Het verhaal van de oude schildpad gelezen door

advertisement
Het verhaal van de oude schildpad
gelezen door Judith tijdens de DeltAndersviering van 28 februari toen het ging over “God zien?!”
Eens, lang geleden, toen alle dieren , de rotsen, de wind, het water en de boem, alle schepselen van
de wereld konden praten en elkaar konden verstaan- ontstond er ruzie. Die begon heel zacht…….
Het briesje fluisterde: 'God is als de wind die altijd waait en nooit gaat liggen.'
De kiezelsteen antwoordde: 'Hij is een grote rots die nooit van zijn plaats komt.'
'God is een besneeuwde bergtop, die hoog boven de wolken uitsteekt', baste de berg.
En de vissen in de zee antwoordden: 'God is een zwemmer in de donkerblauwe diepten van de zee.'
'Nee', zei de ster, 'God is een schittering, een schijnsel, heel ver weg.'
'Nee, nee', piepte de mier, 'God is een geluid, een geur, een gevoel, heel heel dichtbij.'
'God', zei de antilope koppig, 'is een snelle loper, die springt en rent met de wind.'
'Zij is een grote boom', lispelde de wilg, 'die steeds weer groeit en vruchten geeft.
'Je hebt het mis', kibbelde het eiland, 'God staat los van alles.'
'God is als de zon, ver boven alles verheven', vond de blauwe lucht.
'Zij is als een roofdier', brulde de leeuw.
'Hou op!' sprak een nieuwe stem die rommelde als de donder en fluisterde als de nies van een
vlinder. De stem kwam van de oude schildpad, die nooit zoveel zei en al helemaal niets over God.
Maar nu begon zij te spreken.
'God is in de diepte', zei ze tegen de vissen in de zee, 'en ook veel hoger dan hoog', tegen de bergen.
'God is snel en zo vrij als de wind, en zo stil en stevig als een grote rots. God is dichtbij, en toch
verder dan de verste ster. God is zacht en machtig, is alles waarvan wij dromen en wat wij zoeken.
God is onze oorsprong en alles wat wij tegenkomen, verwijst naar God.' Nooit eerder had de Oude
Schildpad zóveel gezegd. Alle bewoners van de wereld waren verbaasd en ze werden stil.
Maar de Oude Schildpad had nog iets te zeggen. 'Binnenkort komen er nieuwe vreemde,
wonderbaarlijke wezens op de wereld', zei ze. 'Ze zullen ons doen denken aan alles wat op God lijkt.
Hun gedachten reiken tot de hemel. maar hun voeten staan op de grond. Ze zijn een teken van liefde
van God aan de aarde, en een gebed van de aarde aan God.'
De mensen kwamen. Maar de mensen vergaten dat zij een teken van liefde waren en een gebed van
de aarde. Ze begonnen ruzie te maken over wie God kende en wie niet; waar God was, en of God
bestond of niet. Vaak gebruikten ze hun krachten verkeerd en deden elkaar pijn of doodden elkaar
zelfs. Ook de aarde beschadigden ze, tot ten slotte de bossen begonnen te sterven. De mensen
konden zich niet meer herinneren wie ze waren en wie God was.
Tot op een dag een stem klonk die rommelde als de donder maar zo zacht was als de nies van een
vlinder. 'Hou op, alsjeblieft!'
De stem klonk als een berg die baste: 'Soms zie ik God zwemmen in de donkerblauwe diepten van de
zee.' Als de oceaan die zuchtte: 'God is vaak in de besneeuwde bergtoppen, die de zon weerkaatsen.'
Als de steen die zei: 'Ik voel soms haar adem als ze om me heen waait.' De wind die fluisterde: 'Ik
voel zijn stille aanwezigheid als ik om de rotsen dans.' De ster die verkondigde: 'God is heel dichtbij.'
En het eiland: 'Zijn liefde raakt alles aan.'
En na een lange, eenzame en soms bange tijd begonnen de mensen te luisteren. Ze begonnen God te
zien in elkaar en in de schoonheid van de hele aarde.
De Oude Schildpad lachte. En God ook.
naar een verhaal van Douglas Wood, gevonden in Open Deur.
Download