EKESTOS. In de vorige aflevering over het wel en wee van de Westkant het Stationsplein, belichtte ik naast de onvolprezen snackbar van Theo Broekhof ook terloops de jeugdsociëteit “De slof”die later onder de naam “Ekestos” verder furore zou maken. Deze sociëteit was gevestigd in de oude danszaal van het afgebroken hotel “Royal”. Het hotel zelf is in de late jaren ’50 om mij onduidelijke redenen door de gemeente afgebroken. Misschien paste dit toen al in het plan om het Stationsplein grondig onder handen te nemen en alvast een begin te maken in het aankopen van de vele panden die daarvoor zouden moeten wijken. Was deze jeugdruimte eerst vanaf 1957 bekend onder de naam “Xeno”, niet veel later werd deze herdoopt in “Sociëteit de Slof”. De doelgroep waarop het bestuur van deze vereniging zich richtte was wat toen de ‘teens’ en ‘twens’ heette. De locatie aan het Stationsplein was natuurlijk geniaal: van heinde en verre kwamen de bezoekers het Stationsplein oversteken. En deze kwamen uit de wijde omgeving en zelfs vanuit Amsterdam waar tot dan toe een soortgelijke Beat-tempel nog niet bestond. Bedenk wel dat de “Melkweg” en “Paradiso” toen in Amsterdam nog gesticht moesten worden! Hier werd gemusiceerd en dansavonden werden georganiseerd en het allereerst waren de Jazz avonden bijzonder populair. Dit werd zo rond ‘64 zoetjesaan vervangen door Beat avonden met muziekbandjes in de navolging van de Beatles die zich destijds al in grote populariteit mochten verheugen. Het bestuur van deze Sociëteit, die gesticht was onder auspiciën van de noemer van ‘jeugdwerk’, hoefde daardoor geen vermakelijkheidsbelasting te betalen. Men kon er lid worden door eenmalig een bedrag te betalen of een entreegeld aan de deur bij binnenkomst. Dat dit door diverse mensen in en buiten het gemeenteapparaat tandenknarsend werd bekeken is wel het meest en best te illustreren door de acties van het hoofd van de afdeling gemeentelijke belastingen, De Keulenaar. Deze ambtenaar kon het maar moeilijk verkroppen dat “Ekestos” zo’n groot succes had bij de jeugd en probeerde werkelijk van alles om het bestuur en de exploitant het leven zuur te maken. Alhoewel de vergunningen waren afgegeven voor dans en muziekavonden, en voor maximaal 40 personen, kwam het vaker voor dat de politie de tent wilde sluiten met meer dan 150 personen aanwezig. Daardoor is meermalen justitie erbij betrokken geweest om de exploitant voor de balie te krijgen om deze te veroordelen wegens het niet voldoen aan de brandveiligheids eisen en de toegelaten aantallen bezoekers. Justitie heeft er destijds blijk van gegeven dat de overtredingen dermate ‘ernstig’ waren dat een kolossale boete van zegge en schrijve Fl 15.— werd opgelegd. Mij bekruipt eerder de indruk, dat waarschijnlijk de eigen kinderen van deze magistraat, zich daar tenminste tamelijk veilig vermaakten met muziek en dans en zo netjes ‘van de straat’ waren. Ook de dienders die een en ander in de peiling moesten houden waren redelijk laconiek in hun taakopvatting – zo is mij verteld – en als er dan al een boete kwam wegens een overtreding, dan werd het niet betalen even goed gedoogd, dit trouwens ook weer tot ongenoegen van De Keulenaar die - zonder succes!!! - vervolgens die zelfde boete via de gemeentelijke belastingen probeerde te innen. De vergunningen behelsden dat er non alcoholische versnaperingen konden worden verkocht, en het om 12 uur over & uit was met de pret. Wilde men alcoholische consumpties, dan was de snackbar van Broekhof er direct naast of andere cafés, waar men zich dan een stuk in de kraag kon drinken. In “Ekestos” werd gemusiceerd door beginnende muziekgroepjes uit de regio. Wonderlijk genoeg kwamen veel van die groepen uit de regio van Beverwijk en er zijn dan ook later sommigen landelijk beroemd van geworden. Om dan maar een paar van de vele namen te noemen : “De Bintangs”, Rob Hoeke, “Ekseption” en ook één van de later “Gigantjes” is hier begonnen. Al met al blijkt dat “Sociëteit Ekestos”in Haarlem het culturele jeugdwerk prominent op de kaart heeft gezet zonder dat er op andere plaatsen al soortgelijke muziek podia bestonden. Jammer genoeg zijn het juist de navolgers geweest die ervoor gezorgd hebben dat “Ekestos”een stille dood stierf, de jeugd had vanaf een bepaald moment elders een grotere keus om uit hun dak te gaan. En daarmee was het lot van deze roemruchte sociëteit bezegeld. De ruimte heeft daarna nog twee jaar leeg gestaan voordat er een aanvang werd gemaakt in 1971 met de algehele sloop van de bebouwing aan het Haarlemse Stationsplein. Louis Ph. Mathijsen. Wordt vervolgd.