Lesbrief *Distributie in Zoetermeer

advertisement
1
Lesbrief “Distributie in Zoetermeer”
Lesdoelen
De lesbrief Distributie heeft de volgende lesdoelen:
1. De leerlingen weten wat schaarste en distributie betekenen en wanneer dit in
Nederland voorkwam.
2. De leerlingen hebben inzicht in het doel van de distributie.
3. De leerlingen weten hoe de distributie tijdens de Tweede Wereldoorlog
georganiseerd was en waarom dat zo was
4. De leerlingen kennen enkele producten die binnen de distributie vielen.
5. De leerlingen weten wat onderduikers zijn en waarom ze het moeilijk hadden.
6. De leerlingen kennen het armoedeprobleem tijdens de Tweede Wereldoorlog en hoe
zich dat manifesteerde.
7. De leerlingen weten wat gaarkeukens zijn en waarom ze werden ingevoerd.
Lesindeling
1. Instructie door de leerkracht over het fenomeen schaarste van goederen en de
oorzaken hiervan (5 minuten)
2. Lezen lesverhaal door leerlingen (10 minuten)
3. Beantwoorden vragen door leerlingen (15 minuten)
4. Bespreken antwoorden van leerlingen (15 minuten)
5. Samenvatting lesstof (5 minuten)
Sub 1. Instructie
Tijdens de instructie dient naar voren te komen dat de schaarste van goederen inhoudt dat
er van goederen maar een beperkte hoeveelheid beschikbaar is. Als oorzaken kunnen
worden aangegeven: de gebrekkige mogelijkheden tot goederenvervoer en de beperkte
mogelijkheden om goederen te produceren.
Sub 3 Beantwoording vragen door leerlingen
Vraag 1: Wat is distributie?
Antwoord: Distributie is de verdeling van schaarse
goederen. Deze goederen kwamen op rantsoen;
dat wil zeggen dat je daarvan steeds maar een
bepaalde hoeveelheid kon kopen.
Vraag2: Waarom hebben het tegengaan van
hamsteren / speculeren en distributie met elkaar te
maken?
Antwoord: Hamsteren en speculeren hebben tot
doel zelf
zoveel mogelijk goederen in bezit te krijgen. Distributie
is er juist op gericht om goederen eerlijk te verdelen
en iedereen van goederen te voorzien. Distributie is
dus tegen hamsteren en speculeren. Ze zijn elkaars
tegengestelde en hebben zo met elkaar te maken.
Vraag 3: Noem 4 belangrijke producten aan die op de
bon gingen. Geef aan waarom die producten
belangrijk waren.
Gemeentearchief Zoetermeer
2
Lesbrief “Distributie in Zoetermeer”
Antwoord: Producten die op de bon gingen waren brood, groenten en fruit, koffie en thee,
kleding, textiel en brandstoffen. Die producten waren belangrijk, omdat je ze vrijwel dagelijks
nodig had.
Vraag 4: Wat valt op aan het inwonerstal van Zoetermeer in 1942 in vergelijking met het
huidige Zoetermeer?
Antwoord: Zoetermeer was toen maar en dorp en veel kleiner dan nu. In 1942 telde
Zoetermeer ruim 6000 inwoners, nu telt dat stad ruim 120.000 inwoners.
Vraag 5: Waar zouden de vermiste distributiebonnen voor zijn gebruikt?
Antwoord: de vermiste bronnen werden gebruikt om extra goederen te kunnen kopen of om
onderduikers te helpen.
Vraag 6: Hoe komt het dat de voedselsituatie tijdens de Tweede Wereldoorlog
verslechterde?
Antwoord: Als gevolg van de oorlog kon er minder verbouwd worden en was vervoer van
goederen slecht mogelijk. Bovendien voerden de Duitsers veel goederen naar Duitsland af
voor eigen gebruik.
Vraag 7: Wat zijn onderduikers?
Antwoord: Onderduikers zijn mensen die bij anderen
woonden, zonder dat de Duitsers dat wisten of mochten
weten.
Vraag 8: Waarom werd de Tweede Distributiestamkaart
ingevoerd?
Antwoord: De Tweede Distributiestamkaart werd
ingevoerd om onderduikers van alle voorzieningen af te
snijden. De Eerste Distributiekaart werd namelijk veel
vervalst en zo konden onderduikers nog aan allerlei
producten komen. Door de introductie van de Tweede
Distributiekaart werd de Eerste Distributiekaart
waardeloos. De Tweede Distributiekaart was veel
moeilijker na te maken.
Vraag 9: Waaraan kon je zien dat er een groot
schoeiselprobleem was in Zoetermeer?
Antwoord: Er waren heel veel schoolkinderen die geen klompen meer hadden om naar
school te gaan. Er waren ook volwassenen zonder goede schoenen. Zij konden dus eigenlijk
niet naar hun werk.
Gemeentearchief Zoetermeer
3
Lesbrief “Distributie in Zoetermeer”
Vraag 10: Waarom kwamen er
gaarkeukens?
Antwoord: Er kwamen gaarkeukens omdat
veel mensen geen voedsel meer konden
kopen. Er was steeds minder voedsel. In de
gaarkeuken konden zij dan toch (warm) eten
krijgen.
Gemeentearchief Zoetermeer
4
Lesbrief “Distributie in Zoetermeer”
Gemeentearchief Zoetermeer
5
Lesbrief “Distributie in Zoetermeer”
Achtergrondinformatie
Economische exploitatie
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (10 mei 1940 – 5 mei 1945) werd de Nederlandse
economie ondergeschikt gemaakt aan de Duitse oorlogseconomie. Dit gebeurde op twee
manieren. In de eerste plaats rechtstreeks via vorderingen, het eenvoudigweg opeisen van
voorraden en aanwezige goederen. Ten tweede en indirect door speciale orders, als gevolg
waarvan de industriële en agrarische capaciteit van Nederland voor de Duitse belangen werd
gebruikt. Dit alles gebeurde vanaf het begin van de bezetting volgens keurig uitgevaardigde
regels en met medewerking van de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven. Veel
(agrarische) producten verdwenen naar Duitsland. Naarmate de oorlog vorderde werden de
economische maatregelen steeds strenger. Als gevolg van deze exploitatie is aan het einde
van de oorlog een zelfs zeer ernstige verarming van Nederland opgetreden. Daarvoor was
de afvoer van belangrijk materiaal naar Duitsland overigens niet als enige verantwoordelijk.
De Nederlandse open, sterk op het buitenland en de internationale handel gerichte economie
was zwaar door de oorlog getroffen. Traditionele exportmarkten waren onbereikbaar
geworden; de aanvoer van grondstoffen en de invoer van allerlei noodzakelijke producten
namen af of schrompelden ineen.
Organisatie
De Nederlandse economisch beleid tijdens de Tweede Wereldoorlog kan het best
omschreven worden als een overlevingsstreven. Dit uitte zich onder meer in distributie,
prijsbeheersing en de toespitsing van de landbouw op de voedselvoorziening. Dit bracht een
enorme vergroting van de overheidsbemoeiing met zich mee, waaronder de distributiedienst.
Voor de bevolking betekende het een grote toename van het aantal regels en bepalingen
waarop men attent moest zijn. Zo vereisten de distributiemaatregelen, zeker toen de
schaarste nijpend begon te worden, een zorgvuldig volgen van de mededelingen daarover.
Anders viste men achter het net.
Levensstandaard
Voor de bevolking betekende de exploitatie van Nederland naast een sterke
bureaucratisering van het leven ook en vooral een duidelijke daling van de levensstandaard.
Gezien de dalende productie en het stijgend aandeel van de afvoer naar Duitsland kon dat
ook moeilijk anders. Al vroeg in de bezettingstijd (voor enkele producten zelfs al daarvoor)
Gemeentearchief Zoetermeer
6
Lesbrief “Distributie in Zoetermeer”
waren zeer veel producten en in ieder geval alle noodzakelijke levensmiddelen op de bon
gegaan. In het begin was het mogelijk daarnaast nog bij te kopen, maar later werd dat
steeds moeilijker. Er was sprake van een zwarte markt, hoewel die niet zeer omvangrijk
schijnt te zijn geweest.
Het via de distributie beschikbare voedselpakket nam af in calorische waarde. Tot in de
zomer van 1944 bevatte het pakket voor de ‘normale gebruiker’ steeds ongeveer 1600 tot
1700 calorieën per dag. Vanaf de vroege herfst van 1944 liep dit snel terug tot de rantsoenen
die in de eerste maanden van 1945 in sommige plaatsen nog slechts enkele honderden
calorieën per dag telden. Aan het eind van de oorlog was de situatie in dit opzicht zonder
meer catastrofaal, zeker in de steden in het
westen van ons land (hongerwinter 1944-1945).
Dit laatste hing uiteraard samen met het verloop
van de oorlog. Toen het oprukken van de
Geallieerden stagneerde (verlies slag om Arnhem)
en het gebied boven de grote rivieren door de
Duitsers bezet bleef, werd de voedselsituatie in
het westen van het land erg nijpend. De
spoorwegstaking van september 1944 heeft er
zeker ook geen goed aangedaan. Daarover waren
de Duitsers erg verbolgen. De geringe
beschikbare voedselcapaciteit werd nu geheel
door de bezetter voor eigen doeleinden
weggevoerd. Omdat veel spoorwegstakers waren
ondergedoken stagneerde de toch al afnemende
voedselaanvoer. De strenge winter van 1944 –
1945 maakte bovendien de aanvoer per schip
onmogelijk. De zorg om de primaire
levensbehoeften (voedsel, kleding, huisvesting,
met name verwarming) ging het hele leven
beheersen. De zogenaamde hongertochten van
stedelingen naar het platteland waren er het
duidelijkste symptoom van.
Verder lezen:
Indien de docent zich verder wil verdiepen in het lesonderwerp en in de algemene
achtergrond van de Tweede Wereldoorlog, dan zijn de volgende publicaties daarvoor
geschikt:
L. de Jong, Het Koninkrijk de Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 15
T. Vermeulen, Dorp in oorlog. Zoetermeer 1940 – 1945
G.M.T. Trienekens, Tussen ons volk en de honger. De voedselvoorziening 1940-1945
Voorts zijn ook archiefbronnen te raadplegen: Gemeentearchief Zoetermeer, archief
Gemeentebestuur 1040 – 1961, inventarisnummers 955 – 961.
Samenstelling lesbrief m.m.v. Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Gemeentearchief Zoetermeer
Download