De Nationale Bank van België - Hoofdactiviteiten, Geld en

advertisement
De Nationale Bank van België
Hoofdactiviteiten
april 2010
Inhoud
HOOFDSTUK 1. Geld en monetair beleid
3
Geld, emissie en seigneuriage
Monetair beleid : doelstelling, institutioneel kader en strategie
3
7
HOOFDSTUK 2. Financiële stabiliteit en betalingssystemen
19
Financiële stabiliteit
Beheer van de betalingssystemen
19
23
HOOFDSTUK 3. Overige taken
27
Op internationaal niveau
Op nationaal niveau
27
28
© Nationale Bank van België
Alle rechten voorbehouden.
De gehele of gedeeltelijke vermenigvuldiging van deze publicatie voor educatieve en niet-commerciële
doeleinden is toegestaan met bronvermelding.
Geld en monetair beleid
1.
GelD en mOneTair beleiD
De Nationale Bank is betrokken bij het uitstippelen
en uitvoeren van het monetair beleid van het
Eurosysteem en bij het toezicht op het financiële
systeem.
Hoewel de centrale banken zelf het monetaire beleid vandaag de dag als hun hoofdactiviteit beschouwen, hoeft
het niet te verbazen dat het brede publiek hen vooral ziet
als emissiebanken. Dankzij hun emissieactiviteit zijn zij
immers de spil van het bankwezen geworden en kunnen
zij de rol van « bank der banken » vervullen. Een groot
deel van hun werkingsmiddelen is bovendien afkomstig
van de uitgifte van geld.
presidenten van de centrale banken van het eurogebied
en de leden van de Directie van de ECB.
1.1 Geld, emissie en seigneuriage
1.1.1
Productie en in omloop brengen
van geld
Aanvankelijk was het de leenheer of de koning die
aan het geld zijn geldigheid verleende, maar sinds de
moderne tijd wordt dat koninklijk recht beschouwd als
een essentieel aspect van de soevereiniteit van de Staten,
die het recht om bankbiljetten uit te geven verlenen aan
specifieke instellingen : de centrale banken.
Sinds haar oprichting in 1850 ontwerpt en drukt de
Nationale Bank bankbiljetten en brengt ze in omloop.
De voor het land bestemde euromunten, van hun kant,
worden geslagen door de Koninklijke Munt van België en
via de Bank in omloop gebracht.
Het monetair beleid van de zestien landen van de
Europese Unie die de euro als munt hebben ingevoerd,
berust bij een specifieke structuur : het Eurosysteem.
Het omvat de centrale banken van die zestien landen en
de in Frankfurt gevestigde Europese centrale bank. De
monetairbeleidsbeslissingen worden genomen door de
Raad van Bestuur van de ECB, die samengesteld is uit de
Het drukken van de eurobankbiljetten werd verdeeld
onder de veiligheidsdrukkerijen van het eurogebied. De
Drukkerij van de Bank is gespecialiseerd in de productie
van het 50 eurobiljet, dat samen met de hogere coupures
de meest geavanceerde veiligheidskenmerken van de huidige serie bevat. Zij verricht ook uitgebreid onderzoeksen ontwikkelingswerk op het gebied van de nieuwe
3
4
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Drukkerij van de Nationale Bank
druk- en beveiligingstechnieken, onder meer voor de volgende serie eurobankbiljetten, waarvan de emissiedatum
nog niet vastgesteld is.
Eind 2009 waren circa 13,6 miljard eurobankbiljetten
in omloop, tegen 8,2 miljard eind 2002, het jaar van
de invoering van de chartale euro. De meest gebruikte
coupures zijn die van € 50 en € 20. Ze maakten in 2009
respectievelijk 38,1 % en 19,7 % van de totale circulatie
uit. Daarna volgen de coupures van 10 euro (15,0 %) en
€ 100 (10,8 %).
De kredietinstellingen komen dagelijks bij de Bank in
Brussel en bij de vestigingen in de provincie bankbiljetten
en muntstukken opnemen en afstorten via geldtransporteurs. In dat verband valt op te merken dat niet de Bank
maar de vraag van het publiek bepaalt hoeveel geld er
in omloop is. De kredietinstellingen verrichten frequente
geldopnemingen en -afstortingen bij de Bank, omdat
ze hun voorraad chartaal geld, die helemaal geen rente
opbrengt, tot een minimum wensen te beperken.
De bankbiljettentransacties worden opgevolgd en
geboekt via een door de Bank ontwikkeld en beheerd
computerplatform, Cash Single Shared Platform
(CashSSP). Ook de centrale banken van Cyprus, Finland,
Luxemburg en Nederland zijn op dit platform aangesloten, terwijl de Ierse en de Letse centrale bank zich ertoe
verbonden hebben CashSSP in 2011 in gebruik te zullen
nemen. Op verzoek van de Raad van Bestuur van de ECB
heeft de Bank ook een toepassing ontwikkeld die statistieken verschaft over de in omloop gebrachte, gevalideerde,
verworpen of vernietigde bankbiljetten. Deze toepassing
(Currency Information System 2) is operationeel in het
hele Eurosysteem en is in de landen die CashSSP hebben
ingevoerd, aan dit platform gekoppeld. Omdat de financiële crisis snellere informatieverstrekking noodzakelijk
maakte, werd het programma in mei ll. aangepast om
dagelijkse rapportage mogelijk te maken.
Geld en monetair beleid
Seigneuriage vloeit voort uit
de emissie van chartaal geld.
De Staat vertrouwde die
emissie toe aan de Bank.
Het woord « seigneuriage » gaat terug tot de middeleeuwen. Net als
toen vertegenwoordigt het de middelen waarover de emittent van
geld kan beschikken om zijn taken te vervullen.
1.1.2 Seigneuriage
Onder « seigneuriage » of « muntloon » verstaat men de
inkomsten die de emittent verwerft door de emissie van
bankbiljetten. Vandaag de dag ontvangen de centrale
banken deze inkomsten en na aftrek van hun kosten
maken ze deze over aan de Staat.
Waar komt seigneuriage vandaan? Om dit te begrijpen,
moet men bedenken dat het bankbiljet voortkomt uit het
schuldbewijs dat bankiers aan hun cliënteel overhandigden in ruil voor het in bewaring geven van edelmetaal,
dat ze rente lieten opbrengen. Tegenwoordig worden
bankbiljetten uiteraard niet meer afgegeven in ruil voor
goud of zilver : het zijn voortaan abstracte geldtekens. De
centrale banken boeken ze echter nog steeds als schulden
op de passiefzijde van hun balans. Als tegenwaarde staan
op de actiefzijde aan commerciële banken toegekende
kredieten en deviezenreserves, die rente opleveren. De
rente op deze activa, die de tegenpost vormen van nietvergoede passiva in de vorm van bankbiljetten, vormt de
seigneuriage.
Wat het eurogebied betreft, wordt de waarde van de uitgegeven bankbiljetten op forfaitaire wijze verdeeld tussen
de Lidstaten, aangezien de geldcirculatie voor iedere
deelnemende Staat niet meer nauwkeurig kan worden
geraamd : de ECB ontvangt 8 % en het saldo wordt onder
de nationale centrale banken (NCB’s) verdeeld in verhouding tot hun aandeel in het kapitaal van die instelling
In alle centrale banken zorgen verdelingsregels ervoor
dat het surplus van de inkomsten, na dekking van hun
kosten, aan de Staat toekomt. De Staat wordt aldus
vergoed voor het toekennen van het emissieprivilege. In
België veranderden de regels voor de verdeling van de
seigneuriage tussen de Bank en de Staat in de loop van de
geschiedenis en tijdens het verslagjaar werden ze bij wet
van 3 april 2009 opnieuw aangepast. Vanaf het boekjaar
2009 wordt het saldo van de jaarwinst, na vorming van de
vereiste reserves en vergoeding van de aandeelhouders,
toegekend aan de Staat.
Het emissieprivilege ligt niet alleen ten grondslag aan de
inkomsten van de centrale banken. Het vormt ook een
van de middelen die hen in staat stellen hun hoofdopdracht, de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid, te
verwezenlijken. Om te voldoen aan de vraag naar bankbiljetten van hun cliënten, dienen de kredietinstellingen zich
bankbiljetten te verschaffen via leningen bij de centrale
bank. De rente op deze leningen vormt het voornaamste
monetairbeleidsinstrument.
5
6
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Mise en exerg
sur fond de couleur
Nieuwe reserverings- en dividendregels
Met ingang van het boekjaar 2009 gelden de volgende regels voor de winstverdeling van de Bank :
• Een eerste dividend van € 1,5 per aandeel wordt toegekend. Dat dividend wordt gegarandeerd met
alle reserves.
• 25 % van de te verdelen winst wordt toegevoegd aan de beschikbare reserve. De Bank bepaalt
ieder jaar het minimumbedrag van de reserves waarover ze dient te beschikken in het licht van de
risico’s die ze loopt. Voor het boekjaar 2009 is het minimumbedrag € 3,2 miljard. Als gevolg van die
beoordeling kan de Bank beslissen tot bijkomende winstreserveringen.
• Het tweede dividend wordt vastgesteld op 50 % van de netto-opbrengst van de portefeuille die de
Bank aanhoudt als tegenpost van haar totale reserves. De netto-opbrengst is de opbrengst als
vermeld in de resultatenrekening, na aftrek van de vennootschapsbelasting tegen het effectief
verschuldigde tarief. Het tweede dividend wordt gegarandeerd met de beschikbare reserve, tenzij
de Bank oordeelt dat het peil van haar reserves daardoor te laag zou worden.
• Het saldo van de winstverdeling wordt toegekend aan de Staat. Dat saldo omvat in geen enkel
geval enige terugneming van reserves en mag evenmin interen op het niet-uitgekeerde deel van de
netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar reserves. Dat deel
moet worden gereserveerd.
Geld en monetair beleid
Het Eurosysteem werkt het
monetair beleid van het
eurogebied uit en legt het
ten uitvoer.
1.2 Monetair beleid : doelstelling,
institutioneel kader en strategie
1.2.1 Doelstelling
Toen de Staten het emissierecht toekenden aan de centrale banken, gaven zij hun ook de opdracht de waarde
van de nationale munt te verdedigen. In het Europa van
vandaag vindt men deze traditionele taak terug in de
doelstelling van prijsstabiliteit die het Verdrag betreffende de werking van de EU aan het Eurosysteem heeft
opgelegd.
Zowel een algemene en aanhoudende prijsstijging (inflatie) als prijsdaling (deflatie) zijn nadelig voor de economie.
Prijzen zijn immers de voornaamste informatie waarover
de economische subjecten beschikken om de waarde van
goederen en diensten te schatten. Inflatie en deflatie verstoren evenwel die informatie en vertekenen de relatieve
waarde. Ze doen de onzekerheid toenemen en tasten
finaal investeringen en groei aan. Door prijsstabiliteit te
handhaven, dragen de centrale banken bij aan groei en
werkgelegenheid. Prijsinstabiliteit gaat niet enkel ten
koste van de economische efficiëntie, maar ook van de
gelijkheid. Ze wijzigt immers de waarde van contracten en
spaargelden en leidt tot een willekeurige herverdeling van
inkomens en vermogens.
Om de prijsverwachtingen stevig te verankeren en het
publiek in staat te stellen de activiteit van het Eurosysteem
beter te beoordelen, werd prijsstabiliteit gedefinieerd als
een stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex van het eurogebied op jaarbasis van onder maar dicht
bij 2 % op de middellange termijn.
1.2.2 Institutioneel kader
Het Eurosysteem is verantwoordelijk voor de monetairbeleidsvoering van het eurogebied. De beslissingen worden
centraal genomen door de Raad van Bestuur van de ECB,
die bestaat uit de zes leden van de Directie van de ECB
en de presidenten van de NCB’s van de lidstaten van het
eurogebied. De voorbereiding en de uitvoering van de
beslissingen zijn grotendeels gedecentraliseerd.
De ECB en de centrale banken van de EU, inclusief die
van de landen die de euro niet hebben ingevoerd, vormen
samen het Europees Stelsel van Centrale banken (ESCB).
Comités samengesteld uit deskundigen van de ECB en
de NCB’s bereiden dossiers voor die ter besluit aan de
organen van de ECB worden voorgelegd. Er bestaan een
vijftiental comités die alle activiteitsdomeinen van het
Eurosysteem bestrijken : monetair beleid, statistieken,
markttransacties, bankbiljetten, communicatie, IT, human
resources, enz. Op die manier worden de NCB’s nauw
betrokken bij de voorbereiding van de dossiers die aan de
7
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Het Eurosysteem en het Europees Stelsel van
Centrale Banken
Banca d’Italia
Banco de España
Banco de Portugal
Banka Slovenije
Central Bank of Cyprus
Raad van Bestuur
Banque centrale
du Luxembourg
Directie
Banque de France
6
Bank of Greece
Central Bank and Financial Services
Authority of Ireland
Central Bank of Malta
De Nederlandsche Bank
16
Deutsche Bundesbank
Národná banka Slovenska
Nationale Bank van België
Oesterreichische Nationalbank
Suomen Pankki – Finlands Bank
Banca Naţională a României
Algemene Raad
Bank of England
Бълrapcκa нapoднa бaнкa
(Bulgaarse Nationale Bank)
11
Česká národní banka
Danmarks Nationalbank
Eesti Pank
Latvijas Banka
Lietuvos bankas
Magyar Nemzeti Bank
Narodowy Bank Polski
Sveriges Riksbank
Bron : ECB.
EUROPEES STELSEL VAN CENTRALE BANKEN (ESCB)
EUROPESE
CENTRALE BANK
(ECB)
EUROSYSTEEM
8
Geld en monetair beleid
Het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie
bepaalt dat het hoofddoel van
het monetair beleid de
handhaving van prijsstabiliteit is.
Raad van Bestuur worden voorgelegd, en bij de uitvoering
van de genomen beslissingen.
De Raad van Bestuur vergadert doorgaans tweemaal per
maand in het gebouw van de ECB in Frankfurt. De eerste
vergadering van de maand is specifiek gewijd aan een
diepgaande analyse van de monetaire en economische
ontwikkelingen en aan de monetairbeleidsbeslissingen die
daarmee samenhangen. De tweede vergadering staat over
het algemeen in het teken van de overige opdrachten en
verantwoordelijkheden van de ECB. Overeenkomstig het
Verdrag van Maastricht treden de leden van de Raad van
Bestuur niet op als vertegenwoordiger van hun land, maar
nemen zij in alle onafhankelijkheid beslissingen die worden
ingegeven door het belang van het eurogebied als geheel.
1.2.3 oorbereiding van de
V
monetairbeleidsbeslissingen
Ter verwezenlijking van het monetairbeleidsdoel van het
Eurosysteem reageert de Raad van Bestuur van de ECB
op de risico’s voor prijsstabiliteit. Dit anticiperend optreden berust op een rond twee complementaire pijlers
opgebouwde systematische analyse van de beschikbare
informatie.
• De economische analyse ontleedt de korte- en middellangetermijnrisico’s voor prijsstabiliteit. Ze is gebaseerd
op een brede waaier van economische en financiële
variabelen die het mogelijk maken de schokken te
detecteren waaraan het eurogebied het hoofd moet
bieden en op te volgen hoe het eurogebied erop reageert. De macro-economische ramingen van de diensten van het Eurosysteem ondersteunen ook de beraadslagingen en beslissingen van de Raad van Bestuur.
• De monetaire analyse focust op de ontwikkeling van
een aantal monetaire en kredietaggregaten en verstrekt
indicaties i.v.m. de middellange- en langetermijnrisico’s
voor prijsstabiliteit. De bedoeling is die risico’s te beoordelen uitgaande van de in het verleden waargenomen
verbanden tussen de geld- en krediethoeveelheid en
de prijzen.
De NCB’s leveren een belangrijke bijdrage aan die twee
analysegebieden en verschaffen het Eurosysteem economische onderzoeksresultaten en statistische gegevens uit
de eerste hand.
1.2.3.1 Research
De Bank draagt bij aan de research- en analyse-inspanningen die erop gericht zijn het inzicht in de economische
situatie van het eurogebied, de macro-economische
prognoses en het begrip van de transmissiemechanismen
van het monetaire beleid alsook de interactie met het
economische beleid te verbeteren. Via nationale ramingen
levert zij ook een bijdrage aan de opstelling van macroeconomische projecties voor het eurogebied. De voornaamste resultaten van de prognoseoefening voor België
9
10
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
De Bank draagt bij aan de
analyse van de situatie van
Miseeurogebied
het
en exerg en publiceert
sur fondeen
jaarlijks
de couleur
verslag over
de economische en financiële
ontwikkeling van België.
De Bank als adviseur van de overheid
De rol van de Bank op het vlak van economische research beperkt zich niet tot aangelegenheden
die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de voorbereiding van het monetaire beleid.
Haar diensten stellen ook tal van studies op die als basis dienen voor de beraadslagingen en beslissingen van de Regentenraad, een orgaan waarin de verschillende sociaal-economische strekkingen
vertegenwoordigd zijn. De meeste van die studies worden gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift
(zie website).
De leden van het Directiecomité nemen deel aan verscheidene raadgevende comités in het economische en financiële vlak, zowel nationaal als in EU-verband. Voorts werd de Bank in 2009
door de minister van Financiën belast met de leiding van een werkgroep voor de kredieten aan
ondernemingen .
worden in juni en september in het Economisch Tijdschrift
van de Bank gepubliceerd.
De economen van de Bank nemen eveneens deel aan
een aantal netwerken die een samenwerkingsverband
tussen researchteams van het ESCB en universiteiten tot
stand brengen. Het Euro Area Business Cycle Network
analyseert het conjunctuurverloop in het eurogebied. Het
Wage Dynamics Network bestudeert de kenmerken en de
determinanten van de wijzigingen in lonen en loonkosten
en de implicaties ervan voor het monetaire beleid. Het
Household Finance and Consumption Network, ten slotte,
onderzoekt het verband tussen de financiële situatie van
de gezinnen en hun consumptiegewoonten. In dat kader
zal in 2010 een uitgebreide enquête worden georganiseerd met betrekking tot het financiële gedrag van de
Belgische gezinnen.
Geld en monetair beleid
De Bank speelt een prominente
rol op het vlak van
economische en
financiële statistieken.
Om doorlopend op de hoogte te blijven van de laatste
stand van het onderzoek en de universitaire werkzaamheden op monetair en financieel gebied te stimuleren,
zet de Bank ook gezamenlijke projecten op waarvan de
resultaten worden voorgesteld op tweejaarlijkse internationale wetenschappelijke colloquia, en organiseert zij
gespecialiseerde macro-economische seminars in samenwerking met Belgische universiteiten. Naast haar vaste
teams, neemt zij hoogopgeleide economen in dienst voor
een maximumduur van twee jaar en biedt zij aan jonge
onderzoekers in haar vakgebied stages van één tot drie
maanden aan.
Het streven van de Bank om economische research en
analyse te stimuleren vertaalt zich in een actief publicatiebeleid. Zij publiceert de Working Papers, die bestaan
uit een reeks Research en een reeks Document, alsmede
een Economisch Tijdschrift, dat informatie over de recente
economische, financiële en monetaire ontwikkelingen
verstrekt. Ten slotte publiceert zij een jaarverslag waarin
de economische en financiële ontwikkelingen zowel op
Belgisch als op mondiaal vlak worden belicht.
1.2.3.2 Statistieken
In tegenstelling tot tal van andere centrale banken,
speelt de Bank een prominente rol in het Belgisch statistisch apparaat. De talrijke economische statistieken
die zij opmaakt, verschaffen de nationale en internationale autoriteiten inzicht in de diverse facetten van de
economische activiteit van het land en zijn van groot
belang voor het monetaire beleid. Deze in Europees verband grotendeels gestandaardiseerde statistieken vormen
een bron van informatie uit de eerste hand waarop de
Bank haar onderzoeksactiviteiten baseert. Haar statistieken zijn ook geïntegreerd in de statistieken van de EU en
van het eurogebied.
Dankzij de inspanningen van de laatste jaren werd de
kwaliteit van de verzamelde gegevens verbeterd, werden
de gegevens verfijnd en werd de verspreiding ervan geoptimaliseerd. Tegelijk werd gestreefd naar een vermindering van de administratieve last voor de ondernemingen.
De statistieken van de Bank bestrijken verscheidene
domeinen :
De nationale rekeningen bieden een overzicht van de
economische transacties van het land. Ze verstrekken,
naast de componenten van de grote aggregaten zoals
het bruto binnenlands product (bbp), ook gedetailleerde
informatie per economische sector en per bedrijfstak.
Steeds meer variabelen worden regionaal uitgesplitst.
Jaarlijks worden gedetailleerde rekeningen gepubliceerd,
maar de ramingen van de voornaamste variabelen worden
driemaandelijks bekendgemaakt. Dertig dagen na het
einde van het kwartaal wordt een raming van het bbp
van het desbetreffende kwartaal gepubliceerd. Net als de
statistieken van de buitenlandse handel stelt de Bank de
nationale rekeningen op voor rekening van het Instituut
voor de nationale rekeningen.
11
12
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Balanscentrale
Centrale des bilans
Statistieken
Statistiques
Mise en exerg
sur fond de couleur
Nationale Bank van België
Banque nationale de Belgique
boulevard de Berlaimontlaan 14
Bruxelles BE-1000 Brussel
Banque nationale de Belgique
Nationale Bank van België
boulevard de Berlaimontlaan 14
Bruxelles BE-1000 Brussel
Centrale des bilans
Balanscentrale
SOFISTA
Pochette Statistiques 1
Pochette Sofista 1
1/06/05 11:08:24
18/01/05, 10:21:20
De Bank publiceert een groot aantal statistieken op basis van de informatie die zij verzamelt.
De financiële rekeningen vormen een onderdeel van de
nationale rekeningen. Zij bevatten informatie over de financiële instrumenten waarin de verschillende economische
sectoren hun overschotten beleggen en waarmee ze hun
tekorten financieren. Ze zijn het instrument bij uitstek om
uit macro-economisch oogpunt de beleggings- en financieringsvoorkeuren van de verschillende economische subjecten te volgen. De Bank beschikt over een van de meest
volledige gegevensbestanden in Europa inzake financiële
instrumenten. De gedetailleerde financiële kwartaalrekeningen worden aan de ECB bezorgd, die ze gebruikt om
geconsolideerde Europese statistieken op te stellen.
De statistieken in het kader van de procedure bij
buitensporige tekorten hebben betrekking op het
financieringssaldo en de overheidsschuld van België. Ze
worden opgemaakt aan de hand van de financiële en
niet-financiële rekeningen van de overheid en worden
tweemaal per jaar aan de Europese Commissie bezorgd.
Sinds de vaststelling van de convergentiecriteria met het
oog op de invoering van de euro, worden de overheidsfinanciën van de lidstaten van het eurogebied aandachtig
gemonitord door de ECB.
De statistieken van de betalingsbalans zijn een belangrijke economische indicator, zowel nationaal als op het
niveau van het eurogebied, waar ze een onderdeel
vormen van de statistieken die het monetair beleid
schragen. Ze maken de boeking mogelijk van de externe
factoren (goederen en diensten, inkomens, overdrachten
en kapitalen) die bijdragen tot de vorming van het bruto
nationaal product. Ze integreren in geaggregeerde vorm
de gegevens van de statistieken van de buitenlandse
handel, die de goederenuitvoer- en invoertransacties
weergeven per product en per land en uitgesplitst per
regio. De met de betalingsbalans samenhangende statistieken van de directe investeringen hebben betrekking op
de kapitaaltransacties en de overige financiële stromen
tussen de Belgische ondernemingen en de ermee verbonden buitenlandse ondernemingen.
De monetaire en financiële statistieken worden op
geregelde tijdstippen aan de ECB bezorgd. Ze bieden
immers essentiële informatie voor het monetaire beleid.
Het gaat enerzijds om statistieken betreffende de monetaire financiële instellingen (centrale bank, kredietinstellingen en gemeenschappelijke beleggingsinstellingen met
een monetair karakter) en de overige financiële instellingen (niet-monetaire beleggingsinstellingen, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, enz.), en anderzijds
om statistieken betreffende de geldmarkt en de kapitaalmarkt (effectenuitgiften en effectenbezit, verloop van de
rentetarieven en beursindexen, enz.).
Via conjunctuurenquêtes kan worden ingeschat hoe
bedrijfsleiders en consumenten de Belgische economische
situatie beoordelen. Omdat de enquêtes vooruitlopen op
de economische activiteit van het eurogebied, worden
sommige van die conjunctuurindicatoren, niet alleen
in België maar ook wereldwijd, met veel belangstelling
gevolgd.
Geld en monetair beleid
De wetgever heeft aan de
Bank het beheer toevertrouwd
van twee centrales die
informatie verzamelen over
de ondernemingen :
de Balanscentrale en de
Centrale voor kredieten aan
ondernemingen.
De statistieken en studies van de Bank kunnen op haar
website (www.nbb.be) worden geraadpleegd. Via deze
site kan men zich ook abonneren op de publicaties van
de Bank. Voorts biedt de site toegang tot Belgostat, een
statistische gegevensbank met tal van functionaliteiten
die geregeld aan de behoeften van de gebruikers worden
aangepast.
1.2.3.3
Overige gegevens
De Centrale voor kredieten aan ondernemingen registreert, per begunstigde, de kredieten van ten minste
€ 25.000 die de in België gevestigde kredietinstellingen
voor beroepsdoeleinden verstrekken. Deze informatie
vormt voor de deelnemers een belangrijk element bij de
beoordeling van hun kredietrisico’s. Deze centrale wisselt
haar gegevens uit met haar tegenhangers uit zes landen :
Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje.
balanScenTrale
De Bank verzamelt ook tal van economische en financiële
gegevens die niet rechtstreeks verband houden met de
voorbereiding van de monetairbeleidsbeslissingen, maar
de beschikbare macro-economische statistieken aanvullen. Waardevolle informatie over de financiële situatie van
de ondernemingen kan namelijk bijdragen tot een goed
begrip van de economische mechanismen. In dat verband
beschikt de Bank over belangrijke troeven aangezien de
wetgever haar het beheer heeft toevertrouwd over twee
centrales die informatie over de ondernemingen bevatten : de Centrale voor kredieten aan ondernemingen en
de Balanscentrale.
De meeste ondernemingen waarvan de aansprakelijkheid
van de aandeelhouders of vennoten beperkt is tot hun
inbreng alsook sommige andere ondernemingen moeten
hun jaarrekening en, in voorkomend geval, hun geconsolideerde jaarrekening openbaar maken door neerlegging bij
de Balanscentrale van de Bank. De grote en zeer grote vzw’s
en privéstichtingen alsmede de buitenlandse rechtspersonen
moeten eveneens hun jaarrekening bij de Balanscentrale
neerleggen. Deze rekeningen bevatten een sociale balans
die informatie verschaft over de werkgelegenheid. Op basis
van de verzamelde gegevens verstrekt de Bank gestandaardiseerde reeksen voor economische analyse.
cenTrale vOOr KreDieTen aan OnDerneminGen
In 2009 werd meer dan 98 % van de balansen neergelegd
via het internet. Sinds begin februari zijn alle in het afgelopen jaar neergelegde jaarrekeningen alsook die van de
vijf voorgaande jaren gratis beschikbaar in PDF-formaat
via het internet. Het aantal jaarrekeningen dat op deze
manier wordt geraadpleegd is gestegen van 183.000 per
maand in 2008 naar 321.000 in 2009. Bovendien zullen
Krediet aan ondernemingen is een van de kanalen via
welke de monetairbeleidsbeslissingen de economie beïnvloeden. Het staat dan ook sterk in de belangstelling van de
centrale banken. Tegen de achtergrond van de wereldwijde
economische crisis krijgt dat aspect bijzondere aandacht.
13
14
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Werkgroep « Kredieten aan de ondernemingen »
In februari 2009 vroeg de minister van Financiën de Bank een werkgroep op te richten om de impact
van de financiële crisis op de kredietverlening aan ondernemingen te meten, en aanbevelingen te formuleren ter verbetering van de toegang van de ondernemingen tot de benodigde financiering. In zijn
verslag geeft de werkgroep een grondige analyse van de situatie, stelt de ontwikkeling voor in België
van instrumenten om de herfinanciering van de banken te vergemakkelijken, beveelt de banken aan
ten volle gebruik te maken van de beschikbare herfinancieringsmogelijkheden en de kredietverlening
aan de privésector op peil te houden. De werkgroep pleit ook voor een betere informatieverspreiding
betreffende de krediet- en waarborginstrumenten die de Belgische autoriteiten ten behoeve van de
kmo’s hebben ontwikkeld, en zelfs voor een uitbreiding ervan binnen de budgettaire mogelijkheden.
De Bank heeft eveneens verscheidene initiatieven genomen om relevante informatie over kredieten
aan ondernemingen sneller ter beschikking van het publiek te stellen. Sinds maart 2009 plaatst de
Bank een maandelijkse flash op de grondig herwerkte website van het Observatorium voor krediet
aan niet-financiële vennootschappen. De Bank heeft ook de informatie over de voorwaarden voor
toegang tot het krediet vervolledigd door middel van een driemaandelijkse enquête bij de bedrijfsleiders. Tot slot heeft ze besloten vanaf 1 juni 2011 het toepassingsgebied van de Centrale voor
kredieten aan ondernemingen uit te breiden om de kredietverleners beter te informeren en hun
risico-perceptie te verbeteren. Dat toepassingsgebied zal worden uitgebreid tot de lease- en factoringmaatschappijen en de aangiftedrempel van € 25.000 zal worden afgeschaft. Bovendien zullen de
geregistreerde gegevens aangevuld worden met gegevens die nuttig zijn voor het prudentiële toezicht (kans op wanbetaling en waarborgen) en met inlichtingen over eventuele betalingsincidenten.
vanaf maart 2010 ook de refertes naar de jaarrekeningen
die sinds 1992 werden neergelegd, beschikbaar worden
gesteld via het internet. Hetzelfde geldt voor jaarrekeningen neergelegd in het XBRL-formaat, hetgeen de ontwikkeling zal stimuleren van software die de mogelijkheden
van dat formaat benut.
vastgoedsector en het luchtvervoer. De meeste van deze
studies werden gepubliceerd in de reeks Working Papers.
MICRO-ECONOMISCHE ANALYSE
Het hoofddoel van het monetaire beleid is prijsstabiliteit. Het Eurosysteem beheerst echter de prijzen niet
rechtstreeks en zelfs op de geldhoeveelheid oefent ze
geen rechtstreekse controle uit. De bankbiljettenuitgifte
is immers afhankelijk van de vraag van het publiek en
bankbiljetten vertegenwoordigen maar een klein deel van
de hoeveelheid geld die ondernemingen en particulieren
van het eurogebied aanhouden; het grootste deel bestaat
uit bankdeposito’s.
De Bank publiceert jaarlijks in haar Economisch Tijdschrift
een op de jaarrekeningen van de ondernemingen gebaseerde studie over de resultaten van Belgische ondernemingen. Ze publiceert ook jaarlijks een rapport over de
Belgische havens en een raming van hun economisch
belang.
Daarnaast verricht ze andere eenmalige studies. Zo analyseerde ze in 2009 de gegevens van de kredietcentrale en de
demografie van de ondernemingen. Ze maakte eveneens
studies over de staalindustrie, de elektriciteitssector, de
1.2.4 itvoering van de
U
monetairbeleidsbeslissingen
Om bankbiljetten te verwerven dienen de commerciële
banken evenwel te lenen bij het Eurosysteem, dat de rol
van « bank der banken » vervult. Het beschikt immers over
Geld en monetair beleid
De uitvoering van het monetair
beleid is gedecentraliseerd en
berust bij de nationale centrale
banken.
het monopolie voor de uitgifte van bankbiljetten, die de
commerciële banken aan hun cliënteel moeten kunnen
verstrekken. De NCB’s openen rekeningen voor de commerciële banken en deze regelen hun schulden onderling
via deposito’s bij de centrale bank. De ECB legt bovendien
een minimumbedrag op aan die deposito’s : dat zijn de
reserveverplichtingen.
Het monetaire beleid van het Eurosysteem bestaat erin
de voorwaarden van de liquiditeitsverstrekking van het
Eurosysteem aan de commerciële banken te wijzigen.
Die wijzigingen beïnvloeden op hun beurt de door de
banken gehanteerde voorwaarden voor de kredieten aan
hun cliënteel en voor de deposito’s die ze aantrekken. De
beslissingen van de Raad van Bestuur van de ECB kunnen
aldus het prijsverloop beïnvloeden. Een renteverhoging
van het Eurosysteem zal – via de impact op de rentetarieven van de banken – consumenten en ondernemingen er
meer bepaald toe aanzetten hun leningen in te krimpen,
wat de vraag naar goederen en diensten zal afremmen
en bijgevolg de prijsstijging zal inperken. Bij gevaar voor
inflatie (een algemene en aanhoudende prijsstijging),
zal de Raad van Bestuur derhalve de rente optrekken.
Omgekeerd, bij gevaar voor deflatie (een algemene
en aanhoudende prijsdaling), zal hij de rente van het
Eurosysteem verlagen om de bankrentes te doen dalen.
Doordat het krediet op die manier wordt gestimuleerd,
zal de vraag naar goederen en diensten stijgen en wordt
de prijsdaling tot staan gebracht. Tot een dergelijke rentestap kan ook worden besloten als de risico’s die aan de
inflatie verbonden zijn, afnemen, bijvoorbeeld als gevolg
van een verzwakking van de vooruitzichten inzake economische groei.
1.2.4.1 Instrumenten
Het Eurosysteem beschikt over verscheidene instrumenten
om zijn monetairbeleidsdoelstellingen te verwezenlijken.
Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de NCB’s,
die optreden als schakel tussen de ECB en de in iedere
lidstaat gevestigde kredietinstellingen.
In de eerste plaats zijn de banken verplicht om reserves
aan te houden in de vorm van deposito’s bij de NCB’s,
ten belope van 2 % van sommige van hun passiva. Door
de reserveverplichtingen zien de banken zich nog meer
genoodzaakt om zich bij het Eurosysteem te herfinancieren. Aangezien de banken hun reserveverplichtingen
gemiddeld over een periode van een maand dienen na
te komen, kunnen de reserves van dag tot dag variëren
en kunnen ze de liquiditeitsschommelingen op de zeer
korte termijn, die bijvoorbeeld toe te schrijven zijn aan de
schommelingen in de vraag naar bankbiljetten, opvangen.
Over die reserves wordt rente vergoed.
In normale tijden wordt het grootste deel van de liquiditeiten aan de commerciële banken van het eurogebied
verstrekt via een wekelijkse toewijzing van kredieten
met een looptijd van één week. Het Eurosysteem verschaft ook liquiditeiten in de vorm van langerlopende
herfinancieringstransacties en fine-tuning-transacties.
15
16
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Recente ontwikkelingen
Toen in augustus 2007 tekenen van financiële spanning zichtbaar werden, was de ECB de eerste
centrale bank die uitzonderlijke maatregelen nam. Zij verruimde aanmerkelijk haar maatregelen
in het najaar van 2008, toen het in gebreke blijven van Lehman Brothers de mondiale financiële
stabiliteit in het gedrang bracht. In mei 2009 breidde zij haar pakket maatregelen voor een ruimere
kredietondersteuning verder uit (1).
Renteverlaging
Van oktober 2008 tot mei 2009 werd de beleidsrente met 325 basispunten verlaagd. Dat tarief
bedraagt momenteel 1 %, een historisch laag niveau, zowel voor de ECB als voor de NCB’s die haar
voorafgingen. De overvloedige liquiditeitsverstrekking, die hieronder wordt toegelicht, leidde tot een
daling van de zeer korte geldmarktrente. Zo kwam de daggeldrente in de buurt van de rente voor
de depositofaciliteit, die sinds april 2009 0,25 % beloopt. Die rentebeslissingen zijn in overeenstemming met de strategie van het Eurosysteem : de inflatierisico’s zijn in de loop van die periode immers
verdwenen, onder invloed van de scherpe terugval van de olieprijzen en van de andere grondstoffen
en als gevolg van de inkrimping van de economische activiteit. Trouw aan haar doel van prijsstabiliteit heeft de ECB rekening gehouden met het verdwijnen van de inflatoire spanningen en de rente
verlaagd. De rentetarieven van de commerciële banken zijn in het verlengde daarvan gedaald, wat
resulteerde in een bijzonder laag rentepeil voor de kredietnemers in het eurogebied.
Niet-conventionele maatregelen
Ter bestrijding van de crisis nam de Raad van Bestuur van de ECB vijf soorten uitzonderlijke maatregelen. Om te voldoen aan de liquiditeitsbehoeften van de banken voert hij sinds oktober 2008 een
toewijzingsbeleid met vaste rente, waarbij alle inschrijvingen van de banken worden gehonoreerd.
De banken van het eurogebied verkregen aldus, tegen afgifte van onderpand, onbeperkte kredieten
tegen de beleidsrente van de ECB. De Raad van Bestuur verlengde ook de gemiddelde looptijd van de
krediettoewijzingen van het Eurosysteem. Op 7 mei 2009 besloot hij drie herfinancieringstransacties
met een looptijd van een jaar te organiseren, namelijk in juni, september en december. Voorts breidde
hij tijdelijk de lijst uit van de activa die worden aanvaard als onderpand van krediettransacties. Deze
maatregel zorgde voor een sterke verlichting van de liquiditeitsbeperkingen van de banken tijdens
de crisis. Hij organiseerde tevens liquiditeitsverstrekking in Amerikaanse dollar en Zwitserse frank
om de financieringsvoorwaarden van de banken in die valuta’s te verbeteren. Tot slot besloot hij
op 7 mei 2009 een programma op te zetten voor de rechtstreekse aankoop van in het eurogebied
uitgegeven, gedekte obligaties (covered bonds) in euro. Het gaat om door banken uitgegeven obligaties, die worden gewaarborgd door activa van hoge kwaliteit aangehouden door de emitterende
bank en waaraan weinig risico verbonden is. Gedekte obligaties waren een belangrijke bron van
financiering voor de banken van het eurogebied, vóór de verscherping van de financiële crisis in het
najaar van 2008, toen die markt instortte. De Raad van Bestuur kwam derhalve tot het besluit dat
het Eurosysteem kon helpen bij het herstel van die markt, via de rechtstreekse aankoop van gedekte
(1) Meer bijzonderheden over die maatregelen worden verstrekt in hoofdstuk 2 van het Verslag 2009 over de economische en financiële ontwikkeling.
Geld en monetair beleid
obligaties. Hij besliste dat het Eurosysteem tussen juli 2009 en juni 2010 € 60 miljard aan dergelijke
obligaties zou aankopen. De Bank participeert in dat programma voor een bedrag van € 1,9 miljard.
Die maatregelen resulteerden in een forse stijging van de balans van het Eurosysteem. Zij verhoogden
de liquiditeit op de geldmarkt en maakten een terugkeer van het vertrouwen en een verbetering van
de marktvoorwaarden mogelijk.
Om aan de toewijzingen te kunnen deelnemen, moeten
de commerciële banken vooraf een aantal waarborgen
deponeren bij de centrale bank van hun land. Ze geven
ook aan welk kredietbedrag ze wensen en welke rente
ze willen betalen. De minimumrente van de kredieten
met een looptijd van één week wordt vastgesteld door
de Raad van Bestuur van de ECB (dit is zijn centrale
beleidsrente). De NCB’s bezorgen deze inschrijvingen
aan de ECB, die beslist welke bedragen worden verstrekt
en die de eerste kredieten toekent aan de banken die
de hoogste rente hebben geboden. Sinds oktober 2008
worden de herfinancieringstransacties evenwel verricht
tegen een vaste rente en worden alle inschrijvingen
tegen dat tarief toegewezen (zie kader).
Daarnaast biedt het Eurosysteem aan de banken van het
eurogebied de mogelijkheid om voor één dag middelen
op te nemen of te plaatsen tegen vooraf aangekondigde
rentetarieven (systeem van permanente faciliteiten).
Deze tarieven vormen de corridor waarbinnen de daggeldrente op de geldmarkt schommelt.
Het Eurosysteem kan voorts aan- of verkopen van deviezen tegen euro’s, d.w.z. interventies op de valutamarkt, verrichten.
Daarnaast beoordeelt zij de kwaliteit van het verschafte
onderpand bij kredietopname en zorgt zij voor de bewaring ervan. In het kader van het model van gemeenschappelijk platform voor het onderpandbeheer, kunnen de
in onderpand gegeven effecten zich in België of in het
buitenland bevinden, terwijl de centrale banken onderling
als correspondentbanken optreden.
LIQUIDITEITSVERSTREKKENDE TRANSACTIES
De reguliere toewijzingen van het Eurosysteem worden
aangekondigd via de financiële informatienetwerken.
De Bank kan de banken ook afzonderlijk inlichten. De
inschrijvingen die binnen de vastgestelde termijnen bij de
Bank worden ingediend, worden aan de ECB bezorgd.
In iedere lidstaat kunnen de inschrijvingen van een kredietinstelling maar door één vestiging (de hoofdzetel of
een aangewezen filiaal) worden ingediend. De resultaten
worden door de ECB gepubliceerd en de kredietinstellingen die een geldige inschrijving hebben ingediend,
worden afzonderlijk op de hoogte gebracht. Na de
bekendmaking van de resultaten, zorgt de Bank voor de
afwikkeling van de transacties, rekening houdend met het
verschafte onderpand.
PERMANENTE FACILITEITEN
1.2.4.2 Rol
van de Bank
Als lid van het Eurosysteem is de Bank op meerdere
niveaus betrokken bij de gedecentraliseerde uitvoering
van de monetairbeleidsbeslissingen. Zo speelt zij meer
bepaald een rol op het niveau van de liquiditeitsverstrekkende transacties, de permanente faciliteiten en de
reserveverplichtingen.
Elke werkdag stelt de Bank, tegen afgifte van onderpand, een intraday-kredietfaciliteit ter beschikking van
de banken die daar toegang toe wordt verleend. Deze
faciliteit is bestemd voor de financiering, tijdens de dag,
van debetposities op de rekening in euro die op naam
van die kredietinstellingen in haar boeken is geopend.
Na de dagelijkse afsluiting van het systeem, zuiveren de
banken het laatste saldo van hun vereffeningsrekening
aan door eventueel een beroep te doen op de overnight
17
18
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
De monetairbeleidsinstrumenten
Permanente faciliteiten
Depositofaciliteit
(rente over het
algemeen lager dan
de marktrente)
Marginale
beleningsfaciliteit
(rente over het
algemeen hoger dan
de marktrente)
Openmarkttransacties
Basis-herfinancieringstransacties
(looptijd van een week)
Langerlopende
herfinancieringstransacties
Reserveverplichtingen
Reservebasis
Deposito’s, schuldbewijzen en
geldmarktinstrumenten
Reserveratio
2 % op de meeste in de reservebasis
opgenomen instrumenten
Fine-tuning-transacties
Rentevergoeding
Structurele transacties
Over de reserves wordt rente vergoed
tegen de marginale rentevoet van de
basis-herfinancieringstransacties
belenings- of depositofaciliteit. Voor deze permanente
faciliteiten gelden rentetarieven die worden vastgesteld
door de Raad van Bestuur van de ECB en die in normale
omstandigheden de corridor vormen waarbinnen de daggeldrente schommelt.
strategische uitdaging. De noodzaak om verantwoording
af te leggen wordt door alle partners van het Eurosysteem
ook beschouwd als de legitieme tegenhanger van de
onafhankelijkheid die het Verdrag van Maastricht aan de
centrale banken heeft verleend.
RESERVEVERPLICHTINGEN
Elke maand, na afloop van de vergadering van de Raad
van Bestuur over de rentebeslissingen, houdt de president
van de ECB een persconferentie om de beslissingen en de
motivering ervan bekend te maken. De ECB maakte ook
een nauwkeurige definitie van prijsstabiliteit bekend (1),
om de doeltreffendheid van haar monetair beleid te
verhogen : vanwege de geloofwaardigheid die de ECB
geniet, anticiperen de economische subjecten immers
veelal op een prijsverloop dicht bij de aangekondigde
doelstelling. In geval van een schok stelt men dan ook
vast dat de situatie, dankzij deze anticipatie, sneller weer
normaal wordt.
De in België gevestigde kredietinstellingen zijn onderworpen aan de verplichting om bij de Bank monetaire reserves
aan te leggen en aan te houden. Deze reserves worden
gevormd via speciale reserverekeningen die in geen geval
een debetsaldo mogen vertonen De Bank ziet toe op de
naleving van die verplichtingen en verstrekt iedere deelnemer geregeld informatie over de bewegingen op zijn
reserverekening.
Een en ander wordt nader toegelicht in de Algemene
Documentatie inzake de monetaire-beleidsinstrumenten
en -procedures van het Eurosysteem en in het Reglement
betreffende intraday-kredietverlening en monetairebeleidsoperaties van de Bank, dat in 2009 werd bijgewerkt
en beschikbaar is op de website van de Bank.
COMMUNICATIE
Hoewel de centrale banken sinds lang belangrijke centra
van economische en financiële informatie zijn, wordt
communicatie er vandaag de dag beschouwd als een
Met dat algemene doel van openheid ten aanzien van de
overheid, de financiële markten, de ondernemingen, de
universiteiten en het brede publiek voor ogen, organiseert
de Bank persconferenties, uiteenzettingen en colloquia.
Zij ontplooit haar communicatie-instrumenten op papier
en in elektronische vorm : economische studies, verslagen,
statistische informatie.
(1) Prijsstabiliteit wordt gedefinieerd als een jaarlijkse stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex van onder maar dicht bij 2 %, die moet worden
gehandhaafd op de middellange termijn.
Download