Radicale inclusie = apartheid binnen de klas: o-zon-petitie LAT-inclusie ( learning apart together) en radicale ontscholing De ambities van het leerzorgplan van minister Vandenbroucke zijn revolutionair. Leren op een (gewone) school was/is in essentie een groepsgebeuren. Leerlingen in een gewone klas moe(s)ten voldoende profijt kunnen halen uit het samen optrekken binnen de leerstof en binnen gemeenschappelijke eindtermen en leerplannen. Radicale inclusie – zoals in het leerzorgplan - doorbreekt dit eeuwenoude principe en breekt met het eindtermenconcept. Veel inclusie-leerlingen kunnen bijvoorbeeld geenszins participeren aan een les begrijpend lezen in een 2de leerjaar omdat ze nog niet technisch kunnen lezen. Binnen een les cijferen in het 3de leerjaar zullen velen enkel de cijfers kunnen benoemen omdat ze nog het eenvoudige hoofdrekenen niet beheersen. In het beroepsonderwijs kunnen sommigen niet echt participeren aan een kookopdracht, omdat ze de inhoudsmaten onvoldoende kennen. Dat ze achteraf samen met de andere leerlingen het kookproduct mogen proeven, is een magere troost. In Nederland merken we dat aldus het beroepsonderwijs totaal ontwricht werd en dat steeds meer bso-scholen overgaan tot het oprichten van aparte b.o.-klassen en aldus de inclusie omzeilen. Terloops: de meeste leerkrachten en politici vonden destijds het samen plaatsen van aso- en tso-leerlingen in het VSO al te radicaal. Nu wil men een nog veel grotere heterogeniteit installeren. 90 à 95 % van de leerkrachten zijn tegenstander van radicale inclusie. Die leerkrachten vinden vooreerst dat zulke revolutionaire hervorming niet ingevoerd mag worden vooraleer ze voldoende is uitgetest. Dat is geenszins het geval. Ze zijn verder de mening toegedaan dat radicale inclusie voor heel wat leerlingen leidt tot LAT-onderwijs (learning apart together). Inclusie à la Vandenbroucke plaatst veel b.o.-leerlingen in een situatie van apartheid binnen de gewone klassen. Alle leerlingen die voldoende profijt kunnen halen uit de klassikale instructie, het samen oefenen en de klassikale feedback horen thuis in de gewone klassen. Hiertoe behoren ook de leerlingen die mits extra-zorgverbreding of GON-ondersteuning voldoende aansluiting kunnen vinden bij het groepsgebeuren. De zorgverbreding en GON-werking kunnen nog sterk verbeterd worden – maar dit is heel iets helemaal anders dan radicale inclusie. Ook in ‘gidsland Finland’ zitten b.o.-leerlingen veelal in aparte klassen - geen inclusie à la Vandenbroucke. Inclusie-voorstanders stellen voor om voor de inclusie-kinderen telkens een apart potje te koken. Aan dezelfde klastafel zitten, maar niet mogen mee-eten uit de klassikale pot is bijzonder pijnlijk en discriminerend. Zulke inclusie-leerlingen voelen zich uitgesloten; ze lijden onder hun situatie van apartheid binnen het leerproces en het groepsgebeuren. Het zelfbeeld en de competentiebeleving van deze LAT-leerlingen is veel lager dan wanneer ze in aangepaste b.o.-klassen -binnen of buiten het gewone onderwijs- samen met niveaugenoten kunnen optrekken. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met een aanzienlijke leerachterstand bij de meeste schoolse vaardigheden een heel kwetsbare groep zijn. Het buitengewoon onderwijs biedt voor deze kinderen een meer aangepast niveau waardoor ze minder faalervaringen opdoen en zich ook minder vlug een uitzondering voelen. Jammer genoeg werd de voorbije decennia al te weinig geïnvesteerd in het verhogen van de kwaliteit van het buitengewoon onderwijs. LAT-onderwijs binnen gewone klassen komt dus onvoldoende tegemoet aan de specifieke noden en ontwikkelingsbehoeften van b.o.-leerlingen. LAT-onderwijs betekent voor hen een extra-discriminatie. Men zou veel beter de centen die men aan inclusie wil besteden, investeren in zorgverbreding en GONondersteuning binnen het gewone onderwijs en in verbetering van de kwaliteit van het buitengewoon onderwijs. Of we beter werken met b.o.-klassen binnen een aantal grotere scholen of met aparte b.o.scholen laten we hier buiten beschouwing. In 1970 waren de politici en de beleidsadviseurs er stellig van overtuigd dat het systeem van aparte b.o.-klassen niet deugde. Ook toen vonden wij dat de beleidsmensen voortvarend te werk gingen. LAT-inclusie tast ook het basisprincipe van het huidige onderwijs aan. In de huidige heterogene klassen van het lager onderwijs moeten leerkrachten nu al bijna het onmogelijke doen om alle leerlingen samen te houden en om extra aandacht te besteden aan de zwakkere leerlingen en aan de taalproblemen van migrantenleerlingen. In een klas met LAT-leerlingen zullen die zwakkere leerlingen nog minder aandacht krijgen. LAT-inclusie betekent dus ook minder aandacht voor de achterstandsleerlingen binnen het huidige onderwijs. Het leidt tot ontscholing voor alle leerlingen. Raf Feys, namens o-zon (Onderwijs Zonder ONtscholing: www.o-zon.be) We nodigen leerkrachten, directies, ouders, politici … uit om deze petitie te ondertekenen en te sturen naar Raf Feys, St.Hubertuslaan 71 8200 Brugge. Verspreid deze petitie zo ruim mogelijk. Naam: Adres: onderschrijft de inclusie-petitie van O-ZON Functie: e-mail (eventueel):