Artikel 32 Bgfo 1. Een financiële onderneming als bedoeld in artikel

advertisement
Artikel 32 Bgfo
1. Een financiële onderneming als bedoeld in artikel 4:14 of 4:15 van de wet die financiële producten
aanbiedt of samenstelt en in de markt verkrijgbaar stelt, beschikt over adequate procedures en
maatregelen die waarborgen dat bij de ontwikkeling van het financieel product op een evenwichtige
wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de consument, cliënt en, indien van
toepassing, de begunstigde van het financieel product en dat het financieel product aantoonbaar
het resultaat is van deze belangenafweging.
2. De procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, worden vastgelegd en waarborgen in
ieder geval dat:
a. de doelgroep van het financieel product is afgebakend, waarbij is geanalyseerd en omschreven
wat de beoogde doelstelling van de doelgroep is;
b. analyses worden uitgevoerd waarin de werking van het financieel product als geheel en de
afzonderlijke onderdelen daarvan in verschillende scenario’s wordt vastgesteld en waaruit blijkt
dat het financieel product, gelet op de aard van het product, geen afbreuk doet aan de
doelstelling, bedoeld in onderdeel a;
c. de productinformatie en, voor zover redelijkerwijs mag worden verwacht, de distributie van het
financieel product is afgestemd op de doelgroep, bedoeld in onderdeel a; en
d. regelmatig een controle en indien nodig een gepaste bijstelling van de procedures en
maatregelen, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt.
3. De financiële onderneming past periodiek, op door haar te bepalen tijdstippen of als daar
aanleiding toe is, de procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, toe op de financiële
producten die door haar worden aangeboden, of zijn samengesteld en in de markt verkrijgbaar
worden gesteld.
4. Indien een financieel product afbreuk doet aan de belangen van de consument, cliënt of
begunstigde voor wie het product ontwikkeld is, past de financiele onderneming zo spoedig
mogelijk het product aan of staakt zij het aanbieden of samenstellen en het in de markt verkrijgbaar
stellen van het financieel product.
5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het bepaalde
in het eerste lid.
6. Het vierde lid is niet van toepassing op het beheren of uitvoeren van overeenkomsten als
bedoeld in de onderdelen a, b en c van de definitie van aanbieden in artikel 1:1 van de wet.
7. Dit artikel is niet van toepassing op beheerders van een beleggingsinstelling die rechten van
deelneming in een beleggingsinstelling aanbieden aan professionele beleggers, beheerders van
een instelling voor collectieve belegging in effecten en beleggingsondernemingen.
Download