3. De representatie van Duitsers

advertisement
Naoorlogs Duitsland: Oude vijand of goede buur?
De representatie van Duitsers in Nederlandse oorlogsfilms en het Nederlands
Duitslandbeeld
Aline Willemsen
3667294
Bachelor Eindwerkstuk
Nederlandse film- en bioscoopgeschiedenis
Docent: C. Pafort-Overduin
Jaar 3, blok 1
01/11/2012
Inhoudsopgave
Inleiding............................................................................................................................... 3
1. Film, maatschappij en herinnering ................................................................................. 6
2. Representaties en denkbeelden in Nederland ............................................................. 10
2.1 De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog: Van persoonlijke naar nationale
herinnering, en weer terug ........................................................................................... 10
2.2 Collectieve denkbeelden over Duitsland ................................................................ 12
3. De representatie van Duitsers ...................................................................................... 17
3.1 Analyse van personages .......................................................................................... 17
3.2 IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING .......................................................................... 18
3.3 ZWARTBOEK ............................................................................................................... 22
Conclusie ........................................................................................................................... 26
Bronnenlijst ....................................................................................................................... 28
Bijlagen.............................................................................................................................. 31
Bijlage 1. Samenvatting IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING ......................................... 31
Bijlage 2. Overzicht personages IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING ............................. 34
Bijlage 3. Beschrijving fragmenten IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING ........................ 35
Bijlage 4. Samenvatting ZWARTBOEK .............................................................................. 42
Bijlage 5. Overzicht personages ZWARTBOEK .................................................................. 46
Bijlage 6. Beschrijving fragmenten ZWARTBOEK ............................................................. 47
Inleiding
“‘Oma we hebben je fiets gevonden', stond op een spandoek in de halve finale die
Nederland op het EK van 1988 tegen Duitsland speelde. Dergelijke anti-Duitse
sentimenten lijken inmiddels verdampt. Hoe is dat zo gekomen?”1
Dit citaat vormde de ondertitel van een krantenartikel uit juni 2012. Volgens Henk
Dekker, hoogleraar Politieke Socialisatie en Integratie aan de Universiteit Leiden, zijn de
betrekkingen tussen Nederland en Duitsland tot lang na de Tweede Wereldoorlog slecht
geweest, maar zijn deze de laatste jaren verbeterd.2 Toch ziet Dekker naast
samenwerking nog steeds frictie.3 Om meer inzicht te krijgen in de achtergrond hiervan
moet volgens hem worden onderzocht wat de attitude van Nederlanders ten opzichte
van Duitsland is en hoe deze wordt gevormd.4 In zijn inaugurele rede “Nationaal
favoritisme, germanofobie, en Europees burgerschap. Socialisatie van emoties” gaat
Dekker hierop in en stelt hij dat het proces van socialisatie de basis vormt van
attitudevorming.5 Dit houdt in dat een attitude wordt gevormd door berichten van
anderen, waaronder ook media.6 Aangaande Duitsland refereren deze berichten vaak
aan de Tweede Wereldoorlog.7 Daarnaast bevestigen oorlogsfilms volgens Dekker vaak
de al bestaande negatieve emoties en stereotypen.8 Dit roept de vraag op hoe Duitsers
dan eigenlijk worden gerepresenteerd in deze films. Welke denkbeelden heersen er in
Nederland over Duitsers? Welke relatie is er te vinden tussen de representatie van
Duitsers in Nederlandse oorlogsfilms en het Nederlands Duitslandbeeld? Dit zijn vragen
die in dit essay centraal zullen staan.
In verband met het Nederlands Duitslandbeeld heeft het onderzoek naar de
representatie van Duitsers zich vooralsnog met name beperkt tot de Nederlandse
1
Laura de Jong en Marjan van den Berg, “Wat is er met de Duitser-haat gebeurd?”, [2012]
Volkskrant.nl, laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012,
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3270386/2012/06/13/Wat-is-er-metde-Duitser-haat-gebeurd.dhtml.
2
Henk Dekker, “Nationaal favoritisme, germanofobie, en Europees burgerschap. Socialisatie van
emoties” (Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar in de
Sociaal-Wetenschappelijke Studie van de Duits-Nederlandse Betrekkingen vanwege de Stichting
ter Bevordering van Duitslandstudiën, Universiteit Utrecht, Nederland, 12 februari, 1999), 5.
3
Ibidem.
4
Ibidem.
5
Ibidem, 9.
6
Ibidem.
7
Ibidem, 13.
8
Ibidem.
3
literatuur en is er weinig aandacht besteed aan Nederlandse speelfilms. Het bestaande
onderzoek naar representaties in Nederlandse oorlogsfilms richt zich voornamelijk op de
representatie van Nederlanders en het verzet. Dit onderzoek zou daarom een goede
bijdrage kunnen leveren aan zowel het onderzoek naar het Nederlands Duitslandbeeld,
als aan het onderzoek naar representaties in Nederlandse oorlogsfilms. Hiernaast zou dit
onderzoek kunnen bijdragen aan een bewustwording van de rol die de representatie van
Duitsers in Nederlandse oorlogsfilms speelt in de vorming van het Nederlands
Duitslandbeeld. Deze bewustwording is van belang voor een kritischere beschouwing
van films en een meer weloverwogen attitude ten opzichte van Duitsland.
Voor de beantwoording van de vragen zullen in dit essay twee Nederlandse
oorlogsfilms worden behandeld, namelijk IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING9 van Ate de
Jong uit 1986 en ZWARTBOEK10 van Paul Verhoeven uit 2006. De keuze is op deze films
gevallen omdat begin jaren negentig een omslag heeft plaatsgevonden in het
Nederlands Duitslandbeeld,11 en omdat er rond 1986 en 2006 meerdere
krantenartikelen zijn verschenen met betrekking tot het Nederlands Duitslandbeeld. Bij
de analyses zullen de karakters van Duitse hoofdpersonages worden geanalyseerd aan
de hand van het artikel “Narrative and the Psychology of Character” van Gregory
Currie,12 en zullen de verhoudingen tussen Duitse hoofdpersonages en andere
personages worden geanalyseerd aan de hand van het artikel “Het filmpersonage” van
Marc Vernet.13 Hiernaast zal ook kort aandacht worden besteed aan Duitse bijfiguren.
In hoofdstuk 1 zal worden ingegaan op de theoretisering van de relatie tussen
historische representaties en de maatschappij in het algemeen, om zo allereerst een
bredere context te schetsen. Hoofdstuk 2 vormt een verdieping van hoofdstuk 1 door
zich te focussen op de relatie tussen representaties van de Tweede Wereldoorlog en de
Nederlandse maatschappij. In paragraaf 2.1 zal een overzicht worden gegeven van de
bevindingen van Frank van Vree, die de relatie heeft onderzocht tussen Nederlandse
representaties van de Tweede Wereldoorlog en de denkbeelden in Nederland over de
destijds betrokken maatschappelijke groepen. Deze paragraaf dient daarmee als
9
IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING, DVD, geregisseerd door Ate de Jong (Amsterdam, Sigma Film
Productions, 1986).
10
ZWARTBOEK, DVD, geregisseerd door Paul Verhoeven (Amsterdam, Fu Works, 2006).
11
Peter Groenewold, “Het Nederlandse Duitslandbeeld in de negentiende en twintigste eeuw” in
Nederland en Duitsland. Elkaar kennen en begrijpen, red. Jan Vis en Gebhard Moldenhauer
(Assen: Van Gorcum & Comp. B.V. 2000): 223-238, 237.
12
Gregory Currie, “Narrative and the Psychology of Character”, The Journal of Aesthetics and Art
Criticism 67 (2009): 61-71.
13
Marc Vernet, “Het filmpersonage”, Versus 3 (1989): 7-36.
4
praktijkvoorbeeld van de in hoofdstuk 1 enkel getheoretiseerde relatie. Daarnaast kan
dit essay worden gezien als een aanvulling op het onderzoek van Van Vree. Terwijl Van
Vree weinig aandacht besteedt aan Duitsers en IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING
aanwijst als eindpunt van een door hem geschetste ontwikkeling, focust dit onderzoek
zich juist op de representatie van Duitsers en neemt het IN DE SCHADUW VAN DE
OVERWINNING als beginpunt. Paragraaf 2.2 verdiept zich verder en beperkt zich tot het
schetsen van de Nederlandse denkbeelden ten opzichte Duitsers. In hoofdstuk 3 worden
vervolgens de analysemethoden en de resultaten van de filmanalyses behandeld.
Afsluitend zal vanuit de analyseresultaten en de bestudeerde theorie geconcludeerd
worden welk verband er bestaat tussen de representatie van Duitsers in Nederlandse
oorlogsfilms en het Nederlands Duitslandbeeld.
5
1. Film, maatschappij en herinnering
“In toenemende mate wordt ieders wereldbeeld bepaald door informatie, kennis,
ervaring en waarnemingen die de media verspreiden”.14 Tegenwoordig zullen slechts
weinigen deze uitspraak van de Raad voor Cultuur durven tegen te spreken. De media
bieden ons niet slechts entertainment, maar spelen een belangrijke rol in onze
beeldvorming. Zo kunnen wij door bijvoorbeeld het journaal een beeld krijgen van de
oorlog in Irak, al zijn wij er zelf nooit geweest. Hoe zit het echter met beelden over het
verleden? Kunnen we historische speelfilms en televisieprogramma’s eenzelfde soort rol
toedichten of beelden zij alleen uit wat wij allen al wisten? Welke samenhang bestaat er
tussen onze maatschappij en historische verbeeldingen? In dit hoofdstuk zal een
overzicht worden gegeven van de verscheidene visies omtrent dit vraagstuk, om zo een
bredere context te schetsen alvorens er wordt gefocust op het verband tussen
representaties van de Tweede Wereldoorlog en de maatschappij in Nederland. Elke in
dit hoofdstuk behandelde auteur hanteert een andere benadering, of legt de nadruk op
een ander aspect van de relatie tussen maatschappij en historische representaties.
Volgens Frank van Vree bestaat er een wisselwerking tussen historische
representaties en de denkbeelden in de maatschappij. In zijn boek In de schaduw van
Auschwitz: Herinneringen, beelden, geschiedenis stelt hij dat representaties, variërend
van monumenten tot films, “uitdrukkingen van het collectieve geheugen” zijn.15
Representaties van het verleden incorporeren dus – de in de tijd van productie
bestaande – denkbeelden over het verleden. Hiernaast wijst Van Vree enkele malen op
de rol die deze representaties weer kunnen spelen in de vorming van onze denkbeelden
over het verleden. Zo stelt hij dat onze herinneringen, vaker dan door eigen ervaringen,
zijn vervormd en overgedragen in een maatschappelijke context, onder andere door film
en televisie.16 Toch licht hij niet toe hoe de representaties bijdragen aan de vorming van
onze herinneringen en denkbeelden. De nadruk ligt op representaties als afdrukken van
de dominante opvattingen over het verleden. Dit spreekt uit de wijze waarop Van Vree
aantoont, hoe men aan representaties van de Tweede Wereldoorlog kan zien welke
veranderingen de publieke herinnering aan dit verleden heeft doorgemaakt in
Nederland. Hier zal in het volgende hoofdstuk verder op ingegaan worden.
14
“Media”, Raad voor Cultuur, laatst geraadpleegd op 9 oktober, 2012,
http://www.cultuur.nl/21/0/media.aspx.
15
Frank van Vree, In de schaduw van Auschwitz. Herinneringen, beelden, geschiedenis
(Groningen: Historische Uitgeverij, 1995), 13.
16
Ibidem.
6
Ook James E. Young besteedt aandacht aan de twee richtingen van de
wisselwerking tussen representaties van, en denkbeelden over het verleden. Zo stelt hij
in zijn werk Writing and Rewriting the Holocaust: Narrative and the Consequences of
Interpretation dat de betekenissen die wij aan het verleden verbinden zowel worden
gereflecteerd als worden gecreëerd in de representaties.17 In tegenstelling tot Van Vree
legt Young de nadruk op de rol die historische representaties spelen in de vorming van
onze collectieve herinnering. Een veel geciteerde stelling van Young is dan ook: “What is
remembered of the Holocaust depends on how it is remembered, and how events are
remembered depends in turn on the texts now giving them form”.18 De onderliggende
gedachte hierbij is dat van voorbijgegane perioden alleen nog de representaties over
zijn.19 We kunnen dan ook over geen enkel tijdperk kennis vergaren zonder gebruik te
maken van die representaties.20
Leonard Quart en Albert Auster kiezen voor een bredere benadering in hun
werk American Film and Society since 1945.21 Volgens hen tonen historische
representaties niet alleen welke visies op het verleden dominant waren in de tijd van
productie, maar ook welke dromen en zelfs welke problemen heersten in die tijd.22
Ondanks dat Quart en Auster de reikwijdte van film als informatiebron dus groter zien
dan Van Vree en Young, zijn zij voorzichtiger met betrekking tot de sterkte van de
wisselwerking tussen representaties en maatschappij. Terwijl Van Vree stelt dat
representaties uitdrukkingen zijn van het collectieve geheugen en Young spreekt van
reflectie en creatie, zijn films volgens Quart en Auster “both suggestive signs of and
reinforcers of popular feelings”.23 Hiermee nuanceren zij de rol van film dus tot het
versterken van, en tot het dragen van sporen van onze denkbeelden. Hoewel het
volgens hen inmiddels bijna vanzelfsprekend is dat films de toon van een maatschappij
kunnen weergeven, waarschuwen zij toch dat films niet als spiegels gezien kunnen
17
James E. Young, Writing and Rewriting the Holocaust: Narrative and the Consequences of
Interpretation (Bloomington: Indiana University Press, 1988), 149.
18
Ibidem, 1. Onder andere geciteerd door Sonja de Leeuw in “Getuigen van de holocaust: De film
Nuit et Brouillard in de geschiedenis van de (historische) documentaire representatie” (pagina
79) en in “Dutch documentary film as a site of memory. Changing perspectives in the 1990s”
(pagina 1). Door Lauren Levine Enzie geciteerd in Re-viewing the Holocaust Through a New Lens:
Memory, Language, and Identity (pagina 3).
19
Ibidem, 149.
20
Ibidem.
21
Leonard Quart en Albert Auster, Introductie van American Film and Society since 1945
(Westport: Praeger Publishers, 2002).
22
Ibidem, 2.
23
Ibidem, 3.
7
worden.24 De tijdsgeest is voor schrijvers en regisseurs niet volkomen helder en films zijn
gebonden aan conventies en machtsverhoudingen.25 Hierdoor zijn de betekenissen van
films vaak multi-interpretabel en is de relatie tussen films en de maatschappij vaak
ambigue.26 Het definiëren van de wisselwerking is volgens Quart en Auster dan ook
gecompliceerd.27
Robert A. Rosenstone kiest weer voor een smallere benadering en verwijst
daarnaast slechts naar één richting van de wisselwerking. In zijn boek History on
Film/Film on History gaat hij alleen in op de rol die historische films spelen in de vorming
van onze denkbeelden over het verleden.28 Zo stelt hij dat historische films van invloed
zijn op de wijze waarop mensen tegen het verleden aankijken.29 Juist door de kijker,
door middel van filmische elementen, tijdelijk het gevoel te geven dat hij/zij zelf in het
verleden leeft, kunnen films ons inzicht verschaffen in de geschiedenis.30 Rosenstone
duidt hiermee aan dat historische films niet alleen van invloed zijn op wat wij ons
herinneren van het verleden, zoals met name Young stelt, maar ook op de mate waarin
wij de gebeurtenissen die destijds hebben plaatsgevonden begrijpen.
Net als Rosenstone richt Henk Dekker zich in “Nationaal favoritisme,
germanofobie, en Europees burgerschap. Socialisatie van emoties” alleen op de rol die
representaties spelen in de vorming van onze denkbeelden ten opzichte van het
verleden.31 Dekker gaat echter een stap verder. Volgens hem krijgen we door
representaties niet alleen een bepaald beeld van het verleden, maar leren we ook om
aan het vertoonde verleden bepaalde emoties te koppelen.32 Deze aangeleerde emoties
treden vervolgens op als filter bij nieuwe indrukken.33 Toegespitst op de Tweede
Wereldoorlog houdt dit in dat representaties over deze periode ons bepaalde emoties
aanleren met betrekking tot hetgeen deze representaties ons tonen, bijvoorbeeld de rol
die Duitsers hebben gespeeld. Elke nieuwe indruk die wij krijgen van Duitsers wordt
beïnvloed door onze aangeleerde emoties. Representaties van de Tweede Wereldoorlog
24
Quart en Auster, 1, 2.
Ibidem, 2, 4.
26
Ibidem, 4.
27
Ibidem, 2.
28
Robert A. Rosenstone, History on Film/Film on History (Harlow: Pearson Education Limited,
2006).
29
Ibidem, 5.
30
Ibidem, 153.
31
Dekker.
32
Ibidem, 9.
33
Ibidem, 10.
25
8
spelen volgens Dekker dan ook een grote rol in de vorming van onze attitude ten
opzichte van Duitsers.34
De relatie tussen film en maatschappij kan worden gezien als een wisselwerking.
Welke richting van deze wisselwerking nu van groter belang is en hoe ver men kan gaan
in de definiëring van de richtingen is discutabel. Maar of films de maatschappij nu
reflecteren of er slechts sporen van dragen, en of films onze denkbeelden en
herinneringen nu vormen of slechts versterken, zeker is dat er een wisselwerking
bestaat. De auteurs zijn het er allen over eens: deze wisselwerking is van belang en dient
onderzocht te worden.
34
Dekker, 14.
9
2. Representaties en denkbeelden in Nederland
Dit hoofdstuk focust zich op de relatie tussen representaties van de Tweede
Wereldoorlog en de denkbeelden in Nederland, waarmee het een verdieping biedt van
de wisselwerking tussen historische representaties en de maatschappij. Allereerst zal
een overzicht worden gegeven van de veranderingen die de publieke herinnering en de
representaties van de Tweede Wereldoorlog volgens Frank van Vree in Nederland zijn
ondergaan. De term ‘publieke herinnering’ staat hierbij voor de collectieve denkbeelden
die wij als volk hebben ten opzichte van de Tweede Wereldoorlog. Dit behelst niet alleen
denkbeelden ten opzichte van wat destijds heeft plaatsgevonden, maar ook onze
denkbeelden ten opzichte van verschillende naties en verschillende maatschappelijke
groeperingen die destijds betrokken waren. De tweede paragraaf specificeert zich nog
verder, en zal ingaan op de ontwikkeling van de denkbeelden van Nederlanders ten
opzichte van Duitsland sinds de Tweede Wereldoorlog.
2.1 De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog: Van persoonlijke naar
nationale herinnering, en weer terug
In In de schaduw van Auschwitz: Herinneringen, beelden, geschiedenis behandelt Van
Vree de ontwikkeling van de publieke herinnering aan de Tweede Wereldoorlog van de
jaren veertig tot en met de jaren tachtig. Dit doet hij aan de hand van een analyse van
de verscheidene representaties van de Tweede Wereldoorlog en van de
maatschappelijke contexten.35
Volgens Van Vree ging het in de eerste jaren na de oorlog in Nederland met
name om herdenken en om het uitwisselen van ervaringen, zowel individueel als in
nationaal verband.36 Eind jaren veertig leek er echter sprake te zijn van een soort
oorlogsmoeheid waarbij het voornamelijk ging om de publieke herinnering.37 Terwijl
oorlogsfilms nog steeds goed werden bezocht, was er een sterke daling te vinden
omtrent de oprichting van monumenten.38 De oorzaak hiervan kan volgens Van Vree
worden gezocht in de uiteenlopende herinneringen van verscheidene maatschappelijke
35
Van Vree.
Ibidem, 55.
37
Ibidem.
38
Ibidem.
36
10
groepen.39 Hun ervaringen leken onverenigbaar, waardoor er een scheiding kwam
tussen publieke en individuele herinneringen.40 Dit uitte zich in een focus op de
toekomst in plaats van de herinnering. Zo draait de film DE DIJK IS DICHT uit 1950 met
name om de wederopbouw; ondanks het verdriet moet Nederland vooruit.41
Eind jaren vijftig / begin jaren zestig vond er een overgang plaats van
persoonlijke herinneringen naar een nationale herinnering.42 Dit valt onder andere terug
te zien in de televisieserie De Bezetting, die werd uitgezonden van 1960 tot en met
1965.43 Van Vree stelt dat NSB-ers en andere collaborateurs in De Bezetting geen
menselijk gezicht hebben maar opgaan in een massa.44 Op deze wijze worden zij buiten
de nationale geschiedenis geplaatst en kan, onder andere door de verbeelding van het
verzet, het idee van een nationale eenheid worden gecreëerd.45 Ook de Nederlandse
Joden verliezen in de serie hun gezicht.46 De vervolgingen dienen slechts als “(...)
illustratie van de Duitse perversiteit en als exemplificatie van het leed dat Nederland had
getroffen”, aldus Van Vree.47 Het thema van de vervolging van de Joden en andere
minderheidsgroepen verdwijnt zo achter het thema van het nationale verzet.48 De
Bezetting leek op deze wijze de onverenigbare herinneringen te overstijgen door een
nationale geschiedenis te tonen.49
Toch kwam er begin jaren zestig kritiek op de serie en begon de nationale
voorstelling scheuren te vertonen.50 Midden jaren zestig werd de uitsluiting van de
verscheidene groeperingen afgewezen en kwam er een omslag in het publieke denken.51
Dit uitte zich onder andere in de publicatie van artikelen met speciale aandacht voor
NSB-ers.52 Ook kwam de Jodenvervolging steeds meer centraal te staan in de
representaties van de oorlog.53 De omslag leidde hiernaast eind jaren zeventig tot de
oprichting van de eerste monumenten voor zigeuners en homoseksuelen.54
39
Van Vree, 55.
Ibidem.
41
Ibidem, 56.
42
Ibidem, 60.
43
Ibidem.
44
Ibidem, 67.
45
Ibidem.
46
Ibidem, 70.
47
Ibidem, 93.
48
Ibidem, 70.
49
Ibidem, 78.
50
Ibidem, 80.
51
Ibidem, 81, 82.
52
Ibidem, 82.
53
Ibidem, 85.
54
Ibidem, 106.
40
11
In de jaren zeventig en tachtig werd de Nederlandse speelfilm gedomineerd
door het oorlogsthema.55 Volgens Van Vree kan de film IN DE SCHADUW VAN DE
OVERWINNING uit 1986 worden gezien als het eindpunt van een lange ontwikkeling,
waarin werd afgerekend met het nationalistische perspectief.56 De film laat zien dat het
verzet niet alleen uit helden bestond, dat de Joden wel een identiteit hadden, en dat de
grens tussen goed en fout gecompliceerd is.57 In deze ontwikkeling hebben speelfilms en
documentaires volgens Van Vree een belangrijke rol gespeeld.58 Waar Van Vree IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING ziet als eindpunt, neemt dit essay deze film als beginpunt.
2.2 Collectieve denkbeelden over Duitsland
In hoofdstuk 2.1 zijn de ontwikkelingen die de publieke herinnering aan de Tweede
Wereldoorlog in Nederland heeft doorgemaakt besproken. Hieruit is gebleken dat de
denkbeelden over verscheidene maatschappelijke groepen zijn veranderd, waardoor
ook de representatie van deze groepen is veranderd. De groepen die Van Vree
bespreekt zijn echter allemaal groeperingen binnen Nederland. Aan de representatie
van, en de denkbeelden over Duitsers besteedt hij geen aandacht. Dit essay richt zich
hier juist wel op. In deze paragraaf wordt daarom een overzicht geschetst van de
veranderingen die het Nederlands Duitslandbeeld heeft doorgemaakt, en van de
mogelijke oorzaken hiervan. Hiervoor zal onder andere gebruik worden gemaakt van de
bundel Nederland en Duitsland: Elkaar kennen en Begrijpen.59
In deze bundel stelt Peter Groenewold dat de inval van het Duitse leger in 1940
nog steeds bepaalt hoe er in de naoorlogse Nederlandse maatschappij wordt gedacht en
herinnerd. Nog altijd proberen verscheidene publicaties het oorlogsverleden te
verwerken. Het Duitslandbeeld dat volgens Bernd Müller, zoals geparafraseerd door
Groenewold, van midden jaren zeventig tot circa 1990 in de Nederlandse literatuur tot
uiting kwam, was een uniform beeld waarbij Duitsland staat voor ons trauma. Dit
Duitslandbeeld is volgens Groenewold het overheersende beeld geworden bij de
naoorlogse generaties.60
55
Van Vree, 107.
Ibidem, 109.
57
Ibidem, 108.
58
Ibidem, 109.
59
Jan Vis en Gebhard Moldenhauer, red. Nederland en Duitsland. Elkaar kennen en begrijpen
(Assen: Van Gorcum & Comp. B.V., 2000).
60
Groenewold, 234, 235.
56
12
Exemplarisch voor hoe dit in de praktijk is geuit, is het Europees kampioenschap
in 1988. De winst voor Nederland bij de halve finale tegen Duitsland leidde tot een
nationale ontlading, met beledigende uitspraken en agressief gedrag jegens Duitsers.61
Zo meldt de website van het Duitsland Instituut Amsterdam dat de reacties van
Nederlanders de Duitsers het meest zijn bijgebleven van de bewuste wedstrijd.62 Niet
alleen kwamen wraakgevoelens vanwege de Nederlandse nederlaag in 1974 naar boven,
ook waren er vele verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog.63 Zo stelt Ingo
Schiweck:64 “We hadden geen idee dat de oorlog zo’n rol speelde voor de Nederlanders.
Voor ons was het gewoon een voetbalwedstrijd.”65 Naast een voorbeeld van het
Duitslandbeeld waren de uitspattingen omtrent het kampioenschap mogelijkerwijs ook
een versterkende factor. Het is aannemelijk dat verscheidene media destijds hebben
bericht over de anti-Duitse uitingen. Hierdoor kan er volgens de theorie van Dekker
sprake zijn geweest van een opleving van emoties met betrekking tot Duitsers en de
Tweede Wereldoorlog, met als gevolg een bevestiging of versterking van de anti-Duitse
attitude.
Ook in 1993 werd het negatieve Duitslandbeeld pijnlijk duidelijk door de
publicatie van een onderzoek van het Clingendael Instituut. Uit het onderzoek bleek dat
het merendeel van de Nederlandse jongeren negatief tegenover Duitsers stond.66 Zowel
onder burgers als politici veroorzaakte dit een grote schok, waar zowel vanuit Duitsland
als vanuit Nederland een reeks initiatieven om de relatie te verbeteren uit voortkwam.67
Dit onderzoek is echter al bekritiseerd omdat het niet representatief was voor de
Nederlandse bevolking.68 Alleen jongeren tussen de 15 en 19 jaar waren ondervraagd,
61
Henk Mees, “Anti-Duits zijn is verleden tijd”, [2012] Brabants Dagblad, laatst geraadpleegd op
14 oktober, 2012, http://www.brabantsdagblad.nl/mening/11299301/Anti-Duits-zijn-is-verledentijd.ece.
62
Jonathan Witteman, “Altijd weer dat shirt van Olaf Thon. De Duitsers en het EK ‘88”, [2008]
Duitslandweb, laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012,
http://www.duitslandweb.nl/dossiers/overzicht/ek-voetbal-2012/nederland-duitsland/duitslanden-het-ek-1988.html.
63
Ibidem.
64
Ingo Schiweck is een Duitser die zijn jeugd doorbracht in Nederland. Hij is auteur van
verscheidene boeken over de naoorlogse verhoudingen tussen Nederland en Duitsland.
65
Witteman.
66
Jan Pieter van Oudenhoven, “Nederlanders over Duitsers: enkele empirische gegevens” in
Nederland en Duitsland. Elkaar kennen en begrijpen, red. Jan Vis en Gebhard Moldenhauer
(Assen: Van Gorcum & Comp. B.V. 2000): 303-312, 303.
67
Groenewold, 237.
68
Van Oudenhoven, 303.
13
en het onderzoek was afgenomen kort na aanslagen op asielzoekers in Duitsland die
voor grote verontwaardiging hadden gezorgd in Nederland.69
In 1994 is via het onderzoeksinstituut Telepanel een representatievere
steekproef gedaan. 70 In dit onderzoek werd aan Nederlanders gevraagd welk volk zij het
vriendelijkst vonden en welk volk zij het minst vriendelijk vonden.71 3,9 procent van de
ondervraagden noemde Duitsers als vriendelijkste volk, hiermee kwamen Duitsers na
Belgen en Engelsen op de derde plaats in de ranglijst.72 Het Duitse volk eindigde echter
ook in de top drie van de ranglijst met minst vriendelijke volken.73 20,5 procent noemde
Duitsers als minst vriendelijke volk, waarmee het op de eerste plaats kwam.74 Het Duitse
volk stond dus in beide ranglijsten bovenaan. In 1996 kwam uit een steekproef waarin
dezelfde vragen zijn gesteld naar voren dat 4,8 procent van de ondervraagden het
Duitse volk het vriendelijkst vond en dat 15,7 procent het Duitse volk als het minst
vriendelijk bestempelde.75
Exemplarisch voor het positievere Duitslandbeeld is weer een kampioenschap
voetbal, namelijk het wereldkampioenschap in 2006. Hier was niets meer te merken van
de anti-Duitse sentimenten in 1988. Met behulp van diverse campagnes,
televisiespotjes, en vriendelijkheidscursussen zette Duitsland als gastland zich in 2006
volledig in om een positief imago te creëren.76 Zowel NU.nl als het Algemeen Dagblad
meldden in juni 2006 dat ruim 90 procent van de 1200 ondervraagde bezoekers de
Duitsers als erg gastvrij had ervaren.77 Of dit ook werkelijk te danken is aan de
campagnes en het goede verloop van het kampioenschap valt te betwijfelen. In 2004
bleek al uit een onderzoek in opdracht van het Bundespresseamt dat bijna de helft van
de Nederlanders de Duitsers als sympathiek tot zeer sympathiek bestempelde, terwijl
69
Van Oudenhoven, 303.
Ibidem.
71
Ibidem.
72
Ibidem, 304.
73
Ibidem.
74
Ibidem.
75
Ibidem.
76
Carina de Jonge, “Het vriendelijkste jongetje van de klas. Het WK draait boven alles om
internationaal aanzien”, [2006] Duitslandweb, laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012,
http://www.duitslandweb.nl/dossiers/archief/WK+2006/achtergrond/Internationaal+imago.html
77
“Lof voor gastvrij Duitsland”, [2006] NU.nl, laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012,
http://www.nu.nl/wk-2006/760267/lof-voor-gastvrij-duitsland.html; “Lof voor gastvrij
Duitsland”, [2006] AD.nl, laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012,
http://www.ad.nl/ad/nl/4562/Voetbal/article/detail/2372990/2006/06/21/Lof-voor-gastvrijDuitsland.dhtml.
70
14
slechts zeven procent de Duitsers onsympathiek vond.78 Ook de berichtgeving rondom
dit kampioenschap kan naast een voorbeeld een versterkende factor zijn geweest,
ditmaal van een positief Duitslandbeeld.
Deze verandering in de relatie tussen Nederland en Duitsland is volgens
Groenewold al ingezet aan het begin van de jaren negentig. Hoewel het Clingendaelonderzoek de aanleiding was voor een reeks maatregelen, is het volgens Groenewold
niet als oorzaak van de verandering aan te wijzen. Met de val van de Berlijnse Muur en
de bekendmaking van het plan om de grenzen binnen de Europese Gemeenschap op te
heffen, ontstond er voor Nederland een handelsgebied in het oosten; een
handelsgebied dat via Duitsland bereikt kon worden. Nederland raakte hierdoor
geïnteresseerder in de ontwikkelingen en problemen binnen Duitsland.79
Onderzoekers signaleren dus een positieve verandering. Toch zijn er nog altijd
negatieve Duitslandbeelden aanwezig. Jan Pieter van Oudenhoven stelt dat een
enigszins negatief beeld van een klein land ten opzichte van een groot land niet vreemd
is.80 Het is vaak zo dat landen positiever denken over hun kleinere buurlanden dan over
grotere buurlanden.81 Dit kan mogelijkerwijs komen omdat van kleinere landen geen
overheersing wordt gevreesd.82 Omdat Nederland slechts twee buurlanden heeft, België
en Duitsland, denken Nederlanders sneller aan deze landen en worden ook sneller
vergelijkingen getrokken met deze twee landen.83 Van België vrezen Nederlanders geen
overheersing, maar Duitsland heeft Nederland ooit bezet.84 Daarnaast is Duitsland onder
andere op economisch en politiek gebied sterker.85 Om toch een sterk nationaal
zelfbeeld te creëren kan men het andere land proberen te degraderen door middel van
vooroordelen.86 Volgens Van Oudenhoven zijn deze in het geval van Duitsland niet
moeilijk te vinden: “(...) ze worden door de vele films over de Nazi-periode dagelijks
bekrachtigd”.87
78
“Nederlanders vinden Duitsers sympathiek. Nieuws”, [2004] Duitslandweb, laatst geraadpleegd
op 14 oktober, 2012,
http://www.duitslandweb.nl/actueel/uitgelicht/2004/11/Nederlanders+vinden+Duitsers+sympat
hiek.html.
79
Groenewold, 237,238.
80
Van Oudenhoven, 306.
81
Ibidem.
82
Ibidem, 307.
83
Ibidem.
84
Ibidem, 307, 308.
85
Ibidem, 308.
86
Ibidem.
87
Ibidem.
15
Henk Dekker zoekt, zoals al bleek uit hoofdstuk één, de oorzaak van negatieve
Duitslandbeelden in de negatieve emoties die men aanleert door representaties.
Volgens Dekker houden de meeste berichten over Duitsland verband met de Tweede
Wereldoorlog. Hij wijst hierbij onder andere op herdenkingen, leerboeken op scholen,
verhalen van grootouders, literatuur, en radio. Daarnaast stelt Dekker net als Van
Oudenhoven dat films over de Tweede Wereldoorlog de negatieve emoties en
stereotypen bevestigen.88
Verklaringen voor zowel de aanwezigheid van negatieve Duitslandbeelden als
voor de verandering in het Nederlands Duitslandbeeld blijken gezocht te kunnen worden
in de berichtgeving door verscheidene media (bijvoorbeeld omtrent de
kampioenschappen voetbal), en in de economie, politiek, en geografie van Nederland en
Duitsland. Het naoorlogse Nederlandse Duitslandbeeld kan dus niet volledig
toegeschreven worden aan de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Toch speelt
het volgens Van Oudenhoven en Dekker wel degelijk een rol; de representaties van
Duitsland gaan namelijk vaak om de Tweede Wereldoorlog en herinneren zo aan de
negatieve beelden ten opzichte van Duitsland. Dit betekent niet dat negatieve
denkbeelden op deze wijze altijd in stand worden gehouden en dat het Nederlands
Duitslandbeeld dus altijd negatief zal blijven. De verwachting van Van Oudenhoven is
dat de positieve trend in het Duitslandbeeld zich zal voortzetten, naarmate de
internationale samenwerkingsverbanden sterker worden en het beeld van het
oorlogszuchtige Nazi-Duitsland steeds meer vervangen wordt door het beeld van een
democratisch Duitsland.89
88
89
Dekker, 12, 13.
Van Oudenhoven, 311, 312.
16
3. De representatie van Duitsers
Zoals gesteld in hoofdstuk 2.2 bevestigen films over de Tweede Wereldoorlog volgens
Van Oudenhoven en Dekker de negatieve emoties en vooroordelen ten aanzien van
Duitsland. Hieraan ligt de aanname ten grondslag dat het Nederlands Duitslandbeeld
terug te zien is in de representatie van Duitsers en Duitsland in de films. Zowel Van
Oudenhoven als Dekker stelt dat de bevestigde vooroordelen een rol spelen in de
vorming en instandhouding van een negatief Duitslandbeeld.90 Om deze veronderstelde
relatie tussen het Nederlandse Duitslandbeeld en de representatie van Duitsers in films
te onderzoeken, worden in dit hoofdstuk twee Nederlandse oorlogsfilms geanalyseerd.
Voor de analyses is gekozen voor IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING van Ate de
Jong uit 1986 en voor ZWARTBOEK van Paul Verhoeven uit 2006. De keuze is op deze films
gevallen omdat de Nederlandse Duitslandbeelden rond deze jaartallen duidelijk naar
voren kwamen in verschillende publicaties aangaande de kampioenschappen, zoals ook
is beschreven in hoofdstuk 2.2. Hiernaast is er zo gekozen voor een film die voor de inzet
van de verandering in het Nederlands Duitslandbeeld is geproduceerd, en voor een film
die na de inzet is geproduceerd.
3.1 Analyse van personages
Voor de analyse van de representatie van Duitsers wordt gekeken naar de Duitse
personages. Er is echter niet slechts één juiste wijze van analyse. In zijn artikel
“Narrative and the Psychology of Character” gaat Gregory Currie in op hoe personages
geanalyseerd kunnen worden op basis van hun karaktereigenschappen.91 Currie stelt dat
de karakters van personages geïnterpreteerd kunnen worden op basis van verlangens,
intenties, en handelingen.92 Handelingen komen volgens hem namelijk voort uit
bepaalde intenties, en die intenties komen weer voort uit het karakter van een
personage.93 Marc Vernet hanteert in zijn artikel “Het filmpersonage” een andere wijze
van analyse van personages.94 Volgens Vernet wordt een personage niet enkel op
90
Van Oudenhoven, 308; Dekker, 13.
Currie.
92
Ibidem, 62.
93
Currie, 62.
94
Vernet.
91
17
zichzelf gedefinieerd, maar ook in relatie tot andere personages.95 Voor de analyse van
een personage moeten dus de relaties tussen personages bekeken worden.
Beide benaderingen hebben zowel positieve als negatieve aspecten. Het
analyseren van handelingen en intenties kan inzichten leveren in de
karaktereigenschappen van een personage, het is echter gecompliceerd de werkelijke
intenties van elke handeling te achterhalen. Door de rollen die personages ten opzichte
van elkaar aannemen te analyseren, kan men meer inzicht verkrijgen in de verscheidene
houdingen van een personage en in diens intenties ten opzichte van een ander
personage. Het risico is hierbij echter wel dat men zich alleen richt op de scènes waarin
hoofdpersonages interacteren, waardoor opzichzelfstaande handelingen over het hoofd
worden gezien. Ook wordt hiermee een personage opgedeeld en wordt er geen
overkoepelend beeld verkregen. Hierom wordt in dit hoofdstuk gepoogd de
benaderingen te combineren.
Omdat dit essay zich richt op de representatie van Duitsers zullen alleen de
verhoudingen tussen de Duitse hoofdpersonages en andere personages worden
geanalyseerd, en niet de verhoudingen tussen niet-Duitse personages onderling. Verder
zullen van de Duitse hoofdpersonages karakterschetsen worden gemaakt waarbij wordt
gelet op hun handelingen en de mogelijke intenties daarachter. Om een zo volledig
mogelijk beeld te krijgen van de representatie van Duitsers, zal ook kort worden
gekeken naar de handelingen van Duitse bijfiguren.
3.2 IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING
IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING vertelt het verhaal van verzetsstrijder Peter van Dijk
en van de Joodse David Blumberg. Beiden proberen op een andere wijze te strijden
tegen de Duitse bezetters in Nederland. Gedurende zijn strijd komt Blumberg in de
problemen met twee SD-officieren, namelijk meneer Kohler en meneer Schwarz. Ook
Van Dijk komt in de problemen met Schwarz.96 Kohler en Schwarz zijn de enige Duitse
personages met een prominente rol. Wanneer zij aan de hand van de benadering van
Currie worden geanalyseerd komen een aantal karaktertrekken naar voren.
95
Vernet, 13.
Voor een uitgebreide samenvatting zie Bijlage 1 Samenvatting IN DE SCHADUW VAN DE
OVERWINNING. Voor een overzicht van de, in de analyse en samenvatting, genoemde personages
zie Bijlage 2 Overzicht personages IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
96
18
Zo kan Kohler onder andere omschreven worden als goedgelovig. In eerste
instantie gelooft hij alles wat Blumberg hem vertelt, hij lijkt geen moment te twijfelen
aan zijn verzinsels. Pas als Van Tuyl bij zijn ontsnapping uit de gevangenis werkelijk Van
Dijk blijkt te zijn, betwijfelt Kohler het verhaal van Blumberg. Maar zelfs als Blumberg
toegeeft Van Tuyl te hebben verzonnen, gelooft hij nog in het bestaan van Von Spiegel.
Verder komt hij over als enigszins emotioneel ongeremd. Hij toont zijn emoties zoals
angst, hoop en woede aan Blumberg. Dit komt het best naar voren in de scène waarin
Blumberg toegeeft het verhaal te hebben verzonnen.97 Kohler gaat eerst schreeuwen,
slaat hem, en laat hem vervolgens over aan twee Duitse soldaten. Wanneer Blumberg
bij zijn verhaal blijft schreeuwt Kohler de vraag of Blumberg soms zijn carrière wil
vernietigen. Hij zakt vervolgens op zijn hurken naast Blumberg en vraagt hem of het niet
gewoon generaal Von Brauchitsch is, Blumberg hoeft alleen maar te knikken. Hiermee
toont Kohler zijn frustraties wanneer blijkt dat hij is bedrogen, zijn angst voor het
stuklopen van zijn carrière, en de hoop dat Blumberg hem toch kan helpen. Een derde
eigenschap die naar voren komt is zelfzucht. Uit de zojuist genoemde scène blijkt
namelijk ook dat carrière maken de intentie vormt achter zijn samenwerking met
Blumberg. Het is hem niet te doen om het redden van Blumberg of andere Joden, wat
onder andere blijkt uit zijn dreigingen jegens Blumberg om de Joden op de lijst en zijn
familie alsnog te deporteren.
Schwarz kan waarschijnlijk het best gekarakteriseerd worden als machtzuchtig,
hebzuchtig, en sadistisch. Zijn machtzucht blijkt uit de scène met Kohler in het
afgebrande gebouw, waar hij de zaak zelf wil doen en zichzelf daarmee boven Kohler
stelt.98 Ook komt zijn opmerking tegen de leden van de Joodse raad dat hij bij te weinig
Joden hen gewoon meeneemt, omdat 250 nou eenmaal 250 is, over als een stukje
machtsvertoon.99 Zijn hebzucht blijkt uit de scène waarin hij als tegenprestatie voor de
600 Joden op Blumbergs lijst 100.000 gulden van hem wil.100 Bovendien blijken
machtzucht en hebzucht als intenties achter zijn officierschap uit zijn gesprek met
Hansje waarin hij zegt dat mannen als Van Dijk en hij dit werk doen om “avontuur, geld,
97
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 1 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
98
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 2 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
99
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 3 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
100
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 4 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
19
macht en vrouwen”.101 Zijn sadisme blijkt allereerst uit de keren dat hij soldaten de
verdachten laat martelen. Maar met name zijn opmerkingen zetten dit kracht bij. Zo
zegt hij tegen Hansje nadat twee gevangenisbewaaksters Sanne hebben geslagen, dat de
twee vrouwen zich graag ontfermen over zwangere vrouwen.102 Ook schampert hij
nadat Blumberg is afgetuigd: “Gelukkig nieuwjaar, och nee, dat geldt natuurlijk niet voor
u”.103 Bovendien glimlacht hij even voor hij de twee gevangenisbewaaksters de cel van
Sanne binnen stuurt om haar te martelen.104
Deze karakterschetsen geven een algeheel beeld van de personages, maar deze
karaktertrekken komen niet allemaal in elk situatie naar voren. Aan de hand van de
analysemethode van Vernet komen dan ook een aantal houdingen naar voren die Kohler
en Schwarz aannemen ten opzichte van andere personages. Zo neemt Kohler ten
opzichte van Schwarz de rol aan van diens gelijke. Dit terwijl Schwarz zich ten opzichte
van Kohler opstelt als diens meerdere. Zoals gezegd stelt Schwarz zich met het
overnemen van de zaak van het afgebrande bevolkingsregister boven Kohler. Daarnaast
zegt hij tegen Kohler dat hij Duits moet praten. Kohler gehoorzaamt echter niet maar
antwoordt rustig dat hij zijn werk beter doet als hij Nederlands spreekt. Kohler laat zich
dus niet degraderen en reageert als Schwarz’ gelijke.105
Ten opzichte van Joden nemen Schwarz en Kohler beiden dezelfde rol aan,
namelijk die van machthebber. Schwarz beslist bijvoorbeeld dat er een grote razzia komt
en laat, zoals al eerder gesteld, aan de leden van de Joodse raad merken dat hij de
macht heeft over hen.106 Hiernaast laten zowel Schwarz als Kohler aan Blumberg weten
dat ze zijn lijst met Joden zo kunnen opheffen en hen kunnen deporteren.107 Met de
bedreigingen om Blumberg en zijn familie te deporteren laten ze ook beiden merken de
macht te hebben over Blumberg.108 Kohler kan echter ook een tweede rol aannemen ten
101
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 5 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
102
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 5 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
103
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 6 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
104
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 5 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
105
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 2 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
106
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 2 en fragment 3 van Bijlage 3 Beschrijving
fragmenten IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
107
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 4 en fragment 7 van Bijlage 3 Beschrijving
fragmenten IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
108
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 6 en fragment 8 van Bijlage 3 Beschrijving
fragmenten IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
20
opzichte van Blumberg. Zo positioneert hij zich als kameraad wanneer hij Blumberg een
sigaret en een stuk van zijn appel aanbiedt. Ook stelt Kohler dat het hem vreselijk spijt
dat hij Blumberg nog niet naar huis kan laten gaan.109
Ook ten opzichte van Sanne en Hansje positioneert Schwarz zich als
machthebber. Door hen te martelen en door uiteindelijk Sanne neer te schieten toont
hij aan dat hij de macht heeft over hun leven.110 Hiernaast kan hij ten opzichte van hen
ook een andere rol aannemen, namelijk die van charmeur. Dit blijkt uit de scène waarin
hij hen panty’s aanbiedt en hij Hansje een kus op haar hand en Sanne een kus op haar
wang geeft.111 Ook probeert hij Sanne te verleiden wanneer hij op oudejaarsavond
champagne meeneemt naar haar cel.112 Ten opzichte van Van Dijk positioneert Schwarz
zich als belager. Gedurende de hele film zit hij achter hem aan, wat onder andere blijkt
uit zijn pogingen om zijn schuilplaats te weten te komen door Sanne, Hansje en
Blumberg te martelen.113
Uit de bovenstaande omschrijvingen blijkt dat in de film een negatief beeld van
Schwarz wordt geschetst. Hij heeft geen probleem met de deportatie van Joden en
dreigt de twee hoofdpersonages, Blumberg en Van Dijk, te doden. Machtzucht en
hebzucht worden hiernaast als onaangename eigenschappen beschouwd. Maar met
name zijn sadisme zorgt ervoor dat hij overkomt als een slecht personage. Hoewel
Kohler in vergelijking met Schwarz in een beter daglicht wordt gesteld, is uiteindelijk ook
het beeld van hem negatief. In eerste instantie lijkt hij begaan te zijn met Blumberg en
de Joden op zijn lijst, maar wanneer de waarheid over de lijst uitkomt begint Kohler te
dreigen en blijkt zijn carrière de ware intentie achter zijn geveinsde vriendelijkheid te
zijn.
De Duitse bijfiguren zijn in de film over het algemeen lastig te onderscheiden
van Nederlandse bijfiguren en hebben niet echt een eigen ‘gezicht’. Zo zien we in een
executie-scène een vuurpeloton van achteren en worden de gezichten niet getoond.114
Verder zien we Duitse soldaten marcheren en doen ze wat hen is opgedragen. Slechts
109
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 9 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
110
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 5 en fragment 10 van Bijlage 3 Beschrijving
fragmenten IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
111
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 11 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
112
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 12 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
113
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 5 en fragment 6 van Bijlage 3 Beschrijving
fragmenten IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
114
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 13 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
21
één Duitse soldaat valt op door een opmerking die exemplarisch lijkt te zijn voor alle
Duitse soldaten. Wanneer Van Dijk een pistool op hem richt zegt de soldaat: “Ik ben
Duitser. Ik geloof in onze Führer. Ik ben bereid te sterven”.115 In combinatie met de
inwisselbaarheid van de Duitse bijfiguren wordt met deze uitspraak het beeld geschetst
dat hun gehoorzaamheid aan de Führer inherent is aan de Duitse nationaliteit.
3.3 ZWARTBOEK
Zwartboek vertelt het verhaal van de Joodse Rachel Stein die zich na een mislukte
vluchtpoging naar bevrijd gebied aansluit bij een verzetsgroep. Om hen te helpen
gevangengenomen verzetslieden te bevrijden infiltreert ze als Ellis de Vries het SDhoofdkwartier door de SD-chef Ludwig Müntze te verleiden. Het uitvoeren van haar
taken als infiltrant wordt haar echter moeilijk gemaakt door SD-officier Günther
Franken. Ook Müntze komt in de problemen met Franken en met zijn superieur generaal
Käutner.116
Wanneer Müntze, Franken en Käutner worden geanalyseerd aan de hand van de
methode van Currie kunnen karakterschetsen van hen worden gemaakt. Müntze kan
met name worden gekarakteriseerd als vredelievend en onbaatzuchtig. Zo wil hij
verdere bloedvergieting voorkomen door geen represaillemaatregels uit te voeren en te
onderhandelen met het verzet. Hij geeft Ellis niet aan als hij merkt dat ze Joods is en ook
niet als blijkt dat zij in het verzet zit.117 Verder blijkt zijn onbaatzuchtigheid uit de scène
waarin hij de achtervolging inzet op de moordenaar van notaris Wim Smaal, terwijl het
voor hemzelf niet veilig is op straat omdat zowel de SD als het verzet achter hem aan
zit.118 Wellicht zou hij informatie van de moordenaar kunnen krijgen wat hem zou
helpen, maar gezien het boekje dat volgens Smaal alles duidelijk maakte niet is
meegenomen zou het voordeel van de achtervolging voor hemzelf niet opwegen tegen
het gevaar.
115
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 14 van Bijlage 3 Beschrijving fragmenten IN DE
SCHADUW VAN DE OVERWINNING.
116
Voor een uitgebreide samenvatting zie Bijlage 4 Samenvatting ZWARTBOEK. Voor een overzicht
van de, in de analyse en samenvatting, genoemde personages zie Bijlage 5 Overzicht personages
ZWARTBOEK.
117
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 1 en fragment 2 van Bijlage 6 Beschrijving
fragmenten ZWARTBOEK.
118
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 3 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
22
Franken komt voornamelijk over als hebzuchtig en sadistisch. Zijn hebzucht blijkt
uit het feit dat hij rijke Joden laat doodschieten om hen zo te beroven, waarna hij hun
geld en sieraden voor zichzelf houdt.119 Zijn sadisme blijkt onder andere uit de scène
waarin hij Tims hoofd onder water laat duwen.120 Tijdens deze marteling staat Franken
er fluitend bij. Wanneer één van de soldaten meldt dat Tim zijn adem inhoudt trapt hij
Tim tussen zijn benen. Hiernaast valt een kleine glimlach op zijn gezicht te zien wanneer
de verzetsgroep tijdens de bevrijdingsactie in de val loopt en wanneer Müntze door
Käutner de doodstraf opgelegd krijgt.
Käutner kan vooral omschreven worden als machtzuchtig. Dit blijkt onder
andere uit zijn opmerking tegen Müntze dat hij zelf het vuurpeloton zal leiden.121 Verder
wil hij ook na de capitulatie zijn macht behouden en uiten, wat blijkt uit de scène waarin
hij de Canadese kolonel bedreigt om alsnog de executie van Müntze te kunnen
uitvoeren en uit het gegeven dat hij uiteindelijk inderdaad zelf het vuurpeloton leidt.122
Deze scènes geven ook direct de rol weer die Käutner aanneemt ten opzichte
van Müntze, namelijk die van machthebber. Ten opzichte van Franken nemen zowel
Käutner als Müntze deze rol aan. Dit blijkt wat betreft Käutner uit de scène waarin hij
tegen Franken zegt hem te verdenken van het voor zichzelf houden van het geld van de
Joden, wat hem de doodstraf kan opleveren.123 Ook Müntze toont zijn macht wanneer
Franken hem vraagt om toestemming voor de executie van drie verzetslieden, maar
Müntze stelt dat hij de baas is en hij beslist dat er niemand geëxecuteerd wordt.124
Käutner en Franken dichten Joden een rol toe die aan te duiden is als onkruid of
dieren. Dit blijkt uit hun onverschilligheid ten opzichte van het vermoorden van Joden.
Franken laat hen zonder berouw doodschieten om geld.125 Het probleem hierbij is
volgens Käutner het gegeven dat Franken het geld voor zichzelf houdt, maar niet de
119
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 4 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
120
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 5 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
121
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 6 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
122
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 7 en fragment 8 van Bijlage 6 Beschrijving
fragmenten ZWARTBOEK.
123
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 6 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
124
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 9 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
125
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 4 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
23
moorden op zich.126 Hiermee ontnemen zij de Joden hun menselijkheid. Hoe Müntze
zich positioneert ten opzichte van Joden in het algemeen is onduidelijk. Hij geeft
Franken wel aan op verdenking van het doodschieten en beroven van Joden, maar of hij
dit doet voor Ellis of omdat hij er op tegen is wordt niet duidelijk.
Müntze behandelt Ellis niet specifiek als Joodse maar positioneert zich als haar
gelijke en haar geliefde. Op het moment dat hij erachter komt dat ze Joods is denigreert
hij haar niet. Hij geeft haar niet aan en probeert haar te helpen. Dat hij haar geliefde is
blijkt uit de persoonlijke informatie over zijn verdriet die hij met haar deelt en uit de
scène waarin hij zegt voor altijd samen te willen blijven.127 Franken benadert Ellis in
eerste instantie op dezelfde wijze als Ronnie, namelijk als een mooie vrouw. Dit blijkt uit
de scène waarin hij grinnikend met zijn handen gestrekt op Ellis’ borsten afloopt en uit
de scènes waarin hij met haar wil zingen en dansen.128 Vanaf het moment dat hij Ellis
laat merken door te hebben dat zij tot het verzet behoort, neemt hij de rol van
machthebber aan. Hij beslist dat ze de volgende dag zal worden geëxecuteerd en heeft
daarmee de macht over haar leven.129
Uit de bovenstaande omschrijvingen blijkt dat in de film zowel Käutner als
Franken in een negatief daglicht wordt gesteld. Beiden zien geen probleem in het doden
en beroven van Joden. Net als bij Schwarz zorgt met name Frankens sadisme ervoor dat
hij overkomt als een slecht personage. Hiernaast versterkt, net als bij Schwarz, de wil
van Käutner en Franken om hoofdpersonage Müntze te doden het negatieve beeld dat
van hen wordt geschetst. Müntze wordt hierentegen wel positief afgebeeld. Hij wil geen
bloed vergieten en helpt het belangrijkste hoofdpersonage Ellis. Hiernaast zien we hem,
in tegenstelling tot Schwarz, Kohler, Käutner en Franken, meerdere malen in de
privésfeer. Omdat we hem ook buiten zijn functie zien wordt ons beeld van hem
persoonlijker en menselijker. Bovendien vertelt hij aan Ellis dat zijn gezin is gedood,
waarmee sympathie voor hem wordt gewekt.130
Net als in IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING gedragen de Duitse bijfiguren zich
wanneer zij zich in een groep bevinden zoals vaak wordt verwacht van standaard
126
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 6 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
127
Voor fragmentbeschrijvingen zie fragment 10 en fragment 11 van Bijlage 6 Beschrijving
fragmenten ZWARTBOEK.
128
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 12 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
129
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 13 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
130
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 10 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
24
soldaten. Ze voeren bevelen uit, zoals schieten, zonder hierbij eigen emoties te tonen.
Wel fluiten marcherende soldaten naar Ellis wanneer zij langskomt, wat hen minder
machinaal en menselijker maakt. Ook komt de eigen visie van twee bijfiguren wat naar
voren. Terwijl twee soldaten Tims hoofd onder water houden merkt één van hen op dat
hij zijn adem inhoudt, waarop Franken Tim tussen zijn benen trapt.131 Het bevel was
slechts hem onder water te houden, maar deze soldaat versterkt door zijn opmerking de
marteling uit eigen beweging. Een geheel andere eigen visie wordt getoond door een
SD-er die na een sein van Ronnie stiekem Müntze en Ellis uit de gevangenis bevrijdt.132
Dit alles maakt dat de Duitse bijfiguren, in tegenstelling tot in IN DE SCHADUW VAN DE
OVERWINNING, zo nu en dan een eigen ‘gezicht’ krijgen. Dit blijkt ook uit de scène waarin
Müntze wordt geëxecuteerd.133 We zien de soldaten in het vuurpeloton zowel van opzij
als van voren, waarmee zij letterlijk een gezicht krijgen.
131
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 5 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
132
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 14 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
133
Voor een fragmentbeschrijving zie fragment 8 van Bijlage 6 Beschrijving fragmenten
ZWARTBOEK.
25
Conclusie
Zoals uit hoofdstuk 2.2 is gebleken signaleren onderzoekers een positieve trend in de
ontwikkeling van het Nederlands Duitslandbeeld. Zo bleek uit steekproeven dat de
Nederlandse bevolking de Duitsers steeds meer als vriendelijk bestempelt. Hiernaast
heeft Nederland sinds de opening van de grenzen naar het oosten meer interesse voor
de gang van zaken in Duitsland. Ook in de filmische representatie van Duitsers heeft zich
een verandering voltrokken, blijkt uit de analyseresultaten. Er lijkt in twintig jaar tijd
meer ruimte te zijn gekomen voor sympathie voor, en een positief beeld van een Duits
personage. Zelfs een hoge SD-officier kan het oneens zijn met de praktijken van de
Nazi’s. Duitse soldaten worden meer als individuen afgeschilderd en krijgen zo meer een
eigen gezicht. Het beeld van één Duits front dat wil overheersen begint af te brokkelen.
Niet de Duitse nationaliteit an sich maar de karakters en verlangens bepaalden hoe
Duitsers handelden. Terwijl volgens Van Vree uit IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING een
bewustzijn blijkt van de gecompliceerdheid tussen goed en fout, lijkt dit met name te
gelden voor Joden en Nederlanders. Het bewustzijn dat dit ook geldt voor Duitsers lijkt
zich pas in de laatste twintig jaar te hebben ontwikkeld en komt wel tot uiting in
ZWARTBOEK. Zowel wat betreft het Nederlands Duitslandbeeld als wat betreft de
filmische representatie van Duitsers heeft zich in de afgelopen jaren dus een positieve
trend ingezet. Hiermee lijkt er inderdaad een samenhang te zijn. Of het veranderende
beeld in de maatschappij nu met name van invloed is geweest op de filmische
representatie van Duitsers of andersom is echter discutabel. Zoals Quart en Auster al
stelden: het definiëren van de specifieke wisselwerking is gecompliceerd.
Voor een beter inzicht in de samenhang tussen het Nederlands Duitslandbeeld
en de filmische representatie van Duitsers is meer onderzoek nodig. Natuurlijk heeft ook
dit onderzoek zijn beperkingen. Hoewel bij een inhoudsanalyse aan een bepaalde mate
van subjectiviteit niet te ontkomen is, zou de validiteit van de resultaten worden
versterkt wanneer de analyses door meerdere onderzoekers zouden worden uitgevoerd.
Hiernaast is met de keuze voor twee films het risico aanwezig dat een film net de
uitzondering vormt binnen het repertoire en daarmee niet representatief is. De analyse
zou dus moeten worden toegepast op meer Nederlandse oorlogsfilms, om zo te zien of
er inderdaad een trend is en om te bepalen hoe deze zich specifiek heeft ontwikkeld.
Zoals al gesteld in hoofdstuk 2.2 is de verwachting van Van Oudenhoven dat de
positieve trend in het Duitslandbeeld zich zal voortzetten, naarmate het beeld van Nazi26
Duitsland steeds meer wordt vervangen door het beeld van een democratisch Duitsland.
Films over de Tweede Wereldoorlog zullen nooit een beeld van een democratisch
Duitsland kunnen tonen, omdat het Nazisme nu eenmaal de drijvende kracht was. Wel
kunnen oorlogsfilms een bijdrage leveren aan het bewustzijn dat de verschrikkingen van
het verleden niet inherent zijn aan de Duitse nationaliteit. Met de toevoeging van een
personage als Müntze doet ZWARTBOEK al een stap in deze richting. De vraag is echter of
de trend zich zal voortzetten. Zullen wij de komende jaren films zien met meerdere
‘goede’ Duitse personages? Zullen er films verschijnen waarin Duitse soldaten een
prominente rol krijgen in plaats van hoge officieren? Zal de Nederlandse filmindustrie
ons in de toekomst een film bieden bezien vanuit het oogpunt van een Duitser, of met
een focus op Duitsers als slachtoffers van hun regime? Vooralsnog kunnen we alleen
maar gissen, de toekomst zal het uitwijzen.
27
Bronnenlijst
Currie, Gregory. “Narrative and the Psychology of Character” The Journal of Aesthetics
and Art Criticism 67 (2009): 61-71.
Dekker, Henk. “Nationaal favoritisme, germanofobie, en Europees burgerschap.
Socialisatie van emoties.” Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van
bijzonder hoogleraar in de Sociaal-Wetenschappelijke Studie van de Duits-Nederlandse
Betrekkingen vanwege de Stichting ter Bevordering van Duitslandstudiën, Universiteit
Utrecht, Nederland, 12 februari, 1999.
Groenewold, Peter. “Het Nederlandse Duitslandbeeld in de negentiende en twintigste
eeuw.” In Nederland en Duitsland. Elkaar kennen en begrijpen, geredigeerd door Jan Vis
en Gebhard Moldenhauer. (Assen: Van Gorcum & Comp. B.V. 2000): 223-238.
IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING. DVD. Geregisseerd door Ate de Jong. Amsterdam,
Sigma Film Productions, 1986.
Jong, Laura de, en Marjan van den Berg. “Wat is er met de Duitser-haat gebeurd?”
[2012] Volkskrant.nl. Laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012.
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3270386/2012/06/13/Watis-er-met-de-Duitser-haat-gebeurd.dhtml.
Jonge, Carina de. “Het vriendelijkste jongetje van de klas. Het WK draait boven alles om
internationaal aanzien.” [2006] Duitslandweb. Laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012.
http://www.duitslandweb.nl/dossiers/archief/WK+2006/achtergrond/Internationaal+im
ago.html.
“Lof voor gastvrij Duitsland.” [2006] AD.nl. Laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012.
http://www.ad.nl/ad/nl/4562/Voetbal/article/detail/2372990/2006/06/21/Lof-voorgastvrij-Duitsland.dhtml.
“Lof voor gastvrij Duitsland.” [2006] NU.nl. Laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012.
http://www.nu.nl/wk-2006/760267/lof-voor-gastvrij-duitsland.html.
28
“Media.” Raad voor Cultuur. Laatst geraadpleegd op 9 oktober, 2012.
http://www.cultuur.nl/21/0/media.aspx.
Mees, Henk. “Anti-Duits zijn is verleden tijd.” [2012] Brabants Dagblad. Laatst
geraadpleegd op 14 oktober, 2012.
http://www.brabantsdagblad.nl/mening/11299301/Anti-Duits-zijn-is-verleden-tijd.ece.
“Nederlanders vinden Duitsers sympathiek. Nieuws.” [2004] Duitslandweb. Laatst
geraadpleegd op 14 oktober, 2012.
http://www.duitslandweb.nl/actueel/uitgelicht/2004/11/Nederlanders+vinden+Duitsers
+sympathiek.html.
Oudenhoven, Jan Pieter van. “Nederlanders over Duitsers: enkele empirische gegevens.”
In Nederland en Duitsland. Elkaar kennen en begrijpen, geredigeerd door Jan Vis en
Gebhard Moldenhauer. (Assen: Van Gorcum & Comp. B.V. 2000): 303-312.
Quart, Leonard, en Albert Auster. Introductie van American Film and Society since 1945.
Westport: Praeger Publishers, 2002.
Rosenstone, Robert A. History on Film/Film on History. Harlow: Pearson Education
Limited, 2006.
Vernet, Marc. “Het filmpersonage” Versus 3 (1989): 7-36.
Vis, Jan, en Gebhard Moldenhauer, red. Nederland en Duitsland. Elkaar kennen en
begrijpen. Assen: Van Gorcum & Comp. B.V., 2000.
Vree, Frank van. In de schaduw van Auschwitz. Herinneringen, beelden, geschiedenis.
Groningen: Historische Uitgeverij, 1995.
Witteman, Jonathan. “Altijd weer dat shirt van Olaf Thon. De Duitsers en het EK ’88.”
[2008] Duitslandweb. Laatst geraadpleegd op 14 oktober, 2012.
http://www.duitslandweb.nl/dossiers/overzicht/ek-voetbal-2012/nederlandduitsland/duitsland-en-het-ek-1988.html.
29
Young, James E. Writing and Rewriting the Holocaust: Narrative and the Consequences
of Interpretation. Bloomington: Indiana University Press, 1988.
ZWARTBOEK. DVD. Geregisseerd door Paul Verhoeven. Amsterdam, Fu Works, 2006.
30
Bijlagen
Bijlage 1. Samenvatting IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING
IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING vertelt het verhaal van verzetsstrijder Peter van Dijk
en van de Joodse David Blumberg. Beiden proberen op een andere wijze te strijden
tegen de bezetters. De film begint met een scène waarin Van Dijk samen met zijn
verzetsgroep wapens koopt, om vervolgens het gebouw van het bevolkingsregister
binnen te dringen. Hier sticht de groep brand. Na deze brand nemen de SD-officieren
Schwarz en Kohler met een groep soldaten de schade op. Schwarz besluit hierop dat er
als represaille een grote razzia zal plaatsvinden.
De volgende dag probeert de Joodse raad te zorgen voor de 250 geëiste Joden
die op transport naar Polen moeten. Van deze Joden probeert Blumberg als
zogenaamde emigratiedeskundige een aantal te redden. Om dit te realiseren heeft hij
een lijst verzonnen met Joden die niet op transport mogen. Voor een plekje op de lijst
dienen zij wel te betalen. Om zijn lijst geloofwaardig te maken, heeft Blumberg tegen de
Duitsers gezegd dat hij de lijsten maakt in opdracht van de Duitse generaal Von Spiegel.
Terwijl Blumberg langs de rijen Joden loopt om zijn lijst af te geven aan de Joodse Raad,
vragen meneer en mevrouw Blok hem om hulp. Hij had hen geadviseerd onder te duiken
maar onderweg zijn zij gearresteerd. Blumberg zet hen op de lijst maar dan blijkt dat de
Joodse raad slechts 248 Joden kan bieden aan de Duitsers. Schwarz wil daarom twee
leden van de Joodse raad meenemen, maar één van hen wijst naar meneer en mevrouw
Blok en roept dat zij geen Jodenster droegen op het moment van hun arrestatie.
Schwarz laat de twee leden van de raad vervolgens gaan en laat meneer en mevrouw
Blok alsnog meenemen.
Enige tijd later dient Blumberg te verschijnen op het SD-kantoor, waar hij wordt
ontvangen door SD-officier Kohler. Kohler vertelt hem dat meneer Blok heeft beweerd
door Blumberg te zijn aangespoord tot vluchten. Blumberg ontkent dit, maar mag niet
naar huis tot de SD-chef heeft getelefoneerd met generaal Von Spiegel. De volgende dag
vertelt Kohler aan Blumberg dat er volgens het kantoor in Berlijn helemaal geen Von
Spiegel bestaat. Kohler vermoedt dat iemand zich voordoet als Von Spiegel en er sprake
is van een groot complot tegen het Duitse Rijk. Blumberg kan hem helpen Von Spiegel te
ontmaskeren. Blumberg houdt echter vol dat Von Spiegel bestaat en beweert brieven
van hem te hebben gekregen. Wanneer Kohler de brieven te zien krijgt legt Blumberg uit
31
dat hij Von Spiegel toevallig heeft ontmoet door een pen van hem te lenen. Gedurende
die ontmoeting had Blumberg hem verteld dat hij een adviesbureau voor Joden had.
Von Spiegel heeft hem later geschreven dat hij bezig was met een plan om rijke Joden te
laten emigreren naar Zwitserland, en heeft Blumberg om hulp gevraagd. Blumberg
stemde daarmee in mits voor elke rijke Jood ook een arme mocht emigreren. Blumberg
kreeg daarop een schriftelijke machtiging om de lijst met arme Joden op te stellen. Op
bevel van Von Spiegel mochten de Joden op Blumbergs lijst niet mee op transport naar
Polen. De door Blumberg ingevulde formulieren werden vervolgens opgehaald door de
Nederlandse baron Van Tuyl. De chef van Kohler gelooft dit verhaal en Blumberg wordt
vrijgelaten, onder voorwaarde dat hij hen bericht wanneer Von Spiegel of Van Tuyl weer
contact met hem opneemt. Kohler zal hen dan arresteren en zo een einde maken aan
het complot.
Ondertussen zit de SD de verzetsgroep op de hielen en worden twee leden
gearresteerd. Wanneer dit bekend wordt bij de overige leden laat Van Dijk zijn vrouw en
kinderen onderduiken en zoekt hij met de rest van het verzet een schuilplek. Door alle
commotie rondom Blumbergs lijst begint de verzetsgroep hem te verdenken. De groep
regelt een toevallige ontmoeting tussen Schwarz en de twee vrouwen uit de groep,
Hansje en Sanne. De vrouwen proberen Schwarz te verleiden om zo op zijn kantoor te
komen. Dit lukt hen en de volgende dag ontmoeten ze hem op zijn kantoor om zijden
panty’s te passen. Terwijl Sanne een panty past kijkt Hansje stiekem in het dossier van
Blumberg. Schwarz vermoedde echter al iets en kijkt via een spiegeltje toe. Na hun
vertrek uit zijn kantoor laat hij hen volgen en wordt de schuilplaats van het verzet
ontdekt. De mannen van de groep weten te vluchten maar Hansje en Sanne worden
opgepakt en naar de gevangenis gebracht. Daar probeert Schwarz te weten te komen
waar Van Dijk zich bevindt. Als beide vrouwen daarover zwijgen laat hij hen martelen.
De SD-chef en Kohler raken intussen ongeduldig omdat Blumberg niets meer van
zich laat horen en beginnen te twijfelen aan zijn verhaal. Kohler dreigt de lijst op te
heffen als Blumberg hem niet snel in contact brengt met Van Tuyl. Blumberg huurt
vervolgens een man in om Van Tuyl te spelen, niet wetende dat de man Van Dijk is. Deze
zogenaamde Van Tuyl wordt vervolgens gearresteerd door Kohler. Tijdens een verhoor
beweert hij dat er nog een andere contactpersoon bestaat, die berichten voor hem
achterlaat in een café. Kohler stelt in dat café te zullen posten. Tot ze de man hebben
gevonden zal Van Tuyl, eigenlijk Van Dijk, in de gevangenis moeten blijven.
Uit angst dat de lijst zal worden opgeheven gaat Blumberg naar Schwarz. Deze
wil een deal met Blumberg sluiten en zegt de lijst te zullen behouden mits Blumberg
32
hem Van Dijk levert. Omdat Blumberg stelt Van Dijk niet te kennen eist Schwarz 100.000
gulden voor het behoud van de lijst. Wanneer Blumberg hem enige tijd later geld en een
zakhorloge geeft laat Schwarz hem arresteren wegens zwarthandel. In de gevangenis
laat hij hem vervolgens martelen in de hoop zo te weten te komen waar Van Dijk is.
Blumberg deelt vervolgens een cel met de zogenaamde Van Tuyl en krijgt door dat hij
eigenlijk Van Dijk is. Wanneer hij hem vraagt zichzelf aan te geven, weigert Van Dijk.
Op oudejaarsavond worden een aantal gevangenen naar de buitenplaats geleid
als onderdeel van een werkstraf. Daar wordt Blumberg belaagd door de
medegevangenen en de gevangenisbewakers. Ondertussen glipt Van Dijk weg en
probeert hij de sleutels te stelen om zo Hansje en Sanne te bevrijden. De overige leden
van de groep komen vermomd als Duitse soldaten de gevangenis binnen en helpen Van
Dijk. Samen met Sanne en Hansje vluchten ze. Hierdoor ziet Schwarz in dat de man Van
Dijk is en schiet hem in zijn rug.
Nu is gebleken dat Van Tuyl eigenlijk een verzetsstrijder is, moet Blumberg bij
een woedende Kohler komen. Kohler eist een uitleg en Blumberg legt uit dat hij alles
heeft verzonnen. Kohler laat hem in elkaar slaan en schrijft vervolgens zijn verklaring op.
Deze verklaring scheurt hij daarna door omdat het niet geloofwaardig zal zijn voor zijn
chef. Hij stelt dat Von Spiegel wel bestaat en Blumberg hem de waarheid moet vertellen.
Omdat Blumberg bij zijn verhaal blijft stuurt Kohler hem naar een Nederlands
werkkamp. Net voordat de trein naar Polen vanuit het werkkamp vertrekt, wacht Kohler
Blumberg op. Kohler belooft hem en zijn gezin te redden van transport naar Polen, mits
Blumberg toch nog iets kan verzinnen dat zijn chef wel zal geloven. Blumberg stemt in
met dit plan en verlaat samen met Kohler het werkkamp.
Omdat Van Dijk door het schot van Schwarz niet meer kan lopen verzorgt Sanne
hem. Schwarz treft haar echter als zij hun schuilplaats verlaat en schiet haar neer.
Schwarz gaat vervolgens in het huis op zoek naar Van Dijk en treft hem op de trap. Daar
steekt hij zijn hand uit en stelt hij zichzelf voor. Van Dijk heeft een granaat in zijn hand
en steekt ook zijn hand uit. “Peter van Dijk” zegt hij, waarna hij de granaat laat
ontploffen.
33
Bijlage 2. Overzicht personages IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING
Naam in de
Volledige naam
analyse of
in de film
Nationaliteit
Aanvullende informatie
samenvatting
Blumberg
David Blumberg
Joods
Van Dijk
Peter Van Dijk
Nederlands
Hansje
Hansje
Nederlands
Lid van de verzetsgroep
Sanne
Sanne
Nederlands
Lid van de verzetsgroep
Schwarz
Herr Schwarz
Duits
SD-officier
Kohler
Herr Kohler
Duits
SD-officier
Von
Generaal Von
Brauchitsch
Brauchtisch
Duits
Generaal in Duitsland
Meneer Blok
Meneer Blok
Joods
Opgepakt bij de razzia
Mevrouw Blok
Mevrouw Blok
Joods
Opgepakt bij de razzia
Duits
Door Blumberg verzonnen
Von Spiegel
Van Tuyl
Generaal Von
Spiegel
Baron Van Tuyl
Nederlands
Zogenaamde emigratiedeskundige
Kunstenaar en leider van de
verzetsgroep
Door Blumberg verzonnen, door
Van Dijk gespeeld
De keuze voor het gebruik van de voornaam of achternaam van een personage in de
analyse en/of samenvatting, is gebaseerd op welke naam het meest wordt genoemd
door andere personages in de film.
34
Bijlage 3. Beschrijving fragmenten IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING
Fragment 1 (1.30.35 – 1.34.15)
Kohler is woedend op Blumberg en stelt dat hij hem voor schut heeft gezet. Van Tuyl
blijkt een ordinaire terrorist te zijn. Kohler schreeuwt dat het is afgelopen en dat de lijst
is opgedoekt. Als Blumberg hem niet snel vertelt wie de echte Van Tuyl en Von Spiegel
zijn, gaan Blumberg en zijn familie ook naar Polen. Blumberg vraagt wat er gebeurt als
hij het vertelt. Kohler begint rustiger te spreken en zegt dat hij dan een baan krijgt bij de
administratie van een Hollands kamp. Blumberg beweert dat hij de waarheid niet zal
geloven, waarop Kohler weer begint te schreeuwen en nogmaals vraagt wie de echte
Van Tuyl en Von Spiegel zijn. Blumberg begint te glimlachen en zegt dat hij het zelf is en
Van Tuyl heeft verzonnen. Kohler reageert verward en vraagt verbaast wie dan generaal
Von Spiegel is. Als Blumberg hierop antwoordt dat hij dat ook zelf is geeft Kohler hem
een klap in het gezicht. Twee soldaten beginnen Blumberg te stompen. Vervolgens
gooien ze hem op de grond en beginnen ze hem te schoppen. Wanneer Kohler “Ab”
roept, trekken de soldaten Blumberg omhoog en zetten hem in een stoel. Blumberg zegt
dat Kohler hem moet geloven en belooft de hele waarheid te vertellen. Kohler knipt met
zijn vingers en de twee soldaten gaan weg.
Blumberg legt een verklaring af. Hij heeft zelf de lijsten verzonnen, in zijn eentje,
om de Joden hoop te geven en tijd te rekken. Want, zo zegt Blumberg, waar moed is
daar is leven. Kohler vraagt of hij bij die verklaring blijft. Als Blumberg ondertekent kan
hij namelijk niet meer terug omdat zij niet rommelen met officiële papieren. Blumberg
ondertekent het. Kohler staat op en scheurt de verklaring in stukken. Hij gooit het op het
bureau en zegt kwaad dat hij er geen woord van gelooft. Blumberg liegt en heeft altijd al
tegen hem gelogen, Von Spiegel bestaat wel. Woedend schreeuwt hij of Blumberg soms
zijn hele carrière kapot wil maken. Vervolgens zakt hij op zijn hurken en vraagt hij of
Blumberg hem niet kan helpen door de waarheid te vertellen. Kohler vraagt of het niet
gewoon generaal Von Brauchitsch is, hij hoeft alleen maar te knikken. Blumberg schudt
echter zijn hoofd. Kohler staat op en loopt naar het raam. Hij verzucht dat hij Blumberg
nu niet meer kan helpen. Hij moet hem naar een kamp sturen omdat hij hen heeft
bedrogen, terwijl Kohler voor hem voelde als een broer.
Fragment 2 (18.08 – 18.51)
De verzetsgroep van Peter van Dijk heeft het pand van het bevolkingsregister afgebrand.
Samen met een groep mannen nemen Kohler en Schwarz de schade op. Een agent laat
35
een gevonden persoonsbewijs zien aan Kohler. Deze zegt tegen de agent dat hij moet
uitzoeken wie het is en het vervolgens aan hem moet rapporteren. Schwarz vraagt
geïrriteerd of hij Duits wil spreken. Kohler antwoordt dat hij zijn werk beter doet als hij
Nederlands kan spreken. Schwarz pakt het persoonsbewijs af en zegt dat hij deze zaak
het liefst zelf doet. Hij geeft het aan één van de andere mannen en zegt hem in het Duits
dat hij moet uitzoeken wie het is en het aan hem moet rapporteren. Vervolgens zegt
Schwarz dat er die nacht een grote razzia moet plaatsvinden, met 250 Joden. Kohler
merkt op dat Joden als represaille nieuw is. Schwarz antwoordt dat de terroristen het
hen gemakkelijk maken. Wanneer Kohler vraagt waar hij de adressen vandaan wil halen,
antwoordt Schwarz dat ze daarvoor de Joodse Raad hebben. Die heeft de beste
administratie die ze zich kunnen wensen. Kohler lacht vervolgens kort.
Fragment 3 (18.59 – 22.43)
De Joodse Raad laat Joden komen om te voldoen aan de 250 Joden die op transport
moeten als represaille voor de actie van het verzet. Terwijl Blumberg de rij mensen
inhaalt wordt hij aangesproken door meneer en mevrouw Blok. Ze waren gearresteerd
toen ze probeerden te vluchten en vragen hem om hulp. Blumberg vraagt aan iemand
van de Raad of ze van de straflijst af mogen maar dat kan niet volgens de man omdat ze
zijn gearresteerd zonder ster. De Joodse Raad probeert orde te houden omdat anders de
Duitsers het zelf overnemen.
Blumberg gaat naar binnen en wordt door iemand van de Raad gevraagd of hij
zijn lijst bij zich heeft. Allerlei Joden zeggen dat ze op zijn lijst staan, maar de Raad wil de
lijst zien omdat ze anders alsnog op transport gaan. Blumberg zegt dat dit niet mag van
de generaal en dat hij ze wel aanstreept op de lijst van de Raad. Op deze lijst streept
Blumberg ook meneer en mevrouw Blok aan. De man geeft de lijst aan een Duitser en
Blumberg wordt gewenkt om wat papieren te ondertekenen. Blumberg vraagt aan de
Nederlandse typiste of hij een pen mag lenen, waarop zij antwoordt dat hij zelf een pen
moet zoeken en dat hij niet moet denken dat ze voor een Jood een pen gaat halen. Een
Duitser die erbij staat geeft Blumberg wel een pen maar zegt erbij dat hij het wel terug
wil omdat hij er al twee is verloren tijdens de oorlog.
Intussen praat Schwarz met twee leden van de Joodse Raad. Door de
afgestreepte mensen zijn er nog maar 248 Joden terwijl de Duitsers om 250 hadden
gevraagd. De leden van de Raad zeggen dat er niet meer zijn. Schwarz antwoordt dat ze
dan hen wel meenemen. De twee leden stellen dat dit niet kan omdat ze van de Raad
zijn. Schwarz antwoordt daarop dat 250 Joden, 250 Joden is. De leden worden
36
vastgepakt door twee brigadiers. Één van de leden wijst vervolgens naar meneer en
mevrouw Blok en roept dat zij zich strafbaar hebben gemaakt omdat zij over straat
hebben gelopen zonder ster. De twee leden worden losgelaten en meneer en mevrouw
Blok worden alsnog meegenomen.
Fragment 4 (1.15.35 – 1.16.42)
Nadat Blumberg heeft vernomen dat zijn lijst waarschijnlijk wordt opgeheven en dat alle
Joden na de kerst op transport moeten, gaat hij naar Schwarz. Schwarz vertelt hem dat
de terroristengroep van Peter van Dijk zeer geïnteresseerd is in zijn dossier en dat ze
daarvoor zelfs twee vrouwen hebben opgeofferd. Schwarz vraagt hem waarom, maar
Blumberg weet het niet. Schwarz kijkt Blumbergs dossier door en merkt op dat op zijn
lijst 600 Joden staan. Vervolgens vraagt hij hoeveel zij daarvoor hebben betaald.
Blumberg antwoordt dat ze 100 gulden per volwassene moesten betalen voor
administratiekosten. Schwarz stelt dat dit waanzin is en dat 600 personen in Polen heel
productief kunnen zijn. Dat zijn ze nu niet, wat een tegenprestatie kost. Blumberg moet
hem binnen een week of 100.000 gulden, of Peter van Dijk brengen. Anders gaan de
Joden op zijn lijst alsnog op transport. Blumberg zegt dat hij hem graag zou helpen maar
dat hij Van Dijk niet kent. Hierop antwoordt Schwarz dat hij dan dus voor het geld moet
zorgen.
Fragment 5 (57.00 – 1.00.15)
Terwijl de verzetsgroep bijeen is gekomen in hun schuilplaats, komen er opeens Duitsers
binnen rennen met honden. De groep vlucht en de Duitsers rennen hen schietend
achterna. Hoewel de mannen van de groep weten te ontkomen worden Hansje en
Sanne opgepakt. In de gevangenis zegt Schwarz tegen Sanne dat hij haar niet wil
verhoren maar alleen met haar wil praten. Hij beweert dat Van Dijk van haar houdt en
voor haar zal komen. Sanne antwoordt dat hij wel wat beters te doen heeft dan haar te
komen redden. Schwarz zegt dat hij zijn leven wel voor haar zou wagen en vraagt
waarom ze hem niet helpt. Sanne antwoordt hierop hoofdschuddend “Nooit”. Schwarz
staat op en roept twee gevangenisbewaaksters. De twee vrouwen komen naast hem
staan en hebben beiden een knuppel vast. Schwarz glimlacht even naar Sanne en zegt
tegen de vrouwen: “Een bijzondere behandeling, maar niet het gezicht”.
Vervolgens gaat Schwarz naar de cel van Hansje. Hij vraagt haar of Van Dijk de
vader is van haar ongeboren kind. Hansje beweert van niet en kijkt weg. Hierop stelt
Schwarz dat ze dus wel vaker wat meer doet voor zijden kousen. Hansje snuift even en
37
kijkt weer weg. Schwarz begint hierop te vertellen dat Van Dijk hem interesseert omdat
ze veel gemeen hebben. Hij vraagt haar waarom ze denkt dat mannen als zij dit werk
doen: “Avontuur, geld, macht, vrouwen, niets anders”. Hansje antwoordt dat er ook
andere zaken zijn maar dat hij die waarschijnlijk niet begrijpt. Schwarz zegt vraagt wat
die zaken dan zijn. “Vaderlandsliefde? Democratie? Nationaalsocialisme?” Hij lacht
schamper en zegt dat hij dan graag met Van Dijk wil spreken. Vervolgens legt hij zijn
hand op haar rug en zegt hij dat zij hem daarbij kan helpen. Zij kan hem zeggen waar hij
hem vinden kan. Hansje reageert niet en Schwarz loopt naar de deur. Vervolgens
verschijnen de twee gevangenisbewaaksters met Sanne tussen hen in. Schwarz knikt
naar Sanne en zegt dat het zo gaat met vrouwen die niet willen spreken. Volgens hem
willen de vrouwen zich graag ontfermen over zwangere vrouwen. Hij beweert dat Sanne
ook een bekentenis heeft afgelegd, maar Sanne roept dat het niet waar is en dat Hansje
moet volhouden. Hierbij verschijnt een stroompje bloed uit Sanne’s neus. Schwarz
wordt boos en schreeuwt tegen de vrouwen dat ze idioten zijn en dat hij had gezegd
“Niet het gezicht”. De vrouwen trekken Sanne weer mee en Schwarz kijkt Hansje nog
een keer aan waarna hij haar cel sluit. Hierna hoort Hansje Sanne schreeuwen.
Fragment 6 (1.19.03 – 1.20.15)
De deur van de verhoorkamer gaat open en Blumberg ligt op de grond. Naast hem staan
twee mannen met knuppels. Schwarz loopt naar binnen en roept “Ab”, waarop de twee
mannen Blumberg omhoog trekken en naar zijn stoel slepen. Blumberg heeft een wond
aan de zijkant van zijn hoofd en is nat. Schwarz vraagt wat er toch met hem gebeurd is
en stelt dat het niet nodig zou zijn geweest als hij had meegewerkt. Schwarz wil van
Blumberg weten waar het geld vandaan komt, of waar hij Van Dijk kan vinden. Hij vraagt
hem of Van Dijk samenwerkt met Von Spiegel, maar Blumberg antwoordt niet. Schwarz
stelt vervolgens dat hij zijn vrouw en kinderen kan laten transporteren. Blumberg krijgt
tot middernacht de tijd om daarover na te denken. Als hij dan nog steeds niets heeft
gezegd laat Schwarz hem executeren. Schwarz staat op en loopt naar de deur. Daar
draait hij zich nog een keer om en zegt hij: “Gelukkig nieuwjaar, och nee, dat geldt
natuurlijk niet voor u”. Vervolgens verlaat hij de kamer en komt er weer een bewaker
binnen.
Fragment 7 (1.00.16 – 1.00.42)
Kohler en Blumberg lopen samen door de gangen van het SD-kwartier. De chef van
Kohler werd ongeduldig en begon de zaak te wantrouwen. Kohler vraagt Blumberg
38
daarom of Van Tuyl wel echt bestaat. Blumberg antwoordt dat hij natuurlijk echt
bestaat. Kohler zegt dat Blumberg er dan voor moet zorgen dat Kohler hem zo snel
mogelijk te spreken krijgt. Blumberg antwoordt dat dit onmogelijk is omdat hij niet weet
waar van Tuyl zit. Kohler stelt vervolgens dat hij daarvoor dient te zorgen omdat hij
anders zijn lijst kan vergeten en alle mensen op transport naar Polen worden gezet.
Fragment 8 (49.13 – 50.25)
Blumberg wordt door een soldaat naar een zaal gebracht waar Kohler op hem wacht.
Kohler begroet Blumberg en zegt tegen hem dat de chef hem gelooft en ze hem gaan
vrijlaten. Kohler krijgt de leiding van de zaak. Blumberg moet gewoon doorgaan met zijn
werk en als Von Spiegel of Van Tuyl contact met hem zoekt moet hij hen bezighouden en
de SD waarschuwen. Zij zullen hen dan arresteren en een eind maken aan het hele
complot. Kohler vraagt wat Blumberg daarvan vindt. Blumberg lijkt te twijfelen en wil
antwoorden, maar Kohler onderbreekt hem en zegt dat hij misschien in de Duitse SD
niet zijn beste vriend kan zien maar dat hij hen vanaf nu wel moet helpen. Als hij dat niet
doet kost hem dat zijn leven en dat van zijn vrouw en kinderen.
Fragment 9 (34.44 – 36.30)
Blumberg is bij Kohler op kantoor. Kohler biedt hem een sigaret aan, maar Blumberg
wijst het af. Kohler vertelt hem vervolgens dat de chef naar Berlijn heeft gebeld en er
geen generaal Von Spiegel bestaat. Volgens Kohler doet iemand zich voor als Von
Spiegel. Hij heeft goede contacten in binnen- en buitenland en heeft Blumberg
aangesteld als zijn zaakwaarnemer. De SD denkt dat het een groot complot is tegen het
Duitse rijk en dat Blumberg kan helpen Von Spiegel te ontmaskeren. Kohler biedt hierbij
Blumberg een stuk appel aan. Blumberg zegt dat Generaal Von Spiegel wel moet
bestaan omdat hij hem heeft gesproken en brieven heeft gekregen van hem. Kohler
veert op en antwoordt dat dat bewijs is en vraagt waar ze zijn, waarop Blumberg
antwoordt dat ze op zijn bureau liggen. Kohler knipt met zijn vingers en wijst naar de
deur, waarop een soldaat wegloopt. Blumberg vraagt of hij even mee zal gaan. Hierop
legt Kohler zijn handen op de bovenarmen van Blumberg en zegt hij dat het hem
vreselijk spijt maar dat het onmogelijk is. Blumberg moet nog één nacht bij hen blijven.
Fragment 10 (1.42.15 – 1.44.02)
Doordat Schwarz hem in zijn rug heeft geschoten bij zijn vlucht uit de gevangenis is Van
Dijk waarschijnlijk verlamd. Sanne verzorgt hem maar hij wil dat ze ergens anders gaat
39
schuilen omdat het niet meer veilig is. Sanne gaat weg maar terwijl ze op straat loopt
komen er twee auto’s aanrijden. Uit één van de auto’s stapt Schwarz. Sanne rent weg
maar Schwarz schiet haar in haar rug. Schwarz loopt het gebouw in waar Sanne vandaan
kwam, op zoek naar Van Dijk. Van Dijk is ondertussen uit de kamer weg en sleept zich
buiten voort. Schwarz ziet dit vanuit een raam. Halverwege een trap komen ze elkaar
uiteindelijk tegen. Schwarz zegt: “Eindelijk ontmoet ik u, ik wil al zolang met u praten”.
Vervolgens steekt hij zijn hand uit en zegt: “Schwarz”. Van Dijk heeft een granaat in zijn
hand en steekt ook zijn hand uit. “Peter van Dijk” zegt hij, waarna hij de granaat laat
ontploffen.
Fragment 11 (54.05 – 56.39)
Van Dijk vraagt aan een man in een restaurant hoe hij op het kantoor van Schwarz komt.
De man antwoordt dat dit kan via vrouwen. Van Dijk zegt de vrouwen te regelen mits de
man het contact met Schwarz regelt. Wanneer de man wat later aan tafel zit met
Schwarz komen Sanne en Hansje binnen. De man nodigt hen uit om erbij te komen
zitten en uiteindelijk blijven zij over met Schwarz. Ze flirten wat met hem, doen een
bloem in zijn jasje en drinken wat. Wanneer Schwarz weggaat zeggen ze tot morgen
tegen elkaar.
De volgende dag komen Sanne en Hansje binnen in zijn kantoor, waar Schwarz
hen panty’s geeft. Hansje vraagt of Sanne ze mag aanpassen, dat was immers de
afspraak. Schwarz staat dat toe en gaat voor het raam staan. Intussen kijkt hij in een
spiegeltje. Hij ziet Sanne de panty aanpassen en glimlacht. Vervolgens ziet hij hoe Hansje
een kastje opentrekt en een foto eruit pakt. Nadat zij het kastje weer heeft gesloten,
draait hij zich om en vraagt hij of Hansje de panty niet wil passen. Hansje antwoordt dat
dit niet nodig is omdat ze dezelfde maat hebben. Ze geeft hem vervolgens een hand en
Schwarz kust haar hand. Ook Sanne geeft hem een hand maar haar trekt hij naar zich
toe. Hij geeft haar vervolgens een kus op haar wang en vraagt of hij haar later nog eens
ziet. Zij antwoordt bevestigend en de vrouwen vertrekken. Schwarz pakt vervolgens de
telefoon en zegt: “Volgen”. Wanneer Sanne en Hansje buiten weglopen worden zij
gevolgd door een auto.
Fragment 12 (1.27.52 – 1.28.16)
Terwijl Van Dijk vermomt als Van Tuyl probeert om de gevangenissen open te krijgen en
te ontsnappen, bevindt Schwarz zich bij Sanne in de cel. Hij heeft twee glazen
champagne neergezet en probeert haar te zoenen, maar Sanne slaat hem. Hij knikt en
40
staat op om weg te gaan. Bij de deur komt Sanne echter naar hem toe en vraagt hem te
blijven.
Fragment 13 (23.10 – 25.38)
In een café praat een man uit de verzetsgroep van Van Dijk met de barman over
wapens. Ondertussen telefoneert een klant met iemand en zegt hij dat hij de man wel
even bezighoudt. Vervolgens zien we de man zitten in de verhoorkamer waarbij hij
wordt geslagen door twee mannen. Schwarz komt binnenlopen en vergelijkt zijn gezicht
met die van een foto. Hierop volgen beelden van de arrestatie van één van de andere
verzetsleden. Van Dijk krijgt dit te horen en gaat snel naar huis om zijn vrouw en
kinderen naar een onderduikadres te brengen. Hierop volgen weer beelden van de
eerste gearresteerde. In een leeg gebouw wordt hij geëxecuteerd door een vuurpeloton.
De soldaten van dit vuurpeloton worden alleen van achter gefilmd. Hun gezichten
worden niet getoond.
Fragment 14 (1.28.44 – 1.29.31)
Terwijl de bewakers en gevangenen zijn afgeleid door het feit dat het oudejaarsavond is
probeert Van Dijk de kast met sleutels open te krijgen. Hij wordt echter betrapt door
een Duitse soldaat. Van Dijk slaat de soldaat van zich af en zegt, terwijl hij zijn pistool op
hem richt, dat hij de sleutels van B25 en B27 wil hebben. De soldaat antwoordt hierop:
“Ik ben Duitser. Ik geloof in onze Führer. Ik ben bereid te sterven”. Van Dijk wil
vervolgens schieten maar zijn pistool is leeg, waarop de soldaat snel een pistool grijpt.
Van Dijk trapt het pistool uit zijn hand, maar in het daaropvolgende schot zien we dat de
soldaat Van Dijk heeft vastgeketend aan de trap. Vervolgens komen zogenaamde Duitse
hulptroepen binnen. De Duitser loopt op hen toe en zegt: “Jullie komen als geroepen, ik
heb net een terrorist koud gemaakt”. Wanneer hij de Hitlergroet wil geven slaat één van
de mannen hem in zijn nek en binden ze hem vast. De mannen blijken tot de
verzetsgroep van Van Dijk te horen.
41
Bijlage 4. Samenvatting ZWARTBOEK
Zwartboek vertelt het verhaal van de Joodse zangeres Rachel Stein. De film begint met
beelden van Rachel in een kibboets in Israël. Terwijl ze lesgeeft aan kinderen arriveert
een bus toeristen. Één van de toeristen maakt een foto van de les, waarop Rachel de
jaloezieën wil dichtdoen. De toerist zegt haar te herkennen en vraagt of zij Ellis de Vries
is. Rachel herkent haar vervolgens als Ronnie, een vrouw die ze nog kent van de oorlog.
Wanneer de bus weer vertrekt nemen ze afscheid en denkt Rachel terug. Bijna het hele
verhaal is een flashback aan Rachels tijd in Nederland gedurende de oorlog.
De flashback begint met beelden van Rachel bij haar onderduikadres in
Nederland. Wanneer een geallieerde bommenwerper het huis per ongeluk
bombardeert, duikt ze onder bij een zeiler genaamd Rob. Daar worden ze opgezocht
door iemand die zich Van Gein noemt. Hij waarschuwt hen dat de politie in het
afgebrande huis Rachels persoonsbewijs heeft gevonden en ze hen zullen vinden.
Omdat Rachel vermoedt dat Van Gein bij het verzet zit vraagt ze hem om hulp. Hij
vertelt haar dat hij Joden helpt vluchten naar bevrijd gebied via de Biesbosch. Ze
spreken af dat Rachel en Rob meegaan met de volgende groep vluchtelingen en Van
Gein gaat weg.
Niet lang daarna verschijnt Rachel bij Wim Smaal, de notaris van haar vader. Ze
vertelt hem dat ze gaat vluchten en het enige tijd moet kunnen uithouden, daarvoor
heeft ze geld nodig. Smaal geeft haar wat geld en diamanten mee en laat haar tekenen
voor overdracht. Eenmaal aangekomen bij de verzamelplaats treft Rachel haar ouders
en haar broer. Smaal had hen verteld dat Rachel ging vluchten en zij wilden mee. Samen
met Rob en een groep Joden vertrekken ze met een Rijnaak. Terwijl ze door de
Biesbosch varen gaat er plots een grote spot aan en start het geluid van een motor. Een
patrouilleboot van de Duitsers verschijnt en de daarop aanwezige Duitse soldaten
beginnen de Joden neer te schieten. Rachel springt in het water en verschuilt zich tussen
de planten. Onder leiding van SD-officier Günther Franken slepen de soldaten de
lichamen aan land en beroven zij hen van al hun waardevolle spullen.
Enige tijd later komt Rachel terecht bij een verzetsgroep onder leiding van
Gerben Kuipers. Haar naam wordt veranderd in Ellis de Vries en ze krijgt werk in een
gaarkeuken. Na enige tijd vraagt Gerben haar om onderdeel te worden van het verzet.
Om spullen van een dropping te vervoeren gaan verzetsstrijder Hans Akkermans en Ellis
met de trein. Om niet gecontroleerd te worden spelen ze een verliefd stel. De
42
controleurs komen echter steeds dichterbij en eisen van andere passagiers dat zij hun
koffers openmaken. Hans zegt tegen Ellis dat ze uit de trein moeten vluchten maar Ellis
heeft een eigen plan en slaat Hans in het gezicht. Ze neemt de bagage mee en loopt de
coupé uit. Ellis opent vervolgens de deur van een privécoupé waar SD-officier Ludwig
Müntze zit. Müntze helpt haar met haar bagage en laat haar plaatsnemen. Ze beginnen
een gesprek over zijn postzegelalbum, waardoor Ellis de controle ontloopt. Op het
station aangekomen nemen ze afscheid en sluit Ellis zich weer aan bij Hans.
Wanneer drie verzetsstrijders een ongeluk krijgen met hun vrachtwagen worden
er wapens ontdekt, waardoor de drie mannen worden opgepakt. Één van hen is Tim, de
zoon van Gerben. Franken laat Tim martelen en de mannen bekennen uiteindelijk dat ze
in het verzet zitten. Op een dergelijke bekentenis staat de doodstraf en Franken vraagt
aan Müntze of hij wil tekenen voor executie. Müntze onderhandelt echter heimelijk met
de verzetsgroep en weigert te tekenen.
Gerben heeft ondertussen het plan opgevat om de drie verzetsleden te
bevrijden en vraagt Ellis om Müntze te verleiden en zo het SD-kantoor te infiltreren. Ellis
vraagt Smaal om postzegels, om zo een reden te hebben weer in contact te komen met
Müntze. Wanneer Ellis de postzegels aan Müntze geeft, nodigt hij haar uit voor een feest
van de SD en krijgt ze een baan op het SD-kantoor als secretaresse. Na enige tijd plaatst
Ellis stiekem een microfoontje achter een schilderij. Op deze wijze komt de verzetsgroep
erachter dat Van Gein en Franken samenwerken om rijke Joden zogenaamd te laten
vluchten, om ze vervolgens te doden en te beroven. Gerben verbiedt de verzetsstrijders
om Van Gein te doden uit angst voor represailles. De poging van een aantal leden om
Van Gein te ontvoeren mislukt en loopt alsnog uit op de dood van Van Gein.
Müntze vertrouwt Ellis niet meer en stelt haar voor de keuze om alles op te
biechten of aangegeven te worden bij Franken. Ellis vertelt daarop de waarheid en
Müntze geeft haar niet aan. Daarentegen geeft hij wel Franken aan bij generaal Käutner,
wegens het niet inleveren van de geroofde goederen. In de kluis van Franken is hiervoor
echter geen bewijs te vinden. Franken geeft hierop Müntze aan, omdat die
onderhandelt met het verzet en weigert represaillemaatregelen uit te voeren. Käutner
stelt vast dat dit hoogverraad is en Müntze wordt gearresteerd.
De verzetsgroep verzint een plan om gedurende een feest op het SD-kantoor
hun drie vrienden en, op aandringen van Ellis, Müntze te bevrijden. Het plan blijkt echter
verraden en de bevrijdingsactie loopt uit op een afslachting waarbij slechts twee
verzetsstrijders ontkomen. Franken neemt na afloop Ellis mee naar zijn kantoor en laat
merken dat hij weet van het microfoontje. Terwijl Ellis wordt vastgehouden door
43
soldaten doet Franken alsof zij degene is die het plan heeft verraden. De meeluisterende
verzetsstrijders geloven dit en Gerben zweert Ellis te zullen doden. Franken slaat
vervolgens het microfoontje kapot en Ellis wordt opgesloten. Maar secretaresse Ronnie,
tevens vriendin van Ellis, heeft een plan. Terwijl zij de aanwezigen afleidt glipt een SD-er
naar de cellen en bevrijdt Ellis en Müntze.
Het is Bevrijdingsdag en Nederland viert feest. Terwijl verraders en
moffenhoeren op straat worden vernederd, gaan Ellis en Müntze naar Smaal om de
waarheid te achterhalen. Smaal is verbaasd hen levend te treffen en verwacht elk
moment Canadese soldaten om hem op te halen. Ellis en Müntze beschuldigen hem van
het verraad maar Smaal stelt dat hij met zijn vrouw tot een hele andere conclusie is
gekomen. Hij houdt daarbij een boekje omhoog, waaruit alles duidelijk zou worden.
Wanneer de bel gaat verwachten Smaal en zijn vrouw de Canadezen. Dit is echter niet
het geval en ze worden vermoord. Müntze rent achter de moordenaar aan de straat op,
waar hij wordt herkend en wordt opgepakt door Nederlanders. Omdat Ellis hoort
schreeuwen dat hij is opgepakt kijkt ze uit het raam, waardoor ook zij wordt ontdekt.
Ellis wordt opgepakt maar grijpt nog wel snel het zwartboek van Smaal mee. Terwijl
Müntze door toedoen van generaal Käutner alsnog wordt geëxecuteerd, wordt Ellis
opgesloten en vernederd.
Hans heeft zich intussen aangesloten bij de Britten die een eind maken aan de
vernederende praktijken. Hans neemt Ellis mee naar zijn huis en vertelt haar dat Müntze
is geëxecuteerd. Ellis krijgt daarop een paniekaanval en Hans geeft haar zogenaamd een
middel om te kalmeren. Het middel blijkt echter een overdosis insuline te zijn waarvan
Ellis zou overlijden. Terwijl Hans zich op zijn balkon laat toejuichen door een menigte,
weet Ellis snel wat chocolade te eten. Ze springt vervolgens van het balkon af en wordt
opgevangen door de menigte. Hans’ poging om haar te achtervolgen mislukt omdat de
dolblije menigte hem optilt.
Ellis is gevlucht naar de Canadezen en heeft samen met hen uitgezocht hoe het
verraad werkelijk in elkaar zat. De Canadezen brengen haar bij Gerben en halen hem
over naar haar te luisteren. Ellis legt aan de hand van het zwartboek van Smaal uit dat
Hans de schuldige is. Hij heeft lijsten gemaakt met daarop zijn rijke Joodse patiënten en
rijke Joodse klanten van andere verzetsstrijders. Deze lijsten speelde hij door aan
Franken, die Van Gein de taak gaf om deze Joden over te halen te vluchten via de
Biesbosch. Franken wachtte de boot op en liet de Joden vermoorden om ze vervolgens
te beroven.
44
Ellis en Gerben gaan vervolgens op zoek naar Hans en ontdekken dat één van de
lijkwagens mist. Ellis doorziet Hans’ plan en stelt dat hij zich in een doodskist met de
lijkwagen de grens over laat brengen. Door de grenscontroles te bellen achterhalen ze
waar de wagen zich bevindt. Ellis en Gerben overmeesteren de bestuurder en laten hem
aan de kant van de weg achter. Terwijl Gerben de lijkwagen rijdt schroeft Ellis de
doodskist verder dicht zodat Hans uiteindelijk stikt. De film eindigt weer met beelden
van Ellis, nu weer als Rachel, in de kibboets met haar man en kinderen.
45
Bijlage 5. Overzicht personages ZWARTBOEK
Naam in de
analyse of
samenvatting
Volledige naam
in de film
Nationaliteit
Aanvullende informatie
Ellis
Ellis de Vries /
Rachel Stein
Joods
Zangeres, secretaresse bij de SD, en
lid van de verzetsgroep
Rob
Rob Maalderink
Nederlands
Zeiler die Ellis helpt onderduiken
Hans
Hans
Akkermans
Nederlands
Arts en lid van de verzetsgroep
Gerben
Gerben Kuipers
Nederlands
Leider van de verzetsgroep
Tim
Tim Kuipers
Nederlands
Zoon van Gerben en lid van de
verzetsgroep
Smaal
Wim Smaal
Nederlands
Notaris en lid van de verzetsgroep
Van Gein
Van Gein
Nederlands
Haalt Joden over te vluchten via de
Biesbosch
Ronnie
Ronnie
Nederlands
Secretaresse bij de SD
Müntze
Ludwig Müntze
Duits
Hauptsturmführer / Kapitein bij de
SD
Franken
Günther
Franken
Duits
Obersturmführer of
Untersturmführer / 1e of 2e
luitenant bij de SD
Käutner
Generaal
Käutner
Duits
Oberstgruppenführer / Generaal bij
de SD
De keuze voor het gebruik van de voornaam of achternaam van een personage in de
analyse en/of samenvatting, is gebaseerd op welke naam het meest wordt genoemd
door andere personages in de film.
46
Bijlage 6. Beschrijving fragmenten ZWARTBOEK
Fragment 1 (47.55 – 51.33)
Na afloop van een feest van de SD zitten Müntze en Ellis bij elkaar. Ellis zegt dat ze zijn
postzegels wel eens wil zien. Müntze merkt op dat het er veel zijn maar Ellis antwoordt
dat ze veel tijd heeft. Wanneer Müntze vervolgens zegt dat hij geen tandenborstel heeft
voor haar, spoelt Ellis haar mond met drank en antwoordt ze dat ze nu gepoetst heeft.
In de kamer van Müntze aangekomen kussen ze elkaar en kleed Müntze Ellis half uit.
Wanneer Ellis op haar knieën zit om zijn schoenen uit te trekken pakt hij haar hoofd vast
en zegt hij dat ze zwart haar had. Ellis kijkt op en antwoordt dat blond nu in de mode is,
waarop hij opmerkt dat die mode haar zou kunnen redden als ze Joods zou zijn. Ellis is
even stil en haalt dan haar schouders op: “Ja, en?” Vervolgens legt ze zijn handen op
haar borsten en vraagt ze of die Joods zijn. Ditzelfde vraagt ze als ze zijn handen op haar
heupen legt. Ellis laat haar jurk verder afglijden en Müntze trekt haar onderbroek uit.
Dan gaat hij achterover zitten en zegt: “Ook blond, een perfectioniste”. Ellis glimlacht en
ze beginnen elkaar weer te kussen.
Fragment 2 (1.14.50 – 1.16.49)
Ellis komt ’s nachts de kamer van Müntze binnen en zegt dat ze de tijd was vergeten,
waarna ze haar bovenlichaam ontkleedt. Vervolgens denkt ze dat Müntze een erectie
krijgt maar als ze het laken wegtrekt ziet ze dat het een pistool is. Müntze trekt haar aan
haar arm naast zich en houdt het pistool op haar gericht. Hij zegt dat het allemaal erg
toevallig is. Een mooie vrouw komt in zijn leven, zij heeft alle postzegels die hij nog wil
hebben, ze blijkt Joods te zijn en zodra ze op het SD-kwartier werkt wordt de beste
undercover man van Franken omgelegd. Müntze legt haar een keuze voor: of ze vertelt
hem niks waarna hij haar de volgende dag bij Franken zal aangeven, of ze vertelt hem
alles. Ellis antwoordt hierop dat ze eerst wil dat hij het pistool weglegt en hem kust.
Müntze kust haar maar legt het pistool niet weg. Vervolgens zegt hij dat hij haar gekust
heeft en zij hem nu alles moet vertellen.
Fragment 3 (1.43.03 – 1.46.52)
Het is de dag van de bevrijding en Ellis en Müntze zijn onderweg naar het huis van
Smaal. Daar aangekomen reageert Smaal verbaasd over het feit dat Ellis en Müntze nog
leven. Müntze pakt zijn pistool en zegt tegen Smaal en zijn vrouw dat ze naar het
kantoor moeten. Smaal vraagt of Müntze en Ellis hem ergens van verdenken. Ellis
47
antwoordt hierop dat hij de aanval op zijn geweten heeft en de verzetsleden heeft laten
afslachten, omdat hij het was die Ellis het microfoontje heeft gegeven en omdat het zijn
idee was de gevangenen te bevrijden. Ook verdenken ze hem van het doorgeven van
namen van rijke Joden aan Franken, om zo hun geld te stelen. Smaal merkt op dat
Kuipers ook alles rondom de aanval wist. Volgens Müntze zal niemand zijn eigen zoon
ombrengen, maar Smaal zegt dat mensen ongekende diepten hebben. Smaal houdt een
boekje omhoog en stelt dat hij met zijn vrouw tijdens het onderduiken tot hele andere
conclusies is gekomen. Hij kan het hen niet vertellen omdat hij hen als jurist
onbevooroordeeld moet houden, maar als ze met hen meegaan naar de Canadezen zal
alles duidelijk worden.
Wanneer de bel gaat denkt Smaal dat de Canadezen er zijn om hem en zijn
vrouw op te halen. Bij de deur aangekomen vraagt hij echter: “Hè, jij?” Vervolgens
horen de overige aanwezigen een geluid met een daaropvolgende stilte. De vrouw van
Smaal loopt hierop ook richting de deur, waarna een schot te horen is en de vrouw
gillend en gorgelend terug het kantoor in valt. Müntze zegt tegen Ellis dat ze daar moet
blijven en gaat zelf de gang in, waar Smaal dood op de grond ligt met een groot gat in
zijn hoofd. Müntze ziet iemand wegrennen en rent achter hem aan. Hij probeert hem te
volgen maar wordt ondertussen door Nederlanders herkend. Nog voor hij bij de man is
wordt hij al opgepakt door Nederlanders. Één van hen ziet vervolgens Ellis achter een
raam staan en rent naar het huis toe. Müntze wordt ondertussen door de anderen
meegesleept.
Fragment 4 (18.27 – 20.27)
Ellis vaart samen met haar gezin en een groep andere Joodse onderduikers door de
Biesbosch, om zo naar bevrijd gebied te vluchten. Een passagier vraagt aan de stuurman
waarom hij richting oost vaart, waarop die antwoordt dat hij zigzagt. Op dat moment
gaat er opeens een grote spot aan gericht op de boot en is het geluid van een
opstartende motor te horen. Een patrouilleboot met Duitse soldaten komt dichterbij,
waarop de soldaten alle Joden beginnen neer te schieten. Ellis springt van de boot af in
het water. De soldaten schieten nog in het water en houden dan op. De spot gaat uit en
Franken komt tevoorschijn. Hij overziet de boot en zegt “excellent”. Vervolgens zien we
Ellis in het water tussen de planten, vanuit waar ze kijkt naar Franken en de soldaten. De
soldaten slepen de lichamen naar het land en pakken goederen zoals juwelen en geld
van hen af. Blouses worden opengetrokken, sieraden worden van het lichaam
48
afgetrokken, en koffers worden doorzocht. Vervolgens steekt Franken, terwijl de rest
doorgaat, een sigaret op.
Fragment 5 (55.08 – 56.44)
Deze scène begint met een shot van kapotte bloedende voeten. Deze blijken van Tim te
zijn, die door twee Duitse soldaten naar een verhoorkamer wordt gesleept. Daar wordt
hij op een stoel tegenover Franken gezet. Franken zegt hem dat hij hen niets heeft
verteld. Tim stelt dat hij niets heeft gedaan en dat iemand anders de wapens in de
wagen heeft gelegd. Uit zijn oor en zijn neus stroomt wat bloed. Franken staat op en
zegt dat hij een klein hoopje shit is op de weg naar hun victorie. Tim antwoordt dat de
Russen hem en al zijn beulen over een paar weken de zee in trappen. Hierop slaat
Franken hem tweemaal in het gezicht, met de woorden: “Voor jou, en voor je kameraad
Stalin”. Tim zegt dat hij een vuile schoft is, waarop Franken antwoordt dat dit vuile taal
is. Franken loopt naar een wasbak en draait de kraan open, waarna hij tegen de twee
Duitsers zegt dat ze Tim zijn mond moeten spoelen. De twee soldaten trekken Tim mee
en duwen zijn hoofd in de volgelopen wasbak. Franken staat er fluitend naast. Één van
de twee soldaten merkt vervolgens op dat Tim zijn adem inhoudt, waarop Franken Tim
al fluitend een trap tussen zijn benen geeft. Hierop opent Tim zijn mond in het water en
begint hij te spartelen. Na een tijdje beveelt Franken dat ze hem weer omhoog moeten
trekken, waarna Tim begint te hoesten. Franken zegt hem dat hij binnen een uur moet
praten. Vervolgens duwen de soldaten zijn hoofd weer in het water.
Fragment 6 (1.16.50 – 1.20.26)
Ellis en Ronnie komen hun kantoor binnen het SD-kwartier binnen. Franken zit achter
een bureau en zegt dat ze aan het werk moeten waarbij hij wijst op een lijst. Ze moeten
alle gevangenissen bellen om te vragen hoeveel gijzelaars ze hebben en ze kunnen bij 40
stoppen. De gijzelaars zullen de volgende dag om 6 uur worden geëxecuteerd.
Vervolgens komen Müntze en Käutner binnen waarbij Müntze zegt dat die lijst niet
hoeft. Käutner zegt tegen Franken dat hij zijn kluis wil zien. Franken vraagt welke
papieren hij wil zien, waarop Käutner antwoordt dat hij ervan wordt verdacht rijke
Joden te doden en te beroven. Dat is volgens Käutner op zichzelf niet erg, maar het feit
dat hij de buit niet aan het rijk overdraagt wordt gezien als verraad en kan hem de
doodstraf opleveren. Käutner doorzoekt de kluis maar vindt niets wat de beschuldiging
bevestigt. Hij wendt zich vervolgens tot Müntze en zegt dat zijn informant zich heeft
49
vergist. Käutner biedt zijn excuses aan Franken aan en zegt tegen Müntze dat de
discussie nog niet voorbij is.
Terwijl Käutner wil weglopen, zegt Franken dat Müntze onderhandelt met
terroristen. Müntze heeft hen beloofd geen represailles meer uit te voeren, ook niet
voor de moord op Van Gein. Käutner loopt op Müntze af en vraagt of hij onderhandelt
met terroristen. Müntze antwoordt dat het verzet bereid is te stoppen en de wapens in
te leveren, mits zij geen represailles meer uitvoeren. Käutner begint steeds sneller en
harder te spreken en stelt dat onderhandelen in tegenspraak is met de regels van de
Führer die op 4 september zijn vastgesteld. Al schreeuwend zegt hij dat die regels nog
steeds gelden. Müntze vraagt waarom ze nog meer bloed zouden vergieten. De russen
zijn in Berlijn en de champagne die Franken voor de overwinning had bewaard zal
volgens hem nooit gedronken worden. Käutner komt dichterbij Müntze staan en zegt
dat dit verslagenheid is, en met de vijand onderhandelen is hoogverraad. Käutner opent
de deur en laat Müntze arresteren. Franken glimlacht hierbij een klein beetje. Käutner
zegt vervolgens tegen Müntze dat dit de doodstraf wordt, en dat hij het vuurpeloton zelf
leidt. Hierna loopt Käutner naar de deur waar Ellis en Ronnie staan te luisteren en gooit
die voor hen dicht. Müntze wordt meegenomen naar de gevangenis.
Fragment 7 (1.47.17 – 1.49.55)
Müntze wordt het voormalig SD-kwartier binnengeleid en naar een Canadese kolonel
gebracht. Käutner is ook in de kamer en geeft de kolonel een rapport waarbij hij zegt dat
daarin alles over de collaboratie tussen Müntze en een zekere heer Kuipers staat.
Müntze vraagt waarom Käutner erbij wordt betrokken, waarop de kolonel antwoordt
dat Käutner heeft aangeboden hen te helpen alles te verhelderen. De kolonel vraagt wie
Kuipers is en Käutner antwoordt dat het een communist is. Müntze stelt dat hij alleen
bloedvergieting wilde voorkomen maar Käutner zegt daarop dat hij heeft onderhandeld
met een communist, hun toekomstige vijand. Käutner stelt dat Müntze een leugenaar is
die alles zal doen om zichzelf te redden. De kolonel antwoordt hierop: “Natuurlijk, wie
zou dat niet doen?” Vervolgens zegt hij dat ze het tot op de bodem zullen uitzoeken en
vraagt een Canadese soldaat om Müntze naar zijn cel te brengen.
Käutner onderbreekt en pakt een papier uit een lade, waarbij hij zegt dat het
papier een doodvonnis is voor Müntze. Müntze is de doodstraf opgelegd voor
hoogverraad door een militaire rechtbank onder leiding van Käutner. De kolonel zegt dat
de beslissingen van die militaire rechtbanken niet zijn zorg zijn, maar Käutner antwoordt
dat de Britse militaire wetgeving de Duitse militaire beslissingen in het veld erkent, zelfs
50
na de capitulatie. Käutner noemt zelfs het artikel van de wet waarin het staat. De
kolonel vraagt hem of hij suggereert een getuige te executeren. Käutner antwoordt dat
de Canadese generaal zelf een bevel heeft uitgebracht die de Duitsers toelaat hun eigen
mannen te disciplineren. Hij pakt de telefoon en zet hem voor de kolonel neer, waarbij
hij zegt dat de kolonel hem kan bellen om het zelf te vragen. Vervolgens stelt hij dat als
de kolonel weigert de straf van Müntze door te laten gaan Käutner een protest in zal
dienen bij de generaal. Dat zal de kolonel hoe dan ook zal spijten. Wanneer Käutner
vervolgens opmerkt dat de kolonel weet hoe generalen zijn, valt Müntze hem aan en
probeert hij hem te wurgen. De kolonel roept hulp in en soldaten halen Müntze weg.
Fragment 8 (1.49.56 – 1.50.48)
Voor een muur staat een Duits vuurpeloton met Käutner ernaast. De soldaten krijgen
allemaal één kogel en laden hun geweer. De camera gaat hierbij langs hen heen
waardoor ook de gezichten worden getoond. Vervolgens wordt Müntze door drie
Canadese soldaten tegen de muur aangezet. Müntze en Käutner kijken elkaar even aan,
waarna Müntze zich omdraait met zijn gezicht naar de soldaten. Hierop volgt een shot
van de soldaten gezien vanuit Müntze, waarbij nogmaals de gezichten te zien zijn.
Käutner geeft vervolgens het sein. Müntze wordt geëxecuteerd en zakt op de grond.
Fragment 9 (1.00.12 – 1.00.40)
Franken komt naar Müntze toe en vraagt om een handtekening voor de executie van de
drie terroristen (verzetslieden), zodat ze de volgende dag tegen de muur kunnen.
Müntze zegt dat daar absoluut geen sprake van is en ze niemand afschieten. Franken
antwoordt dat ze hebben bekend en het dus moet volgens de regels van de Führer.
Müntze stelt vervolgens dat hij daar de baas is en als hij zegt dat er niemand wordt
afgeschoten er ook niemand zal worden afgeschoten. Müntze zegt dat Franken kan gaan
en Franken loopt weer weg.
Fragment 10 (53.09 – 55.07)
Als Ellis na een toiletbezoek terugkomt in de slaapkamer van Müntze loopt ze langs een
foto van zijn familie. Nadat ze deze heeft bekeken, gaat ze in bed liggen en zegt ze tegen
Müntze dat ze heeft gezien dat hij is getrouwd en leuke kinderen heeft. Müntze
antwoordt dat hij getrouwd was. Göring had beloofd dat geen Engelse bom op Duitsland
zou vallen. Zijn vrouw en kinderen waren in de verkeerde schuilplaats en hij was er niet,
voltreffer. “Om niets te hebben is niet veel”, zegt hij vervolgens. Ellis zegt dat ze dat
51
weet. Vervolgens horen ze de geluiden van een Engels vliegtuig. Müntze merkt op dat
dit voor haar een mooi geluid moet zijn. Ellis sust hem vervolgens en begint hem te
zoenen.
Fragment 11 (1.37.21 – 1.38.56)
Ellis en Müntze zitten samen in een overdekt vlot. Terwijl ze samen de afwas doen
verzucht Ellis dat ze wilde dat het altijd zo kon blijven. Müntze stelt dat dit kan als ze bij
elkaar blijven. Ellis kijkt hem glimlachend aan en vraagt: “Voor altijd?” Müntze knikt en
reageert bevestigend. Ellis merkt daarop op dat ze niet in Holland wil blijven, omdat het
verzet denkt dat zij hen heeft opgelicht. Müntze antwoordt dat ze dat moeten
ophelderen omdat zij wel weten wat er werkelijk is gebeurd. Ellis zegt dat hij een
optimist is en vraagt of hij werkelijk denkt dat ze hem als SD-officier zullen laten
uitpraten. Müntze stelt geen andere keuze te hebben. Dan horen ze op de radio dat
Duitsland zich heeft overgegeven en de oorlog voorbij is. Müntze zegt dat de oorlog
voorbij is, maar verzucht dat voor hen de oorlog nu pas begint. Ellis antwoordt dat ze
nooit had gedacht angst te hebben voor de bevrijding.
Fragment 12 (51.34 – 53.08)
Ellis komt de slaapkamer van Müntze uit en loopt naar de toiletten. Ronnie zit daar op
het toilet maar zegt dat Ellis binnen mag komen. Ronnie vraagt haar of het is gelukt en
ze een baan heeft gekregen. Ellis antwoordt dat ze daarvoor niet kwam maar wel werk
zoekt. Ze is echter geen partijlid. Ronnie antwoordt dat zij dat ook niet is, hoewel ze het
wel eens is met de partij. Nederland is volgens haar gewoon een stukje van Duitsland en
iedereen in Nederland spreekt een soort Duits dialect. Wanneer Ellis bij het wassen van
haar handen blij reageert op het feit dat er echte zeep is, merkt Ronnie op dat er ook
lekker eten en drinken is.
Zodra ze Franken hoort roepen fluistert ze Ellis toe dat ze er wel voor moet
zorgen dat die hoge moffen nooit genoeg van haar krijgen. Vervolgens roept ze hem en
komt Franken naakt en duidelijk dronken binnen. Hij grinnikt en vraagt of ze met elkaar
aan het spelen waren. Ronnie vertelt hem dat Ellis een baan zoekt, waarop Franken zegt
dat iemand die zo goed Duits kan zingen is aangenomen mits ze de inspectie doorkomt.
Ronnie trekt het shirt van Ellis open en laat haar borsten zien, waarbij ze stelt dat die
wel gezond zijn. Franken begint weer te grinniken en loopt op Ellis af met gestrekte
armen. Ronnie gaat er snel tussen staan en zegt dat die zijn gereserveerd voor Müntze.
52
Ellis gaat vervolgens snel terug naar de kamer van Müntze en Franken tilt Ronnie op en
begint haar te zoenen.
Fragment 13 (1.30.45 – 1.33.33)
Een feest van de SD is verstoord vanwege geluiden uit de kelder. De verzetsleden
hadden geprobeerd de gevangenen te bevrijden, maar waren in een hinderlaag gelopen
wat was uitgelopen op een vuurgevecht tussen hen en Duitse soldaten. Terwijl de
gewonden naar boven worden gebracht ruimen Ellis en Ronnie de feestartikelen op.
Franken komt naar hen toe en zegt dat Ronnie met Käutner mee moet. Ellis moet met
Franken mee om een rapport te schrijven.
Franken neemt haar mee naar zijn kantoor en zegt daar dat hij blij is met haar
werk. Hij stelt dat het boven alle verwachtingen is en dat ze hen goed in de val hebben
gelokt met het luik van het kolenhok, “als ratten in een kooi”. Ondertussen duwt hij
tegen het schilderij aan waarmee hij haar laat merken dat hij weet van de
afluisterpraktijken. Ellis staat op maar twee Duitse soldaten grijpen haar vast. Franken
zegt dat ze haar geld eerlijk heeft verdiend. Hij haalt de zender achter het schilderij
vandaan en zegt dat het speeltje niet meer nodig is. Hij vraagt of ze nog wat wil zeggen
en houdt de zender voor haar mond. Haar mond is echter bedekt door de hand van één
van de soldaten. Ellis probeert wel geluid te maken maar dat komt door de zender over
als lachen. Franken maakt vervolgens de zender kapot en zegt tegen Ellis dat ze de
volgende dag tegen de muur zal worden gezet naast Müntze. Daarna laat hij Ellis in de
gevangenis gooien.
Fragment 14 (1.35.18 – 1.37.20)
Ronnie leidt een groep SD-ers af door drank over zich heen te laten gooien en haar jurk
af te laten glijden. Wanneer ze knipoogt naar een SD-er die wat op de achtergrond blijft,
gaat hij stiekem naar de kelders en haalt hij Ellis en Müntze uit hun cellen. Met zijn
drieën klimmen ze via het kolenhok naar buiten. Müntze vraagt om zijn pistool en Ellis
en Müntze gaan achterin de auto liggen met een deken over hen heen. De SD-er krijgt
de auto zonder problemen door de controle heen en rijdt weg.
53
Download