vragen en opdrachten binnen massacultuur Deze powerpoint gaat over de invloed van Walt Disney op de ontwikkeling van architectuur in Amerika vanaf 1952. Daarna worden postmoderne architecten behandeld die de visie van Walt Disney volgden in zowel Amerika als Europa. Fragment 1 In het Disneyfilmpje “The Little House” laat Disney zien hoe de architectuur in Amerika door de jaren heen ontwikkelt. In 1952, waarin dit filmpje gemaakt is, maakt Amerika een enorme economische groei door. Deze vooruitgang wordt in The Little House zichtbaar gemaakt. Vraag 1 Beschrijf deze ontwikkeling in de architectuur en leg uit wat Disney als ‘ideale wereld’ ziet. Disney schroomde niet om zijn mening te uiten in zijn filmpjes. Ook in The Little House probeert Disney te laten zien dat de verstedelijking helemaal niet positief hoeft te zijn en niet leidt tot een prettige leefomgeving. Vraag 2 Waaruit kun je deze mening van Disney over verstedelijking afleiden in fragment 1? Disney heeft zijn ideaalbeeld ten aanzien van architectuur geprobeerd te realiseren in een eigen ontworpen stadje genaamd Celebration. In 1996 werd Celebration geopend voor de eerste bewoners. Vele bekende postmoderne architecten werkten mee aan dit project. Zo ook Aldo Rossi. Afb.1 Afb.2 Bekijk afbeelding 1 en afbeelding 2 op de vorige pagina En lees tekst 1 op de volgende pagina. Vraag 3 Benoem tenminste twee vormgevingsaspecten die de huizen op afbeelding 1 en 2 overeenkomstig hebben met het ‘Little House’ uit fragment 1. Vraag 4 In hoeverre komen de vormgevingsaspecten van vraag 3 met een bepaald archetype zoals beschreven in tekst 1? Vraag 5 Benoem twee postmoderne aspecten die je ziet op afbeelding 1 en/of afbeelding 2. De toepassing van archetypen in de architectuur van Celebration is bedoeld als manier om een sfeer van veiligheid en zorgeloosheid in deze woonwijk te bewerkstelligen. Vraag 6 Leg uit of jij vindt dat het gebruik van archetypen in de architectuur van Celebration bijdraagt aan deze sfeer van veiligheid en zorgeloosheid. Tekst 1 Fragment uit: a città muovere, Artikel van Luuk Boelens in In Transit NAi 2003 Met L'Architettura della Città (1966) heeft Aldo Rossi in de tweede helft van de afgelopen eeuw het begrip archetype* wederom in het centrum van de belangstelling geplaatst. Tegenover de functionele benadering van de stad, werd in dit werk de stad vooral beschouwd als architectuur. Architectuur werd niet zozeer gezien als een constructie, maar als een creatie die niet los te zien is van het leven van de burgers en van de maatschappij waarin ze optreedt. Dit werd uitgewerkt in Rossi's idee van de analoge stad; een stad die is samengesteld uit zuivere, elementaire gebouwtypen (de archetypen), met een verwijzing naar gezamenlijke herinneringen en analogieën (het collectief geheugen) en in hechte samenhang met een stedelijke vorm, gebaseerd op de specifieke stedelijke geografie en topografie (de morfologie). Zo heeft een kerk en toren en een huis een zadeldak met schoorsteen. *oervorm, standaardvoorbeeld In Disneyland wordt geprobeerd om te realiseren dat iedereen zo lang mogelijk in zo’n park blijft en zo veel mogelijk geld uitgeeft. Binnen het Disneyland-park zijn verschillende thema’s uitgewerkt, verbonden met personages uit Disneyfilms en perioden uit het verleden van Amerika. Voorbeelden van die thema’s zijn: Fantasyland en Adventureland. Tarzan, Sleeping Beauty, Assepoester, Indiana Jones, piraten, Lion King. Vraag 7 Welke van bovengenoemde personages zou je kunnen tegenkomen in Fantasyland en welke in Adventureland? Waarom? Net als in Little House en andere Disneyfilms, kunnen levenloze objecten als huizen en auto’s praten en hebben zij gevoelens. Ook in de pretparken van Disney komen we deze gepersonaliseerde objecten tegen. Vraag 8 Leg uit met welke redenen objecten tot personen worden gemaakt in films en pretparken. Tekst 2 De ervaring in een Disneypretpark moet optimaal zijn: een volmaakt verblijf in een perfect georganiseerde wereld met het publiek als acteur. men vermaakt wordt, werelden waar geen onplezierige verrassingen plaatsvinden en alles is gesaneerd. In Disneyworld is alles overal hetzelfde. Disney is een gigantisch multinationalbedrijf dat veel controle heeft over de entertainmentindustrie, zoals tv, films, muziek, radiostations en tijdschriften. Deze producten zijn betoverend, zeer aantrekkelijk, prikkelend, spannend en technisch up-to-date, zodat ze gemakkelijk onderdeel vormen van de cultuur die mensen met hun vrienden delen. Als gevolg hiervan wordt de rol van de lokale, traditionele cultuur minder sterk evenals de eigen karakters en figuren. Gezien het feit dat de Westerse cultuur zich steeds meer uitspreidt over de wereld, zal de wereld veel van haar culturele diversiteit verliezen. Iedereen wordt langzamerhand meer hetzelfde: over de hele wereld dragen tieners dezelfde kleding, bestaande uit een spijkerbroek met T-shirt en sportschoenen. Grote bedrijven zoals Disney Inc. maken consumptie onderdeel van sport, entertainment en kunst en daaraan valt moeilijk te ontkomen. Als kinderen bijvoorbeeld de laatste Disneyfilm hebben gezien, is dat nog maar het begin van het consumptieproces, want dan willen ze ook de video’s, sleutelhangers, speelgoed, T-shirts, kladblokken, puntenslijpers met hun nieuwe helden erop hebben. Elke film komt uit met een heel pakket aan producten, spelletjes, kinderboeken en natuurlijk met een goed doordacht marketing plan voor het geheel. Disneys themaparken blijken tegenwoordig model te staan voor steden en commerciële projecten….. Overal zijn er restaurantketens, gigantische winkelcentra en gemoderniseerde stadscentra met allemaal dezelfde patronen van consumptie, spektakel en permanente controle. Allen ontworpen om de bezoeker het gevoel te geven even weg te zijn van het dagelijkse leven en aan te zetten tot consumptie. Als deze ontwikkeling zich verder verspreidt, dan is er steeds minder ruimte voor andere waarden en normen en zullen lokale culturele tradities vervagen. Tot dusver is de Disneyficatie het meest doorgedrongen in de Westerse wereld. Vraag 9 Wat wordt bedoeld met Disneyficatie? Vraag 10 Leg uit op welke manier Disneyficatie een bedreiging voor de lokale culturele tradities kan vormen. In Nederland zijn voorbeelden te vinden van postmoderne architectuur. Zo maakte de architect Wilfried van Winden in 2010 het ontwerp voor het nieuwe Inntel-Hotel in Zaandam. Tevens bedacht hij een nieuwe term voor zijn stijl: Fusion. Afb.3 Inntel-Hotel Zaandam Tekst 2 Opzij modernisten, hier komt de fusion!, NRC Handelsblad, 15 oktober 2010 Hoe noemen we de moderne architectuur die alle stijlen door elkaar husselt en het ornament in ere herstelt? Retro? Neotraditioneel? Postmodern? Nee,‘fusion, poneert architect Wilfried van Winden in zijn manifest voor een nieuwe architectuur. De meeste Nederlandse architecten hebben het niet graag over stijl. Ze beschouwen het als een onbelangrijke bijzaak of, vaker nog, als iets dat helemaal niet ter zake doet. Dit is een erfenis van het modernisme. Hoewel dat ook in Nederland zijn beste tijd heeft gehad, dreunt het nog altijd luid na in de algemene opvattingen over architectuur. ‘Stijl is een leugen, stijl is als een veer op een vrouwenhoed, meer niet’, zei Le Corbusier, de held van het modernisme – en Nederlandse architecten zeggen het hem nog altijd na. Behalve Wilfried van Winden dan, de ontwerper van het dit jaar opgeleverde Inntel-hotel in Zaandam, met zijn doldwaze gevels van op elkaar gestapelde Zaanse-Schanshuisjes. In Fusion, zijn manifest voor een nieuwe, multiculturele architectuur, betreurt hij al op de eerste bladzijde dat architecten in de afgelopen dertig, veertig jaar de stijlvraag hebben vermeden. ‘Dat is jammer en ten onrechte, want het is een onderwerp dat de inhoud van het architectenvak ten diepste raakt. Bij fusion gaat het juist over stijl en expressie.’ Toch noemt hij fusion geen stijl, maar een houding: fusion is ‘de architectuur van de open geest die geen taboes aanvaardt: het gaat niet alleen om het slechten van stilistische grenzen, maar ook van mentale begrenzingen. vervolg tekst 2 De toenemende diversiteit van culturen vraagt om een nieuwe benadering van architectuur. Fusion staat voor een inventieve wijze van mengen en verbinden van heden en verleden, van Oost en West, van traditie en vernieuwing en van high en low. De enscenering van een omgeving die mensen prettig vinden, daar draait het voor mij om, noem het een architectuur van het behagen.’ Met fusion introduceert Van Winden een begrip in de architectuur dat recht doet aan het werk van hemzelf en verwante architecten als zijn vroegere bureaugenoot Joris Molenaar en Sjoerd Soeters. Vaak wordt hun werk ‘retro’ genoemd, een kleinerende kwalificatie die veronderstelt dat zij slechts historiserende architectuur maken. Maar Van Windens Inntel-hotel bijvoorbeeld is meer dan retro. De Zaanse-Schanshuisjes in de gevel zijn weliswaar traditioneel, maar hun opeenstapeling is meer verwant met pop art dan met traditionalisme. Om dezelfde reden is neotraditionalisme, een andere, veel gebruikte aanduiding voor hun werk, ongeschikt. Je zou kunnen betogen dat de architectuur van Wilfried van Winden probeert om meer in te spelen op lokale culturele tradities dan de Disneyficatie-architectuur. Vraag 11 Leg bovenstaande bewering uit. Afb.4 Inntel-Hotel Zaandam > oorspronkelijke Zaanse huisjes Fragment 2 Disney heeft bij het maken van zijn tekenfilms vaker gebruik gemaakt van reeds bestaande animatiefilms. In fragment 2 zijn stukjes van deze reeds bestaande films en de hierop gebaseerde Disneyvariant naast elkaar gezet. Bekijk fragment 2. Vraag 12 Noem tenminste drie aspecten uit fragment 2 die aantonen dat Disney gebruik maakte van reeds bestaand filmmateriaal. In de muziek is het niet ongewoon dat stukjes van andermans muziek worden gebruikt. Beluister fragment 3, van de Franse band Daft Punk. Fragment 3 Vraag 13 Leg uit wat bedoeld wordt met sampling. Na de dood van Walt Disney zelf werd de Walt Disneycooperatie opgericht. Deze latere multinational verwierf de eigendomsrechten over alle films en Filmmateriaal waar Disneyproducten op gebaseerd zijn.