Lumbale discushernia

advertisement
Lumbale
discushernia
et
ingt u m
imelda omr
zorg
Inhoud
2
Voorwoord
De wervelkolom
Tussenwervelschijven
Wat is een lumbale discushernia?
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Niet-chirurgische behandeling
Chirurgische behandeling
Mogelijke complicaties
De ziekenhuisopname
Voorbereiding
De dag van de operatie
Terug op de kamer
De eerste dag na de operatie
De tweede dag na de operatie
De volgende dagen na de operatie
Het pijnbeleid
Fysiotherapie
Ontslag en nazorg
3
4
5
6
9
10
11
12
13
14
15
16
17
17
18
18
19
20
Voorwoord
Een ziekenhuisopname is een aangrijpende gebeurtenis. Ze roept veel vragen op
en brengt onzekerheden mee.
Met deze brochure willen wij u informeren over de aandoening en de operatie
en tegelijk een beeld schetsen van het verloop na de ingreep.
Kennismaking met de dienst neurochirurgie
de neurochirurgen:
Dr. B. Hermans
Dr. P. Van Schaeybroeck
Dr. C. Smets
de verpleegkundigen:
hoofdverpleegkundige: Jef Maes
adjunct-hoofdverpleegkundige: Maggie Op de Beeck
het team verpleegkundigen
sociaal verpleegkundige: Tamara Ooms
de logistieke medewerkers
secretariaat neurochirurgie (tel. 015 50 61 93)
Bezoekuren: van 15.00 tot 20.00 u.
In het belang van de patiënt willen wij u vragen om deze bezoekuren te
respecteren. Voor een goed herstel is voldoende rust belangrijk.
Uitzonderingen zijn mogelijk, maar kunnen enkel gemaakt worden in
overleg met de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke
verpleegkundige.
3
De wervelkolom
Om goed te kunnen begrijpen wat een discushernia is,
geven we eerst wat meer uitleg over de anatomie van
de wervelkolom.
4
De wervelkolom bestaat uit:
! 7 nekwervels
! 12 borstwervels
! 5 lendenwervels
! 5 vergroeide sacrale wervels
! 3 tot 5 vergroeide staartbeentjes
Tussen elke 2 wervels zit een
tussenwervelschijf.
Het ruggenmerg loopt vanuit de hersenen als
een buis naar het staartbeen. De zenuwen
ontspringen vanuit het ruggenmerg en ze lopen
t.h.v. de halswervels naar de armen en t.h.v de
lendenwervels naar de benen.
Achteraan vormt de wervelboog het
doornuitsteeksel, de wervels bewegen ten opzichte
van elkaar in de facetgewrichten.
Ruggenmerg
Doornuitsteeksels
Facetgewrichten
Zenuw
Tussenwervelschijven
Wat is een tussenwervelschijf en hoe werkt ze?
De tussenwervelschijf (of discus) bestaat uit een zachte elastische kern die
omgeven is door vezelige ringen.
De discus laat bewegingen toe tussen de wervels onderling en vangt de schokken
op als we stappen of springen.
Vezelige ringen
elastische kern
5
Wat is een lumbale discushernia?
Een discushernia is een uitstulping van de tussenwervelschijf die ontstaat door
een scheur van de vezelige ring (annulus) waardoor de zachte kern (nucleus)
gaat uitpuilen, die vervolgens een druk veroorzaakt op de nabij liggende zenuw.
6
Oorzaken
- Ouder worden: de zachte kern (de nucleus) wordt minder soepel en verdroogt.
Er kunnen kleine barstjes en scheurtjes ontstaan in de vezelige structuur (de
annulus) bij zware belasting. Dit herstelt zich met littekenweefse = degeneratie
(of slijtage) van de tussenwervelschijf.
Naarmate dit proces vordert, zal de zachte kern zich tussen de beschadigde
ring persen. Eerst geeft dit een ‘bulging’ of een uitstulping, maar later kan dit
resulteren in een echte hernia, wanneer de kern helemaal doorheen de ring zit,
en druk uitoefent op de zenuw.
- Zware belasting
- Trauma (o.a. val van een ladder)
- Plotse drukverhoging (bv. hoesten)
Meest voorkomende klachten:
- Pijn in het been, soms tot in de voet, soms rugpijn of stijfheid in onderste deel
van de rug.
- Stoornissen in het gevoel en tintelingen, vooral in been of voet.
- Krachtsverlies in been en/of voet.
- Een heel gevaarlijke situatie ontstaat als een grote hernia druk geeft op de
zenuwen die de blaas en de sluitspier van de anus controleert. Symptomen zijn:
pijn over de bilregio, een voos gevoel op de zitregio, en in ergere gevallen verlies
van controle over de blaas– en darmfunctie. Dit heet cauda equina syndroom.
Wat is een lumbale discushernia?
Kern stulpt uit
en beknelt de zenuw
Hernia
7
Wat is een lumbale discushernia?
De plaats van de hernia is bepalend voor de plaats van de pijn, de tintelingen of de
voosheid.
8
Hoe wordt de diagnose gesteld?
!
!
!
!
!
Klinisch onderzoek en anamnese, een correcte omschrijving van uw
symptomen en hoe de klachten begonnen zijn.
Richt zich naar de beweeglijkheid van uw wervelzuil en een neurologisch
nazicht van het uitstralingspatroon.
CT-scan: kan de tussenwervelschijf in het licht stellen en kan de diagnose van
een discushernia bevestigen. Een CT-scan kan ook nagaan op verschillende
niveaus of de tussenwervelschijf naar achter uitstulpt en een druk veroorzaakt
op de onderliggende zenuw.
NMR: dit is een magnetische scanner die een beter overzicht geeft van de
totale wervelkolom. Dit is een nog meer gedetailleerd onderzoek voornamelijk
voor wat betreft de zenuwstructuren en de tussenwervelschijven
EMG: een naalddetectie-onderzoek waarbij verschillende spiergroepen waar de
klachten vandaan komen nagekeken worden. De onderzochte spier
correspondeert immers met een bepaalde zenuwwortel. Tevens worden
stroomstootjes gegeven om de voortgeleidingssnelheid over de zenuw te
meten.
Myelografie: Met dit onderzoek kunnen hernia’s of beschadigde
ruggenmergzenuwen worden opgespoord. Een speciale kleurstof wordt in het
wervelkanaal gespoten waarna röntgenopnamen gemaakt worden. Aan de hand
van deze opnamen kan de arts de locatie en de aard van het ruggengraatletsel
bepalen, zodat een juiste behandeling kan ingezet worden.
9
Niet-chirurgische behandeling
!
relatieve rust: irritatie en ontstekingsreactie worden locaal onderdrukt.
!
pijnstilling en NSAID (= ontstekingswerende en ontzwellende medicatie) en
spierontspanners.
!
epidurale infiltratie: een dosis cortisone wordt epiduraal (= tussen de wervels,
net buiten het ruggenmerg) ingespoten.
!
Cortisone is een zeer krachtig ontstekingsremmend product, dit doet de zwelling
en de irritatie van en rond de zenuwwortel verminderen met meestal ook een
zeer snel positief effect op de uitstralende pijn.
10
Heel veel patiënten met een discushernia kunnen op een conservatieve manier
zeer gunstig behandeld worden. Indien de symptomen echter niet verminderen, of
integendeel toenemen, is een chirurgische ingreep toch aangewezen.
Chirurgische behandeling
De disectomie: het verwijderen van de tussenwervelschijf
!
Er wordt een insnede gemaakt van een 4-tal cm. in de rug, de spieren worden
gekliefd.
!
Een dunne laag bot bedekt het wervelkanaal waar het ruggenmerg en de
zenuwen verlopen.
!
Wanneer een klein stukje weggenomen wordt, zitten we direct op het
ruggenmerg. Als we dit voorzichtig opzijschuiven, zien we de
tussenwervelschijf.
11
!
Het uitpuilend deel kan verwijderd worden, en de zenuw wordt vrijgelegd.
Stukje bot wordt verwijderd
Het uitpuilend deel
van de kern wordt vewijderd
Mogelijke complicaties
12
Elke operatie houdt een aantal mogelijke risico's en verwikkelingen in. Door het
gebruik van de modernste technieken en materialen probeert de chirurg deze
risico's tot een minimum te beperken.
! Infectie: zoals na elke operatie kan ook hier een microbe in de wonde terecht
komen en een infectie veroorzaken. Deze infecties zijn goed te behandelen met
antibiotica. Om dit risico te beperken, wordt al tijdens de operatie, preventief,
een dosis antibiotica gegeven.
! Beschadiging van de zenuwwortel: kan gepaard gaan met o.a. verminderde
spierkracht, ongevoeligheid in de benen. Deze klachten zijn vrijwel nooit
blijvend.
! Liquorlek: dit is het lekken van hersenvloeistof uit het wervelkanaal waardoor
hoofdpijn optreedt. Dit is een relatief onschuldige bijwerking. Na enkele dagen
platliggen, is dit meestal over.
! Nabloeding: er kan zich bloed in de wonde opstapelen waardoor een druk
onstaat op het ruggenmerg. Het is dan noodzakelijk de wonde terug open te
maken.
! Flebitis / trombose: dit is de vorming van een klonter (trombus) in de aders van
de benen (= flebitis). De vorming van deze klonter wordt bevorderd door o.a.
verminderde circulatie van het bloed. Een chirurgische ingreep en
immobilisatie verhogen dit risico. Om dit te voorkomen, krijgt u bij opname
anti-trombosekousen aangemeten, die u best een tweetal weken draagt.
Tegenindicaties
! Patiënten die niet onder narcose mogen omwille van ernstige hart-of
longaandoeningen.
! Infectie van de wervel.
De ziekenhuisopname
U meldt zich op de afgesproken dag aan op de opnamedienst. Daar wordt u
administratief ingeschreven.
Het personeel van de opnamedienst brengt u naar de wachtzaal van de afdeling,
waar u zo vlug het kan, opgevangen wordt door een verpleegkundige.
Na het opnamegesprek, waarbij uw voorgeschiedenis genoteerd wordt en nog
bijkomende informatie gegeven wordt, begeleidt men u naar de kamer.
Indien u thuis medicatie neemt, moet dit ook vermeld worden. De meeste
medicatie mag doorgenomen worden tot de dag van de ingreep. Uitzonderingen
hierop zijn geneesmiddelen die een bloedverdunnende werking hebben. Deze
medicatie moet gestopt worden omdat ze neveneffecten geven tijdens en na de
ingreep:
!
!
geneesmiddelen die aspirine bevatten, worden best 10 dagen vóór de ingreep
gestopt , tenzij de arts dit expliciet anders vermeldt;
geneesmiddelen zoals Plavix, Marcoumar, Sintrom en Marevan moeten
eveneens tijdig gestopt worden. Het tijdstip wordt door uw arts bepaald, in
overleg met uw huisarts.
13
Voorbereiding
Afhankelijk van de leeftijd moeten nog bijkomende onderzoeken gebeuren zoals
een bloedname, RX-foto van de longen of een onderzoek van het hart
(electrocardiogram). Deze onderzoeken verschaffen nuttige informatie voor de
verdoving. Soms laat de arts deze onderzoeken al op voorhand doorgaan, bij de
huisarts of in het ziekenhuis.
Er wordt nog wat praktische informatie gegeven i.v.m. de operatie. Zo wordt ook
de techniek aangeleerd om correct uit bed te komen na de operatie. Indien u nog
vragen hebt, kan u die ook stellen.
14
Nadat u zich geïnstalleerd hebt op de kamer, kan men u voorbereiden op de
operatie. Dit houdt het volgende in:
!
!
!
scheren van de operatiestreek;
aanmeten van anti-trombosekousen;
toedienen van een lavement
Indien u de avond vóór de ingreep opgenomen wordt, brengt de arts die voor de
verdoving zorgt (de anesthesist), u nog een bezoek. Zo u de dag van de ingreep
opgenomen wordt, ontmoet u de anesthesist in het operatiekwartier.
Bij een volledige narcose, wat meestal het geval is bij deze ingreep, mag u vanaf
middernacht niet meer eten of drinken.
De dag van de operatie
Vóór het vertrek naar de operatiezaal:
U mag het operatieschortje aantrekken. Alle kledij, ook ondergoed, juwelen,
lenzen, bril, kunstgebit of andere prothesen moeten uitgedaan worden.
U krijgt een kalmerend middel (en eventuele thuismedicatie), dat door de
anesthesist werd voorgeschreven, toegediend.
U blijft gemiddeld 4 à 6 u. op het operatiekwartier en ontwaakkamer. Dit hangt af
van de tijd die u nodig hebt om te ontwaken uit de narcose.
Vertrek naar de operatiezaal:
Het tijdstip van de operatie wordt door het operatiekwartier vastgelegd. Het is
moeilijk om dit op voorhand mee te delen. Het is afhankelijk van veel factoren, o.a.
van mogelijke spoedgevallen.
15
Terug op de kamer
16
!
U wordt in de ontwaakkamer afgehaald door de verpleegkundigen van de
afdeling.
!
Uw bloeddruk en polsslag worden de eerste 24 u. regelmatig gecontroleerd.
Ook de beweeglijkheid van de benen en het gevoel worden nauwkeurig
opgevolgd.
!
U mag drinken 6 u. na het wakker worden, eten mag pas de volgende ochtend.
!
U moet gedurende 48 u. in bed blijven. De eerste 24 u. zoveel mogelijk in
rugligging, om druk uit te oefenen op de wonde om zo eventuele bloeding te
voorkomen.
!
Het hoofdeinde van het bed mag max. op 30° gezet worden.
!
Zo u op de rug ligt, wordt een kussen onder de knieën gelegd voor een meer
ontspannen houding.
!
Zo u op de zij ligt, steekt u best een kussen in de rug, om extra steun te geven.
!
Ook de pijn wordt goed opgevolgd. De pijnmedicatie wordt via het infuus
gegeven. Hierover later meer.
!
De wonde wordt regelmatig nagekeken. Soms plaatst de dokter een redon in
de wonde. Dit is een drainage om eventueel achtergebleven bloed en
spoelvocht te laten afvloeien. Deze redon blijft minstens 24 u. ter plaatse.
Het al dan niet verwijderen ervan hangt af van het debiet.
!
Indien u problemen hebt om liggend te plassen, is het soms noodzakelijk om
een blaassonde te plaatsen. Deze wordt zo snel mogelijk verwijderd als u uit
bed kan.
!
Het draaien gebeurt in blok: zie figuur hiernaast.
De eerste dag na de operatie
!
U wordt in bed gewassen, de wonde wordt verzorgd.
!
U blijft de hele dag in bed, draaien mag wel.
!
De beste houding om te eten is in zijligging. De maaltijd wordt volledig
voorbereid door de verpleegkundigen.
!
Pijnmedicatie wordt in pilvorm gegeven.
!
De kinesist komt bij u langs en geeft nog bijkomende praktische informatie.
De tweede dag na de operatie
17
!
U mag voor de eerste keer uit bed, onder begeleiding van een verpleegkundige.
Dit gebeurt volgens de techniek die u bij opname werd aangeleerd.
!
Indien u zich goed voelt, mag u zichzelf gedeeltelijk wassen.
!
Het verband wordt nagekeken en indien nodig vervangen.
!
Eten kan liggend of rechtstaand. Zitten wordt de eerste 10 dagen na de
operatie afgeraden (behalve voor het toilet). Dit is immers de meest
rugbelastende houding.
Volgende dagen na de operatie
!
U mag douchen, indien u dit wenst. Er wordt dan wel een vochtbestendig verband
aangebracht.
!
U mag vanaf nu ook al wat meer rondwandelen.
!
Ook de kinesist begeleidt u verder.
Het pijnbeleid
18
Bij een heelkundige ingreep maken de meeste mensen zich zorgen over de pijn na
de operatie. Een goede pijnbestrijding ligt mee aan de basis van een sneller en
beter herstel. De artsen en de verpleegkundigen vinden het dan ook noodzakelijk
dat u zo weinig mogelijk pijn hebt.
!
!
!
U krijgt pijnmedicatie volgens een vast schema, opgesteld door de artsen.
Na de operatie wordt de pijn opgevolgd aan de hand van een pijnschaal. Deze
pijnschaal loopt van 0 tot 10, waarbij 0 geen pijn is, en 10 onhoudbare pijn.
We zullen u regelmatig vragen een getal te geven dat overeenstemt met de
pijn die u ervaart.
Bij een hogere score (> 4) wordt, in overleg met de arts, medicatie
bijgegeven. Aan de hand van deze score kan het pijnbeleid dus beoordeeld en
aangepast worden.
Het is perfect mogelijk dat u na de operatie nog enige tijd tintelingen, voosheid of
pijn voelt. Dit heeft te maken met het herstel van de geknelde, beschadigde
zenuw.
Fysiotherapie
De arts fysiotherapie komt na de operatie bij U op bezoek voor een
kennismakingsgesprek.
Vanaf de eerste dag na de operatie starten de kinesisten met oefeningen.
Er wordt u een brochure aangeboden waarin rugsparende technieken worden
toegelicht. Deze brochure kan ook aangekocht worden. Deze lectuur is zeker een
aanrader, vooral om latere problemen te voorkomen.
Gedurende uw verblijf worden deze oefeningen uitgebreid en krijgt u ook
praktische tips i.v.m rughygiëne.
Het is de bedoeling dat u na het ontslag uit het ziekenhuis deze oefeningen zelf
doet tot de eerste consultatie bij de neurochirurg (= 3 weken na ontslag).
19
Ontslag en nazorg
!
U blijft ongeveer een vijftal dagen in het ziekenhuis, dit is afhankelijk van uw
toestand en wordt bepaald door uw arts.
!
Wondzorg: De dag dat u naar huis gaat wordt uw wonde voor de laatste keer
verzorgd. U krijgt enkele waterbestendige verbandjes mee naar huis. Zo kan u
thuis douchen. Deze verbandjes moeten alleen vervangen worden als ze
loskomen of sterk bevuild zijn. Indien de wonde echter pijnlijk aanvoelt of er
roodheid is, dient u contact op te nemen met de huisarts voor controle.
!
De hechtingen mogen 12 dagen na de operatie verwijderd worden door de
huisarts. Indien de wonde onderhuids gehecht en dichtgeplakt is met
steristrips, moeten alleen deze strips verwijderd worden en mogen eventueel
de zichtbare eindjes van draad afgeknipt worden. De hechtingsdraad zelf is
resorbeerbaar en mag dus blijven zitten.
!
Rughygiëne: 10 dagen na de ingreep mag u thuis 3 maal per dag een 10-tal
minuten zitten om te eten. U mag de zittijd vanaf dan systematisch verlengen.
U moet het tillen van lasten vermijden en u doet best geen zware inspanningen.
!
Medicatie: de dag van ontslag krijgt u van de verpleegkundige uw medicatie en
een medicatieschema mee naar huis. Het is de bedoeling dat u de pijnmedicatie
systematisch afbouwt afhankelijk van uw pijn, zodat ze zo snel mogelijk kan
gestopt worden.
!
Beweging en kinesitherapie: U mag rondlopen zolang u wil. Van zodra u moe
bent, gaat u liggen. Het wordt vaak aangeraden om thuis, indien mogelijk,
een ziekenhuisbed te voorzien. U kan hiervoor op de afdeling een aanvraag
krijgen. U moet thuis geen kinesitherapie krijgen. U doet alleen de
oefeningen die u in het ziekenhuis werden aangeleerd.
Als u bij de neurochirurg op controle gaat, wordt dit verder besproken.
20
Ontslag en nazorg
!
U mag naar huis met de wagen, de zetel in bijna liggende stand. De volgende
3 weken mag u zelf niet met de auto rijden. Ook indien u krachtsverlies hebt
in been of voet, mag u de auto zelf niet besturen. U rijdt best ook niet mee
als passagier, o.m.v. de oneffenheden op de weg (schokken).
!
Na 3 weken komt u terug op controle en mag u opnieuw in de auto.
!
De anti-trombosekousen draagt u best nog een tiental dagen. Het risico op
flebitis blijft. De fraxiparinespuitjes moet u nog één week krijgen.
!
Wanneer op consultatie?
U wordt op consultatie verwacht bij de neurochirurg na 3 weken.
Indien deze afspraak in Bonheiden doorgaat, wordt deze voor u door de
verpleging gemaakt en meegegeven.
!
Arbeidsongeschiktheid: De duur van de arbeidsongeschiktheid wordt natuurlijk
bepaald door de behandelend geneesheer. Na de eerste consultatie kan hij de
toestand evalueren.
!
Contacteer uw huisarts
Indien er een probleem is met de wonde: roodheid, hevige pijn, etter, ...
Bij plotse verlammingsverschijnselen of abnormaal toenemende pijn.
Hebt u nog vragen? De dokters en verpleegkundigen zullen u graag verder helpen.
Hebt u opmerkingen of klachten? Meld ze tijdig aan de hoofdverpleegkundige of
de verantwoordelijke verpleegkundige. Zo kunnen we u al tijdens uw opname
verder helpen.
Wij wensen u alvast een aangenaam verblijf en een goed herstel toe.
21
Nuttige telefoonnummers
Receptie Imeldaziekenhuis: 015 50 50 11
e
ur
ch
bro
tie
rma
Info
lu
m
ba
le
d
isc
us
he
rni
a
ZIEKENHUIS
Imeldaziekenhuis
Imeldalaan 9
2820 Bonheiden
www.imelda.be
WZC Den Olm
Schoolstraat 55
2820 Bonheiden
www.denolm.be
97600159R00
Download