Memo aan onderwerp van datum De gemeenteraad van Gouda Wijziging gemeenschappelijk financieel toezichtkader College van B&W 27 augustus 2014 Geachte raad, Met dit memo informeren wij u, met het oog op de voorbereiding van de programmabegroting 2015-2018, over de wijziging van het financieel toezichtkader. Dit memo kunt u beschouwen als nadere toelichting op de brief die u hierover heeft ontvangen van de toezichthouder. De gezamenlijke toezichthouders (de minister van BZK als toezichthouder op de provincies en de provincies als toezichthouder op de gemeenten) hebben afspraken gemaakt over de wijze waarop het financieel toezicht wordt uitgeoefend. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Gemeenschappelijk financieel toezichtkader 'Kwestie van evenwicht!' (GTK), dat in het voorjaar van 2014 is uitgebracht. Dit toezichtkader is een actualisering van het in 2008 vastgestelde Gemeenschappelijk financieel toezichtkader 'Zichtbaar toezicht'. De belangrijkste aanleiding voor de actualisering van het GTK vormen in 2013 doorgevoerde wijzigingen in de Gemeente- en Provinciewet met betrekking tot het financieel toezicht. Het doel hiervan was een vermindering van de regel- en verantwoordingsdruk, verheldering van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeenten en provincies en hun toezichthouders en versterking van de horizontale verantwoording. Voor het beoordelen van begrotingsevenwicht werd een nieuw criterium in de wet opgenomen: structureel en reëel evenwicht. Het toetsen van de begroting en meerjarenraming aan de hand van dit criterium laat beter zien of de gemeente een beleid voert waarbij ze financieel gezond blijft. Het toezichtkader zal van toepassing zijn voor het begrotingsjaar 2015 en geeft de ruimte aan waarbinnen het financieel toezicht zich beweegt en wat de onder toezichtstaanden van de toezichthouder kunnen verwachten. Het toezichtkader biedt kort gezegd een raamwerk voor maatwerk. Dit houdt in dat de toezichthouder afhankelijk van de situatie en/of van het moment bepaalt welke elementen uit dit raamwerk relevant zijn. Geregeld bij Wet, conform artikel 189 van de Gemeentewet, dient ieder jaar de begroting in evenwicht te zijn. Indien dit niet het geval is, dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht in het laatste jaar van de meerjarenraming uiterlijk tot stand wordt gebracht. De structurele lasten moeten gedekt zijn door structurele baten. Ook brengt de kaderstellende en controlerende taak met zich mee dat de raad erop toeziet dat bezuinigingen en taakstellingen van structurele aard zijn en gebaseerd op realiteit. Wanneer de financiële positie op orde is en de (meerjaren)begroting structureel en reëel in evenwicht is, zal repressief toezicht van toepassing zijn. Dit betekent dat een gemeente zonder voorafgaande goedkeuring van de provincie de begroting en begrotingswijzigingen kan uitvoeren. Wanneer deze verantwoordelijkheid niet wordt genomen, zal de actieve toezichtsrol van de provincie naar de ernst van de financiële positie toenemen. Ten opzichte van het GTK van 2008 zijn de belangrijkste wijzigingen als volgt: Begrotingsevenwicht In het oude GTK werd nog uitgegaan van materieel begrotingsevenwicht. Sinds 1 juli 2013 is in de Gemeentewet het begrip structureel en reëel begrotingsevenwicht opgenomen. In de praktijk zit er niet of nauwelijks verschil tussen het oude en het nieuwe begrip. Onderuitputting kapitaallasten In het oude GTK stond dat deze niet geraamd diende te worden. Het GTK 2014 voorziet in een reële raming van de kapitaallasten, hetgeen betekent dat in het eerste jaar niet de volle jaarlast van de nieuwe investeringen hoeft te worden opgenomen. Volstaan kan worden met het ramen van de lasten die naar verwachting in het jaar van de investering op de exploitatie zullen drukken. De afgelopen jaren werd in de praktijk al gewerkt volgens de nieuwe regels. Tekort op de jaarrekening Met de wijziging van de Gemeentewet per 1 juli 2013 is het niet meer mogelijk om preventief toezicht in te stellen op grond van een structureel tekort blijkend uit de jaarrekening. Een dergelijk tekort wordt wel betrokken bij het begrotingsonderzoek en kan dan invloed hebben op de beslissing van de toezichthouder om op basis van de begroting preventief toezicht in te stellen. Preventief toezicht Het GTK 2014 sluit aan op de mogelijkheid om de status van preventief toezicht gedurende het begrotingsjaar in te trekken. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer de toezichthouder van mening is dat het structurele en reële begrotingsevenwicht hersteld is. Inzet algemene reserve In het GTK 2014 is uitgebreider aangegeven onder welke voorwaarden inzet van de algemene reserve mogelijk is. Feitelijk is er nauwelijks iets veranderd ten opzichte van de regels uit 2008. Negatieve algemene reserve Het oude GTK bevatte hier geen bepalingen over. Naar aanleiding van de verliezen die gemeenten sinds 2009 hebben moeten nemen op de grondexploitaties als gevolg van de economische crisis zijn in 2010 maatregelen van kracht geworden gericht op het wegwerken van een negatieve algemene reserve. De gemeente moet de negatieve algemene reserve binnen de termijn van de meerjarenraming wegwerken tenzij deze het gevolg is van verliezen op de grondexploitaties. Dan kan de termijn door de toezichthouder worden verlengd tot maximaal 10 jaar. Het nieuwe GTK is hierop aangepast. Kasgeldlimiet/Wet Fido In het oude GTK was de inzending van een kasgeldlimiet-kwartaalrapportage voor het einde van ieder kwartaal voorgeschreven. Deze verplichting is eind 2008 vervallen. Daarvoor in de plaats is een meldplicht gekomen bij de derde overschrijding van de kasgeldlimiet. Het nieuwe GTK is aangepast op deze wijziging. pagina 2 In het geval van de derde overschrijding van de kasgeldlimiet moet een plan van aanpak worden gemaakt om binnen de kasgeldlimiet te blijven. Dit moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. Gevolgen van het nieuwe GTK voor Gouda In algemene zin zijn de gevolgen van het nieuwe Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader voor Gouda beperkt. De wijzigingen ten opzichte van het oude toezichtkader zijn hoofdzakelijk technisch van aard, voorzien op sommige punten in uitgebreidere toelichtingen en op andere punten in de opname en vermelding van regels en kaders die de afgelopen jaren in de praktijk al werden toegepast. In praktische zin is er nu een geactualiseerd en integraal kader waarbinnen het financiële toezicht wordt uitgeoefend. Voor wat betreft de specifieke aandachtspunten geldt voor de Goudse situatie: Begrotingsevenwicht De gemeente Gouda presenteert jaarlijks een sluitende begroting en daarin wijzigt niets. In die begroting wordt expliciet ingegaan op het begrotingsevenwicht. Voorheen werd daarbij de term materieel begrotingsevenwicht gebruikt. Volgens het nieuwe GTK gaat het om het structurele en reële begrotingsevenwicht. Deze begripswijziging zal worden verwerkt in de programmabegroting 2015-2018. Onderuitputting kapitaallasten De afgelopen jaren werd, zoals bovenvermeld, in de praktijk al gewerkt volgens de nieuwe regels ten aanzien van de reële raming van de kapitaallasten. Omdat deze in het nieuwe GTK alleen maar zijn geformaliseerd, voldoet Gouda aan de gestelde eisen op dit vlak. Tekort op de jaarrekening De jaarrekening 2013 had een positief resultaat van € 3.877.000. De bepaling in het nieuwe GTK is derhalve niet van toepassing op Gouda. Preventief toezicht Gouda staat niet onder preventief toezicht. Voor Gouda is deze bepaling derhalve niet aan de orde. Inzet algemene reserve Omdat feitelijk er nauwelijks iets is veranderd ten opzichte van de regels uit 2008 heeft dit voor Gouda geen gevolgen. Negatieve algemene reserve Gouda heeft geen negatieve algemene reserve. Indien daarvan sprake mocht zijn in de toekomst, zullen wij de benodigde maatregelen nemen om dit weg te werken binnen de daarvoor gestelde termijnen. Resumerend hebben de specifieke punten in het nieuwe GTK voor Gouda geen gevolgen waarvoor aanvullende maatregelen genomen zouden moeten worden. Het College vertrouwt erop u hiermee naar behoren te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Het College van B&W pagina 3