De aarde schokt Haïti werd op dinsdag 12 januari 2010 om 16:53:09 opgeschrikt door een zware aardbeving met een kracht van ongeveer 7,3 op de schaal van Richter. Na twee weken waren er al meer dan 200.000 doden. Een verschrikkelijke ramp. In het thema 4 Rampen en plagen heb je geleerd dat bij een aardbeving de korst van de aarde beweegt. Waardoor beweegt de aardkorst? A. Lees de tekst ´We hebben geluk gehad´ en bestudeer de foto´s van de reportage. B. Jij bent een journalist in het rampgebied op Haïti. Beschrijf voor de krant in Nederland in een kort verslag wat je om je heen ziet en wat je gehoord hebt. We hebben geluk gehad ` De straten zijn bezaaid met lichamen. Sommigen in lakens gewikkeld. Anderen liggen daar open en bloot. We mogen er niet bij komen. Fotoreportage: De dag na de aardbeving Heel veel mensen zijn op zoek naar familieleden. Ook zijn er mensen die wat ronddwalen, omdat ze nergens meer naartoe kunnen. De supermarkt is helemaal kapot . Normaal gesproken is de winkel altijd vol met mensen. Ik ga zelf ook vaak naar de winkel. Ik had daar kunnen zijn tijdens de aardbeving. Alles is om ons heen is kapot. Het is een grote bende. Waar halen we nu eten en drinken vandaan? We hebben heel veel geluk gehad. We slapen vannacht op straat. Er zijn nog steeds schokken en de muren die nog overeind staan kunnen nog instorten. Vlak voordat de aarde begon te schudden, speelde ik met twee vriendjes naast een muur die is ingestort. Als de ramp een uur later had plaatsgevonden, waren we allemaal verpletterd geweest. We hebben geluk gehad. ´ Dagboekfragment IFRC/Eric Quintero De aardkorst in beweging Waardoor beweegt de aardkorst? De aardkorst drijft op een dikke taaie laag magma. Magma bestaat uit gesmolten gesteente. Doordat de aardkorst niet een geheel is en de platen drijven kunnen ze bewegen. Er zijn ongeveer 9 grote platen en meerdere kleine platen, die tegen elkaar botsen en van elkaar wegdrijven. De meeste aardbevingen vinden plaats waar de platen van elkaar en tegen elkaar bewegen. Aan de randen van de platen komen dan ook de meeste zware aardbevingen voor. C. Zoek in het landenregister waar Haïti ligt. Welke kaart heb je daarvoor gebruikt? D. Gebruik de kaart (GB192B). Welke twee botsende platen hebben de aardbeving van Haiti veroorzaakt? E. Op welke plaat ligt Nederland? F. Leg uit waarom in Nederland weinig zware aardbevingen voorkomen. G. Bestudeer de kaart (GB 188-189). De platen waar Afrika en Zuid-Amerika op liggen, drijven van elkaar af. Waaraan kun je zien dat Afrika en Zuid-Amerika ooit tegen elkaar gelegen hebben? H. Laten we eens gaan puzzelen. Op het knipblad staat afbeelding 1: de kaart van de wereld. Volg de instructie op het knipblad. Beantwoord daarna de onderstaande vragen: - Leg de werelddelen zoals op het linker plaatje. - De werelddelen lijken op een puzzel. Probeer de puzzel op te lossen door de werelddelen in elkaar te schuiven. Wat valt je daarbij op? Een drijvende kracht Een aardbeving ontstaat door beweging in de aardkorst. Maar waardoor komt de aardkorst in beweging? Hiervoor moeten we onder de aardkorst kijken. De aarde bestaat uit verschillende lagen. Dat zie je in bron 4. In de buitenmantel zit vloeibare taaie magma. Juist die vloeibare taaie magma speelt een belangrijke rol. I. Lees de tekst Een drijvende kracht en bestudeer bron 1. Waaruit bestaan de volgende lagen? - de binnenkern bestaat uit: - de buitenmantel bestaat uit: J. Waaruit zal de overgangszone bestaan? Verklaar je antwoord. Bron 1 De Aarde van binnen naar buiten De kern van de Aarde is erg heet tussen de 4000 en 6000 graden Celsius. - de binnenkern (ijzer en nikkel in vaste vorm) - de buitenkern (ijzer en nikkel in vloeibare vorm) De kern is erg heet. Logisch dat het gesteente van de mantel voor een deel vloeibaar is. - de binnenmantel (vast heet gesteente) - de buitenmantel (dik taai vloeibaar gesteente) - de Aardkorst (gestold gesteente) De dikte van de Aardkorst verschilt. Onder de oceanen is de korst ongeveer 5 kilometer dik. De korst met daarop land zijn ongeveer 40 kilometer dik. We kennen daarom twee typen aardkorsten: - de oceanische korst ( +/- 5 kilometer dik) - de continentale korst (+/- 40 kilometer dik) wiki Commons Magma duwt tegen de aardkorst De aardkorst bestaat uit platen en drijven op magma. De kern is erg heet en magma is vloeibaar. Waar de magma de aardkorst raakt, duwt het de aardkorst een richting op. Het duwen tegen de aardkorst zorgt voor de beweging van de platen. Deze beweging noemen we de convectiestroom. Het is de hete kern die de magma in beweging brengt. Convectiestromen vind je overal waar gassen of vloeistoffen verwarmd worden. Schema: De convectiestroom 1 vanuit de kern wordt de magma verhit 2 de hete magma zet uit en stijgt naar de korst 3 de hete magma koelt af en krimpt 4 de afgekoelde magma daalt weer richting de kern 5 vanuit de kern wordt de magma weer verhit Kern De zwarte pijlen geven de duwrichting aan. K. Lees de tekst Magma duwt tegen de aardkorst en bestudeer het schema: De convectiestroom. Wat valt je op aan de draairichting van de convectiestromen? L. Hieronder staan 8 foto’s van een lava-lamp in de verkeerde volgorde. Ook hier is sprake van een convectiestroom. In een lava-lamp zit natuurlijk geen echte lava, maar een gekleurde stof met water. De lamp kun je vergelijken met de kern van de Aarde. De lava kun je vergelijken met het magma binnen in de Aarde. Op het knipblad staan dezelfde foto’s. Knip de foto’s uit en plak ze in de juiste volgorde op het antwoordenblad. 8 foto’s van een lava-lamp A B C D E M. Beschrijf in eigen woorden wat er in de lava-lamp plaatsvindt. N. Is de naam lava-lamp wel een juiste naam voor de lamp? O. Bekijk de foto rechts van het klaslokaal. Kylian zit in het klaslokaal. Links van hem onder het raam zijn de kachels gemonteerd. Kylian zegt: “De beste plek in het lokaal is het midden. Niet te warm en niet te koud!”. Teken de convectiestroom op het antwoordenblad in het lokaal. F G H P. Wanneer het buiten koud is wil je binnen dicht bij de kachel zitten. Leg aan de hand van de convectiestroom uit waar je ook kunt gaan zitten. Q. Tot slot een proefje met vla. Bekijk hiervoor het volgende blad. Een proefje met vla Je weet nu: waar de magma de aardkorst raakt, duwt het de aardkorst een richting op. Het duwen tegen de aardkorst zorgt voor de beweging. Deze beweging noemen we de convectiestroom. In het volgende proefje met vla en kaneel kun je de beweging van de aardkorst nabootsen. Wat heb je nodig? Een steelpannetje, een pak vla en een busje kaneelpoeder, een verwarmingsplaatje, een schaar en afbeelding 3 van het knipblad. - Neem een steelpannetje en doe daar een laagje van ongeveer 3 centimeter vla in. - We maken een sjabloon. Knip de zwarte delen uit het knipblad. Er ontstaan gaten waardoor we de kaneel gaan strooien. - Houd het sjabloon boven de vla en strooi een laagje kaneel op de vla. Zorg dat de kaneel dezelfde vorm krijgt als de uitgeknipte delen. In de vla drijven 4 rechthoeken van kaneel. - Nu gaan we het steelpannetje met de vla en kaneel verwarmen. - Zet het vuur niet te hoog. De vla mag bijvoorbeeld niet gaan koken (met belletjes). Beweeg tijdens de proef het steelpannetje niet en roer niet. - Wacht ongeveer 3 à 4 minuten en kijk naar wat er gebeurt. Vragen bij het proefje 1. Teken de beginsituatie van de proef in steelpannetje 1 en het eindresultaat in steelpannetje 2. Beginsituatie Eindresultaat Steelpannetje 1 Steelpannetje 2 2. Vul in het onderstaande schema in de kolom De Aarde de begrippen op de juiste plaats in: (korst ,kern, duwt, koelt, daalt, magma, opnieuw) De Aarde: (Vul de begrippen in.) 1 De _____ verhit de magma. Het proefje (Beschrijf wat er gebeurt.) 1 Het vuur verwarmt de vla 2 De hete _____ stijgt naar de _____. 2 3 De hete magma _____ af. 3 4 De afgekoelde magma _____ weer richting de kern 5 Vanuit de kern wordt de magma weer _____ verhit. 6 Waar de hete magma de aardkorst raakt, _____ het de aardkorst een richting op. 4 5 6 Waar de vla .. 3. Je kunt de vla vergelijken met het magma, het vuur met de hete kern van de Aarde en het kaneel is de aardkorst. Vul op het antwoordenblad in de kolom ‘Het proefje’ een beschrijving in van wat er in het steelpannetje heeft plaatsgevonden. 4. Leg aan de hand van dit proefje uit hoe aardbevingen kunnen ontstaan.