouw chronisch maken; • CGT model biedt aanknopingspunten voor behulpzame interventies • Men hoeft geen volleerd CGT-er te zijn om CGT interventies toe te passen Therapie-Effect? Conclusie grote overzichtstudie Wittouck et al. (2011): “Treatment interventions can effectively diminish complicated grief symptoms. Preventive interventions, on the other hand, do not appear to be effective.” Onderzoeksbevindingen Effect Sizes d, 'completers', all 'large effects' (ds >. 8) Research Treatment Pre-post treatment d Boelen et al. 12 sessions CBT live 1.80 Wagner et al. 10 x 45 minutes 1.25-1.52 (PTSD) writing Shear et al. 16 sessions 1.64 Complicated Grief Treatment Papa et al. 12–16 sessions 1.74 Behavioural Activation Bryant et al. 10 x 90 group CT plus 5 x exposure 1.77 Uitdagingen/opgaven 40-60% succes; Hoe kunnen we effecten verbeteren? • Meer kennis, wat werkt best voor wie? • Langere therapie bij comorbiditeit? • “BEP-TG” (Smid, Boelen) bij ernstig trauma en rouw (en vluchtelingen, asielzoekers) • Combi traumabehandeling (EMDR?) en rouwbehandeling (CGT) … De Keijser, Van Denderen, Boelen • Hele vroege therapie voor high risk groups? Meer informatie? [email protected] Special Interest Group Traumatische Rouw Nederlandstalige Vereniging Psychotraumatologie [email protected] Traumatic Grief Inventory (TGI) Een nieuwe vragenlijst voor “persisterende complexe rouwstoornis” (PCRS) www.LCTR.aqr.org Verlies en rouw: Diagnostiek, risicofactoren, en behandeling van gecompliceerde rouw Ouderenpsychologie: Betere Ouderenzorg? Deskundige psychologen! Paul A. Boelen Universiteit Utrecht Arq Psychotrauma Expert Groep www.PaulBoelen.nl