Bloedtransfusie hv12 | PDF-versie

advertisement
Bloedtransfusie hv12
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
30 mei 2017
Licentie
CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie
Webadres
https://maken.wikiwijs.nl/62559
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is
hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave
Bloedtransfusie
Intro
Vooraf
Eindproduct-Beoordeling
Leerdoelen
Werkwijze
Aan de slag
Stap1
Stap2
Stap3
Stap4
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Bloedtransfusie hv12
Bloedtransfusie
Intro
Je staat er misschien niet zo bij stil, maar elke dag hebben honderden mensen in ons land bloed
nodig.
Dit kunnen verkeersslachtoffers zijn, maar bijvoorbeeld ook vrouwen die een zware bevalling hebben
gehad.
Als iemand bloed nodig heeft, wordt er gebruik gemaakt van een bloedtransfusie.
Het bloed dat wordt gebruikt, is afkomstig van een bloeddonor die zijn of haar bloed heeft afgegeven
bij de bloedbank. Maar een bloedtransfusie is meer dan het zomaar toedienen van bloed aan
patiënten.
Je moet goed rekening houden met de bloedgroep van de patiënt. In deze opdracht leer je welke
bloedgroepen er zijn en waar op gelet moet worden bij een bloedtransfusie.
Pagina 2
Bloedtransfusie hv12
Vooraf
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Als afronding van deze opdracht maak je een toets.
Beoordeling
De toets bestaat uit 5 vragen.
Voor een voldoende, moet je minimaal 4 vragen goed beantwoorden.
Leerdoelen
Leerdoelen:
Je kent de vier verschillende bloedgroepen: A, B, AB en O.
Je kunt omschrijven dat het gevaarlijk kan zijn als er bij een bloedtransfusie het verkeerde
bloed wordt gebruikt.
Je kunt aangeven hoe je de bloedgroep van een persoon kunt bepalen.
Je kunt aangeven dat het erfelijk bepaald is welke bloedgroep je hebt.
Werkwijze
Pagina 3
Bloedtransfusie hv12
Groepsgrootte
Je doet deze opdracht alleen.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
1 lesuur.
Pagina 4
Bloedtransfusie hv12
Aan de slag
Stap1
Vier bloedgroepen
Bloed bestaat voor ongeveer de helft uit plasma. De andere helft bestaat uit bloedcellen. De rode
bloedcellen vormen het grootste bestandsdeel van de bloedcellen. Op de rode bloedcellen bevinden
zich eiwitten die niet bij iedereen hetzelfde zijn. Als twee mensen verschillende eiwitten op hun rode
bloedcellen hebben, dan hebben ze een verschillende bloedgroep.
Heb je bloedgroep A, dan betekent dit dat eiwit A op je rode bloedcellen zit.
Iemand met bloedgroep B heeft eiwit B op zijn rode bloedcellen.
Heb je zowel eiwit A als B op je rode bloedcellen, dan heb je bloedgroep AB.
Er zijn ook mensen met de bloedgroep O; die hebben geen eiwit A of B op hun bloedcellen.
Voordat de bloedgroepen werden ontdekt was een bloedtransfusie vaak dodelijk. Het is namelijk heel
belangrijk om vóór een bloedtransfusie de bloedgroep van de patiënt en de bloedgroep van de donor
te bepalen.
Bloedtransfusie
Als je lichaam in contact komt met lichaamsvreemde stoffen maakt je lichaam afweerstoffen
(= antistoffen) aan. Als je zelf bloedgroep A hebt, dan zijn rode bloedcellen met eiwit B
lichaamsvreemd en maak je een antistof aan die het gevecht aan gaat met eiwit B. Er ontstaat een
zogenaamde transfusiereactie: je probeert het vreemde bloed af te breken.
Hierdoor kun je erg ziek worden en zelfs overlijden.
Pagina 5
Bloedtransfusie hv12
Dus het is belangrijk om voor bloedtransfusie de bloedgroep van de patiënt en de bloedgroep van de
donor te bepalen. In het schema hiernaast zie je welke bloedgroepen een ontvanger van een
bloedtransfusie al dan niet toegediend kan krijgen. Uit het schema kun je bijvoorbeeld aflezen dat
een patiënt met bloedgroep 0 alleen donorbloed met bloedgroep 0 kan ontvangen.
Kijk goed naar het schema en beantwoord de volgende vragen:
Welke bloedgroep kan aan iedereen worden toegediend?
Welke bloedgroep kan van iedereen ontvangen?
Niet alle bloedgroepen komen even vaak voor.
Binnen de Nederlandse bevollking zie je vooral de bloedgroepen O (47%) en A (42%).
De bloedgroepen B (8%) en AB (3%) komen veel minder voor.
Bij een bloedtransfusie krijgen patiënten bij voorkeur het bloed van hun eigen bloedgroep.
Dus een patiënt met bloedgroep AB krijgt bij voorkeur bloed van een AB-donor.
Daarom heeft de bloedbank bloeddonors met alle bloedgroepen nodig.
Toch zijn er bloeddonors met een bepaalde bloedgroep die vaker worden opgeroepen dan
bloeddonors met een andere bloedgroep.
Van bloed met welke bloedgroep zal een ziekenhuis, volgens jou, de grootste voorraad hebben? Leg
uit waarom.
Stap2
Bloedgroep aantonen
Je kunt een bloedgroep bepalen door bloed te mengen met antistoffen.
Bekijk het schema.
bloedgroep antistof A
antistof B
A
klonteren
niet-klonteren
B
niet-klonteren klonteren
AB
klonteren
O
niet-klonteren niet-klonteren
klonteren
Je ziet dat als:
Je bloed met bloedgroep A mengt met antistof A gaat het bloed klonteren.
Je bloed met bloedgroep A mengt met antistof B er geen reactie is.
Pagina 6
Bloedtransfusie hv12
Stel je hebt een buisje met bloed.
Hoe zou je onderzoeken wat de bloedgroep van het bloed is?
Schrijf stap voor stap op hoe je te werk zou gaan.
Vergelijk jouw werkwijze met die van een klasgenoot.
Bespreek verschillen.
Stap3
Bloedgroep van je ouders
Welke bloedgroep je hebt is erfelijk bepaald.
In het onderstaande schema is te zien welke bloedgroep de kinderen van een ouderpaar kunnen
krijgen.
bloedgroep ouders mogelijk bij het kind
A en A
A of O
A en B
A, B, AB of O
A en AB
A, B of AB
A en O
A of O
B en B
B of O
B en AB
A, B of AB
B en O
B of O
AB en AB
A, B of AB
AB en O
A of B
O en O
O
Bestudeer de tabel goed. Kun je een 'logica' uit de tabel afleiden?
Zo ja, leg de logica uit aan je klasgenoot.
Stap4
Pagina 7
Bloedtransfusie hv12
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit vijf vragen. Probeer ze allemaal goed te beantwoorden.
Klik op de volgende link om te beginnen:
Bloedtransfusie
kn.nu/rqg7v
1
Hieronder zie je een rode bloedcel met daarop twee verschillende eiwitten.
Welk bloedgroep past bij deze rode bloedcellen?
a. bloedgroep A
b. bloedgroep B
c. bloedgroep AB
d. bloedgroep O
2
In het schema zie je welke bloedgroepen een ontvanger van een bloedtransfusie al dan niet
toegediend kan krijgen.
Welke combinatie van bloedgroepen bij een bloedtransfusie is veilig?
Pagina 8
Bloedtransfusie hv12
a. donor bloedgroep B en ontvanger bloedgroep A
b. donor bloedgroep O en ontvanger bloedgroep B
c. donor bloedgroep A en ontvanger bloedgroep B
d. donor bloedgroep A en ontvanger bloedgroep O
3
In het schema zie je welke bloedgroepen een ontvanger van een bloedtransfusie al dan niet
toegediend kan krijgen.
Van bloed met welke bloedgroep zal een ziekenhuis de grootste voorraad hebben?
En waarom?
a. bloedgroep AB, kan aan iedereen worden toegediend
b. bloedgroep AB, kan iedere andere bloedgroep ontvangen
c. bloedgroep O, kan aan iedereen worden toegediend
d. bloedgroep O, kan iedere andere bloedgroep ontvangen
4
Je kunt de bloedgroep van bloed bepalen door bloed te mengen met antistoffen.
Je hebt een buisje met bloed. Je wilt onderzoeken welke bloedgroep het bloed heeft.
Aan een druppel van het bloed voeg je antistof A toe. Het bloed gaat klonteren.
Aan een tweede druppel van het bloed voeg je antistof B toe. Er treedt geen reactie op.
Pagina 9
Bloedtransfusie hv12
Wat is de bloedgroep van het bloed?
a. bloedgroep A
b. bloedgroep B
c. bloedgroep AB
d. bloedgroep O
5
Waar of niet waar?
I De bloedgroep die je hebt is altijd gelijk aan de bloedgroep van je vader of de bloedgroep van
je moeder.
II De bloedgroep van je zusje of broertje is gelijk aan jouw bloedgroep.
a. I en II zijn beide waar.
b. I is waar, II is niet waar.
c. I is niet waar, II is waar.
d. I en II zijn beide niet waar.
Pagina 10
Bloedtransfusie hv12
Over dit lesmateriaal
Colofon
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
30 mei 2017 om 09:59
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons
Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder
de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij
bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk
medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken
te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland
licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau
VWO 2; HAVO 2;
Leerinhoud en doelen Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 0 minuten
Trefwoorden
leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn
Pagina 11
Bloedtransfusie hv12
Download