Cyberpesten: noden en initiatieven

advertisement
36
Cyberpesten: noden en
P
esten wordt omschreven als het intentioneel,
repetitief, agressief gedrag van een individu of een
groep tegenover een slachtoffer dat zich moeilijk
kan verdedigen. Met de opkomst van digitale
technologieën is een nieuwe vorm van pesten via
elektronische media ontstaan: cyberpesten. Het kan gaan
om iemand kwetsende berichten sturen, ongewenst
beeldmateriaal over iemand verspreiden, anderen
uitsluiten bij gesprekken via gsm of computer en
persoonlijke informatie van iemand misbruiken.
Cyberpesten en interventie
Cyberpesten en offline pesten vertonen veel gelijkenissen, maar er
zijn ook unieke eigenschappen van
cyberpesten die belangrijke gevolgen hebben voor interventies. Zo
kan cyberpesten 24/7 plaatsvinden,
terwijl traditioneel pesten stopt
wanneer de betrokkenen niet bij elkaar in de buurt zijn. Daarnaast kan
het aantal getuigen bij cyberpesten
vele malen groter zijn dan bij offline
pesten. Bovendien heeft een cyberpestkop de mogelijkheid om anoniem te blijven, wat bij offline pesten niet (of toch veel minder evident)
kan. Online is er ook minder (of
geen) toezicht van leerkrachten en
ouders, waardoor cyberpesten vaak
langer onder de radar blijft van volwassenen. Ten slotte gebeurt cyberpesten vaker op andere plaatsen
en tijdstippen (thuis, na school) dan
tijdens de schooluren, terwijl traditioneel pesten vooral op school
22
BASIS 21 JANUARI 2017 SCHOOLWIJZER
plaatsvindt. Door deze specifieke
kenmerken zijn aanpassingen nodig
aan traditionele pestinterventieprogramma’s om ook cyberpesten adequaat aan te kunnen pakken.
Bovendien is onderwijspersoneel
vaak minder goed op de hoogte van
cyberpesten tussen leerlingen en
kunnen ze er minder snel op reageren. Dat vergroot de nood om andere partijen zoals ouders, sociale
netwerksites, internet service providers, politie te betrekken. Een integrale schoolaanpak1 (“Whole
School Approach”), gebaseerd op
wetenschappelijk onderzoek, met
extra aandacht voor de specifieke
kenmerken van cyberpesten, is aangewezen.
Aanpak van cyberpesten op
school
Uit een grote bevraging bij Vlaamse
schooldirecties in 2011 (door onderzoekers van de Universiteit
Antwerpen) bleek dat de meeste
scholen cyberpesten als een probleem beschouwen, zelfs als ze er
zelf in mindere mate mee geconfronteerd worden. Bovendien vinden
de meeste scholen het hun taak om
leerlingen over cyberpesten te informeren. De meeste scholen nemen dan ook (vooral preventieve)
acties, maar rapporteren dat ze
meer professionele ondersteuning
en bijkomende materialen - waarvan de effectiviteit bij eerdere toepassingen is aangetoond - nodig
hebben. De interesse naar computertoepassingen voor materialen en
acties rond cyberpesten, zoals met
game-elementen, blijkt heel groot
te zijn.
Een later onderzoek bij opvoedkundig en onderwijzend personeel van
Vlaamse scholen bevestigde dat onderwijspersoneel, en vooral leerkrachten, niet goed weet hoe cyberpesten op school aan te pakken.
Slechts 23% van het onderwijspersoneel voelt zich bekwaam om op
cyberpesten te reageren. Positief is
dat onderwijspersoneel vaker door
onderzoek aangeraden strategieën
gebruikt zoals met leerlingen praten, steun en advies geven aan
slachtoffers, het betrekken van ouders en te rade gaan bij anderen.
Strategieën die uit vorig onderzoek
worden afgeraden, zoals bestraffen,
het incident negeren en slachtoffers
aanraden om assertiever te zijn,
gaan ze minder snel gebruiken. De
reacties van onderwijspersoneel op
cyberpesten zijn zeer gelijkaardig
aan die op traditioneel pesten. De
Sara Erreygers & prof. dr. Heidi Vandebosch | Illustraties: Sarah Vanbelle
Praten met de
leerlingen gebeurt
echter veel minder,
terwijl dit cruciaal is
bij cyberpesten.
initiatieven in Vlaanderen
meerderheid van het onderwijspersoneel geeft vooral steunend advies
aan slachtoffers en raadpleegt anderen (zoals het CLB of een
zorgleerkracht) over mogelijke
stappen. Praten met de leerlingen
bijvoorbeeld in klasdiscussies of
praten met het slachtoffer en de dader gebeurt echter veel minder.
Nochtans is dit cruciaal bij cyberpesten omdat het ook een preventief
effect kan hebben tegen later cyberpestgedrag. Zo’n 14% van het
onderwijspersoneel (hoofdzakelijk
mannen) vindt cyberpesten niet belangrijk en reageert er dan ook niet
op of legt de schuld bij het slachtoffer. Daarnaast staat echter een kleine groep van het onderwijspersoneel, waarvan de directeurs en
zorgleerkrachten een belangrijk
deel uitmaken, die cyberpesten op
een meer adequate manier aanpakt.
Zij geven vooral steunend advies
aan de slachtoffers, betrekken de
ouders van betrokkenen en praten
met de leerlingen.
Zoals blijkt uit deze onderzoeken,
heerst er een grote onzekerheid en
(ongewilde) onwetendheid bij een
groot deel van het onderwijspersoneel over de aanpak van cyberpesten. Het cyberpestbeleid steunt
soms te sterk op het werk van enkelingen (de directeur, zorgleerkrachten) en de integratie van een cyberpestbeleid binnen een globale antipestaanpak blijkt bij veel scholen
nog te ontbreken. Het besef dat cyberpesten een belangrijk probleem
is dat ook op school dient aangepakt
te worden en de wil om er iets aan
te doen, zijn er wel, maar de middelen en professionele ondersteuning
blijken op dit moment op veel scholen ontoereikend.
Naar een wetenschappelijk
ondersteunende aanpak van
cyberpesten
Scholen
Om aan deze nood te beantwoorden,
zijn verschillende initiatieven gelanceerd vanuit de overheid, non-profitorganisaties (zoals de Gezinsbond)
en vanuit de wetenschappelijke wereld. Om tegemoet te komen aan de
vraag van leerkrachten en schoolteams naar professionele ondersteuning en materialen, werken onderzoekers van de Universiteit
Antwerpen en de educatieve spelontwikkelaars van De Aanstokerij, in
opdracht van Mediawijs en met financiering van het Ministerie van
Onderwijs, momenteel aan een toolkit rond cyberpesten. Deze toolkit,
Cyber-Scan genaamd, biedt concrete handvaten voor scholen om een
schoolbreed beleid rond cyberpesten uit te werken. Scholen zullen de
toolkit gratis online kunnen downloaden via de websites van Media­
wijs en Klascement. De toolkit bevat
een handleiding en materialen zodat
scholen op eigen houtje te werk
kunnen gaan. Leerkrachten kunnen
nu al een kijkje nemen op de website
van Mediawijs, www.tegencyberpesten.be, waar de schoolbrede aanpak
tegen cyberpesten uit de doeken
wordt gedaan en concrete tips voor
leerkrachten opgelijst staan.
De toolkit is opgezet als een inter-
actief discussie-instrument met
spelelementen voor schoolteams.
Er wordt gewerkt in drie fasen, die
allemaal na elkaar uitgevoerd kunnen worden of in aparte stappen (en
mogelijk met verschillende betrokkenen). De toolkit kan dus flexibel
gebruikt worden naargelang het
voor het schoolteams best uitkomt.
In de eerste fase wordt een inventarisatie gemaakt van het huidige
schoolbeleid rond cyberpesten. De
toolkit bevat een overzicht van de
bouwstenen van een goed anticyberpestbeleid en een indicatie van
hoe cruciaal ze zijn, gebaseerd op
wetenschappelijk onderzoek. Deze
bouwstenen horen bij de vier hoekstenen die noodzakelijk zijn voor
een schoolbreed anticyberpestbeleid: preventie, detectie, interventie
en nazorg. Aan de hand van groepsdiscussies wordt voor het huidige
schoolbeleid getoetst in hoeverre
deze bouwstenen al aanwezig zijn
en welke bouwstenen duidelijk aandacht verdienen. Zo krijgen scholen
een overzicht van de sterktes en
werkpunten van hun eigen beleid.
In de tweede fase selecteert het
schoolteam één of meerdere aandachtspunten uit de eerste fase die
op dat moment prioriteit hebben. Met
behulp van actiegerichte vragen gerelateerd aan functies van populaire
smartphone apps wordt voor elk aandachtspunt grondig geanalyseerd wat
het huidige schoolbeleid daarrond is
en hoe dit verbeterd kan worden.
De derde fase bestaat uit het opstellen van een concreet actieplan
rond de aandachtspunten. Aan de
BASIS 21 JANUARI 2017 SCHOOLWIJZER
23
Er heerst een grote
onzekerheid en
(ongewilde) onwetendheid
bij een groot deel van de
schoolteams over de
aanpak van cyberpesten.
hand van de analyses uit de tweede
fase worden concrete stappen en
doelen vooropgesteld en worden
personen binnen (en eventueel ook
buiten) de school betrokken om de
stappen te voltooien.
Naast deze toolkit zijn er nog andere initiatieven gericht op scholen. Zo
bevat de website van Mediawijs een
schat aan informatie en tools voor
scholen en andere betrokkenen over
cyberpesten, mediawijsheid, gaming, online privacy en aanverwante thema’s. Mediawijs heeft ook een
papieren uitgave gemaakt voor
scholen over cyberpesten, gebaseerd op onder meer onderzoek van
de Universiteit Antwerpen. Deze kan
je downloaden via de website van
Mediawijs over cyberpesten.
Andere betrokkenen
Voor de aanpak van cyberpesten is
het echter niet voldoende om enkel
leerkrachten en schoolteams in te
schakelen. Ook leerlingen, ouders,
politie, de media en internet service
providers moeten betrokken worden
bij preventie, detectie en
interventie. Vandaar
dat er ook initiatieven
gericht zijn op deze andere betrokkenen.
Onder leiding van verschillende
Vlaamse universiteiten werd een
prototype van een educatieve digitale game ontwikkeld om leerlingen
die getuige zijn van cyberpesten te
leren hoe daarop te reageren
(Friendly Attac-project). In deze
game komen de leerlingen terecht
in een klas waar gecyberpest wordt.
Hun opdracht is om het cyberpesten
een halt toe te roepen door de leerlingen in het spel die getuige zijn
van het cyberpesten op een gepaste
manier te laten reageren. Op deze
wijze leren leerlingen al gamend
hoe ze kunnen reageren en welke
reacties daarbij meer of minder helpend zijn. De game moet nog verder
ontwikkeld worden en is nog niet
beschikbaar.
Een recent initiatief gericht op ouders is MediaNest, een website over
mediaopvoeding. Deze website be-
vat verhalen, adviezen van
experts en concrete tips over
thema’s als sociale media, gaming,
cyberpesten, reclame en privacy.
Aangezien cyberpesten vaak plaatsvindt op sociale netwerken, kan ook
actie worden ondernomen op die
platformen. Vanuit die insteek werd
het interdisciplinaire AMiCA-project
opgezet, met als doel mogelijk bedreigende situaties op sociale netwerken automatisch te herkennen
door middel van tekst- en beeldanalyse. In de toekomst zou deze detectiemethode gebruikt kunnen worden
om cyberpesten sneller op te sporen en aan te pakken.
Ten slotte werden de juridische aspecten van cyberpesten belicht in
een wetenschappelijk rapport van
de Universiteit Antwerpen:
Cyberpesten: Pesten in bits en
bytes2. Naast de relevante wetgeving over cyberpesten, wordt hierin
ook ingegaan op de verantwoordelijkheid van betrokken leerlingen,
ouders, schoolpersoneel en internet
service providers.
Besluit
n
l
b
24
Noten
1. Een integrale schoolaanpak richt zich tot alle schoolactoren (leerlingen, leerkrachten, ouders, nabije schoolomgeving), bestrijkt
alle dimensies van het schoolgebeuren en behelst een brede, volgehouden mix van initiatieven op vlak van preventie, detectie,
interventie en nazorg.
2. Het rapport ‘Pesten in bits en bytes’ is beschikbaar via http://wise.vub.ac.be/fattac/mios/Cyberpesten%20pesten%20in%20
Bits%20en%20Bytes%202009.pdf
Sara Erreygers & prof. dr. Heidi Vandebosch maken deel uit van de Onderzoeksgroep MIOS, departement
Communicatiewetenschappen, Universiteit Antwerpen
Links
◗ Twee initiatieven van Mediawijs: www.medianest.be , www.tegencyberpesten.be
◗ Het Vlaams netwerk Kies Kleur Tegen Pesten: www.kieskleurtegenpesten.be
◗ Educatief materiaal en vormingen over (cyberpesten): www.tumult.be, www.jongenvanzin.be en www.aanstokerij.be
◗ Een online databank met tools voor leerkrachten: www.klascement.be
◗ MIOS, de onderzoeksgroep van de Universiteit Antwerpen die onderzoek doet naar cyberpesten: https://www.uantwerpen.be/en/
rg/mios/
Bronnen
DeSmet, A., Aelterman, N., Bastiaensens, S., Van Cleemput, K., Poels, K., Vandebosch, H., … De Bourdeaudhuij, I. (2015). Secondary
school educators’ perceptions and practices in handling cyberbullying among adolescents: a cluster analysis. Computers & Education,
88, 192–201. doi:10.1016/j.compedu.2015.05.006
Vandebosch, H., & Poels, K. (2012). Friendly ATTAC: virtuele scenario’s tegen cyberpesten. In F. Goossens, M. Vermande, & M. van der
Meulen (Eds.), (pp. 181–186). Den Haag: Boom Lemma.
Vandebosch, H., Poels, K., & Deboutte, G. (2011). Cyberpesten bij jongeren: een zaak voor de school? Welwijs: Wisselwerking Onderwijs En
Welzijnswerk, 22, 15–18.
BASIS 21 JANUARI 2017 SCHOOLWIJZER
Zoals uit onderzoek blijkt, is er bij
Vlaamse scholen een duidelijke
nood aan ondersteuning en materiaal om cyberpesten aan te pakken.
Verschillende initiatieven zijn en
worden ontwikkeld om te beantwoorden aan deze nood, waaronder
de toolkit Cyber-Scan. Scholen zijn
echter niet de enige partij die betrokken dient te worden bij de aanpak van cyberpesten. Vandaar dat
er vanuit verschillende Vlaamse
universiteiten ook wetenschappelijk
onderbouwde projecten zijn ondernomen gericht op leerlingen, ouders en andere betrokkenen.
Uiteindelijk zal de combinatie van
initiatieven vanuit alle betrokken
partijen het beste effect hebben. n
Download