Woorden rond het thema blok 06 antwoorden

advertisement
ANTWOORDEN Woorden rond het thema 4-5 havo Blok 6
Opdracht 1
1
archaïsch - verouderd
2
badinerend - licht spottend
3
cognitieve kennis - inhoudelijke kennis
4
complexiteit - ingewikkeldheid
5
connotatie - gevoelswaarde
6
consistent - gelijk (blijvend)
7
criterium - norm , maatstaf
8
educatief - opvoedend
9
elite - kleine groep van voorname, bevoorrechte mensen
10
gemeenplaats - afgezaagd woord
11
globaliseren - wereldwijd worden of maken
12
grafiek - prentkunst (houtsneden, etsen enz.)
13
hiërarchie - rangorde van hoger- en lagergeplaatste personen
14
imperium - wereldrijk
15
integraal - volledig, alles omvattend
16
intellectueel - hoogontwikkeld persoon die over de dingen van het leven nadenkt
17
intelligentsia - de gezamenlijke intellectuelen
18
mondiaal - de hele wereld verspreid
19
neurotisch - ziekelijk zenuwachtig en angstig
20
paradoxaal - tegenstrijdig lijkend
21
passiviteit - (het) niets doen
22
reputatie - goede naam
23
sceptisch - twijfelend, bezwaren hebbend
24
snobisme - (het) doen alsof je veel weet van kunst en cultuur
25
specifiek - speciaal daarop gericht
Opdracht 2
2
bedrijfscultuur = normen, waarden, omgangsvormen enz. in een bedrijf 4
3
beeldcultuur = cultuur waarin foto’s, film, tv enz. een belangrijke rol spelen 4
4
consensuscultuur (poldercultuur) = cultuur waarin net zolang overleg wordt gepleegd tot alle betrokken
partijen met de te nemen besluiten akkoord gaan 4
5
cultuurbarbaar = iemand zonder gevoel en belangstelling voor cultuur 3
6
Cultureel Jongerenpaspoort (CJP) – pas waarmee jongeren korting krijgen bij culturele activiteiten 3
7
cultuurlandschap = landschap dat door de mens is aangelegd 1
8
danscultuur = het geheel van manifestaties van kunst, ontspanning en vermaak 3
9
doofpotcultuur = cultuur waarin het normaal is dat gemaakte fouten zo veel mogelijk worden verzwegen,
waardoor men zich daarvoor niet hoeft te verantwoorden 4
10 dorpscultuur = plattelandscultuur 2
11 gedoogcultuur = cultuur waarin de overheid bepaalde strafbare feiten oogluikend toelaat
12 glascultuur = teelt van gewassen in kassen 1
13 knuffelcultuur = slappe, mensvriendelijke cultuur waarin maatschappelijke problemen niet echt worden
aangepakt 4
14 koffiecultuur = het kweken van koffiebonen 1
15 lichaamscultuur = voortdurende zorg voor het welzijn van het lichaam
16 massacultuur = cultuur van de grote massa (onpersoonlijk en oppervlakkig) 4
17 monocultuur = het verbouwen van maar één bepaald gewas 1
18 de Nederlandse cultuur = de Nederlandse beschaving (geestelijke en maatschappelijke
verworvenheden) 2
19 regentencultuur = cultuur waarin bestuurders te lang aan de macht zijn en het contact met de bevolking
kwijt zijn geraakt 4
20 sorrycultuur = excuuscultuur, cultuur waarin falende beleidsmakers niet aftreden maar beterschap
beloven 4
21 straatcultuur = manier van leven van degenen die veel tijd op straat doorbrengen 4
22 subcultuur = cultuur van bepaalde groepen met eigen normen (verschillend van de heersende cultuur) 2
23 vergadercultuur = cultuur waarin heel veel vergaderd wordt 4
24 yoghurtcultuur = het kweken van yoghurtbacteriën 1
25 zapcultuur = cultuur waarin snelle, kort durende, steeds wisselende overdracht van informatie
plaatsvindt 4
Download