Steenkool Feiten en cijfers Voorwoord Hoe lang is het geleden dat een gesprek over energie steevast strandde in wazige blikken en onverholen gegaap? Energie, daar moest je geen woorden aan vuil maken. Dat was er gewoon. Hoe anders is dat vandaag! Energie speelt inmiddels een sleutelrol in ons denken over leefbaarheid, duurzaamheid, economie en geopolitiek. Geen kleine onderwerpen. Er gaat dan ook geen dag meer voorbij zonder mediale aandacht voor energie, energietransitie en energie-innovatie. Zo veranderde energie in korte tijd van commodity naar trending topic. Zon, wind, aardolie, aardgas, biomassa en steenkool… Stuk voor stuk energiebronnen, met hun eigen plussen en minnen. En elk met een heel eigen positie in onze nationale energiemix. Niet eenvoudig om daarin een consistente toekomstvisie te ontwikkelen. Toch zijn overheid, wetenschap, NGO’s en industrie er in 2013 in geslaagd om 4 een uitgebalanceerd Energieakkoord voor duurzame groei te sluiten, waarin harde afspraken zijn gemaakt over de transitie naar een duurzame energiemaatschappij. Geen overbodige luxe. Want al is het einddoel helder, de weg naar een CO2-neutrale toekomst is lang. Daarin spelen beschikbaarheid, leveringszekerheid, onafhankelijkheid en betaalbaarheid een cruciale rol. Een van de energiebronnen in het Energieakkoord is steenkool. Ook hierover zijn stevige afspraken gemaakt. Zo is afgesproken dat de oudere steenkoolcentrales op korte termijn worden vervangen door nieuwe, efficiënte centrales. Om de klimaateffecten nog verder terug te schroeven voegt het Energieakkoord hier de wens tot meestook van bio­ massa en ondergrondse CO2-opslag aan toe. Met recht een ambitieuze visie op energietransitie dus. Als een van de leidende Europese energieconcerns is Uniper actief in de grootschalige opwek van energie. Dus ook in steenkool. De gloednieuwe steenkoolcentrale van Uniper op de Maasvlakte, is wat mij betreft een voorbeeldproject van innovatief transitiedenken. Hierin gaat Uniper aanzienlijk verder dan het Energieakkoord. In denken, investeren en doen. Bij voorkeur in nauwe samenwerking met maatschappelijke en kennispartners. Zo ontstaat rondom de nieuwe centrale op de Maasvlakte een heel eigen regionale energiebiotoop, inmiddels beter bekend als Energy Hub West. In deze samenwerking zetten lokale overheden, de Rotterdamse haven, het bedrijfsleven en de energiesector grote stappen met het gebruik van biomassa, de opslag en hergebruik van CO2, warmtelevering aan de gebouwde omgeving en samenwerking met de omliggende industrie. Steenkool speelt hierin dus een belangrijke rol. Voor ons reden om een klein boekje open te doen over deze energiebron. Frits Bruijn, Country Chairman Uniper Benelux 5 Wat heeft steenkool vandaag opgeleverd? In 24 uur … ... voorzag het in 22% van de benodigde energie voor 6,1 miljoen Facebook-gebruikers, 1,1 miljoen YouTube-gebruikers, 0,3 miljoen LinkedIn-gebruikers en 1,5 miljoen Twittergebruikers in Nederland … verbeterde het de leveringszekerheid van tientallen landen over de wereld Bron: Science News Today, 2011 …. werd 148 miljoen kilo kolen geïmporteerd waarvan 104.8 miljoen uitgevoerd/doorgevoerd Bron: Steenkoolbalans, CBS, 2014 Bron: Marketingfacts, 2014 ... maakte het de productie van 18 miljoen ton staal in Nederland mogelijk Bron: World Steel Association, 2015 6 …. produceerde het 80 miljoen kWh aan elektriciteit – meer dan gas, wind en waterkracht bij elkaar Bron: Nationale Energieverkenning, ECN, 2015 7 Ontstaan van steenkool Steenkool is ontstaan uit resten van planten die meer dan 300 miljoen jaar geleden groeiden. Het zeeniveau was in deze tijd hoog en grote delen van de aarde waren bedekt met moerassen. De plantenresten onder water werden eerst veen. In de loop der eeuwen vormde zich een dikke laag zand en klei op de plantenresten. Onder invloed van toenemende druk en temperatuur werd het veen eerst omgezet in bruinkool, en toen de druk en temperatuur nog hoger werden in steenkool. Vandaag 100 tot 400 miljoen jaar geleden 100 miljoen jaar geleden Steenkoollaag Water Sediment- en steenlaag Planten Sediment- en steenlaag Steenkoolwinning Moeras Plantenresten veranderen in veen Steenkoollaag Illustratie niet op schaal 8 9 Steenkool in de wereld Steenkool is na aardolie de belangrijkste energiebron ter wereld (World Coal Association) en met een bijdrage van ongeveer 40% aan de mondiale elektriciteits­ productie ’s werelds grootste bron van elektriciteit (World Energy Council). De dominante positie van steenkool in de mondiale energiemix is te danken aan de grote aanwezige voorraad verspreid over de wereld en de gunstige prijs. Rusland Nederland Verenigde Staten 49.088 12,9 108.501 149,5 China Japan 615,8 India 2.836 550,5 Colombia 550,5 6.746 Bewezen winbare voorraden steenkool (Mt), 2011 Steenkool­consumptie (Mtce), 2014 Totaal 403.197 Totaal 5.544 Australië Zuid Africa 37.100 30.156 Mt: Megaton Mtce: Megaton steenkool-equivalent Bron: World Energy Council, 2013; IEA, 2015 10 11 Herkomst en verbruik Nederland Steenkoolbalans Eemshaven Kolencentrales in Nederland Nederland importeert kolen vanuit de hele wereld. Nederlands grootste leverancier van kolen is Colombia. Meer dan 70% van de geïmporteerde steenkool wordt weer uitgevoerd. Van de resterende 30% wordt 70% gebruikt voor elektriciteitsopwekking in de Nederlandse elektriciteitscentrales. Het overige deel wordt ingezet voor de staalindustrie. Essent/RWE Kolencentrale Kolencentrale gesloten conform Energieakkoord Herkomst en verbruik Nederland, 2014 (miljoen kg) Amsterdam Invoer 54.227 Nuon Steenkoolverbruik Rotterdam 14.554 Colombia 33% Per 1 juli 2017 Noord-Amerika 23% Elektriciteits­ centrales Rusland 16% Zuid-Afrika 10% Australië 8% Overig 10% ENGIE Uniper Nijmegen 10.195 Borssele Uitvoer 38.223 Totaal aanbod NL 14.554 EPZ Per 1 januari 2016 Geertruidenberg Per 1 januari 2016 Per 1 januari 2016 ENGIE Essent/RWE Cokes­ fabrieken 2.906 Staalindustrie Bron: Wood Mackenzie, 2014; CBS, 2015 12 1.399 Bron: CBS 13 Elektriciteitsproductie Elektriciteitsproductie naar energiebron, Europa (TWh), 2014 10% 10% 16% 16% 8% 8% 17% 17% De roep tot het substantieel terug­ dringen van het aandeel fossiele energie in de energiemix door vergroting van het aandeel hernieuwbaar wordt steeds luider. De verwachting is echter dat – met ongewijzigd beleid – het ­gebruik van fossiele bronnen als steenkool en aardgas op mondiaal niveau nog aanzienlijke tijd zal stijgen. Op dit moment staat elektriciteits­ productie opgewekt door kolen op de eerste plaats. Duurzame technologieën vormen gezamenlijk de tweede grootste bron voor elektriciteitsopwekking. Volgens het IEA zal het aandeel kolengestookte elektriciteitsproductie in de periode tot 2030 afnemen naar 30%, terwijl het aandeel duurzaam blijft groeien: in 2014 was de helft van alle nieuw opgestelde capaciteit duurzaam (World Energy O ­ utlook 2015, IEA). De snelle groei is volgens het IEA voor een groot deel te danken aan de beleidsmaatregelen op nationaal en internationaal niveau om duurzame energie te stimuleren. 25% 25% 24% 24% 8% 7% 8% 22% % 17% 11% 39% 39% 17% 11% Olie 48,2% 48,2% 1.068 1.068 Waterkracht Waterkracht3.796 3.796 Kernenergie Kernenergie2.417 2.417 Steenkool Steenkool 8.726 8.726 Aardgas Aardgas 4.933 4.933 Overig Overig 1.520 1.520 Totaal: Totaal: 22.433 22.433 Bron: World Bank, 2015 14 Waterkracht Waterkracht 604 604 Kernenergie Kernenergie 858 858 Steenkool Steenkool 889 889 Aardgas Aardgas 571 571 OverigOverig 362 362 TotaalTotaal 3.568 3.568 Elektriciteitsproductie naar energiebron, Nederland (TWh), 2014 4,5% 4,5%6,4% 6,4% 4,9% 4,9% 7,2% 7,2% Olie 283 283 Bron: World Bank, 2015 Elektriciteitsproductie naar energiebron, wereldwijd (TWh), 2014 7% Wind Wind 28,8% 28,8% Wind, zon en water 6,6 Wind, zon en water 6,6 Biomassa 5 Biomassa 5 Kernenergie en overig 7,4 Kernenergie en overig 7,4 Steenkool 29,5 Steenkool 29,5 Aardgas 49,5 Aardgas 49,5 Andere fossiele brandstoffen 4,6 Andere fossiele brandstoffen 4,6 Totaal: 103,6 Totaal: 103,6 Bron: CBS, 2015 Het aandeel kolen in de elektriciteitsproductie in Nederland is tussen 2010 en 2014 sterk gestegen (van 18% naar 29%) ten koste van gas (van 62% naar 48%). Voor de elektriciteitsproductie in 2014 werd de hoogste hoeveelheid steenkool ingezet sinds 1991, het vroegste jaar waarover deze gegevens bekend zijn. De oorzaak van deze verschuiving is een relatief lage prijs voor kolen ten opzichte van gas, de ingebruikname van nieuwe kolencentrales en de lage prijs voor CO2emissierechten (CBS, 2015). 15 Hoe lang gaan fossiele bronnen nog mee? We horen en lezen het overal: ‘onze’ fossiele grondstoffen worden schaars. Dit komt omdat de toekomstige beschikbaarheid niet vanzelfsprekend is. De voorraad fossiele grondstoffen is namelijk afhankelijk van de fysieke aanwezigheid in de aarde. Bovendien gaat het gebruik van fossiele brandstoffen sneller dan de vorming ervan. De huidige voorraden fossiele brandstoffen zijn nog goed voor 54 (aardolie), 61 (aardgas) en 142 (steenkool) jaar bij eenzelfde verbruik als in 2011. Van de fossiele brandstoffen is van steenkool dus nog de meeste voorraad. Totaal geschatte winbare voorraad Totaal geschatte winbare voorraad Totaal geschatte winbare voorraad Bewezen winbare voorraad Bewezen winbare voorraad 142 jaren De figuren geven de geschatte productiejaren weer, gebaseerd op de geschatte productie in 2013. Fossiele-brandstofreserves naar soort 3.050 jaren Steenkool Bewezen winbare voorraad 61 jaren 233 jaren Aardgas 54 jaren 178 jaren Olie Bron: BGR (2012); O&GJ (2012); USGS (2000, 2012a en 2012b); IEA schattingen en analyses 16 17 Levelized costs of energy Levelized costs of energy voor elektriciteitsopwekking in de 28 EU-lidstaten (€/MWh) Betaalbaarheid Om de verschillende elektriciteitsproductiemethoden met elkaar te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de Levelized costs of energy (LCOE). Dat zijn de productiekosten per eenheid energie (MWh) op basis van investerings- en variabele kosten (zoals brandstofkosten en onderhoudskosten) tijdens de technische levensduur, zonder extra subsidie. Elektriciteitsproductiemethode Steenkool Aardgas Olie Kernenergie Biomassa Uit de grafiek is af te lezen dat de LCOE van bijvoorbeeld olie en zonnepanelen (kleinschalig, op daken) hoog is, terwijl dit voor steenkool en gas een stuk lager ligt. Maar omdat de prijs van steenkool de laatste jaren is gedaald en duur­zame elektriciteitsproductie toeneemt, draaien de gascentrales minder vaak op vol vermogen en stijgt hun LCOE. Zonnepanelen (daken – kleinschalig) Zonnepanelen (grond – grootschalig) Wind (op land) Wind (op zee) Wind (op zee, inclusief transmissie) De LCOE van zon en wind is de afgelopen jaren (sterk) gedaald. De verwachting is dat die de komende jaren verder zal afnemen (Levelized Cost of Electricity Renewable Energy Technologies, Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems ISE, 2013). Waterkracht (dam) Waterkracht (rivier) Geothermisch Bron: Subsidies and costs of EU energy, Ecofys, 2014 18 0 50 100 150 200 250 €/MWh 19 Energiebalans: betaalbaar, betrouwbaar, schoon Sinds de Energienota uit 1974, uitgebracht naar aanleiding van de eerste olie­ crisis in 1973/1974, rust het energiebeleid in Nederland op drie pijlers: betaalbaar, betrouwbaar en schoon. In het rapport Brandstofmix in beweging van de Algemene Energieraad (2008) worden de bronnen steenkool, zonnepanelen, wind, nuclair, gas en biomassa beoordeeld op: •betaalbaarheid (absolute niveau van de prijs, prijs in Nederland ten opzichte van de omringende landen, prijsvolatiliteit). • betrouwbaarheid (leveringszekerheid en voorzieningszekerheid). •mate van schoon (uitstoot van CO2, NOx en fijnstof, thermische verontreiniging van oppervlaktewater, horizonvervuiling en radioactief afval). Wind Wind is nog onrendabel. Flexibel back-upvermogen is nodig (gas- of kolengestookt). Wellicht in de toekomst is elektriciteitsopslag mogelijk. Wind scoort als duurzame energie goed op het criterium schoon met uitzondering van horizonvervuiling en oppervlaktegebruik. Veel potentieel wordt van offshore verwacht. Al zijn de kosten daarvan nu nog aanzienlijk – er wordt een kostendaling voorzien (Cost reduction options for Offshore wind in the Netherlands FID 2010-2020, TKI Wind op Zee, 2015). Nucleair Kernenergie heeft lage variabele kosten, maar kent hoge investeringen. De hoeveelheid toegankelijk (te maken) uranium is geen belemmering voor uitbreiding van kernenergie. De CO2-uitstoot is zeer laag, maar het geproduceerde radioactief afval zorgt voor een lage score op de pijler schoon. De (behandelings-)techniek van het afval ontwikkelt zich positief. Steenkool Steenkool is relatief goedkoop en afkomstig uit een beperkt aantal stabiele landen. Wel zijn de CO2-emissies groot, zeker bij de oudere kolencentrales. De relatief nieuwe poederkooltechniek ontwikkelt zich verder. CO2-opslag kan de score op schoon verbeteren, maar het zal de betaalbaarheid verslechteren. Biomassameestook zorgt ten slotte voor een positieve bijdrage aan het criterium schoon. Zonnepanelen Zonnepanelen scoren met name slecht op betaalbaarheid. Elektriciteit opgewekt door zonnepanelen is op dit moment nog aanmerkelijk duurder dan de alternatieven (op basis van LCOE, zie pagina 17), maar de verwachting is dat de kosten van zonnepanelen de komende jaren (snel) zullen afnemen (Levelized Cost of Electricity Renewable Energy Technologies, Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems ISE, 2013). Gas Een betrouwbare bron die zeker in Nederland ruim voor handen was. Gas heeft een hoge prijs die bovendien zeer beweeglijk is. Met de afnemende Nederlandse gasproductie en gasvoorraden en huidige aardbevingsproblematiek neemt de kwetsbaarheid toe. Biomassa Biomassa is nog onrendabel, maar levert als meestook in kolencentrales een positieve bijdrage aan het criterium schoon van steenkool. Import levert opnieuw afhankelijkheid op, zij het van andere landen dan die voor de overige brandstoffen. Belangrijker is het onderscheid tussen ‘afvalbiomassa’ (dat goed scoort op de pijler schoon) en geteelde biomassa. Dit scoort vooralsnog slecht op schoon. Bron: Brandstofmix in beweging, Algemene Energieraad, 2008 20 21 Energy returned on investment Het kost energie om energie te verkrijgen. Het netto energierendement, de EROI, geeft de verhouding weer tussen de geleverde energie en de energie die geïnvesteerd is in de winning van deze energie. Het verbranden van steenkool, aardgas en aardolie levert zoveel energie, dat de verhouding tussen de opbrengst en de investering kan oplopen tot 40:1. Anders gezegd: een investering van 1 kilowattuur levert 40 kilowattuur op. Aardgas, steenkool en uranium hebben een hoge vermogensdichtheid: ze zijn zelf opgeslagen energieproductievoorraden waarvan de energie vrijgemaakt kan worden door verbranding of een kernreactie. Bronnen met een lage vermogensdichtheid, zoals wind, zon en biomassa, zijn onvoldoende in staat om aan de behoeften van onze geïndustrialiseerde samenleving te voldoen. De economische drempelwaarde in de figuur (7) is het minimaal vereiste niveau hiervoor (Energieverkenning 2015, Stichting Groene Rekenkamer, 2015). De EROI van zon en wind zonder energieopslag scoort aanzienlijk lager dan de EROI met energie-opslag. Op dagen dat de zon veel schijnt of de wind flink waait, kan dit overschot aan opgewekte elektriciteit helaas (nog) niet worden opgeslagen. De horizontale schaal geeft de verhouding weer tussen de energie die bijvoorbeeld een gascentrale opbrengt gedurende de levensduur en de energie die het gekost heeft om deze centrale te bouwen, in stand te houden en te ontmantelen. Energieopslag is de opslag van energie, zoals elektriciteit in accu’s of het stuwmeer van een waterkrachtcentrale. 7 75 Nucleair 75 49 Waterkracht 35 30 30 Steenkoolcentrale 28 Gascentrale (STEG) 28 19 Zonnespiegelcentrale (CSP) Bron: Forbes, 2015 22 Energy returned on investment 9 16 Wind 4 Economische drempelwaarde 4 Zonnepanelen EROI Zonder energie-opslag 4 4 Biomassa Met energie-opslag 2 0 20 40 60 80 23 Broeikasgasemmissies per gas (Mton CO2-equivalenten) Emissies Broeikasgasemissies per gassoort (Mton CO2-equivalenten*) Koolstof­ dioxide (C02) 200 175 Methaan (CH4) 150 De mens wordt gezien als de belangrijkste veroorzaker van het broeikaseffect en versnelde klimaatverandering. De temperatuur op aarde stijgt doordat wij steeds meer fossiele brandstoffen en meer energie gebruiken, maar ook omdat ontbossing, landbouw en veeteelt toenemen. 125 Lachgas (N2O) 100 75 Fluor­houdend (HFK/PKF, SF6) 50 De broeikasgassen die nu al in de lucht zitten, hebben het klimaat al opgewarmd. Om dit verder te beperken, is het nodig om minder broeikasgassen uit te stoten. CO2 is in Nederland het belangrijkste broeikasgas (56%). Ook methaan (32%) en lachgas (6%) zijn belangrijk. Deze gassen komen onder andere vrij uit mest, industrie en verkeer en door verbranding van olie, aardgas en kolen. De doelstelling van de EU is dat in 2020 de uitstoot van broeikasgassen 20% lager moet zijn dan in 1990. 25 Broeigasemmissies per2000sector 1990 1995 2005 2010 2013 (Mton CO2-equivalenten) Broeikasgasemissies per sector (Mton CO2-equivalenten) C02 Industrie en energie 200 175 150 CO2 Verkeer en vervoer 125 CO2 Landbouw 100 CO2 Gebouwde omgeving 75 *) CO2-equivalenten Om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen, worden de emissiecijfers omgerekend naar zogeheten CO2-equivalenten. Eén CO2-equivalent staat gelijk aan het effect dat de uitstoot van 1 kg CO2 heeft. De uitstoot van 1 kg distikstofoxide (N2O) staat gelijk aan 310 CO2-equivalenten en de uitstoot van 1 kg methaan (CH4) aan 21 CO2-equivalenten. De fluor(chloor)gassen hebben elk een hoog CO2-equivalent, maar omdat de uitgeworpen hoeveelheden relatief klein zijn, is hun bijdrage aan het landelijk totaal gering. 24 50 25 1990 1995 2000 2005 2010 Bron: Nederlandse Energieverkenning 2015, ECN Beleidsstudies 2013 175 25 CO2-emissie Door efficiëntere en schonere productie-installaties slaagt de energiesector erin om de uitstoot van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en CO2 terug te dringen. De CO2-uitstoot hangt sterk samen met het gebruik van fossiele brandstoffen. Deze uitstoot groeit mee met de productie van elektriciteit. Door efficiëntieverbetering van centrales neemt de uitstoot af. Substantieel kan de uitstoot daarmee niet worden teruggedrongen - dat kan alleen met hernieuwbare bronnen, kernenergie of CO2-opslag (CBS). C02-uitstoot per sector in Nederland, 2014 (miljoen kg) Emissiebron Industrie* 45.070 Opwekking elektriciteit 45.040 Verkeer en vervoer 39.980 Afvalverwijdering 9.743 Handel, Diensten en Overheid (HDO) 9.355 Landbouw 6.370 Olie- gaswinning continentaal plat 1.471 Riolering en waterzuiveringsinstallaties 804 Bouw 661,7 Olie- gaswinning land 517,6 Transport en distributie olie en gas 35,2 Drinkwatervoorziening 10,75 * Chemische industrie, raffinaderijen en overige industrie Bron: Emissieregistratie, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 26 0 10.000 20.000 30.000 40.000 CO2/miljoen kg 27 Energy Hub West Op de Maasvlakte staat de ultramoderne, met poederkool gestookte MPP3-centrale van Uniper. De centrale heeft een enorm hoog rendement en kan snel en vergaand vermogen af- en bijschakelen. Ook kan de centrale een steeds groter aandeel biomassa verwerken als meestook. Daarnaast is de centrale geschikt voor de afvang van CO2. De opslag daarvan kan dichtbij, in lege gasvelden, plaatsvinden. Tot slot kenmerkt de MPP3 zich door 20% minder CO2 -uitstoot en sterk verlaagde emissies voor NOx, CO2 en fijnstof. In het middelpunt van de regionale energiehub, genaamd Energy Hub West, staat de MPP3. De energiehub faciliteert het nuttig en grootschalig gebruik van de restwarmte van de MPP3 en zorgt voor een optimale uitwisseling van nuttige grondstoffen en restproducten tussen naburige bedrijven. Zo draagt de Energy Hub West bij aan de transitie naar een duurzame samenleving. Stadswarmte Warmtelevering ºC Industrie Biomassa Stoom Steenkool Glastuinbouw Stroom CO2-opslag CO2 Transportnet Bron: Uniper 28 29 Energy Hub West ºC Warmte Zoals gezegd ontstaat op de Maasvlakte rondom de nieuwe MPP3-centrale een regionale energiehub: Energy Hub West. Een omgeving waar lokale overheden, de Rotterdamse haven, het bedrijfsleven en de energiesector grote stappen zetten met het gebruik van biomassa, de opslag en hergebruik van CO2, warmtelevering aan de gebouwde omgeving en samenwerking met de omliggende industrie. De Energy Hub West fungeert als een circulair systeem waarbinnen (bij)producten zoveel mogelijk hergebruikt worden. Grondstoffen houden daardoor hun waarde: de ultieme ketensamenwerking, met ruimte voor innovatie, minder grondstoffenverbruik, uitstoot en afval. Opslag en hergebruik CO2 CO2 kan worden opgeslagen in uitgeproduceerde gasvelden dicht bij de Maasvlakte. Het wordt gebruikt in de kassen van het Westland. De CCS*-pilot ROAD, een samenwerkingsverband van Uniper en ENGIE, zit in de laatste ontwikkelingsfase. * CCS: Carbon Capture and Storage Biomassa Industrie De MPP3 en de omliggende bedrijven zijn zowel leverancier als afnemer van (bij)producten. Denk daarbij aan stoom, warm water, CO2, koelwater, gips, biomassa, biopropaan en condensaat. Daarnaast verwerkt de centrale industriële afvalstoffen van de omliggende bedrijven. 30 De overheid stimuleert het gebruik van restwarmte. Efficiënte warmtelevering is mogelijk door de nabijheid van de kassen en het stadsnet van Den Haag en omgeving. Het gebruik van restwarmte levert een belangrijke bijdrage aan het halen van de Nederlandse CO2-doelen. MPP3 De MPP3 is een ultramoderne, zeer efficiënte met poederkool gestookte centrale. Hij is extreem goed regelbaar. Ook levert de centrale koelwater aan de nabijgelegen bedrijven. Steenkool wordt direct gelost bij overslagbedrijf EMO – CO2 -uitstoot door verder vervoer via treinen of binnenvaartschepen wordt zo voorkomen. De productie van elektriciteit met behulp van biomassa wordt gestimuleerd via wettelijk geregelde subsidies (SDE+). Duurzame biomassa wordt direct aangeleverd via de Rotterdamse haven. Naast biomassa worden biogene residuen verwerkt. De meestook van biomassa zorgt voor een grote bijdrage aan het aandeel hernieuwbare energie. Bron: Uniper 31 COCO -uitstoot -uitstoot Energy Energy Hub West West CO2-uitstoot Energy HubHub West 2 2 Wat levert het op? Energy Hub West CCS CCSCCS -1.100.000 -1.100.000 -1.100.000 CCS CCS CO2en -afvang CO -afvang en -opslag en -opslag COCCS -afvang -opslag 2 2 tonjaar CO ton per CO2jaar per jaar ton CO2 per 2 JointJoint venture venture met ENGIE met ENGIE Joint venture met ENGIE Biomassa Biomassa Biomassa -1.600.000 -1.600.000 -1.600.000 tonjaar CO ton per CO2jaar per jaar Meestook 1ton miljoen 1per miljoen ton per tonton jaar perCO jaar per MeestookMeestook 1 miljoen jaar 2 2 -50% -50% -50% COCO -uitstoot -uitstoot MPP3 MPP3 (stand-alone) (stand-alone) CO2-uitstoot MPP3 (stand-alone) 2 2 Steenkool Steenkool Steenkool voorvoor 7.000 7.000 voor 7.000 draaiuren draaiuren draaiuren ºC Totale TotaleTotale CO2CO -reductie: -reductie: CO2-reductie: 2 -1.500.000 -1.500.0003.200.000 Warmtelevering Warmtelevering -1.500.000 Warmtelevering 3.200.000 3.200.000 tonjaar CO ton per CO2jaar per jaar ton CO2 per Kassen Kassen ºC ºCKassen 2 ton perper jaarjaar ton perton jaar Stadswarmte Stadswarmte Stadswarmte Industrie (co-siting) (co-siting) IndustrieIndustrie (co-siting) MPP3 De MPP3 stootstoot 900.000 900.000 ton CO2 De MPP3De stoot 900.000 ton CO2 ton CO 2 dan uitde dan oudere de oudere per jaar peruit minder jaar danminder deuitoudere per jaar minder MP1-MP1en MP2-centrales en MP2-centrales die per MP1- en MP2-centrales die per die per (-15% ) ) 1 juli 12017 juli 2017 gesloten gesloten worden (-worden 15% )(-15% 1 juli 2017 gesloten worden waarvan 600.000 600.000 waarvanwaarvan 600.000 inton deinregio de regio ton in deton regio Zuid-Holland Zuid-Holland Zuid-Holland +1.000.000 +1.000.000 +1.000.000 Elektriciteitsderving Elektriciteitsderving Elektriciteitsderving tonjaar CO tonper CO jaar per jaar ton CO per +5.100.000 +5.100.000 +5.100.000 ton COjaar CO per per jaarjaar ton COton per ≈ 730 730 gram CO2 per CO2kWh* per kWh* ≈ 730 gram CO≈2gram per kWh* 2 2 2 2 2 2 ≈ 250 250 gram CO2 per CO2kWh* per kWh* ≈ 250 gram CO≈2gram per kWh* (vgl. moderne (vgl. moderne gascentrale gascentrale (vgl. moderne gascentrale per kWh) 330 gram CO2 per CO2kWh) per kWh) 330 gram330 CO2gram +2.500.000 +2.500.000 +2.500.000 ton COjaar CO per per jaarjaar ton COton per 2 2 2 MPP3 MPP3 MPP3 Over Over Over CO2 COCO 2 2 *Een *Een gemiddeld gemiddeld huishouden in Nederland in Nederland *Een gemiddeld huishouden inhuishouden Nederland verbruikt ±3.300 ±3.300 kWh (CBS) kWh (CBS) verbruiktverbruikt ±3.300 kWh (CBS) Over Over Over % % % ºC ºC ºC Getallen Getallen bij benadering bij benadering Getallen bij benadering 32 33 Colofon Uitgever Uniper Benelux Concept en realisatie Scripta Communicatie Contactgegevens Uniper Benelux Postbus 8642 3009 AP ROTTERDAM Website: www.benelux.uniper.energy @UniperNieuws Contactpersoon Edwin Kotylak, woordvoerder E-mail: [email protected] Telefoon: +31 102 89 57 11 Meer weten over steenkool? Lees dan de longread op www.hetverhaalvansteenkool.nl. Copyright Niets uit deze publicatie mag verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd worden door middel van druk, fotokopie, digitale technieken, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Uniper Benelux. Hoewel aan de samenstelling van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, is het toch mogelijk dat bepaalde informatie onvolledig of onjuist is. Voor de inhoud kan door Uniper geen aansprakelijkheid worden aanvaard. Aan de inhoud kunnen ook geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Uniper Benelux©, april 2016