Geschiedeniswerkplaats Hoofdstuk 6 Paragraaf 6.1 Begrippen

advertisement
Geschiedeniswerkplaats
Hoofdstuk 6
Paragraaf 6.1
Begrippen
Calvinisme: Protestants geloof van Calvijn
Godsdienstvrijheid: de vrijheid om te geloven wat je wilt
Hervorming: Ander woord voor Reformatie. Verandering in het christendom
waardoor de protestantse kerken ontstonden
Protestanten: christenen die zich in de 16e eeuw uit protest afsplitsten van de
Roomse kerk en eigen kerken stichtten.
Rooms-katholiek: hoort bij de christelijke kerk onder leiding van de paus van Rome
Tijd van ontdekkers en hervormers: Vijfde tijdvak (1500 – 1600)
Vroegmoderne tijd: Vierde historische periode (1500 – 1800 )
Jaartallen
1517: 95 stellingen van Luther, kritiek op de Katholieke kerk
1566: Beeldenstorm
Samenvatting
In 1500 begon een nieuwe historische periode, het vroegmoderne tijdvak.
Na 1500 kwam er veel kritiek op de Katholieke kerk. Maarten Luther en anderen
vonden dat er zaken veranderd moesten worden. De kerk moest hervormd worden.
Kritiek:
-
Verkopen van aflaatbrieven
Leefstijl van priesters
Aflaatbrieven: Iedereen die geloofde wilde naar de hemel. Maar als je een zonde had
begaan, dus als je iets gedaan had wat niet mocht, dan kwam je ook niet meer in de
hemel. De Katholieke kerk had daar iets voor bedacht, ze verkochten aflaatbrieven.
Als je een zonde had begaan, kon je voor veel geld je zonden afkopen. Dat wilde
zeggen dat als je veel geld betaalde voor zo’n brief, dat je alsnog in de hemel kon
komen.
www.maaikezijm.com
Een Katholieke kerk kun je herkennen aan de grote hoeveelheid versieringen, veel
pracht en praal.
In de 16e eeuw werd ook de grote Sint – Pieterskerk in Rome verbouwd. Het moest
de grootste kerk worden, met een grote koepel erop.
Er kwam steeds meer weerstand tegen het verkopen van de aflaatbrieven, zou de
kerk deze alleen maar verkopen omdat zij geld nodig hadden? Je kon toch alleen in
de hemel komen als je goed geleefd had?
In 1517 schreef Luther zijn kritiek op de Katholieke kerk op in 95 stellingen. 
Volgens Luther was een diep geloof in God de enige manier om in de hemel te
komen.
 Luther heeft de bijbel vertaald in het Duits.
 Luther wilde de kerk hervormen.
Uiteraard werd Luther vervolgd om zijn ideeën, maar hij kreeg wel steun van
koningen. Logisch, want volgens de ideeën van Luther zou de koning de baas van de
kerk worden en moest het volk de vorst gehoorzamen.
Duitsland was in die tijd niet het Duitsland zoals we het nu kennen. Het was
opgesplitst in meerdere delen, het Duitse Rijk. De delen van het rijk hadden een
eigen koning. Er was wel een keizer van het Duitse Rijk, maar die had over de
koningen weinig te zeggen.
 Door de hervorming ontstonden 2 groepen christenen:
- Rooms – katholieken
- Protestanten
In Nederland was het Calvinisme populair:
-
Voordat je geboren werd stond al vast of je naar de hemel zou gaan of niet.
Niemand had invloed op besluiten van god.
Sober leven en god dienen.
Veel Duitse vorstendommen, Scandinavië en Engeland werden protestants. Hun
vorsten verboden de Rooms – Katholieke kerk.  Nog geen godsdienstvrijheid!
De Rooms – Katholieke keizer Karel V was tegen het protestantisme. Hij liet
protestanten, ketters, zelfs opsporen en levend verbranden op de brandstapel.
Aantekeningen
Er was veel strijd tussen de Protestanten en de Katholieken. Ook in landen ging dit
niet altijd goed. Voorheen was het altijd makkelijk geweest, er was één geloof. In het
Duitse Rijk werd nu bijvoorbeeld afgesproken dat degene die het gebied beheerste,
ook bepaalde welke godsdienst er toegestaan was.
 Cujus regio, eius et religio
www.maaikezijm.com
Download