Leerlingenfiches

advertisement
LEVEN IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
FICHES
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHES
PRO 7
GROTE BOMEN & KLEINE BOMEN
GROTE BOMEN...
Vroeger plantten de boeren hoogstamfruitbomen. Elke boerderij had zijn
hoogstamboomgaard waar vee kon grazen. Er is een rijke traditie met honderden
verschillende streekrassen, allemaal verschillende appels, met elk hun eigen vorm
en smaak. Hoogstammen zijn sterke grote bomen.
Je plukt de appels vanop een ladder of je moet hard aan de takken schudden.
Als je een hoogstamboom plant, moet je 10 jaar wachten voor hij vruchten
draagt. Zo een boom kan wel 100 jaar worden.
Sommige fruitboeren kiezen voor hoogstamfruitbomen.
Ze kiezen voor traditie, voor cultuur, voor landschap en natuur.
...OF
KLEINE BOMEN?
Sinds 1950 zie je vooral laagstamfruitbomen. Kleine fruitbomen met een korte
stam zijn laagstammen. Ze zijn makkelijker te verzorgen. Er passen ook meer
bomen in een laagstamboomgaard. Het plukken gaat vlotter, je hebt geen ladder
nodig. Laagstammen geven al na 2 jaar vruchten. Oude bomen worden vervangen
door nieuwe. Dit gebeurt om de 15 jaar.
Veel fruitboeren kiezen nu voor een laagstamboomgaard.
BIOBOMEN
PRO 7
De bio-fruitboer plant hoogstammen of laagstammen. Hij kiest meestal
laagstammen en vooral die rassen die minder gevoelig zijn voor ziekten en plagen.
Hij verzorgt de grond en de bomen goed, want hij wil gezonde bomen die veel
lekkere vruchten dragen.
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 1
DEZE APPEL IS EEN RAS APART
Laagstammen en hoogstammen bestaan uit verschillende delen.
Het onderste deel van de stam met de wortels heet onderstam.
Het bovenste gedeelte met takken en bladeren heet de ent.
ENTEN
De boomkweker heeft de onderstam en de ent toen ze nog klein waren, met
entwas en draad aan elkaar vastgemaakt. Dit heet ‘enten’. Een laagstam wordt
op ca. 15 cm geënt, een hoogstam op ca. 2 m.
De onderstam met de wortels bepaalt de
groeikracht van de boom. De ent bepaalt
het appelras. De boomkweker kiest een tak
van een boom die lekkere en mooie vruchten
draagt als ent zodat de nieuwe boom precies
zulke vruchten zal dragen.
Je ziet in deze boomgaard verschillende
bomen van verschillende rassen. De appels
verschillen in grootte, vorm en smaak.
Sommige rassen zijn eerder rijp en worden
vroeger geoogst dan andere.
RASSEN
Elk ras is herkenbaar en heeft een eigen naam. Bij enkele bomen staan kaartjes
met de naam van het ras.
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 2
PRO 7
MOTTEN VLIEGEN IN DE VAL!
Jij wil het niet, de fruitboer wil het niet, maar soms gebeurt het toch:
je bijt in een appel en vindt een rups en rottigheid middenin.
Dit is de rups van de fruitmot. Fruitmotten vliegen ’s nachts.
Dan willen de vrouwtjes paren. Hiervoor maken ze een parfum: een feromoon. De
mannetjes komen daar op af. De motten paren, en het vrouwtje legt haar eieren
op een appel. De rupsen komen uit en eten zich een weg door de appel tot in het
klokhuis.
IN DE VAL
Wat kan een bio-fruitboer doen tegen fruitmotten?
Mensen hebben het feromoon van de vrouwtjesfruitmot nagemaakt.
De bio-fruitboer plaatst een dopje met feromoon in een val. Mannetjes ruiken
het feromoon, vliegen naar de val en denken daar een vrouwtje te vinden. Ze
zijn gefopt en worden gevangen. Slechts weinig mannetjes vinden een vrouwtje.
Hierdoor zijn er maar weinig rupsen!
NUTTIGE INSECTEN
PRO 7
De bio-fruitboer gebruikt nooit giftige synthetische bestrijdingsmiddelen om zijn
appels te beschermen. Natuuridentieke middelen zoals feromonen worden wel
gebruikt tegen schadelijke insecten. Soms past de boer ook biologische bestrijding
toe: hij zet nuttige insecten in tegen schadelijke. Hij kan ook natuurlijke middelen
gebruiken zoals zwavel tegen schimmels. Dit ligt vast in Europese regels. Omdat
zwavel ook nuttige insecten doodt, gebruikt een biologische fruitteler deze stoffen
liever niet. Er is nood aan onderzoek naar appelrassen die minder gevoelig zijn
voor schimmels, want dan moet de bio-fruitteler geen zwavel meer gebruiken.
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 3
JAAG STIL EN HAIKU
JAAG STIL
HAIKU
Een bio-boomgaard is een bijzondere plaats om even stil te worden.
De haiku (meervoud haiku’s) is een Japanse dichtvorm die een sterke
natuurervaring verwoordt.
Een haiku bestaat uit zeventien lettergrepen die verdeeld staan over drie
versregels: eerst vijf, dan zeven en daarna weer vijf. Haiku gaat over iets dat
de dichter echt ziet. Hij beschrijft een waarneming zoals een foto – dus geen
mening, gevoel of beleving. Woorden als fijn, mooi, lekker, vervelend, leuk...
komen niet in haiku voor. De regels hoeven niet te rijmen. Een haiku is altijd nu,
in de tegenwoordige tijd. Haiku-dichters gebruiken nooit de woorden ik, jij, wij,
jullie, zij, mijn, jouw en ons.
IN DE MORGENZON
ZIT EEN KLEIN BRUIN BOLLETJE
STIL STEENUIL TE ZIJN
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 4
PRO 7
BEESTJES: VRIEND OF VIJAND
VIJAND
De fruitboer wil veel goede appels oogsten. Dieren die de oogst opeten of aan de
wortels of de bladeren vreten, ziet hij dus liever niet.
De grootste belagers:
• reeën
• woelratten
• schadelijke insecten zoals bladluizen en rupsen
• schadelijke mijten zoals de roestmijt
• kraai-achtigen
•…
VRIEND
Er zijn andere dieren die de bioboer kunnen helpen omdat zij de vijanden van zijn
vijanden zijn. En een vijand van een vijand is in dit geval een vriend.
Enkele vrienden:
• koolmezen
• nuttige insecten zoals lieveheersbeestjes, gaasvliegen en oorwormen
• spinnen
• roofmijten zoals de fluweelmijt
• uilen
• roofvogels
• vossen
De bio-fruitboer wil dat er veel vrienden in zijn boomgaard leven.
Hij zal bijvoorbeeld nestkastjes voor de koolmezen hangen.
De bioboer past biologische bestrijding toe.
Zo probeert hij het aantal schadelijke dieren onder controle te houden zonder
giftige synthetische pesticiden te gebruiken.
Bladluis wordt opgegeten door lieveheersbeestje.
PRO 7
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 5
IN DE WINTER
SNOEIEN
In de winter rusten de bomen. ‘Dan moet je niets doen in de boomgaard’, zou je
kunnen denken. Niets is minder waar. Wintertijd is snoeitijd.
De fruitboer snoeit zijn bomen want:
1. zo verouderen de bomen minder snel.
2. zo is de lichtinval beter
3. zo worden zieke takken weggesnoeid
Doordat de wind en de zon tussen de takken spelen, drogen takken en bladeren
snel op in de zomer en hebben ze minder last van schimmelziekten.
Bomen snoeien is een echte kunst! Je moet er op letten dat de wonden
niet besmet raken. Dit kan door de juiste snoeitechniek, eventueel door
wondverzorging en door te snoeien op het juiste moment.
Gezonde bomen zijn belangrijk voor een bioboer. Hij wil voorkomen in plaats van
genezen, want hij mag geen synthetische middelen tegen ziektes gebruiken.
BEMESTEN
Om de bomen gezond en groeikrachtig te houden, krijgen ze einde winter/begin
lente ook een portie mest. Dat is nodig omdat de bodem anders uitgeput geraakt.
De bomen gebruiken elk jaar voedingstoffen voor de groei van vruchten, takken
en bladeren. De bioboer gebruikt geen kunstmest, maar dierlijke mest en
groenbemesting.
Hij bemest ook niet te veel want hij weet
• dat te veel meststoffen de evenwichtige groei verstoren
• dat overbemesting een gevaar voor natuur, milieu en gezondheid betekent.
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 6
PRO 7
IN DE LENTE
Het verhaal van de bloemetjes en de bijtjes
BLOEMEN
BIJEN
PRO 7
In de lente komen de fruitbomen in bloei. Dan zitten de takken vol met bloesems.
Elk bloempje bestaat uit vijf witroze kroonblaadjes en vijf groene kelkblaadjes.
In het midden staat de stamper met daarrond de meeldraden. De stamper is
vrouwelijk. De meeldraden zijn de mannelijke bloemdelen.
Op de meeldraden zitten stuifmeelkorrels.
Bloemen kunnen in vruchten veranderen als er bestuiving gebeurt. Dit betekent
dat stuifmeel van de ene bloem naar de andere moet worden overgebracht. Dit
gebeurt door de wind en door insecten zoals bijen en hommels. De bijen vliegen
van bloem tot bloem, aangetrokken door de kleur en de zoete nectar in de
bloemen.
NECTAR
Bij het opzuigen van de nectar blijven wat stuifmeelkorrels aan hun lijf plakken.
Bij de volgende bloem die ze bezoeken laten ze wat korrels op de stamper vallen
en wordt de bloem bevrucht.
APPELS
Pas na de bevruchting groeit er uit de bloem een appeltje.
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 7
IN DE ZOMER
In de zomer groeien de appels aan de boom. Op het einde van de zomer beginnen
ze te rijpen.
GROEIEN
Een appel kan groeien omdat de bladeren van de boom vergelijkbaar zijn met
kleine fabriekjes die werken op zonne-energie. In de bladeren maakt de boom
suikers en aminozuren (de bouwstenen van eiwitten). Ze worden via de takken en
de stam naar de groeiende vruchten vervoerd.
DUNNEN
Soms hangen er te veel vruchten op de boom. Dan moet de fruitboer het fruit
dunnen. Hij zorgt ervoor dat de mooiste vruchten overblijven.
SCHADE Helaas kan er vanalles misgaan:
• een late hagelbui kan appels beschadigen met putjes en bulten.
• te veel zon kan de schil van de appels verbranden.
• schimmels en ziekten kunnen de boom aantasten en ziek maken.
• schadelijke insecten kunnen de bladeren en de vruchten beschadigen.
• beschadigde vruchten kunnen rotten aan de boom.
•…
Omdat bioboeren geen synthetische bestrijdingsmiddelen of kunstmest gebruiken,
is de opbrengst vaak lager dan bij gangbare fruitboeren. De kunst is om op tijd te
zien wat er mis loopt, zodat niet de hele oogst verloren gaat. Als een rotte appel
op tijd wordt weggesneden, kunnen zijn buren verder groeien en rijpen.
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 8
PRO 7
IN DE HERFST
OOGSTEN
In de herfst zijn de vruchten rijp. De appels worden met de hand geoogst in de
maanden september en oktober. Het plukken moet heel voorzichtig verlopen om de
vruchten niet te kwetsen.
De appels worden gesorteerd volgens ras en grootte. Vruchten die niet helemaal
volmaakt zijn, worden ook geoogst. Van deze appels kan appelmoes of appelsap
worden gemaakt.
VERKOPEN
BEWAREN
OVERWINTEREN
PRO 7
De bioboer kan de appels verkopen in een boerderijwinkel of hij kan ze naar de
veiling brengen die ze aan de groothandel of de supermarkt verkoopt. Soms werken
boeren ook samen met Voedselteams die kunnen zorgen voor een fruitabonnement
voor jouw familie.
Een deel van de oogst wordt in koelcellen bewaard. Zo kunnen we het hele jaar
appels eten.
De boom heeft in de nazomer knoppen gemaakt en reservestoffen opgeslagen. Als
het kouder wordt, verliest de boom zijn bladeren. Zo bereidt hij zich voor om de
winter door te komen.
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHE 9
LEVEN
IN DE BIO-APPELBOOMGAARD
- FICHES
PRO 7
Download