Natuurkundeshow : Silence for Science Voor klas 6 vrije school Mareland Door : Lex Bos Opvoering : Open Dag, februari 2009 (alle spelers zijn professor, het speelt zich af in een natuurkundelaboratorium, aan 2 langere tafels vinden de natuurkundeproeven plaats, middenachter het podium staat een hoge ladder, middenvoor het podium staat de instructietafel waar de interviews ook plaatsvinden, de 2 professoren die de interviews houden maken steeds aantekeningen in een notitieboekje, de gordijnen in de zaal moeten dicht zijn) Prof. Dr.: Welkom in ons laboratorium voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Mijn naam is professordoctor Weldoordacht. Prof.Dr.Ir.: Mijn naam is professor doctor INGENIEUR Diepdoordacht. Weldoordacht : Om u bij te praten over de stand van het onderzoek betreffende verschillende natuurkundige verschijnselen gaan wij eens een kijkje nemen in het lab. Diepdoordacht : En vragen wij de professoren aldaar om toelichting en vooral bewijs. Geen malle theorieën, nietwaar Weldoordacht, bewijzen willen wij zien. Weldoordacht : Wetenschap = bewijs. Zo is dat. Gaat u met ons mee en zet uw oren en ogen wijd open. 1 Beide professoren : Silence for Science, dus als het ware. Weldoordacht : Wat bent u aan het onderzoeken, professor? Lichtprof. 1 : Wij onderzoeken het fenomeen “Licht”. Iedereen vindt Licht doodnormaal, maar het is natuurlijk een heel bijzonder verschijnsel. Ten slotte is Licht ook “Warmte” : 2 fenomenen voor de prijs van 1 dus. Lichtprof. 2 : Gaat u al een lichtje op? (lichtprof. 1 neemt sterke zaklantaarn en gaat voor het toneel staan, lichtprof. 2 houdt staande op het toneel een stuk zwart karton omhoog, prof. 1 schijnt erop) Lichtprof. 2 : Wat ziet u nu? Diepdoordacht : Het licht schijnt rechtstreeks op het karton. Lichtprof. 2 : Precies. Licht beweegt zich voort langs rechte lijnen. Van het daglicht, afkomstig van de zon zien we dat niet. Hoe handig kan een eenvoudige zaklantaren zijn. Lichtprof. 1 : Kijkt u eens naar deze lepel in de pot met water. Wat ziet u nu? Weldoordacht : Het lijkt wel of er een knak in de steel zit. 2 Lichtprof. 1 : Precies! Precies! Dus we kunnen concluderen : het water breekt de rechte baan van de lichtstralen. Weldoordacht : Wel alle zandkorreltjes in de zee toch, nooit aan gedacht. Jij, collega? Diepdoordacht : Wel alle zandkorreltjes op de maan toch, nee nooit. Maar wat doet u daar met die glazen bollen? Lichtprof. 2 : Kijkt u daar maar eens door heen. Diepdoordacht : (trekt gekke gezichten naar professoren en publiek) Waarom staan jullie mij uit te lachen? Weldoordacht : Je hebt een heel groot hoofd. Diepdoordacht : Hoe kan dat nu weer? Lichtprof. 2 : De spiegel vangt het licht op en weerkaatst het beeld. Omdat het glas bol staat, wordt alles veel groter, langer of breder. Het is of je in een lachspiegel kijkt. Weldoordacht : Laat ons een kijkje nemen bij de afdeling “Lucht”. Gaat u met water en vuur spelen, professor? 3 Luchtprof. 1 : Inderdaad en met lucht, als het ware. Diepdoordacht : Vertel ons over uw onderzoek, professor. Luchtprof. 1 : Volgaarne. Lucht heeft een enorme kracht, wist u dat? Weldoordacht : Ja, als het stormt. Luchtprof. 1 : Nee, niet alleen dan. Kijk, als ik dit glas met water afdek met een viltje en op z’n kop houd, wat denkt u dat er dan gebeurt? Weldoordacht : Dan word ik nat. Luchtprof. 1 : Nee hoor kijkt u maar. (hij doet de proef). Weldoordacht : Hoe kan dat nu weer?? Luchtprof. 1 : De lucht drukt met een enorme kracht van onder tegen het viltje, zodat het water er niet uit kan. Luchtdruk is dus sterker dan de kracht van het water. Diepdoordacht : Verbazingwekkend! En wat doen jullie voor een experiment? Luchtprof. 2 : Deze proef heet : Kan mijn adem een professor optillen? 4 Diepdoordacht : ’t Is niet te geloven. (een professor zit op een plastic tas op de instructietafel, met een pompje blaast de andere professor er net zo lang lucht in tot de professor door de opgeblazen tas uit evenwicht raakt) Luchtprof. 2 : Ziet u, lucht wordt uitgezet, samengeperst en heeft dan een enorme kracht. Luchtprof. 1 : Kijkt u nog even hier. In lucht zit zuurstof en dat is een voorwaarde voor het leven. Niet alleen mensen, dieren en planten hebben zuurstof nodig om te leven. Ook deze brandende kaars. Nu zet ik er deze glazen vaas/pot overheen en …………………………… de kaars dooft. Weldoordacht : Het is een wonder. Een regelrecht wonder. Luchtprof. 1 : U zegt het. Dus als de kaars alle zuurstof opgebruikt heeft, stikt hij en gaat uit. Geluidprof. 1 : (vanaf de hoge ladder met een beker + lang koord in zijn hand) Heren professoren!! Diepdoordacht : Wat is er? Wat doet u daar zo hoog? Geluidprof. 1 : Wij doen geluidproeven over afstand. Diepdoordacht : 5 Wat interessant. Geluidprof. 1 : Wat hoort u nu? (aan de tafel tikt iemand aan de stemvork die via koord verbonden is met de beker) Diepdoordacht : Een geluid. Geluidprof. 1 : Fout! Het is een klank, geen geluid. Diepdoordacht : Hoe zit dat dan? Geluidprof. 1 : Geluid is pas een klank als je toonverschil hoort. Luister maar : (aan de tafel tikt iemand 2 tonen op de xylofoon aan en herhaalt dat nog eens) Of als het resoneert. Luister nog eens : (nu wordt de klankbuis aangetikt –of de gong) Diepdoordacht : Resowat?? Geluidprof. 1 : Resoneert. Lang aanhouden van een trilling, nagalm dus. Geluidprof. 2 : Nu willen we kijken of we de klank ook kunnen verplaatsen over een afstand. Wilt u deze beker met het koord aan iemand in het publiek geven? Diepdoordacht : Volgaarne. (en geeft de beker voorzichtig vanwege het koord aan iemand in de zaal) : Alstublieft. Geluidprof. 1 : 6 We willen ook kijken of we ons eigen stemgeluid over een afstand kunnen verplaatsen. Want u weet dat telefoons, laat staan mobieltjes nog niet uitgevonden zijn. Wilt u deze beker met koord aan iemand anders in het publiek geven? Weldoordacht : Volgaarne (idem als Diepdoordacht) Geluidprof. 2 : (tikt op de stemvork en vraagt) Hoort u wat? En aan uw andere oor? (herhaling) Geluidprof. 1 Verstaat u mij? (spreekt zin in de beker) Wat zeg ik tegen u ? Weldoordacht : Formidabel! Diepdoordacht : Hoogst interessant! Weldoordacht : Wat hoor ik nou weer? Hoe kunnen die glazen zo’n herrie maken? Geluidprof. 3 : Geluid ontstaat door beweging. Door met een natte vinger over de rand van dit glas te wrijven –beweging dus- ontstaan trillingen. Hoort u? Geluidprof. 4 : Neem geen goedkoop glaasje van de HEMA. Dan lukt het niet. Het moet van kristal zijn. Diepdoordacht : Hoogst interessant. Weldoordacht: Kijk daar gebeurt ook nog van alles met magneten. Diepdoordacht : Ook zo’n wonderlijk verschijnsel van onzichtbare kracht. (een magneetprof. neemt het ijzeren brilletje van Diepdoordacht van zijn neus af) 7 Weldoordacht : Maar helaas onze tijd zit erop. Wij danken u voor uw aandacht. Diepdoordacht : En wij danken de professoren in het lab voor hun heldere en wetenschappelijke presentatie van de proeven. Dank u wel! 8