Spinazie en knoflook

advertisement
er er
t
inmm
wu
n
jaargang 16 nr 3
Henk zelf
tuin winterklaar?
Spinazie en
knoflook
Dat er een mooi essenbos mag ontstaan,
waar in de zomermaanden kinderen
spelen, ouders genieten op het bankje,
de koelbox met lekkernijen onder
handbereik staat, de slangen genieten
van de hoop en de padden
spelen in de poel.
Dat definitieve besluiten over de A27
maar snel mogen worden genomen, zodat
wij binnen onze vereniging er niet meer
over hoeven te praten of te twisten.
Dat Jan, “onze trouwe eierman”, weer het hele
jaar ons blijft voorzien van zijn verse eieren
en wij hem als tegenprestatie een kop
dampende koffie en een bakje warme soep
blijven geven. Het is hem gegund.
JD
De redactie
efhebbe
li
*van he
rs
En een wens voor alle wandelaars en
bezoekers aan ons complex, de aloude ANWB
wijsheid: Laat niet als dank voor uw aangenaam
verpozen, ons uw schillen en de dozen.
r *groen
uu
EM
Het heeft soms veel voeten in aarde om een nieuwe
Bladgroen te produceren met een kleine redactie,
maar net voor het eind van het jaar is het weer gelukt.
Het was een gedenkwaardig jaar, zowel voor het klimaat,
dat compleet op hol geslagen leek, als voor de politieke
wereld om ons heen. Wat is het dan fijn dat we daar in
de tuin afstand van kunnen nemen. Niets hoeft, alles
mag op onze eigen vierkante meters. Niet iedereen is het
daarmee eens, en ook die mensen kunnen erop rekenen
dat ze bij ons hun tegendraadse mening kwijt kunnen.
Daarom staat in dit nummer een uitgebreid interview met
Henk Vreekamp, een markant ATV-lid, dat van zich doet
horen zodra hij vindt dat er met de rechten van burgers
wordt gesold. Henk houdt er ideeën op na die niet door
iedereen gedeeld zullen worden. Dus wie wil reageren
kan dat doen in het volgende nummer. Wij staan immers
voor de dialoog met iedereen. En voor verdraagzaamheid,
zoals rozen (China) en phloxen (VS) naast elkaar mogen
bloeien in een tuin. Het is een filosofie die je terugvindt in
het stuk over de tuinkunstenaar Piet Oudolf. Zijn ‘Nieuwe
Tuinieren’ is één groot pleidooi voor alle vormen van
verdraagzaamheid. We hadden dit jaar met geen betere
filosofie af kunnen sluiten.
eerste
Het allerbeste in het nieuwe jaar:
blijf positief verbonden met jezelf en de omgeving.
Een goede gezondheid, geluk en veel humor
om chagrijn te verjagen. Sterkte toegewenst om
tegenslagen te overwinnen en maak van
elk probleem een uitdaging.
december 2016
t
Een vrolijk uiteinde
en een goed begin!
VAN DE
MAKERS
3
Heeft u een moestuinvraag?
Bladgroen helpt u graag!
INHOUD
6
8
16
Mail uw vraag naar:
[email protected]
U krijgt persoonlijk antwoord en wellicht wordt
uw vraag ook (anoniem) in Bladgroen behandeld.
4
6 tuin winterklaar?
Als je een moestuin hebt, moet je hem
winterklaar maken. Hoe? Evert legt het
nog een keer uit.
8 henk zelf
Henk is een gematigd mens, zegt hij zelf.
Maar zijn meningen zijn gepeperd. Een
gesprek over vrouwen en principes.
16 balans op de tuin
Het jonge gezin Van der Veen stelt zich
voor: balanszoekers in een druk en
gevaarlijk bestaan.
22 Paradijs binnen
handbereik
De tuinen van Piet Oudolf werden
verfilmd. Een pleidooi voor een eigen
paradijs binnen handbereik.
En verder…
14 Spinazie 20 Knoflook
24Rinus en Gijs
26 Over ons 28 Milieuagenda
30 Maatschappelijke stage
31 Colofon
22
5
Elk seizoen vraagt zo zijn activiteiten in
het tuinseizoen. De afsluiting betekent
het oogsten van alles wat niet bestand is
tegen de vrieskou van de komende winter
zoals de sluitkolen winterwortelen, bieten
en de knolselderie. Toch blijft de tuin niet
verweesd en kaal achter, want gelukkig zijn
er gewassen die de gehele winter tot volgend
voorjaar kunnen blijven staan, denk aan
boerenkool, palmkool, spruiten, winterprei,
pastinaak, groenlof en aardpeer.
Je laat de tuin zó achter, dat die de
winter goed doorkomt. Je moet die klus
klaren voor de vorst in de grond komt.
Je noteert wat waar stond en maakt op
grond daarvan (wisselteelt) een planning
voor het nieuwe seizoen. Je legt tevens
de basis voor een nieuwe, snelle start.
Nu veel aan groenten van de tuin is
verwijderd, heb je meer zicht op de grond
en (hardnekkig) onkruid. Je kan er beter
bij zonder groenten te beschadigen.
weg ermee!
Maar wat is onkruid? Onkruid is alles
wat je op een bepaald moment niet op
de tuin tussen je planten wil hebben. Het
kan ook een plant zijn die het vorig jaar
was blijven staan en nu weer opkomt,
bijvoorbeeld aardappel tussen je uien.
Weg ermee. Onkruid gaat woekeren,
neemt ruimte, licht en voedsel weg en
vormt een bedreiging voor je gewassen
waar je productie van verwacht.
Verwijder nu het aanwezige onkruid zoals
kleine graspollen, maar het is nu ook de
tijd om het hardnekkige onkruid met de
neiging te overwoekeren te verwijderen.
Men
maakt
onderscheid
tussen
zaadonkruid en wortelstokonkruid.
6
Moestuin
winterklaar
Je tuin ‘winterklaar’
maken: wat houdt dat
precies in, wat moet je
voor de winter doen en
wat kan later – in het
voorjaar – ook nog wel?
Enkele soorten hardnekkig onkruid, je
kent ze wel, zijn:
• Zevenblad (aegopodium pedagraria)
verspreidt zich snel door je tuin. Het
maakt lange, ondergrondse uitlopers, een
achtergebleven wortel kan in één seizoen
3 m2 bedekken. Het overwoekert snel
andere planten. Zo put je dit onkruid uit:
verwijder het hele seizoen door zowel
het dichte bovengronds bladerdek als
het ondergronds wortelstelsel. Zet dit
m.n. in het voorjaar door, want dan heeft
de plant geen reserve opgebouwd en is
verzwakt.
• Haagwinde (calystegia sepium)
is een wortelonkruid dat andere planten
beklimt en verstikt. Dring het terug door
ook de lange, melkwitte wortels uit te
spitten. Let op kleine uitlopers en graaf
die gelijk met de witte wortel uit.
• Kweekgras (elymus repens)
heeft veel ondergrondse uitlopers, die
kunnen zich heel snel uitbreiden en
groeit overal doorheen. Het gras neemt
water, licht en voedingsstoffen weg van
andere planten. Schoffel het kweekgras
composthoop, maar zet het in een vaas).
Trek het kruid gewoon handmatig uit de
grond, dat gaat gemakkelijk.
Doe je dit alles niet, dan wordt dit
het volgende jaar nog erger. Want
onkruid groeit in mooie winterdagen
gewoon door en als in het voorjaar de
temperatuur stijgt en de dagen lengen
maakt het onkruid – voordat jijzelf aan
de gang gaat – een groeispurt.
niet, zo maak je alleen maar stekjes aan
en stimuleer je verdere verspreiding.
Dring terug door met wortels en al met
een riek uit te graven en af te voeren
(niet op je composthoop).
• Heermoes of paardenstaart
(equisetum arvense) op je land is een
signaal voor een zure (kalkarme), schrale
en slecht drainerende grond. De wortels
scheiden stoffen af die groei van andere
planten verstoort. De wortel gaat diep
de grond in om daar voedingstoffen te
halen. Wat te doen? Uitgraven, bekalken
en langdurig afdekken. Uitputten door de
bovengrondse delen structureel en over
lange periode weg te halen.
• Ridderzuring (rumex obtusifolius)
heeft een lange penwortel. Snijd steeds af
of beter nog: uitgraven.
• Perzikkruid of Jezus- of
Christuskruid (Polygonum Pericaria)
zaait zich ontzettend uit en kan binnen
korte tijd een hele tuin overwoekeren.
Voorkom uitzaaien en bedenk dat
het zaad lang kiemkrachtig is (dus
geen zaaddragend perzikkruid op de
Wat kan je nog meer doen tegen
onkruidvorming?
In de herfst is er veel bladval en dat
ligt allemaal op jouw tuin en jouw pad!
Hark een laag bijeen om op de bedden
te leggen. Geschikt zijn bijvoorbeeld
appel-, linde-, vlier-, kastanje- en
populierbladeren: die verteren snel.
Minder geschikt is beuken- en eikenblad:
daar zit te veel looizuur in, die verzuurt
de grond. Blad op je plantenbedden is
een vorm van oppervlaktecompostering.
Ook de regenwormen komen aan hun
trekken, ze nemen grote hoeveelheden
blad mee de grond in en dragen zo bij
aan verbetering van de bodem, die wordt
voedzamer en luchtiger. De bodem slaat
niet dicht. Een laag bladeren vormt ook
een isolatielaag. Het microleven in de
bodem houdt zich staande, blijft zich
ontwikkelen en is bezig met omzetten
van organisch materiaal in voor de
planten opneembare voedingsstoffen.
Dek de grond niet af met houtsnippers.
Die onttrekken stikstof
aan de grond en het
duurt lang voor ze
verteerd zijn.
EM
7
Henk zelf
‘Ik ben een gematigd mens’
Henk Vreekamp is een markant
lid van ATV stadion. Er wordt naar
hem geluisterd en hij wordt door
sommigen gevreesd: om zijn stellig
geponeerde meningen en de manier
waarop hij – nauwelijks tegenspraak
duldend – communiceert. Hij is een
van de belangrijkste criticasters
van het bestuur. Misschien wel van
elk bestuur dat ATV stadion in de
loop van de tijd heeft gehad, met
uitzondering van Jos Versantvoort.
Genoeg
aanleiding
dus
voor
een gesprek over het verschil in
bestuursstijl tussen mannen en
vrouwen, basisdemocratie en de
A27, en o, ja – de tuin.
Het is alweer vijf jaar geleden dat we
Henk Vreekamp in Bladgroen spraken
over zijn tuin en ons complex. Inmiddels
is hij lid en woordvoerder van de
Actiegroep Verontruste Volkstuinders
op ons complex, zoals hij dat ook
verwoordt in zijn blog Oostbroekselaan,
www.oostbroekselaan.nl. Henk zelf heeft
een moestuin, met bonen, kolen en
pastinaken. Hij beschermt ze zorgvuldig
8
tegen de koude wind met een prachtige
zelf opgekweekte, meterslange hoge haag
van laurierkers. ‘Beter dan een muur,’
vindt Henk. Maar je doet er wel tien jaar
over om hem zo te krijgen. Ook voor
nieuwe leden is het misschien weleens
goed dat ze weten wie Henk Vreekamp
is. Want ze kennen hem wel uit zijn
teksten, maar verder niet.
‘Dat was op uitnodiging van Bladgroen
hoor. Voor mij hoeft die aandacht niet.
Ik behoor tot de mensen die zoveel
mogelijk rust willen.’
Zit je hier ook voor je rust?
‘Nee, uit nostalgie. Mijn ouders hadden
ook moestuinen. We woonden buiten op
een ‘buiten’, in de tuinmanswoning van
een landgoed in Doorn. Tegenwoordig
is het van Bartimeus, de blindenstichting.
Die kregen subsidie om er gehandicapten
te laten werken. Zo konden ze een half
landgoed op kopen. Mijn geboortegrond.
Onze oude moestuin is nu gerestaureerd
en helemaal in oude staat teruggebracht.
Het is dus nostalgie – maar het moet ook
9
nog wat opbrengen. Ik doe het niet voor
de bloemen op tafel, alhoewel ik wel een
rozenliefhebber ben – maar dat is ook
de enige bloem waar ik van hou. De rest
interesseert me niet zo.’
Je wilt een thematisch interview?
‘Ik dacht, misschien kunnen we iets
delen wat betreft bijzondere ervaring
met vrouwen. Je kunt het in ieder geval
slecht treffen met een bestuur, en als het
dan vrouwen zijn, wordt het alleen maar
erger, iets valser. Toevallig zitten we daar
nu mee bij ATV Stadion.
Vind je dat echt? En gaan we het alleen over
de vrouwen hebben?
HV: ‘Nou, dat is een heel belangrijk
onderwerp. Ik ben daar helemaal
niet bang voor en ook nog eens een
eenvoudige hetero die uiteraard graag
een leuke vrouw in de buurt heeft, een
van de targets in het leven. Ik heb daar
flink over nagedacht. Als mediaspecialist
en als antropoloog. In de tuin ervaren
we iets heel bijzonders op dit moment.
We zitten in de overgang van het oude
mannen systeem naar het oude vrouwen
systeem. De nadelen van die oude
mannen heb ik ruimschoots meegemaakt,
zoals eigengereidheid en solisme – het
waren allemaal eigenheimers. Meestal
waren het de voorzitters die die handicap
vertoonden. Dat heb je altijd natuurlijk
bij dit soort verenigingen, je krijgt niet
de beste bestuurders. Meestal zijn het
mensen die een beetje teleurgesteld zijn
in het leven.’
Gaat het nu niet beter, met een vrouwelijk
bestuur?
10
‘Nee, helemaal niet. Slechter zelfs.
Ze zijn alleen qua schrijfvaardigheid
beter. Maar bestuurlijk erger. In het
oude vrouwensysteem komt daar een
complicatie bij. We hebben het over
emancipatie gehad de laatste tientallen
jaren, maar wat betekent dat? We hebben
te weinig gezien wat voor gevolgen die
eeuwenlange onderdrukking heeft gehad.
In psychologisch opzicht. Onderdrukte
mensen gaan uitwegen zoeken. Kijk, mijn
moeder en schoonmoeder moesten nog
ontslag nemen als ze trouwden. Dat is
nog maar 50 jaar geleden. Mensen die
zich onderdrukt voelen gaan meestal
uitwegen zoeken. In de geneeskunde
bij voorbeeld. Hoeveel vrouwen hier
op de tuin niet aan homeopathie doen,
ik heb ze weleens kreunend voor hun
tuin aangetroffen… Sektes horen daar
ook bij. En waarzegsters enzo, dat zijn
allemaal overblijfselen uit de tijd dat
mannen het voor het zeggen hadden.
Ik heb het dan vooral over de lagere
middenklasse. Maar ja, wat zit hier? Geen
adel. Je ziet dat patroon hier herhaald in
zogenaamd plantonderhoud. Er kwam
eens iemand bij de winkel met viooltjes
om het een beetje op te vrolijken. Toen
zei het bestuur: dat mag niet want dat is
niet inheems. Dat betekent gewoon dat
de tulpen ook terug moeten naar Turkije.
Dat betekent Geert Wilders, als je door
denkt.’
Gaat dat niet wat ver?
‘Je moet de spot ermee drijven. In mijn
weblog de Oostbroekselaan heb ik
het ook beschreven. Het gaat gewoon
om een valse man/vrouw tegenstelling.
Degene die zich het meest uit, die wordt
de pispaal. Zoals ik. En waarom doen die
vrouwen zo? Ze zijn bang dat ze niet
daadkrachtig genoeg overkomen. Dan
gaan ze gekke maatregelen nemen. Mij
hebben ze bij voorbeeld verboden te
maaien hier. Het andere nadeel van zo’n
oude vrouwenbestuur, is dat er een soort
angstcultuur ontstaat.’
Ik ben wat allergisch voor dat begrip
geworden…
‘Ik zeg gewoon wat ik denk – het is een
begrip uit de organisatiekunde. Meer
niet. Die angstcultuur wordt gebruikt om
leden tegen elkaar op te zetten. Ik en een
paar andere mensen worden ‘het groepje’
genoemd. Een recent voorbeeld is dat
een paar bang gemaakte vrijwilligers in de
tuinwinkel naar het keukentje vluchtten
zodra leden van de actiegroep daar voor
een tuindienst gereedschap kwamen
ophalen.Ik ben een keer de winkel uit
geslagen. Dat komt allemaal door die
vrouwencultuur, waardoor vrouwen
totaal gaan overdrijven uit angst dat ze
onder het glazen plafond blijven steken.
Dus geweldscultuur is daar een vervolg
op.’
Arme Henk…
‘De aanleiding voor de hele ellende is
de affaire Jos Stekelenburg geweest.
Dat was gewoon het effect van roddel.
Hij werd van drie strafbare feiten
beschuldigd en toen werd hij al geschorst.
Dierenmishandeling, vernieling en diefstal.
Maar wat was er aan de hand? Van die
dierenmishandeling wist hij niks, want hij
heeft wel een grote waffel, maar een klein
hartje. Dierenmishandeling is typisch
een jeugdprobleem. De autobanden
van Johan zijn door iemand anders lek
geprikt, en Jos heeft geen hek gestolen,
maar het gewoon teruggepakt van de
composthoop, want dat was van hemzelf.
Hij werd dus van drie dingen beschuldigd
die nergens op sloegen. Toen ben ik erin
gesprongen. Dit gaat niet. Het is nu door
een advocaat opgelost. Dat geeft ook
weer een soort domper op de vereniging.
Het wordt niet weersproken. Daar komt
zo ook nog de oude ontwijkcultuur bij.
Nog een voorbeeld: het is mij verboden
om te maaien op het stuk voor mijn tuin.
Dat werd me meegedeeld in een mail
toen ik in Zuid Frankrijk aan het werk
was. Ik heb het toen omgekeerd. Ik begin
er net zo vaak over te zeuren tot het ze
de strot uit komt.’
Waarom wind je je eigenlijk zo op? Je kunt
toch ook dingen naast je neer leggen?
‘Je hebt een bestuur om te besturen. Als
ze foute beslissingen nemen, moeten ze
gecorrigeerd worden.’
Maar je hebt zelf net omschreven wat
voor soort mensen je denkt dat in dit soort
besturen zitten. Waarom relativeer je het
dan niet, denk je: zoek het uit, en doe je
gewoon wat je denkt te moeten doen?
‘Ik heb er geen zin in om elke keer naar
een advocaat te lopen.’
Maar dat hoeft toch niet voor jezelf? Voor Jos
is iets anders. Maar jij maait toch als je dat
nodig vindt? Zou je niet wat anarchistischer
moeten zijn? Zouden we dat allemaal niet
wat meer moeten zijn hier, een beetje
relaxter?
‘Nee, ik ben geen anarchist, eerder een
links liberaal. Ik ben landelijk voorzitter
11
geweest van de PvdA studenten. Maar ik
hield niet van links lullen en rechts doen.
Mijn jeugdlectuur was de filosoof Soren
Kierkegaard. Dat las ik elke twee weken
in de UB toen ik nog op school zat, op
het gymnasium in Utrecht in de jaren
zestig.’
‘Het is allemaal een uiting van wat ik
een angstcultuur noem. En het is een
effect van geroddel. Anonieme brieven
schrijven hoort daarbij.’
‘Opschrijven. Want er zijn mensen
gealarmeerd, in bestuurlijke zin. De AVVN
staat nog achter ze, maar de wereld is
groter dan de koepel van volkstuinen.’
Qua mentaliteit is de overheid niet
verder gekomen dan Mussert.’
Ik krijg opeens de indruk dat het hier niet
zo gezellig is.
Ah, nu begrijp ik het, dat is een echte
vrouwenkenner, inderdaad… Maar als je
nou zo gevormd bent, hoe is het dan mogelijk
dat je je zo opwindt steeds? Wat kan het je
schelen? Je bent toch antropoloog genoeg
om te kunnen denken: dit is een fase in de
ontwikkeling van die vereniging? Misschien
duurt het nog een jaar of twee, en dan
nemen de dertigers het over, jonge mensen,
die tegenwoordig heel bewust leven met hun
kleine kinderen, zelf eten willen verbouwen.
Dat is toch een heel grote trend in Utrecht.
Die krijgen schoon genoeg van dat geruzie
hier. Mark my words… Wees toch eens iets
geduldiger, en heb wat vertrouwen in de
jeugd.
‘Daar heb je gelijk in. In de tijd van Jos
Versantvoort was dat anders. Dat is de
enige goede voorzitter geweest. Die had
al statuur van zichzelf. En hij was voor
rede vatbaar. Die heeft verhinderd dat
je met een puntensysteem gekastijd
zou worden bij de schouw. Daar heb
ik me ook nog tegen verzet. Maar die
hele schouw is een lachertje. Zo is de
Actiegroep Verontruste Volkstuinders
ontstaan. Die heeft geconstateerd dat
er 45 verwaarloosde tuinen zijn. Een
derde.’
Je bent bang dat de gemeente het op een
gegeven moment zat wordt en het complex
een andere bestemming geeft?
‘Omdat ze zeggen dat de gemeenteraad
er niet toe doet. En dat de ambtenaren
het voor het zeggen hebben. Eerst zegt
Rijkswaterstaat dat ze geen staat in de
staat zijn en daarna bagatelliseren ze de
mening van de gemeenteraad. Dat deden
ze in de jaren dertig ook. Dat bedoel ik.
Dat gebeurde bij het doordrukken van
de A27. Mussert was ook hoofdingenieur
van Rijkswaterstaat Midden Nederland.
Vergeet dat niet. Het is een vorm van
massamoord, die zogenaamde ring, een
ecologische wurggreep, alleen langzamer.’
‘Dat is te hopen.’
Zo gaat dat toch in het leven?
‘Ik wil het ook nog even hebben over de
anonieme brieven die rond zijn gestuurd.
Daarin wordt gedreigd met gif en stenen.
En gesuggereerd dat ik onder invloed sta
van een bepaalde vrouw. ‘Henk met de
geile ogen’ stond erin. Dat is vast van
vrouwen afkomstig.’
Waar bemoeien al die mensen zich toch
mee? Hebben ze niets beters te doen dan
op andermans tuinen te letten?
‘We moeten nuchtere, kritische burgers
zijn.’
En daarom houd je je zo bezig met de
verbreding van de A27?
‘Ik gebruik dat knooppunt hier regelmatig,
en er zijn bijna geen opstoppingen meer,
dus een verbreding is niet nodig. En
wat is de consequentie? Die ring is een
wurggreep geworden. Net als in Parijs.
Volgens mij had Mussert nog wel een paar
andere actiepuntjes… Welke thema’s had je
nog meer?
‘Ik dacht dat ik het wel gehad heb zo – ‘
PT
Voor hun eigen tuin mag ik hopen. Maar
wat moeten ze met de tuinen van anderen?
‘Dat doen mannen.’
Zo hoor je nog eens wat.
Wat ga je daar dan mee doen, Henk?
12
Zou dat niet ook komen omdat we elkaar
hier de tent uit aan het vechten zijn?
‘Die hebben hart voor de volkstuinen.’
‘Ze hebben vaak spic en span tuinen, dat
is waar. Dat is mijn stijl ook niet, nee.
Ik ben nogal gematigd, wat dat betreft.
Maar goed, we hebben begin september
een schouw gedaan, en inderdaad
kwamen we op veel verwaarloosde
tuinen, en een paar tuinen die alleen
campingtuin zijn. Dat zijn de uitersten.
Om praatjes te voorkomen heb ik
foto’s gemaakt.’
O ja? En de dode rat dan, die dit voorjaar
voor mijn deur lag?
‘Ja, eigenlijk wel – ‘
Dat zul je uit moeten leggen.
13
spinazie
(Spinacia oleracea)
Spinazie behoort net als rode biet,
zuring en snijbiet tot de familie van de
Ganzevoetachtigen. De oorsprong ligt in
West-Azië vooral in Perzië en ook in China
werd spinazie al eeuwen geleden geteeld. In
de loop van de 12e eeuw met de verovering
van Spanje door de Moren kwam deze
groente als cultuurgewas Spanje binnen. In
de 16e eeuw was spinazie in Noord-Europa
al een belangrijk gewas.
De vroege teelt
Qua rassen zijn er twee hoofdgroepen:
• Rondzadige: Het zaad en het blad is
rond, groeit traag en is minder geneigd
door te schieten. Zaaiperiode vanaf
maart tot begin mei.
• Scherpzadige: Er zitten scherpe stekels
op het zaad, groeit snel, maar kan snel in
het zaad schieten, het blad is lang, spits
en rechtopstaand. De scherpzadige kun
je al eind januari zaaien. Dit zaad is niet
vorstgevoelig, ook niet als ze is gekiemd.
Daarom geschikt voor de (zeer) vroege teelt.
Zaaien
Als het dus gaat om de scherpzadige ligt
de geschiktste zaaiperiode in januari en
februari. Kies je voor de zeer vroege teelt
dan kun je bij gunstig weer d.w.z. geen
vorst aan de grond, al eind december
zaaien. Zoals gezegd ondervindt het zaad
14
geen schade van vorst, ook niet als het
al gekiemd is. De huidige zachte winters
maken het vroege zaaien ook nog eens
mogelijk. Bij vroege teelt kiemt het zaad
langzaam: na bijna twee weken. Een optie
is het zaad eerst 24 uur te weken of voor
te kiemen in vochtig zand. Zaai zo dun
mogelijk op een rijafstand van 15 cm.
De afzonderlijke planten (voor optimale
ontwikkeling) 5 à 10 cm afstand in de rij.
Staan ze na opkomst toch te dicht op
elkaar dan mag je ze naderhand best flink
uitdunnen: het blad wordt dan steviger
van structuur en donkerder van kleur.
Geef na het kiemen ook de jonge planten
vooral ‘s ochtends regelmatig water,
zeker in droge periodes zonder regen.
Voorkom schimmelvorming door naast
de planten en niet op het blad te gieten.
Zo zorg je ervoor dat de spinazie gestaag
doorgroeit.
Locatie
Normaliter gedijt latere-teelt spinazie
in de halfschaduw. In tegenstelling tot
de latere teelt behoeft vroege teelt –
vroeg in het jaar – bij voorkeur juist een
zonnige plek.
Wisselteelt
Ook spinazie behoeft wisselteelt: een
roulatie van 1 x per 4 jaar.
Bodem en bemesting
De ideale bodem voor spinazie is:
losse, luchtige en doorlatende, maar
wel vochthoudende grond. In de winter
niet te nat. Spinazie groeit slecht op
zure grond, bekalk dus in de herfst het
plantbed waar je spinazie gaat zetten.
Spinazieteelt vraagt om een flinke
hoeveelheid compost die je oppervlakkig
in de teelaarde verwerkt. Eenmaal
ontkiemd groeit hij snel. Hij vraagt dan
ook vocht en veel stikstof. Daar zit
weer wel een gevaar in: te zwaar bemest
maakt de planten slungelig en ook lok
je schimmelziekten uit. Wees zuinig met
voor de plant snel opneembare stikstof.
Spinazie heeft de hebbelijkheid nitraat op
te slaan, dat is schadelijk voor je lichaam.
Zware bemesting die je te kort voor het
zaaien toedient, loopt uit op verbranding
van de kiemplanten. Naast stikstof
reageert spinazie positief op vinassekali.
De oogst
En dan is het zo ver. Hoe pak je het
oogsten aan? Bij de vroege en zeer
vroege teelt en een zachte winter kan je
op zijn vroegst eind maart oogsten. Snij
je spinazie precies op tijd; je bent net te
laat als je spinazie in het zaad schiet of
het blad begint te vergelen, want dan is
de plant al nitraat aan het opslaan. Wil
je een tweede keer oogsten, snij of knip
de plant niet te laag af. Maar een tweede
oogst is niet altijd zeker en de opbrengst
is minder.Vaak komen na de eerste oogst
insecten op de afgesneden stengels af en
leggen hun eitjes daarin. Oogst standaard
de gepaste (wat je eet) hoeveelheid
spinazie en oogst op dezelfde dag dat
je het gaat bereiden. Dit vermindert het
gevaar van het omzetten van nitraat in
nitriet.
Voedingswaarde
Spinazie is zeer gezond voedsel
boordevol vitaminen (C, E, B1, B2, B3, B6
en caroteen) en mineralen (ijzer, kalium,
natrium, calcium, fosfor). Er zit wel een
addertje in het gewas, te weten nitraat
en oxaalzuur. Oxaalzuur is een zout dat
in vergelijking met andere gewassen
bij spinazie in hogere concentraties
voorkomt. Te veel kan leiden tot diarree
en zelfs braken. Gelukkig raken we door
koken veel van het oxaalzuur kwijt,
nog meer als je het kookvocht afgiet.
Kalk of een zuivelproduct toevoegen
bindt het oxaalzuur. Nitraat is een
stofwisselingsproduct, dat in elke plant
voorkomt, maar spinazie heeft het in
hogere mate. Als je het nitraatgehalte in
de spinazie laag wilt houden, vermijd dan
bemesting met makkelijk opneembare
stikstof. Nitraat wordt bij koken omgezet
in schadelijk nitriet. Dus kort stoven en
geen restjes weer opwarmen. Oogst de
spinazie zo kort mogelijk voor je het gaat
bereiden. Nitraatomzetting voltrekt zich
bij kamertemperatuur.
Bewaar de vers geoogste spinazie in de
koelkast. Doe dat ook als je na bereiding
nog wat overhoudt. Ook wordt wel
aangeraden om spinazie niet in een
aluminium pan
te koken.
EM
15
BALANS ZOEKEN OP EEN TUIN
de familie Van der Veen
Wij zijn altijd op zoek voor deze
gesprekken naar nieuwe tuinders
op ons complex. Dit keer zijn
we gestuit op een jong gezin dat
pas sinds juni op ons complex
vertoeft. We willen alles, nou ja
bijna alles, van hen weten.
We treffen elkaar op hun tuin, op een
zonovergoten septembermiddag, zo
ongeveer op het heetst van de dag. Het
wordt een beetje een houtje-touwtjegesprek, van de hak op de tak, in de
loomheid van de zomerhitte. Wie zijn
zij? Zij zijn Maarten van der Veen, zijn
partner Maartje Kouwen-van der Veen
en hun kinderen Floris (2 jaar) en Teijn (6
maanden). Ze hebben een druk bestaan,
werken voluit en draaien een jong gezin.
Veel vrije tijd blijft er voor hen niet over,
televisie kijken ze nauwelijks, tijd voor
lezen hebben ze niet (Maarten heeft
nog 20 ongelezen boeken liggen) en als
ze al lezen heeft dat meestal met hun
vakgebied te maken.
Maartje is wetenschapsjournalist biologie en schrijft voor Bionieuws, het
vakblad voor biologen. Ze beschrijft
en analyseert ontwikkelingen binnen
16
het vakgebied, houdt interviews
met wetenschappers en bezoekt
wetenschappelijke congressen. Maarten
doet heel iets anders. Hij heeft
Kunstmatige Intelligentie gestudeerd
in Groningen. Hij is verbonden aan het
Rode Kruis en werkt daar als coördinator
internationale
noodhulpverlening.
Vanuit het Nederlands kantoor in
Den Haag houdt hij zich bezig met
digitale processen om de hulpverlening
sneller en efficiënter te laten verlopen
op basis van alle informatie die
beschikbaar is. Verbinden van informatie
en dat ter beschikking stellen aan
de
hulpverleningsorganisaties.
Hij
heeft niet alleen een kantoorbaan.
Regelmatig wordt hij uitgezonden
naar noodgebieden. Recentelijk is
hij naar de Filippijnen, vanwege de
orkaanverwoestingen en naar Malawi
in verband met de overstromingen
geweest. Soms is hij dan zo’n twee
maanden van huis en ter plaatse is hij
ook weer coördinerend actief om de
werkzaamheden van de verschillende
hulporganisaties, zoals bijvoorbeeld
Artsen zonder Grenzen en Cordaid
met elkaar in vloeiende pas te laten
verlopen.
17
Postzegeltuin
Maarten en Maartje wonen in Utrecht,
tot volle tevredenheid, met slechts
één maar. Hun tuin is maar 27 m2, een
postzegel zoals Maarten zegt. Voor hun
twee kleine kinderen biedt deze tuin te
weinig uitdagingen en binnenshuis lopen
ze tegen de muren op. Bovendien wilden
ze hun kinderen graag laten opgroeien
in een groene omgeving, met modder
en takken om mee te spelen, en slakken
en vogels om je over te verwonderen.
Ze stonden voor een keuzemoment:
verhuizen, naar een ander huis met
een grote tuin, of…..? Een ander huis
kopen bleek geen optie. Dan zouden
ze bijvoorbeeld in Leerdam terecht
komen, maar dat zou voor Maarten
betekenen dat zijn reistijd naar Den
Haag aanmerkelijk verhoogd zou
worden. Iets dat hij juist niet wilde met
zijn jonge kinderen. Maarten en Maartje
hadden een kleine volkstuin van 25m2 bij
Koningshof. Dat beviel prima, maar voor
de kinderen was er niets te beleven.
Tegelijkertijd hadden zij veel plezier aan
18
het tuinieren, en het eten en wecken van
zelfgekweekte groenten. Wilden zij zich
kunnen ontspannen in het buitenleven,
dan moesten de kinderen er zich ook
kunnen vermaken. En zo zijn ze een
zoektocht in Utrecht begonnen naar
een volkstuin die voor ieder lid van het
gezin iets te bieden had. Na een aantal
complexen bezocht te hebben, hebben
ze uiteindelijk besloten voor ATV Stadion
te kiezen, na aan twee tuindiensten
meegedaan te hebben (verplicht voor
aspirant leden). Het bomenrijke complex
beviel hen, en ze konden snel een tuin
met een goed huisje overnemen. Ze
vermeden zo een wachtlijst waar ze bij
een enkele vereniging wel twee of drie
jaar op kwamen te staan. Met hun jonge
kinderen wilden ze niet enkele jaren in
de wacht blijven staan. Een tuin met een
huisje was een absolute voorwaarde,
want ze waren van plan hun vrije tijd,
de weekends, vooral buiten door te
brengen met de kinderen.
Zonnepanelen
In juni hebben ze de tuin betrokken, een
goed onderhouden tuin, met een huisje,
en redelijk onderhoudsvrij. De eerste
maanden heeft Maarten hard gewerkt
aan het huisje om dat hun woninkje
te maken. Hij is geen technicus zegt
hij. Maar wel heeft hij zonnepanelen
geplaatst, waardoor ze nu beschikken
over stroom van 220 volt (dan kun je
je laptop opladen) tot 5 volt. Daarmee
hebben ze een zelfvoorzienende
stroomvoorziening. Nu kan hij bijvoorbeeld elektrisch maaien en hoeft er
geen aggregaat te draaien, zodat er
minder geluidsoverlast ontstaat. Ook
heeft hij een composteerbaar toilet
aangebracht. Omdat de kinderen ’s
middags moeten kunnen slapen, heeft
Maarten een stapelbed gebouwd in een
soort bedstee constructie. Stromend
water komt via een vat waarmee ze
een weekend water hebben. En voor
het sproeien van de tuin hebben ze
twee tonnen van 200 liter, waarmee
het hemelwater wordt opgevangen.
Al noemt hij zich dan geen technicus,
handig is hij wel. Intussen is ook de
buitenkant van het huisje onder handen
genomen en is van kleur verspoten,
groen is heel lichtgrijs geworden.
En ja, de tuin is van het hele gezin.
Dus moest de tuin kindvriendelijk en
kindveilig worden. De kinderen moesten
zich er vrijelijk kunnen bewegen.
Daarom zijn hekjes geplaatst, is de
sloot afgezet en kunnen de kinderen
binnenshuis en buiten gaan en staan
waar ze willen, zonder dat de ouders
ergens op moeten letten.
Nu komt de tuin aan de beurt. Ze waren
al begonnen met het uitbreiden van een
enkele smalle border tot groentebed,
maar dat verliep dit jaar teleurstellend.
Slakken zijn dol op jonge sla. Wie niet
eigenlijk? Komend jaar wordt dat anders.
Ze willen de borders uitbreiden, zoeken
naar de beste plekken op de tuin om
groenten te kweken. Een grondmonster
wordt genomen om te kijken aan welke
voeding de grond behoefte heeft. En de
hagen en bestaande beplanting worden
aangepakt. De broer van Maarten is
hovenier en komt in het najaar om
adviezen te geven over een herinrichting
van de tuin. Ja, en voor een kind-veilige
tuin wordt onderzocht of er planten
staan die giftig zijn, want ‘kinderen
steken alles wat een kleur heeft in hun
mond.’ En de tuin moet onderhoudsvrij
zijn. Weinig schoffelen en wieden, en
vooral zaaien, planten en oogsten. Eten
van de eigen opbrengst en daarvan
genieten op de tuin, is hun devies.
Maarten en Maartje hebben zo’n druk
bestaan, dat ze op hun tuin maximaal
van hun vrije tijd willen genieten met de
kinderen. Op de tuin zoeken ze balans in
hun leven, zoals Maarten zegt:‘We willen
hier tuinieren, de kinderen kunnen zich
vermaken, de tuin moet netjes zijn en
dan kunnen wij ontspannen.’ Zij willen
hun kinderen een jeugd bieden in de
natuur, in het groen, voorlopig ver weg
van de mediale en digitale wereld en
daar doen ze veel voor.
JD
19
Knoflook
(Allium savitum)
Knoflook is, net als ui, een smaakversterker. Veel gerechten knappen
ervan op als er een teentje knoflook
meegebakken, gekookt of erover
uitgeperst is. Knoflook is een van de
meest gebruikte ingrediënten in bijna
elke keuken ter wereld. Alsof dat nog niet
genoeg is, worden er ook allerlei goede
eigenschappen aan toegeschreven.
Knoflook zou helpen tegen hoge
bloeddruk, het kan het cholesterol
gehalte verlagen en hart- en vaatziekten
voorkomen. En het is ook nog een
geneesmiddel tegen tumoren, epilepsie
en kiespijn, alsmede hooikoorts,
verkoudheid, griep, insectenbeten
en schimmelinfecties. In de late
Middeleeuwen werd het zelfs gebruikt
tegen de pest. Maar het meest tot de
verbeelding spreekt toch wel dat het
extra kracht zou geven en dat knoflook,
mits in voldoende mate geconsumeerd,
de lust op zou wekken. Knoflook is dus,
met een mooi woord, een afrodisiacum.
De Grieken en Romeinen aten er al
flink van voordat ze ten strijde trokken,
omdat de mannelijkheid er extra door
wordt gestimuleerd. Het lijkt een
aansporing voor de vrouwen onder ons
om eens te kijken welk effect het dan
wel niet op de andere sekse zal hebben.
Daar kom je gauw genoeg achter als je
er maar genoeg van teelt, en dat kan al
20
snel. Mochten we weer een
zachte winter krijgen, dan
kunnen de teentjes nog tot
begin december de grond
in zodat ze wortel kunnen
zetten. Anders moet je
wachten tot begin maart. Want
knoflook zaai je niet. Je koopt
gewoon een aantal bollen waar
stevige tenen aan zitten en die
zet je stuk voor de stuk in een
keurig rijtje in de grond op vijftien
centimeter afstand van elkaar. Zo
worden het vanzelf bolletjes. Het is niet
erg als er daarna vorst overheen komt,
net zoals bij bloembollen, is dat alleen
maar goed voor de groei. Knoflook doet
het het beste op de plek waar het jaar
daarvoor courgettes en pompoenen
hebben gestaan. Een goede buur voor
knoflook is de ui, de wortel en de biet.
Omdat knoflook wat kali kan gebruiken,
kun je in de winter de as van je open
haard of je houtkachel heel goed op het
knoflookbed kwijt.
Dat knoflook kou nodig heeft om te
gaan groeien komt door zijn afkomst:
hij komt van oorsprong uit Siberië en
is via Zuid Azië in de landen rond de
Middellandse Zee terecht gekomen.
Hij werd 3000 jaar voor Christus al
verbouwd door de Egyptenaren en
kreeg daar een ceremoniële
betekenis. De Romeinen
hebben vervolgens voor
verspreiding
door
heel
Europa gezorgd.
Eeuwig leven
Zelf de kracht van knoflook
ervaren? Doe het dan meteen
goed. Snijd ’s ochtends drie
teentjes knoflook fijn, vermeng
ze met een eetlepel honing. Eet
dit dagelijks bij het ontbijt, en merk
hoeveel energieker en gezonder je
wordt. Het eeuwige leven is niet
gegarandeerd, maar met knoflook moet
je eind kunnen komen.
Het enige nadeel van knoflook is de geur,
die – chic – ook wel de ‘natuurlijke oliën’
worden genoemd, de zwavelhoudende
stof allicine. De bekende knoflooklucht
komt niet uit de maag, maar wordt
door onze longblaasjes en onze huid
vrij gegeven. Wie knoflook eet, kan dat
dus het beste in gezelschap doen, dan
heeft niemand last van de ander. En
het voorkomt ook de scheldpartijen
die vroeger wel ontstonden met
‘mensen met een migratieachtergrond’
die ‘knoflookvreters’ werden genoemd, lang voordat er alternatieve
scheldwoorden werden bedacht die
met geiten te maken hebben. Een ander
probaat middel tegen knoflooklucht
is het kauwen van peterselie en het
drinken van rode wijn. Maar dat kan
weer andere nadelen hebben. Het blijft
behelpen.
PT
21
Barbara den Uyl, inderdaad, de
dochter van de bekende PvdApoliticus, maakte dit jaar een film
over het werk van Piet Oudolf. Oudolf
is inmiddels de meest bekende
tuinontwerper van Nederland.
Zijn parkachtige tuinen vind je van
Stockholm tot New York, waar ze vooral
grote vlakten beslaan. Het bekendst is
zijn High Line, een park gemaakt op een
verlaten treinviaduct dat dwars door New
York loopt. Piet Oudolf heeft daar iets
gemaakt wat kenners van zijn werk al
heel lang in hem bewonderen: een tuin die
continu verandert als je er doorheen loopt,
en die – door de hoogte van de beplanting
– een overweldigende indruk maakt op elke
bezoeker omdat je er onderdeel van wordt.
De planten zijn vaak hoger dan jijzelf. Het
mooie van de film van Barbara den Uyl
is dat ze Piet Oudolf precies heeft laten
uitleggen hoe zijn stijl van tuinontwerpen
tot stand is gekomen. Daarbij zie je veel
voorbeelden van beplantingen die in de
loop der jaren ook mee zijn gegroeid met
Oudolf ’s ontwikkeling. En hoe belangrijk het
is dat zijn tuinen goed onderhouden worden,
zoals de Vlinderhof in het Maximapark bij
Leidsche Rijn, waar veel vrijwilligers ervoor
zorgen dat het park in de geest van Oudolf
blijft bestaan. De film is als DVD te koop bij
www.vanderhoopfilm.nl. Waarom ik er hier
aandacht voor vraag, is omdat Piet Oudolf
ook voor volkstuinders een bijzondere
inspiratie kan zijn.
De tijd dat een volkstuin er alleen was om
mensen van verse groenten te voorzien,
ligt ver achter ons. Groenten zijn er
tegenwoordig in overvloed, en tegen lage
prijzen overal te koop. Natuurlijk kan
22
paradijs
binnen handbereik
de tuinen van piet oudolf
het meer voldoening geven om ze zelf
te verbouwen, de groenten en het fruit
zijn vaak lekkerder, want verser, maar de
essentie is toch dat de meeste volkstuinders
van hun tuin een plek willen maken om
zich af te zonderen en een eigen ‘paradijs’
willen maken. Daar hoort soms bij dat er
groenten verbouwd worden, maar zeker
niet altijd. Een eigen plek maken is voor
velen ook belangrijk. Wie zulke tuinders
omschrijft als bewoners van een ‘veredelde
camping’ heeft te weinig oog voor de
veranderingen die de laatste decennia
plaats hebben gevonden in de tuinwereld.
Ik maakte voor het eerst kennis met het
Nieuwe Tuinieren in de jaren tachtig. Piet
Oudolf, Romke van der Kaa en Henk
Gerritsen maakten zich vanaf dat moment,
ieder op hun eigen manier, sterk voor tuinen
waarin vaste planten met elkaar een per
seizoen wisselende, maar altijd dynamische
eenheid vormen. Ze propageerden een
manier van tuinieren waarin mensen
zich vrij zouden voelen, en tegelijkertijd
afgeschermd van de waan van alledag.Wat
opvalt en inspirerend is aan het werk van
Oudolf is dat hij bijzondere combinaties
maakt in zijn beplanting, die je ‘in het wild’,
niet snel zal tegenkomen. Piet Oudolf cs
vragen om verdraagzaamheid, want alleen
dat levert volgens hen de mooiste tuinen
op.
De tuinen in de geest van het Nieuwe
Tuinieren moeten persoonlijke paradijzen
zijn. In zulke paradijzen is de hoogte,
structuur en duurzaamheid van planten
cruciaal. Ze moesten wat hen betreft
ook mooi zijn als ze in verval raakten.
‘Mooi bruin is niet lelijk,’ zegt Oudolf nog
steeds. En dan wijst hij vaak op compleet
verdorde donkere bloemhoofden die
tegen de achtergrond van geel geworden
grassen op afstand nog een prachtig beeld
opleveren. Ze zorgen voor een atmosfeer
die je sprookjesachtig zou kunnen noemen.
Oudolf was al eerder, samen met zijn vrouw
Anja, op zoek gegaan naar zulke planten.
Hij vond ze vooral in de Verenigde Staten,
op de prairies, maar ook in de hogere
gebieden van het voormalige Joegaslavië.
Ze zochten en vonden in de literatuur
studies over grassen en phloxen van de
Duitse botanicus Karl Foerster 18741970 (hij is bekend door zijn uitspraak:
‘Das Leben ohne Phlox ist ein Irrtum’ –
‘het leven zonder phlox is een vergissing’).
Hij maakte er prachtige tuinen mee in de
buurt van Potsdam. Foerster werd onder
het nazi-regime tegengewerkt in zijn liefde
voor de Amerikaanse prairieplanten, omdat
de nationaal socialisten vonden dat alle
planten inheems moesten zijn. Direct na de
Tweede Wereldoorlog mocht hij de Goethetuin in Weimar opnieuw inrichten, een
vorm van eerherstel die het begin werd van
een zegetocht zodat hij aan het eind van
zijn leven met prijzen en eerbetuigingen
overladen was. Het nieuwe tuinieren van
Oudolf is schatplichtig aan het onderzoek
en de volharding van mensen als Foerster. In
het bijzonder geldt dat voor zijn beschrijving
en veredeling van tientallen grassoorten die
ieder op zich een tuin een compleet ander
aanzien kunnen geven door hun groeien bloewijze, ook al zijn ze van dezelfde
familie, zoals de Miscanthus sinensis
‘Morning Light’ of ‘Silberturm’. Of Molinia
caerulea ‘Moorhexe’ (een variant van het
pijpestrootje). Grassen zijn dan ook altijd
terug te vinden in de Oudolf beplantingen.
Maar dat geldt ook voor Eupatoriums, het
reusachtige leverkruid, in zowel de rode
(E. maculatum ‘Atropurpureum’), als de
nog hogere witte variant (E. maculatum
‘Album’), waarvan de bloemhoofden in de
herfst en de winter zo’n mooie basis vormen
voor spinnewebben, dauw, rijp en sneeuw.
Het levert de mooiste foto’s op. Maar dat
niet alleen. Oudolfs pleidooi voor het niet
winterklaar maken van tuinen, maar juist
het behoud van uitgebloeide planten tot het
voorjaar, blijkt een geweldig toevluchtsoord
te creëren voor overwinterende insecten en
vogels.
Het paradijs is zo niet alleen binnen
handbereik voor de hardwerkende 21e
eeuwse stedeling, op zoek naar een eigen
plek, maar ook voor dieren die steeds
vaker het loodje leggen in onze versteende
omgeving. Het nieuwe tuinieren zou in
dit opzicht een voorbeeld kunnen zijn
voor een op moderne leest geschoeide
volkstuinbeweging, die zou moeten streven
naar bereikbare paradijzen voor iedereen,
in plaats van vierkante meters die in kilo’s
te kwantificeren productie op moeten
leveren. Het paradijs is onmeetbaar.
PT
23
Rinussie, waar ben je in godsnaam
nou weer mee bezig?! Takken met een
snoeischaar in stukjes knippen. Je lijkt wel
van lotje getikt.
Wat maak je nou een trallemant. Laat me
toch met rust. Als je ’t wil weten: Al dagen
had ik mijn takkenvuilnis langs de weg gezet,
aan het eind van de maand lag het er nog,
het begon spontaan te composteren. Toen
dacht ik bij mijn eigen: Ik ga versnipperen en
dan kan het spul op mijn eigen composthoop.
Weet je wat ik denk?
Ik hoor het al: je krijgt ’t weer op je praatklieren.
Ik zal het heel kort en krachtig, luid
en duidelijk zeggen: de dienstregeling
vuilophaal is tot nader orde MOGELIJK
veranderd, ik praat nu met hoofdletters
opdat ik er later niet op wordt
aangekeken, MOGELIJK wordt vuilophaal
in het kader van bezuiniging geschrapt.
Composthopen, jochie, en anders gewoon
op ‘t bagagedragertje mee naar huis.
Oi joi joi. Ai jai jai. Effe wachten, is dit zereneus,
ik zal het goed zeggen opdat je me niet
verkeerd begrijpt: Serieus?! Het vrouwtje
ziet me al aankomen met troep van de tuin.
Schattebout, dat je een volkstuin hebt is tot
daaraan toe, groente: oké, maar GEEN ZOOI.
Man, maak er toch niet zo’n drama van, als
je zo veel gromt, heb je een hondenleven.
À propos, waar is dat bakbeest van een
vuilcontainer gebleven?
Hij is niet hier, hij is niet daar, hij is er
wel, maar waar? Is nou net een vraag voor
de regering, zij die zich boven ons gesteld
24
Over wat is en komen gaat
hebben. Maar als we nou met z’n allen
NEE zeggen tegen de 7 euro-korting op ons
abbelement van ATV Stadion, krijgen we in
ruil de container terug. Deal.
Dit staat niet hoog op de agenda, sterker
nog, zó laag dat het van de bladzijde
afgevallen is.
We krijgen dit muisje wel door het gat in de
muur. Zeker en vast.
Zet jij je roze bril maar weer op.
Mijn goeie ouwe oom Nel zei altijd: wie
geen vragen stelt, zal ook geen leugens
horen.
Hiha-hiha. Ik lach me de broek uit. Hiha-hiha.
Je staat daar te lachen als een ezel die een
paardenmop heeft gehoord.
Laat ons hier over ophouden, je bent nu door
de ondergrens aan het zakken.
Oké, nou wat anders, weet je dat
het bulderbos een park wordt? Een
park met alles d’rop en dran. Ik zie
’t helemaal voor me. Picknicktafels,
parasols, barbecuestellen, strandstoelen,
badlakens en bikini’s. Recreëren onder de
bomen. Wie dat bedacht heeft die staat
pas in z’n kracht! Vooruitlopen op de
klimaatverandering, Rinussie! Want héét
gaat ’t worden, dat wil je niet weten en als
ik zeg héét dan bedoel ik peperheet, dat
brandt aan je r…
Ja, ja, dat rijmpje ken ik.
En dan is het toch heerlijk koel en zwoel
onder de bomen des bulderbosses. Dat
wordt onze privé-vluchtstrook van de
A27 , een marktplaats voor transparantie,
communicatie en verbinden.
Dat gaat nog wat worden met die snelle
snelweg. Maar, ach, hoe kleiner ATV Stadion,
hoe knusser. De schade blijft vast beperkt,
want onze regering heeft goede contacten
met Gemeente en Rijkswaterstaat. Komt
goed. Zij die zich boven ons gesteld hebben,
behartigen en bewaken onze belangen.
Die weg, hè, ik droom en zie hem in
gedachten. Elke dag.
Voor ons tuindorp zie ik voordelen, echt waar.
De geluidswal is op andere plekken langs het
traject 12 m hoog en bij ons 2 m. Boffen wij
effe! Uitzicht op snelweg. Ons park noemen
we “Wegzicht”. Neem je verrekijkerd maar
mee. Bermrecreatie, autospotten. O, wat een
heerlijke tijd in ’t verschiet!
Maar de zoutsloot met je gedroomde
waterpartijen verdwijnt. Weg met je
Zicht.
Juist een kans! Ons complex wordt er
alleen maar groter van, krijgen we Complex
Commissie Natuurgebied Bermplanten. En
reken maar als je in het park je bammetje
eet, dat er ’s wat kruimeltjes met jam vallen,
hup, mieren! En waar mieren zijn, komen
spechten, ga zo maar door, ziedaar een
keten van explosies van flora en bermfauna:
stinsenplanten, bijen, hommels, egels, vogels
van allerlei pluimage…
Ja, en daar komen dan weer andere rare
vogels op af: zo bloeien d’r liefdesnestjes
op in je liefdesparkje. Kijk ‘m nou. Je zit
te ja-knikken als een wiebelhondje op de
hoedenplank van m’n auto. We komen
hier om te tuinieren, hoor. Jij achter de
meiden an? Kijk ’s in de spiegel, jochie. Je
bent op een leeftijd dat je biologische klok
al heel lang geen koekoek meer roept.
En je vergeet de schooltuinen, schrijf die
leuke aspirant-tuinlidjes maar op je buik.
Wat leren die jongelui nog van tuinieren?
Straks kennen ze tomaten enkel nog
van een pizza. Als de auto’s over de
schooltuinen gaan knallen, zeg dan maar
dag met je handje.
Als, àls àls. Hoe kom je daar nou bij? Als de
Dom valt, legt ‘ie in de Zadelstraat. Wat ben
je aan ’t zuurbekken, Grassie. Je tunnelvisie
staat aan. Ik ben allang een ander plan aan
het wakker kussen. Je kent de winkel annex
clubhuis annex café annex hangplakplek,
toch?
Je bedoelt ons opgekalefaterde CoenWestphaaltje.
Juistum. Da’s een hele oppervlakte, vooral met
die tractoraanbouw d’ran. Daarop komen ze:
de nieuwe schooltuinen. Daktuinieren is het
nieuwe tuinieren. Nee, zij die zich boven ons
gesteld hebben, blijven helemaal bij.
Allee, lang genoeg geluld, we zijn d’r om
te tuinieren! Ik ga m’n Vlijtige Liesjes
bewateren, die staan helemaal droog.
Ajetó.
Ajetó
25
ATVStadion
OVER
ONS
Eén van de meest gestelde vragen
op de introductieochtenden is
hoe lang het duurt voordat je
aan de beurt bent voor een tuin.
Dat ligt helemaal aan jezelf, zeg
ik dan altijd maar, als je echt
wilt en niet bang bent om wat
ontginningswerk te doen, kan
het snel gaan. Er zijn mensen
die maanden of zelfs jaren
op de wachtlijst staan en ook
mensen die binnen een paar
weken op een tuin zitten. Zo
ook onze zes nieuwste leden,
die niet konden wachten om
aan de slag te gaan.
Op tuin 17 is Elle Klein Gunnewiek
gekomen. Ze zag de voormalige tuin
van Francien van Randeraad meteen
helemaal zitten. Ze was niet de enige,
dus heeft ze in snel tempo haar
verplichte tuindiensten gedaan om
op de wachtlijst te komen. En het is
gelukt.We hopen dat ze daar nog heel
lang met veel plezier mag tuinieren.
Op de tuin ernaast, tuin 18, zijn
Maarten en Maartje van der Veen
met hun beide kinderen gekomen.
Even dacht ik dat ze er helemaal in
getrokken waren, zo vaak zag ik ze op
de tuin, maar dat was toch niet het
geval. Gewoon optimaal geprofiteerd
van het prachtige warme najaar. Dat
ze gelijk hebben.
26
Op tuin 33 zijn Lianne Baay met haar
man en kinderen gekomen. Op de
eerste dag hebben ze kisten vol appels
geplukt en daarna zijn ze, vrolijk fluitend,
gaan ontginnen. Dat was wel een beetje
nodig. De tuin van Dick Groenewoud
stond al ruim een jaar lang leeg, in de
hoop dat het hem toch nog zou lukken
om na zijn zware hartinfarct weer terug
te komen. Als je een tuin al zo’n 40 jaar
hebt (ik heb het niet opgezocht hoor,
maar bijna vanaf het begin), dan wordt
het een deel van jezelf en dat geef
je niet zomaar op. Maar helaas
gaat het echt niet meer lukken.
Dick heeft nu in zijn tuin thuis
een toom kippen genomen; dat
is niet zo ver lopen en toch ook
een hoop gekakel. Binnenkort
ga ik de dames bekijken en een
kopje koffie drinken, want we zijn
toch maar mooi 14 jaar tuinburen
geweest. Daarbij heeft Dick altijd zoveel
voor de tuinvereniging gedaan, dat
een officieel afscheidsbezoek wel het
minste is. Dick heeft beloofd dat we zijn
verzamelde foto’s vanaf 1974 mogen
gebruiken om onze tuinwinkel/tuincafé
mee op te fleuren.
Nog een tuin die een paar doorpakkers
nodig had is tuin 73. Die zijn gevonden
in de persoon van Alma van der Heijden
en Julia Papilaya, twee vriendinnen die
van wanten weten en niet alleen op
gebied van tuinieren. Binnen een week
was de tuin onherkenbaar opgeknapt
en bleken ze zelfs een groot terras te
hebben dat nooit zichtbaar is geweest
onder alle groen. Kunnen ze ook even
gaan zitten om uit te puffen en tevreden
te zijn over hun werk.
Op tuin 83 is Willemien van Rhijn
gekomen. Tuin 83 was eerder van
Daphne de Vos. Het huisje is dit
voorjaar helemaal opnieuw opgebouwd,
nadat een storm het oude huisje, dat
ook wel in een windgevoelige staat was,
min of meer had weggevaagd. Daphne
wilde liever een kleinere tuin en is
naar tuin 131 verhuisd nadat deze vrij
was gekomen. Fijn voor Willemien die
zich in dat nieuwe huisje wel zag zitten
schilderen. En uiteraard ook in de tuin
werken, ter inspiratie.
Tenslotte heeft tuin 101 (voorheen
van Edwin en Sander van de winkel)
een nieuwe pachter gevonden in Jelle
Rietveld. Dat de tuin eventueel moet
verdwijnen heeft hem niet weerhouden.
Sterker nog, hij is met veel plezier en
energie bezig de tuin op te knappen,
zodat hij volgend jaar zijn eigen groenten
kan eten.
Er zijn nog vrije
tuinen!
Advertenties hangen op
het mededelingenbord.
Beschikbaar zijn:
Tuin 48 van Marijke Delwel
Tuin 99 van Hans Verheijen
Tuin 102 van Gertia Haerkens
We wensen al onze nieuwe tuinleden
heel veel succes en plezier met
hun tuin. En we hopen dat ze dit
enthousiasme blijven houden en nog
jarenlang van hun tuin zullen genieten.
Zodat we als volkstuin blijven bestaan,
ondanks de ‘dreiging’ van de snelweg
en ondanks dat we pas met 68 met
pensioen mogen om eindelijk eens
echt tijd voor de tuin te hebben.
Zodat we een plek houden om tot
rust te komen, om met de handen
in de aarde te zitten, om te dromen,
om ons in het zweet te werken en
om gewoon een beetje te klooien.
En anderen te treffen die er net zo
over denken. Bij de winkel met een
broodje en een kopje soep. Dingen
die het leven mooi maken.
Woudie Blok
Anneloes van den Brink
(ledenadministratie)
27
Milieu-agenda
Treeker Kerstfeest
Bij het Treeker Kerstfeest met winterwandeling en hoornblazers kom je
helemaal in de Kerststemming.
Het landgoedkantoor wordt speciaal
voor de kerstviering versierd en er is
een knapperend haardvuur.
Om 15.00 uur is er ontvangst met een
glas glühwein, warme chocolademelk
en kerstcake.
Om 15.30 uur start de midwinterwandeling met onderweg mooie
kerstverhalen en verrassende
ontmoetingen in het bos.
Datum: 17 december
Tijd: 15.00 - 17.30 uur
Locatie: Landgoed kantoor
Den Treek-Henschoten,
Treekerweg 23, Henschoten.
Aanmelden: via e-mail
[email protected]
of tel.nr. 033-4953637
Kosten: € 10 p.p. De opbrengst gaat
naar aanschaf van nieuwe banken.
Tafelwerkplaats
• Zelf kleine producten van hout maken
voor aan de muur
• Meewerken aan tafels voor openbare
plekken
• Houten voorwerp van thuis repareren
• Timmerproject met kinderen
Er is vakkundig advies en begeleiding.
Data: 10 en 17 dec.
Tijd: 10.00 - 17.00 uur
Locatie: Tafelboom, Rotsoord 32,
Utrecht
Aanmelden: [email protected] of
tel.nr. 0641503680 / 030-2120173
Je kunt ook mee lunchen, bijdrage:
€ 5 p.p.
Kerstmarkt Utrecht
Kleine markt met zelfgemaakte
producten, goede koffie en heerlijk
eten.
Data: 4, 10 en 11 dec.
Tijd: 11.00 - 18.00 uur
Locatie: Mariaplaats Utrecht
Kerstmarkt Leidsche Rijn
Muziek, kerstkoren, draaimolens,
levende kerststal, kinderopvang.
Data en tijden:
za. 17 december 14.00 - 21.00 uur
zo. 18 december 12.00 - 17.00 uur
Locatie: Centrum Vleuterweide,
Leidsche Rijn
28
december
2016
Kerstactiviteit
‘t Winkeltje van Oostbroek
Diverse kramen met snuisterijen, eten
en drinken. In de winkel te koop: fruit,
groentesappen. Achter de winkel is een
grote, gevarieerde en goed verzorgde
kruidentuin. In grote herenhuis wordt
voor de kinderen enkele keren het
kerstverhaal voorgelezen.
Datum: zaterdag 10 december
Tijd: 11.00 - 16.00 uur
Locatie: ‘t Winkeltje van Oostbroek,
Bunnikseweg 45a, De Bilt (route via
toegangsweg de Hoofddijk).
Kerstactiviteit
Landgoed Heidestein
Kraampjes en verantwoorde hapjes
en drankjes, snert, worst, glühwein,
chocolademelk. Er is een levende
kerststal waar je in kunt lopen.
Er zijn zangkoren, orgelmuziek en
midwinterhoornblazers uit Twente.
De bezoekers mogen ook op de
hoorn blazen.Voor kinderen is er een
beestenroute met houten beelden
van dieren.
Data: 25 en 26 december
Tijd: 11.00-16.00 uur
Locatie: Prinses Margrietlaan, Zeist
(bordjes schaapskooi volgen).
Kerstactiviteiten
Landgoed Beerschoten
• Kerstviering:
Levende kerststal, glühwein en
chocolademelk, speurtocht
Eerste kerstdag: poffertjeskraam
Tweede kerstdag: broodjes bakken
in een vuurkorf.
Locatie: Paviljoen Beerschoten,
De Holle Bilt 6, De Bilt
Data: 25 en 26 december
Tijd beide dagen: vanaf 12.00 uur
• Wandeltocht onder leiding van gids:
De ene helft van de wandeltocht
voert over landgoed Beerschoten,
de andere helft over landgoed
Houdringe. In dit gebied leven reeën,
de vos en vele vogels zoals de raaf.
Er staan eiken en beuken van ruim
225 jaar oud, met een doorsnede
van meer dan een meter.
Data: 25 en 26 december
Tijd: 14.00 - 15.00 uur
Locatie: Paviljoen Beerschoten,
De Holle Bilt 6, De Bilt
29
Maatschappelijke
stage
Ik heb mijn stage samen met Mathijs bij
de ATV Volkstuinen gedaan. Het principe
van de stage is dat het gebied waar de
volkstuinen zijn netjes wordt gehouden.
Dit gebeurt eigenlijk door de volkstuinders,
maar er wordt ook veel stage gelopen.
Netjes houden houdt in, dat het onkruid
weg wordt gehaald, composthopen worden
gemaakt en grond wordt omgespit.
Voor mijn stage had ik drie
leerdoelen:
1. Gestructureerd leren schoonmaken.
2. Handarbeid met andere mensen leren uitvoeren.
3. Leren tuinieren.
Nou moet ik tot mijn grote spijt zeggen,
dat leerdoel 3 niet is gelukt, dat komt
door het volgende: Toen ik deze stage nam,
dacht ik dat ik heel veel ging tuinieren,
dat wil zeggen, aan bloemetjes frunniken
en planten water geven. Maar wij hebben
eigenlijk vooral geschept, gezaagd en
gewied. Gelukkig is mijn moeder wel van
het tuinieren, dus als ik ooit nog grote
behoefte voel om dat te leren, kan bij haar
terecht. Leerdoel nummer 2 is erg goed
gelukt. Omdat je iedere week met andere
mensen moet werken, ben je gedwongen
om met andere mensen handarbeid uit
te voeren. Als iedereen precies hetzelfde
doel heeft, gaat dat veel makkelijker dan
je denkt. Ook was het vaak zo dat Mathijs
en ik samen met één volwassene moesten
werken en dan heb je één duidelijke leider,
wat het veel makkelijker maakt. Dat wil
niet zeggen dat wij helemaal geen inbreng
hadden, integendeel: Wij waren vaak de
leiding over HOE het werk gebeurde. De
volwassene was de leiding over DAT het
werk gebeurde. De samenwerking liep dus
altijd goed!
Leerdoel nummer 1 was het belangrijkste
voor mij omdat ik altijd naar een berg werk
kijk als: ‘Onbegonnen werk! Daar begin
ik niet aan!’ Deze Bergen Werk waren er
genoeg bij de volkstuinen: 80 takken die
gezaagd moesten worden, Enorme Bergen
zand die weg moesten, grondboren die we
tussen bomen, hekjes en composthopen in
moesten prikken. Kortom: een heel gedoe!
Wat ik nu dus heb geleerd is, dat het
helemaal geen onbegonnen werk is, als je
maar doorwerkt. Dit is een heel waardevolle
les. Wat wij hebben bijgedragen aan de
ATV Volkstuinen is eigenlijk heel simpel.
wij hebben gedaan wat heel veel mensen
daar doen. Dit principe heet ‘tuindienst’.Wij
deden iedere week mee, dus we hebben
gewoon een steentje bijgedragen. Het
is niet zo dat het werk wat wij gedaan
hebben niet was verricht zonder ons, maar
we hebben gewoon geholpen. De mensen
zijn daar erg blij mee.
colofon enzo
Er zijn mij een aantal dingen bijgebleven
van mijn maatschappelijke stage. Het
eerste is de heel erg lekkere koffie die ze
er hadden. Het tweede is dat we eigenlijk
altijd lol hadden. Het maakte niet uit of we
het meest saaie klusje ooit hadden of dat
we de meest epische dingen moesten doen.
We hadden altijd lol en hadden er eigenlijk
ook altijd zin in. Al met al was het een leuke
stage die ik met veel plezier heb gedaan.
Bas Pellikaan
Bladgroen is een onafhankelijk orgaan van A.T.V. Stadion Utrecht.
redactie: Jan Deering en Pauline Terreehorst
vormgeving: Marijke Badings
medewerkers: Woudie Blok
Anneloes van den Brink
Evert Muntslag
bijdrage: Bas Pellikaan (maatschappelijke stage)
foto’s Henk Vreekamp: Sebastiaan ter Burg
foto’s fam. vd. Veen: Marijke Badings
De Bladgroen-redactie is te bereiken per mail op: [email protected]
Bijdragen zijn welkom.
afzender:
atv stadion
postbus 85235
3508 AE utrecht
Download